Page 361 of 618

359
6
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Accu controleren (auto's met
accu-indicator)
Controleer de toestand van de accu-
vloeistof met behulp van de conditie-
indicator aan de bovenzijde.
Rood en helder: vervanging is
noodzakelijk. Laat de accu nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Helder en rood: opladen is noodza-
kelijk. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Blauw en rood: goed
■Bijvullen van gedestilleerd water
1 Verwijder de vuldop.
2 Vul gedestilleerd water bij.
Als het vloeistofniveau vanaf de zijkant
moeilijk te zien is, controleer het niveau dan
door recht in de cel te kijken.
LAAG
In orde
3 Draai de vuldop na het bijvullen
weer goed vast.
■Voorzorgsmaatregelen voor het opladen
van de accu
Tijdens het opladen van de accu ontstaat het
licht ontvlambare en explosieve waterstof.
Houd u daarom voor het opladen aan de vol-
gende voorzorgsmaatregelen:
●Als de accu in de auto is gemonteerd,
moet voorafgaand aan het opladen de
massakabel worden losgenomen.
●Controleer of de acculader tijdens het aan-
sluiten en losnemen van de accuklemmen
is uitgeschakeld.
■Na het opladen/aansluiten van de accu
(auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
●Nadat de accu losgenomen is geweest, is
het wellicht niet meteen mogelijk om de
portieren met het Smart entry-systeem met
startknop te ontgrendelen. Gebruik in dat
geval de afstandsbediening of de mechani-
sche sleutel om de portieren te vergrende-
len of ontgrendelen.
●Start de auto met het contact in stand ACC.
De auto kan mogelijk niet worden gestart
als het contact UIT staat. De motor werkt
vanaf de tweede poging echter normaal.
●De stand van het contact wordt door de
auto opgeslagen. Als de accu weer wordt
aangesloten, keert het contact terug naar
de stand die was geselecteerd voordat de
accu werd losgenomen. Controleer of het
contact UIT is gezet voordat u de accu
losneemt. Wees extra voorzichtig als niet
bekend is wat de stand van het contact
was voordat de accu leeg raakte.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 359 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 362 of 618
360
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Neem, als het systeem na meerdere pogin-
gen nog niet start, contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Verwijderen van de accuhouder
(formaat accu LN1)
1 Verwijder de bout.
2 Maak de accu los van zijn plek terwijl u
de accuhouder naar voren trekt.
3 Trek de accuhouder naar voren, plaats
het uiteinde omhoog en verwijder hem.
■Verwijderen van de accuhouder
(formaat accu LN2)
1 Verwijder de bout.
2 Maak de accu los van zijn plek terwijl u
de accuhouder naar voren trekt.
3 Trek de accuhouder naar voren, plaats
het uiteinde omhoog en verwijder hem.
■Plaatsen van de accuhouder (formaat
accu LN1)
1 Plaats de accu op de accuplaat en druk
deze naar de achterzijde en binnenzijde
van de auto.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 360 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 363 of 618
361
6
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
2Plaats het uiteinde van de accuhouder
omhoog.
3 Laat de accuhouder zakken totdat deze
contact maakt met de accuplaat.
4 Trek de accuhouder naar voren en duw
hem op zijn plek op de accuplaat.
( Blz. 362)
5 Breng de accuhouder in lijn met het bout-
gat en draai de bout vast.
15,4 Nm (1,6 kgm, 11,4 ft•lbf)■Plaatsen van de accuhouder (formaat
accu LN2)
1 Plaats de accu op de accuplaat en druk
deze naar de achterzijde en binnenzijde
van de auto.
2 Plaats het uiteinde van de accuhouder
omhoog.
3 Laat de accuhouder zakken totdat deze
contact maakt met de accuplaat.
4 Trek de accuhouder naar voren en duw
hem op zijn plek op de accuplaat.
( Blz. 362)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 361 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 364 of 618

