Page 177 of 246
176
Zekeringenkast in motorruimte (fig. 38)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
17
1810A
15A
10A
10A
10A
15A
20A
20A
15A
15A
10A
10A
15A
10A
30A
30A
40ASchakelaar achteruitrijverlichting, Xenon gasontladingslampen, bedieningsorga-
nen aanjager, koelvloeistofniveau, dieselfilterverwarming, voorgloeibougies,
cruise-control, luchtkwantummeter.
Brandstofpomp, uitlaatgasrecirculatiesysteem en turbodrukregelaar
ABS, ESP
Voeding algemene verbruikers voor de hoofdzekeringenhouder
Roetfilter
Mistlampen
Koplampsproeiers
Voeding relais hoofdzekeringenhouder; stuursignalen aanjagerrelais,
magneetklep brandstofdrukregelaar
en uitlaatgasrecirculatie
Dimlicht links, koplampverstelling
Dimlicht rechts
Grootlicht links
Grootlicht rechts
Claxon
Ruitensproeierpomp voor - achter
Lambdasonde, inspuitventielen, bougies, brandstofdampafsluitklep, magneetklep
inspuitpomp
Ruitenwissers voor
Extra aanjagers
152-182_Phedra_OLA.pdf 25152-182_Phedra_OLA.pdf 2530-07-2008 08:50:2630-07-2008 08:50:26
Page 178 of 246
177
In deze zekeringenkast bevinden zich ook de volgende hoofdzekeringen (MAXI-FUSE):
MAXI-FUSE
MAXI-FUSE
MAXI-FUSE
MAXI-FUSE
MAXI-FUSE
MAXI-FUSE
MAXI-FUSE
MAXI-FUSE50A
50A
30A
60A
70A
30A
40A
50AElektroventilateur (tweede snelheid)
ABS, ESP
Magneetklep van ESP
Voeding hoofdzekeringenkast 1
Voeding hoofdzekeringenkast 2
Elektroventilateur (eerste snelheid)
Lancia CODE
Extra aanjagers
152-182 Phedra OLA 5-06-2008 11:14 Pagina 177
152-182_Phedra_OLA.pdf 2630-07-2008 08:50:26
Page 179 of 246

STARTEN MET EEN HULPACCU
Zie “Starten met de hulpaccu” in dit
hoofdstuk.
178
ALS DE ACCU
LEEG IS
In de eerste plaats moeten de voor-
zorgsmaatregelen in het hoofdstuk
“Onderhoud van de auto” in acht
worden genomen, zodat wordt voor-
komen dat de accu ontlaadt en de accu
een lange levensduur heeft.
WAARSCHUWINGDe beschrijving
voor het opladen van de accu dient
slechts ter informatie. Het verdient
aanbeveling om u voor deze werk-
zaamheden te wenden tot de Lancia-
dealer.
ACCU OPLADEN
We raden u aan de accu langzaam
en met een laag ampèrage gedurende
ongeveer 24 uur op te laden. Als u de
accu langer oplaadt, kan de accu wor-
den beschadigd.
Voer de volgende werkzaamheden
uit:
1) maak de minklem los van de
accu.WAARSCHUWINGAls de auto is
uitgerust met een elektronisch dief-
stalalarm, schakel dit dan uit m.b.v.
de afstandsbediening.
2) Sluit de kabels van de acculader
aan op de accu; let hierbij op de po-
lariteit.
3) Schakel de acculader in.
4) Schakel eerst de acculader uit en
maak dan de accu los als het laden is
voltooid.
5) Sluit de minklem van de accu
aan.
De vloeistof in de accu is
giftig en corrosief. Voor-
kom contact met de huid
en de ogen. De accu moet in een
goed geventileerde ruimte worden
geladen ver verwijderd van open
vuur en apparatuur die mogelijke
vonken veroorzaken: brand- en
ontploffingsgevaar.Probeer niet een bevro-
ren accu op te laden: ont-
dooi eerst de accu om te
voorkomen dat de accu ontploft.
Als de accu bevroren is geweest,
moet door deskundig personeel
worden gecontroleerd of de cellen
niet beschadigd zijn en of de bak
geen scheuren vertoont, waardoor
de giftige en corrosieve vloeistof
kan weglekken.
152-182 Phedra OLA 5-06-2008 11:14 Pagina 178
152-182_Phedra_OLA.pdf 2730-07-2008 08:50:26
Page 180 of 246

