Page 281 of 618

279
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
●De selectiehendel in een andere stand dan
P staat.
■Als “Clean Parking Assist Sensor” (rei-
nig Parking Assist-sensor) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld waterdruppels, ijs, sneeuw of
vuil. Verwijder dit van de sensor om te zorgen
dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogel ijk geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand kor-
ter worden of kan detectie niet mogelijk zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet
mogelijk.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
WAARSCHUWING
■Wanneer moet de functie uitgescha-
keld worden
Schakel in de volgende situaties de functie
uit, omdat deze anders mogelijk zelfs werkt
als er geen kans op een aanrijding is.
●Het niet in acht nemen van boven-
staande waarschuwingen.
●Als een niet-originele Toyota-wielophan-
ging (bijvoorbeeld verlaagde wielophan-
ging) is gemonteerd.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met een
hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat
een sensor niet meer goed werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 279 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 282 of 618

280
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd door het systeem
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw,
waterdruppels of ijs. (Het reinigen van de
sensoren zal het probleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Wanneer in de omgeving van de auto ultra-
soongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of
andere bronnen.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
●Voetgangers die moeilijk ultrasone golven
kunnen weerkaatsen (bijv. door rokken met
plooien of volants).
●Wanneer objecten die niet loodrecht op de
grond staan, objecten die niet in een
rechte hoek ten opzich te van de rijrichting
van de auto staan of ongelijkmatige of gol-
vende objecten zich binnen het detectiebe-
reik bevinden.
●Bij sterke wind
●Bij het rijden onder barre weersomstandig-
heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
●Wanneer zich tussen de auto en een
gesignaleerd obstakel een object bevindt
dat niet kan worden gesignaleerd
●Als een object zoals een auto, motorfiets,
fiets of voetganger voor de auto langs
komt of plotseling van opzij opduikt.
●Als de stand van een sensor is gewijzigd
door een aanrijding o.i.d.
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), fiet-
sendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
●Als niet op een stabiele wijze kan worden
gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bi j een ongeval of als
er storingen zijn
●Wanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset is
gebruikt
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 280 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 283 of 618

281
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt het systeem mogelijk
zelfs als er geen kans op een aanrijding is.
●Wanneer op een smalle weg wordt gereden
●Wanneer richting een spandoek of vlag,
een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergan-
gen, tolpoortjes en parkeerplaatsen) wordt
gereden
●Bij een groef of gat in het wegdek
●Wanneer de auto over een metalen afdek-
king (rooster) rijdt, zoals gebruikt boven
afvoergoten
●Bij het omhoog of omlaag rijden op een
steile helling
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw,
waterdruppels of ijs. (Het reinigen van de
sensoren zal het probleem oplossen.)
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval
●Bij het rijden onder barre weersomstandig-
heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
●Wanneer het stevig waait
●Wanneer in de omgeving van de auto ultra-
soongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of
andere bronnen.
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
●Als de stand van een sensor is gewijzigd
door een aanrijding o.i.d.
●De auto nadert een hoge of gebogen stoe-
prand
●Wanneer vlak langs pilaren (H-vormige
stalen balken, enz.) in parkeergarages, op
bouwplaatsen, enz. wordt gereden
●Als niet op een stabiele wijze kan worden
gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bi j een ongeval of als
er storingen zijn
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras
●Wanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset is
gebruikt
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 281 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 284 of 618

282
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Detectiebereik van de sensorenOngeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Het schema toont het detectiebereik van de
sensoren. Houd er rekening mee dat de sen-
soren geen objecten kunnen signaleren die
zich extreem dicht bij de auto bevinden.
Het bereik van de sensoren kan verschillend
zijn, afhankelijk van
bijvoorbeeld de vorm
van het object.
■Afstand en zoemer
*: Functie automatisch dempen z oemer is ingeschakeld. (Blz. 282)
■Werking zoemer en afstand tot
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dichter
bij het object komt. Als de auto het
obstakel genaderd is tot ongeveer
30 cm, klinkt de zoemer continu.
Als 2 of meer sensoren gelijktijdig
een statisch object signaleren, klinkt
de zoemer voor het dichtstbijzijnde
object.
Zelfs als de sensoren in werking zijn,
kan het geluid van de zoemer in
sommige gevallen worden gedempt.
(functie automatisch dempen zoemer)
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object
Globale afstand tot obstakelZoemer
Sensor voor:
100 cm - 60 cm
*
Sensor achter:
150 cm - 60 cm
*
Langzaam
60 cm - 45 cm*Gemiddeld
45 cm - 30 cm*Snel
30 cm - 15 cmContinuMinder dan 15 cm
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 282 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 285 of 618