362
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
5 Breng de accuhouder in lijn met het bout-
gat en draai de bout vast.
15,4 Nm (1,6 kgm, 11,4 ft•lbf)
■Formaat accu
De opening voor het plaatsen van de
accuhouder verschilt afhankelijk van het for-
maat van de accu.
Plaats bij een accu van formaat LN1 de
accuhouder in opening en bij formaat
LN2 in opening .
Formaat accu LN1
Formaat accu LN2
WAARSCHUWING
■Chemicaliën in de accu
Accuzuur is giftig en bijtend en kan het
ontstaan van het licht ontvlambare en
explosieve waterstof veroorzaken. Neem
bij werkzaamheden bij of aan de accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht
om dodelijk of ernstig letsel te voorkomen:
●Veroorzaak geen vonken met gereed-
schap.
●Rook nooit en steek nooit een lucifer of
een aansteker aan bij de accu.
●Voorkom dat ogen, huid of kleren in
contact komen met de elektrolyt.
●Adem of slik nooit elektrolyt in.
●Gebruik een veiligheidsbril als u bij de
accu bezig bent.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Een veilige plaats voor het opladen
van de accu
Laad de accu altijd op in een open ruimte.
Laad de accu niet op in een garage of in
een afgesloten ruimte waar onvoldoende
ventilatie is.
■Noodmaatregelen met betrekking tot
elektrolyt
●Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met
water en schakel direct medische hulp
in. Blijf zo mogelijk water met een spons
of doek op de ogen deppen, terwijl u
naar een arts of het ziekenhuis gaat.
●Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water.
Als het pijn doet of brandt, roept u
meteen medische hulp in.
●Als er elektrolyt op uw kleding terecht-
komt
De elektrolyt kan via de kleding op uw
huid terechtkomen. Trek onmiddellijk de
kleding uit en volg, indien nodig, de pro-
cedure zoals hierboven beschreven.
●Als u per ongeluk elek trolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk.
Schakel zo snel m ogelijk medische hulp
in.
■Accukabels van de accu losnemen
Neem de negatieve (-) accupool niet los
van de carrosseriezijde. De losgenomen
negatieve (-) accupool kan in contact
komen met de positieve (+) accupool,
waardoor dodelijk of ernstig letsel als
gevolg van een kortsluiting kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij
draaiende motor. Controleer ook of alle
accessoires zijn uitgeschakeld.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 362 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 365 of 618

363
6
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Als het sproeierreservoir op 1/2 staat,
vul dan ruitensproeiervloeistof bij.
Controleer of de slijtage-indicatoren op
de banden te zien zijn. Controleer de
banden tevens op ongelijkmatige slij-
tage, zoals overmatige slijtage aan een
zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspan-
ning van het reservewiel ook als het
niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
Bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de
motor draait of nog niet is afgekoeld. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig
met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
Banden
Vervang of verwissel banden
afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 363 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 366 of 618

364
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt
aangegeven met de tekst TWI of de indicatie op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren
te zien zijn.
■Wanneer moeten banden worden ver-
vangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een
band.
●De banden beschadigingen vertonen,
zoals insnijdingen, scheuren of barsten die
zo diep zijn dat het binnenmateriaal zicht-
baar wordt en bulten die duiden op een
interne beschadiging
●Een band vaak leegloopt of niet goed kan
worden gerepareerd vanwege de grootte
of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als u er niet zeker van bent.
■Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten
altijd door gekwalificeerd werkplaatsperso-
neel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of
nauwelijks met de banden is gereden en de
banden niet beschadigd lijken te zijn.
■Als de profieldiepte van winterbanden
minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de
winterbanden verloren.
■Controle van de ventielen
Controleer bij het vervangen van de banden
de ventielen op vervorming, scheuren of
andere beschadigingen.
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van
de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voor-
zorgsmaatregelen kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rijei-
genschappen tot gevolg hebben, waar-
door een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel kan ontstaan.
●Gebruik geen banden van verschil-
lende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk
verschillende slijtagepatronen door
elkaar.
●Gebruik uitsluitend de door Toyota voor-
geschreven bandenmaat.
●Gebruik geen verschillende soorten
banden (radiaalbanden, gordelbanden
met diagonaalkarkas en diagonaalban-
den) door elkaar.
●Gebruik geen zomer-, all-season- en
winterbanden door elkaar.
●Gebruik nooit banden onder uw auto die
zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan
het verleden onbekend is, loopt u extra
risico.
OPMERKING
■Als tijdens het rijden in elke band een
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te
laag is, anders kunnen de banden en/of
velgen ernstig beschadigd raken.
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking
van de banden vermindert. Bovendien
kunnen de banden zelf en de velgen en
carrosserie beschadigd raken bij het rijden
over onverharde wegen.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 364 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 367 of 618