179
ALS DE AUTO OMHOOG GEZET MOET
WORDEN
Als de krik niet juist ge-
plaatst wordt, kan de auto
van de krik vallen. Ge-
bruik de krik niet voor zwaardere
lasten, dan de last die is toegestaan
en die op de sticker op de krik is
aangegeven. MET DE KRIK
Zie de paragraaf “Bij een lekke
band” in dit hoofdstuk.
Belangrijk:
– de krik hoeft niet te worden afge-
steld;
– de krik kan niet worden gerepa-
reerd en moet als de krik stuk is, wor-
den vervangen door een originele
krik;
– geen enkel gereedschap, behalve
de slinger mag op de krik gemonteerd
worden.De krik dient uitsluitend
voor het vervangen van de
wielen. De krik mag beslist
niet voor andere doeleinden wor-
den gebruikt, zoals het opkrikken
van andere auto’s. Gebruik de krik
beslist nooit voor het uitvoeren van
werkzaamheden onder de auto.
MET DE WERKPLAATSKRIK
Voor
De auto mag alleen worden opge-
krikt met de plaat op de hefarm op de
aangegeven punten in (fig. 39):
A: opkrikken rechtsvoor;
B: opkrikken linksvoor.
Achter
De auto mag niet worden opgekrikt.
fig. 39
L0B0139b
152-182 Phedra OLA 5-06-2008 11:14 Pagina 179
152-182_Phedra_OLA.pdf 2830-07-2008 08:50:27
Page 181 of 246
– verwijder het geklemd gemon-
teerde deksel Cop de voor-
(fig. 42) of achterbumper (fig. 43);
– draai het sleepoog Ageheel op de
schroefdraadpen.
180
MET EEN HEFBRUG
De auto moet omhoog worden gezet
met de uiteinden van de armen op de
afgebeelde plaats (fig. 40):
A- arm voor;
B- arm achter.ALS DE AUTO MOET WORDEN
GETROKKEN
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de motorruimte.
Ga voor het monteren van het sleep-
oog als volgt te werk:
– open de motorkap (neem hierbij
de aanwijzingen uit de paragraaf
“Motorkap” in het hoofdstuk “Ken
uw auto”) in acht;
– neem het sleepoog A(fig. 41) uit
de bevestigingen B;
fig. 40
L0B0451b
fig. 41
L0B0044b
fig. 43
L0B0157b
fig. 42
L0B0156b
152-182 Phedra OLA 5-06-2008 11:14 Pagina 180
152-182_Phedra_OLA.pdf 2930-07-2008 08:50:27
Page 182 of 246

181
Reinig de schroefdraad
zorgvuldig voordat het
sleepoog wordt gemon-
teerd. Controleer voor het slepen
of het sleepoog geheel op de
schroefdraad is gedraaid.
Draai voor het slepen de
sleutel in stand M en ver-
volgens in S zonder de
contactsleutel uit het slot te ver-
wijderen. Als de contactsleutel uit
het contactslot wordt genomen,
schakelt automatisch het stuurslot
in waardoor het onmogelijk wordt
de auto te besturen.Als de auto wordt ge-
sleept, moeten beslist de
wettelijke voorschriften
worden opgevolgd, die betrekking
hebben op het slepen en het weg-
gedrag.
Tijdens het slepen kan
geen gebruik worden ge-
maakt van de rem- en
stuurbekrachtiging; om te remmen
moet een grotere kracht op het
rempedaal en om te sturen moet
een
grotere kracht op het stuur
worden uitgeoefend. Gebruik voor
het slepen geen elastische kabels
en rijd zo gelijkmatig mogelijk.
Controleer tijdens het slepen of de
sleepkabel geen carrosseriedelen
kan beschadigen.Start de motor niet als de
auto wordt gesleept.
WAARSCHUWINGZorg ervoor
dat bij uitvoeringen met automatische
versnellingsbak de selectorhendel in
vrij staat (stand N), controleer of de
auto beweegt als er tegen geduwd
wordt en voer de hiervoor beschreven
handelingen voor auto’s met een
handgeschakelde versnellingsbak uit.
Als de selectorhendel niet in vrij kan
worden gezet (stand N), kan de auto
niet worden gesleept. Wendt ut tot de
Lancia-dealer.
152-182 Phedra OLA 5-06-2008 11:14 Pagina 181
152-182_Phedra_OLA.pdf 3030-07-2008 08:50:27
Page 183 of 246

