153
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een snel-
lader: hierdoor kunnen de
elektronische systemen, en vooral
de regeleenheden die de ontsteking
en de brandstoftoevoer regelen,
beschadigen.
ROLLEND
STARTEN
De auto mag beslist nooit
worden gestart door aan-
duwen, slepen of van een
helling af te rijden. Op die wijze
kan er onverbrande brandstof in
de katalysator terechtkomen en
deze onherstelbaar beschadigen. Deze startprocedure mag
alleen worden uitgevoerd
door daartoe opgeleid per-
soneel, omdat onjuiste handelin-
gen vonken kunnen veroorzaken
en de accu onherstelbaar kunnen
beschadigen. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Vermijd
het contact met de huid en de
ogen. Kom ook niet dicht bij een
accu met open vuur of een bran-
dende sigaret en veroorzaak geen
vonken: brand- en ontploffingsge-
vaar.
Als de motor niet draait,
dan werken de rem- en de
stuurbekrachtiging niet,
waardoor meer kracht nodig is om
het rempedaal en het stuur te be-
dienen.
BIJ EEN LEKKE
BAND
Enige uitvoeringen zijn voorzien van
bandenspanningssensoren met loka-
lisatie van het wiel; een lage banden-
spanning wordt op de volgende wijze
doorgegeven aan de bestuurder:
lager wordende spanning - op het
display van het infotelematica-sys-
teem CONNECT Nav+ wordt de bij-
behorende mededeling weergegeven
en er klinkt een geluidssignaal
(“
GONG”); wendt u tot de Lancia-
dealer.
lekke band- het lampje “STOP”
gaat branden, op het display van het
infotelematica-systeem CONNECT
Nav+ wordt de bijbehorende mede-
deling weergegeven en er klinken 3 ge-
luidssignalen (“GONG”) achter elkaar;
vervang het wiel, zoals hierna wordt
beschreven.
Het systeem kan bovendien een me-
dedeling laten verschijnen als het niet
mogelijk is om de bandenspanning te
meten.
152-182 Phedra OLA 5-06-2008 11:14 Pagina 153
152-182_Phedra_OLA.pdf 230-07-2008 08:50:24
236
Grootlicht
- bediening .......................... 80
- lamp vervangen ................ 163
- signaal .............................. 81
Grootlichtsignaal .................... 81
Handgeschakelde
versnellingsbak ................... 89
- technische specificaties ..... 218
Handgrepen ........................... 99
Handrem ................................ 87
HBA (systeem) ....................... 119
Headbag ................................. 126
Hoofdsteun ............................. 36
Identificatiegegevens ............. 212
- chassisnummer ................. 214
- identificatieplaatje
carrosserielak .................... 214
- motornummer ................... 212
- typeplaatje met
identificatiegegevens ......... 213
Identificatieplaatje
carrosserielak ...................... 214
In het interieur ....................... 96
In noodgevallen ...................... 152Infotelematica-systeem
CONNECT Nav+ ................ 60
Instapverlichting
- lamp vervangen ................ 169
Instrumenten ...................... 54-55
Instrumenten
(instellen lichtintensiteit) ..... 54
Instrumentenpaneel ................ 12
Instrumentenpaneel ............ 54-55
- instrumentenpaneelverlichting
regelen .............................. 54
Instrumentenpaneelverlichting
regelen ................................ 54
Interieur (onderhoud) ............ 211
Interieur reinigen ................... 211
“Isofix”-kinderzitje
(inbouwvoorbereiding voor
montage) ............................. 51
Katalysator .......................... 4
Ken uw auto ........................... 14
Kentekenverlichting
- auto weer in gebruik
nemen ............................... 151
- lamp vervangen ................ 167
auto langere tijd stallen ....... 150Kilometertellerdisplay ............ 58
- dagteller ........................... 58
- motorolieniveaumeter ....... 58
- onderhoudsmeter .............. 58
Kilometertotaal-
en dagteller ..................... 54-57
Kinderen bewaken ................. 38
Kinderen veilig vervoeren ....... 46
Kinderen veilig vervoeren ....... 46
Kinderzitjes ............................ 46
- geschiktheid van de
passagiersstoelen voor het
gebruik van kinderzitjes..... 50
- inbouwvoorbereiding
voor de montage van een
“Isofix”-kinderzitje ........... 51
Klaptafeltje ............................ 98
Klimaatregeling ...................... 66
- uitstroomopeningen ....... 67-68
Koelvloeistoftemperatuurmeter ..55-56
Koplampen
Koplampen ............................. 114
- automatisch inschakelen ... 80
- koplampverstelling ........... 115
- verstelling ......................... 115
233-244 Phedra OLA 5-06-2008 11:32 Pagina 236