365
6
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in
de afbeelding.Vo o r
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer
elke 10.000 km van plaats te wisselen om
een gelijkmatig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te verkrijgen.
Vergeet bij het wisselen van voor- en achter-
banden met een verschillende bandenspan-
ning niet om na het wisselen het bandenspan-
ningswaarschuwingssyst eem te initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
Het bandenspanningswaarschuwings-
systeem van deze auto kent 2 verschil-
lende soorten waarschuwingen.
Wanneer “Adjust Pressure” (breng
banden op spanning) wordt weerge-
geven (normale waarschuwing)
Er wordt een waarschuwing gegeven mid-
dels het waarschuwingslampje lage banden-
spanning en een waarschuwingszoemer wanneer de bandenspanning mogelijk te
laag is als gevolg van het
natuurlijk weglek-
ken van lucht alsmede bij wijzigingen in de
bandenspanning overeenkomstig de buiten-
temperatuur. (Oplossingen: Blz. 411, 454)
Wanneer “Immediately Check tire
when Safe” (controleer de band
onmiddellijk wanneer dit veilig kan)
wordt weergegeven (noodwaarschu-
wing)
Er wordt een waarschuwing gegeven mid-
dels het waarschuwingslampje lage banden-
spanning en een waarschuwingszoemer
wanneer de bandenspanning plotseling te
laag is. (Oplossingen: Blz. 415, 426)
Het systeem kan echter mogelijk geen plot-
selinge klapband e.d. signaleren.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde ban-
denspanning kan op het 9 inch display
van het multimediasysteem of op het
multi-informatiedisplay worden weerge-
geven.
Multimediasysteem met 9 inch dis-
play
1 Druk op de toets HOME.
2 Selecteer “Vehicle” (voertuig) op het
beginscherm.
3 Als er een ander scherm dan “Tyre
pressure” (bandenspanning) wordt
weergegeven, selecteer dan “Tyre
pressure” (bandenspanning).
Wisselen van banden
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 365 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 368 of 618

366
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Multi-informatiedisplay
De eenheid kan worden gewijzigd.
■Wijzigen van de eenheid
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
De eenheid kan niet worden gewijzigd wan-
neer de auto rijdt.
2Zet het contact AAN.
3 Druk op / (7 inch display) of
/ (4,2 inch display) van de
bedieningstoets van het instrumen-
tenpaneel en selecteer .
4 Druk op / (7 inch display) of
/ (4,2 display) om “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
5 Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
6 Druk op / om “Setting Unit”
(eenheid instellen) te selecteren. 7
Druk op / om de gewenste
eenheid te selecteren en druk ver-
volgens op .
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Bandenspanning
●Nadat met de startknop stand AAN gese-
lecteerd is, kan het enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven. Het kan ook enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven nadat de banden op spanning zijn
gebracht.
●De bandenspanning verandert met de tem-
peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met
andere bandenspanningmeters worden
gemeten.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningsw aarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu-nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 366 Monday, September 6, 2021 11:13 AM