VERBANDTROMMEL (fig. 44)
Deze moet ten minste bevatten:
steriele gaasjes om de wonden af te
dekken en schoon te maken, verband
met verschillende breedtes, pleisters
met verschillende afmetingen, een
verpakking hydrofiel katoen, een
flesje desinfecterend middel, een ver-
pakking papieren zakdoekjes, een
schaar met afgeronde punten, een
pincet, twee bloedstelpende zwachtels.
Naast de verbanddoos moeten ook
een brandblusser en een blusdeken in
de auto aanwezig zijn; de verband-
doos en de brandblusser zijn lever-
baar in het Lancia Lineaccessori pro-
gramma.
182
– Blijf altijd kalm; als u niet direct bij
het ongeval betrokken bent, stop dan
op ten minste tien meter van het onge-
val; stop, op de snelweg, zonder de
vluchtstrook te blokkeren; zet de mo-
tor uit en schakel de waarschuwings-
knipperlichten in; verlicht, ‘s nachts de
plaats van het ongeval met de kop-
lampen; wees altijd voorzichtig, voor-
kom aanrijdingen; geef de plaats van
het ongeval aan met de gevarendrie-
hoek op een goed zichtbare plaats en
op de wettelijk vastgestelde afstand;
roep de hulpdiensten op en geef deze
zo nauwkeurig mogelijke informatie.
Gebruik op de snelweg de praatpalen.
– Bij botsingen waar meerdere au-
to’s bij zijn betrokken, bestaat een gro-
ter risico, vooral bij slecht zicht, dat u
betrokken raakt bij andere botsingen.
Verlaat onmiddellijk de auto en wacht
achter de vangrail.
– Verwijder de contactsleutel uit de
betrokken auto’s.
– Als een brandstoflucht of andere
chemische geur wordt waargenomen,
rook dan niet en doof sigaretten; ge-
bruik de brandblusser, blusdekens,
zand of aarde om, ook kleine, bran-
den te blussen. Gebruik
nooit water.– Als de portieren zijn vergrendeld,
probeer dan niet de gelaagde voorruit
stuk te slaan om uit de auto te ont-
snappen. De zijruiten en de achterruit
zijn eenvoudiger stuk te slaan.
ALS ER GEWONDEN ZIJN
– Laat de slachtoffers nooit alleen.
Het is uw plicht om hulp te bieden,
ook als u niet direct bij het ongeval
bent betrokken.
– Blijf niet om het slachtoffer heen
staan.
– Stel het slachtoffer gerust en ver-
tel hem/haar dat de hulpdiensten zul-
len arriveren; blijf naast het slacht-
offer om eventuele paniekaanvallen
de kop in te drukken.
– Maak de veiligheidsgordel van het
slachtoffer los of snijd deze door.
– Geef het slachtoffer geen drinken;
het slachtoffer mag nooit worden ver-
plaatst, behalve onder de hierna ge-
noemde omstandigheden.
– Trek het slachtoffer alleen uit de
auto bij brandgevaar, het risico van
verdrinking of als de kans bestaat dat
de auto naar beneden stort. Als het
slachtoffer uit de auto wordt getrok-
ken: oefen dan geen kracht uit op de
ledematen, trek nooit aan het hoofd,
houd zo veel mogelijk het lichaam ho-
rizontaal.
fig. 44
L0B0198b
BIJ EEN ONGEVAL
152-182 Phedra OLA 5-06-2008 11:14 Pagina 182
152-182_Phedra_OLA.pdf 3130-07-2008 08:50:27
Page 184 of 246

183
GEPROGRAM-
MEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is een belangrijke
factor voor een lange levensduur, de
beste prestaties en een zo zuinig mo-
gelijk gebruik van de auto.
Voor deze Lancia is een aantal con-
troles en onderhoudswerkzaamheden
vastgesteld die elke 30.000 km moe-
ten worden uitgevoerd.Het is belangrijk om te weten dat het
Geprogrammeerd Onderhoud niet alle
werkzaamheden behelst die aan de
auto moeten worden uitgevoerd: zo-
wel in de beginperiode voor de on-
derhoudsbeurt bij 30.000 kilometer
als daarna, tussen twee onderhouds-
beurten in, moet regelmatig enige
aandacht aan de auto worden ge-
schonken. Controleer bijvoorbeeld re-
gelmatig de bandenspanning en de
vloeistofniveaus en vul de vloeistoffen
zonodig bij.
WAARSCHUWINGDe onder-
houdsbeurten van het Geprogram-
meerd Onderhoud zijn voorgeschre-
ven door de fabrikant. Als de onder-
houdsbeurten niet worden uitgevoerd,
is het mogelijk dat de garantie vervalt.Het Geprogrammeerd Onderhoud
kan door alle Lancia-dealersop
vooraf bepaalde momenten word
en
uitgevoerd.
Reparaties, die niet tot de normale
onderhoudsbeurt behoren en tijdens
het uitvoeren van de onderhoudsbeurt
nodig blijken te zijn, worden uitslui-
tend na toestemming van de klant uit-
gevoerd.
WAARSCHUWINGWendt u tot de
Lancia-dealerbij eventuele storin-
gen en wacht niet tot de volgende on-
derhoudsbeurt.
ONDERHOUD VAN UW AUTO
Als de auto vaak wordt
gebruikt voor het trekken
van aanhangers, moeten er
kortere intervallen worden aange-
houden tussen de onderhouds-
beurten.
183-211 Phedra OLA 5-06-2008 11:22 Pagina 183