283
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Aanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aange-
past op het multi-informatiedisplay.
Wijzig de instellingen met behulp van
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. ( Blz. 94, 100)
1 Druk op / (4,2 inch display)
of / (7 inch display) van de
bedieningstoets van het instrumen-
tenpaneel en selecteer .
2 Druk op / (4,2 inch display)
of / (7 inch display) van de
bedieningstoets van het instrumen-
tenpaneel, selecteer en houd
ingedrukt.
3 Selecteer het volume en druk ver-
volgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wij-
zigt het volume tussen 1, 2 en 3.
■Dempen van het geluid van een
zoemer
Op het multi-info rmatiedisplay wordt
een toets MUTE weergegeven wanneer
een object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te
dempen.
Het volume van de zoemers voor de
Toyota Parking Assist-sensor en de
RCTA (indien aanwezig) wordt gelijktij-
dig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dem-
pen automatisch geannuleerd:
Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
Als de rijsnelheid hoger wordt dan
een bepaalde snelheid.
Als er een storing in een sensor aan-
wezig is of het systeem tijdelijk niet
kan worden gebruikt.
Als de actieve functie handmatig
wordt uitgeschakeld.
Als het contact UIT wordt gezet.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 283 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 286 of 618

284
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Bedieningstoetsen instrumenten-
paneel
Inschakelen/uitschakelen van de RCTA.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van
rechts of links achter nadert, gaan de indica-
toren in beide buitenspiegels knipperen.
Display navigatie-/multimediasys-
teem (indien aanwezig)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, wordt het
RCTA-icoon (Blz. 286) voor de desbetref-
fende zijde weergegeven.
RCTA-zoemer
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, klinkt er
een zoemer.
RCTA (Rear Crossing
Traffic Aler t)*
De RCTA gebruikt de radarsenso-
ren van de BSM aan de binnenzijde
van de achterbumper. Deze functie
is bedoeld om de bestuurder te
helpen gebieden te controleren die
bij het achteruitrijden niet goed
zichtbaar zijn.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden. ( Blz. 271)
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Blz. 272
Systeemonderdelen
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 284 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 287 of 618

285
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de functie in/uit
te schakelen. ( Blz. 94, 100)
1 Druk op / (4,2 inch display)
of / (7 inch display) van de
bedieningstoets van het instrumen-
tenpaneel en selecteer .
2 Druk op / (4,2 inch display)
of / (7 inch display) van de
bedieningstoets van het instrumen-
tenpaneel, selecteer RCTA en druk
op .
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF
( Blz. 82) branden. (Telkens wanneer het
contact UIT en weer AAN wordt gezet, wordt
de RCTA automatisch ingeschakeld.)
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
■Wanneer “RCTA Unavailable See
Owner’s Manual” (RCTA niet beschik-
baar, zie handleiding) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay
De sensorspanning is niet in orde of water,
sneeuw, modder, enz. hopen zich mogelijk op
in de buurt rondom de sensor boven de ach-
terbumper. ( Blz. 272)
Wanneer het water, de sneeuw, de modder,
enz. rondom de sensor worden verwijderd,
moet het systeem weer normaal gaan wer-
ken. Ook werkt mogelijk de sensor niet nor-
maal bij extreem warm of koud weer.
■Als “RCTA Malfunction Visit Your Dea-
ler” (storing RCTA, ga naar uw dealer)
wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Radarsensoren
Blz. 272
Inschakelen/uitschakelen van
de RCTA
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 285 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 288 of 618

286
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Werking van de RCTA
De RCTA maakt gebruik van radarsen-
soren om auto's die van rechts of links
achter naderen te signaleren en waar-
schuwt de bestuurder voor de aanwezig-
heid van dergelijke auto's door de indica-
toren in de buitenspiegels te laten knip-
peren en een zoemer te laten klinken.
Naderende auto's
Detectiegebieden
■Weergave RCTA-icoon (auto's met
navigatie-/multimediasysteem)
Wanneer een voertuig wordt gesigna-
leerd die van rechts of links achter
nadert, wordt het volgende weergege-
ven op het display van het navigatie-/
multimediasysteem.
In deze afbeelding wordt een voorbeeld
getoond van auto's die van zowel links als
rechts achter naderen.
■Detectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aangege-
ven waarin auto's kunnen worden
gesignaleerd.
De zoemer kan waarschuwen voor snellere
auto's die van verder weg naderen.
Bijvoorbeeld:
■De RCTA werkt wanneer:
De RCTA werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
●De RCTA is ingeschakeld.
●De selectiehendel staat in stand R.
●De rijsnelheid is lager dan ongeveer
15 km/h.
●De rijsnelheid van de naderende auto ligt
tussen ongeveer 8 km/h en 56 km/h.
RCTA
Naderende autoSnelheid
Afstand
waarschu- wing (bij
benadering)
Snel56 km/h40 m
Langzaam8 km/h (5 mph)5,5 m (18 ft.)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 286 Monday, September 6, 2021 11:13 AM