Page 137 of 618

135
3
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Wanneer de volgende keer de achterklep
wordt geopend, stopt deze in die positie.
■Uitschakeling van de aangepaste
geopende positie van de achterklep
Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
gedurende ongeveer 7 seconden ingedrukt.
Nadat de zoemer 4 maal heeft geklonken,
klinkt hij nog eens tweemaal. Wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep de volgende
keer wordt geopend, wordt de achterklep
geopend tot de oorspronkelijk ingestelde
positie.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De openingspositie kan worden ingesteld
met het multi-informatiedisplay. ( Blz. 134)
Prioriteit voor de stoppositie kan worden
gegeven aan de laatst ingestelde positie door
middel van hetzij de scha kelaar elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep het-
zij via het multi-informatiedisplay.
*: Indien aanwezig
■Plaats van antenne
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne buiten de bagageruimte
Smart entr y-systeem met
startknop*
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, bij-
voorbeeld in uw zak. De bestuur-
der moet de elektronische sleutel
altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ( Blz. 118)
Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep ( Blz. 124)
Starten van de motor ( Blz. 173)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 135 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 138 of 618

136
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de portiergrepen van de
voorportieren of de achterklep bevindt.
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van in en buiten de auto
hoorbare zoemers en waarschuwingsmeldin-
gen op het multi-informatiedisplay zorgen
ervoor dat diefstal van de auto en ongelukken
door een onjuiste bediening worden voorko-
men. Neem de juiste maatregelen op basis
van de weergegeven melding. ( Blz. 413)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●De buiten de auto hoorbare zoemer klinkt
eenmaal gedurende 5 seconden
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leeg raken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 2 minuten of langer binnen een
afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet is
gebruikt, kunnen de portieren alleen via
het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van het
bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de bat-
terij van de elektronische sleutel
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.Sluit alle portie-
ren en vergren-
del ze opnieuw.
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier geo-
pend was (of het bestuur-
dersportier werd geopend
terwijl het contact in stand
ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurders-
portier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier
geopend was.Sluit het
bestuurders-
portier.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 136 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 139 of 618

137
3
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen: Blz. 438)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of elektromag-
netische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiem iddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de voorportiergrepen en activeer de
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( Blz. 438)
Raadpleeg Blz. 439 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-systeem
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgen de gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel ligt op het dash- board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 137 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 140 of 618

138
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zi ch in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dat geval de correctieproce-
dure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 136)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de ontgrendelsen-
sor van het portier aan en controleer of de
portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
( Blz. 457)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( Blz. 136)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 138 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 141 of 618

139
3
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellic ht niet juist functio-
neert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of
de functie die voorkomt dat de portieren per
ongeluk worden vergrendeld, werkt wellicht
niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Blz. 438
●Starten van de motor: Blz. 439
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 457)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( Blz. 118, 438)
●Starten van de motor en wijzigen van de
standen van het contact: Blz. 439
●Uitzetten van de motor: Blz. 175
■Verklaring voor het Smart entry-sys-
teem met startknop
Blz. 543
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische appa-
ratuur
●Mensen met geïmplanteerde pacema-
kers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten vol-
doende afstand bewaren tot de anten-
nes van het Smart entry-systeem met
startknop. ( Blz. 135)
Radiogolven kunnen de werking van
dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie wor-
den uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de frequen-
tie van de radiogolven en de momenten
waarop deze worden uitgezonden, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Raadpleeg vervol-
gens uw arts om na te gaan of de
instapfunctie moet worden uitgescha-
keld.
●Gebruikers van el ektrische medische
apparatuur anders dan geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers en
geïmplanteerde hartdefibrillatoren moe-
ten contact opnemen met de fabrikant
van deze producten om te informeren of
radiosignalen invloed uitoefenen op de
werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effec-
ten hebben op de werking van derge-
lijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor meer informa-
tie over het uitschakelen van de instap-
functie.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 139 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 142 of 618

140
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
3-3.Verstellen van de stoelen
Hendel stoelpositieverstelling
Hendel rugleuningverstelling
Hendel hoogteverstelling (indien
aanwezig)
Schakelaar lendensteun (indien
aanwezig)
Voorstoelen
Procedure voor het verstellen
WAARSCHUWING
■Wanneer de positie van de stoel
wordt versteld
●Let er bij het verstellen van de positie
van de stoel op dat de stoel de overige
inzittenden van de auto niet raakt, omdat
deze hierdoor wellicht letsel zouden
kunnen oplopen.
●Houd uw handen niet onder de stoel of
in de buurt van bewegende onderdelen
om letsel te voorkomen.
Uw vingers of handen zouden bekneld
kunnen raken in het stoelmechanisme.
●Zorg ervoor voor dat er voldoende
ruimte overblijft voor de voeten, zodat
ze niet vast komen te zitten.
■Stoelverstelling
●Let erop dat de stoel geen passagiers of
bagage raakt.
●Om te voorkomen dat u bij een aanrij-
ding onder de veiligheidsgordel door-
schuift, is het raadzaam de leuning niet
verder achterover te zetten dan strikt
noodzakelijk is.
Als de rugleuning te ver achterover
staat, kan bij een ongeval het heupge-
deelte over uw heupen heen schuiven,
waardoor er te veel kracht op uw buik
wordt uitgeoefend, of kan het schouder-
gedeelte van de gordel in contact
komen met uw nek, waardoor dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens
het rijden, aangezien de stoel dan
onverwachts kan bewegen. Hierdoor
kan de bestuurder de controle over de
auto verliezen.
●Controleer na het verstellen of de stoel
goed is vergrendeld.
OPMERKING
■Wanneer een voorstoel wordt versteld
Let er bij het verstellen van een voorstoel
op dat de hoofdsteun de hemelbekleding
niet raakt. Anders kunnen de hoofdsteun
en de hemelbekleding beschadigd raken.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 140 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 143 of 618

141
3
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
■Rugleuningen achter neerklappen
1 Schuif de voorstoelen naar voren.
(Blz. 140)
2 Berg de middelste gordelsluiting
achter op.
3 Zet de hoofdsteunen in de laagste
stand. ( Blz. 144)
4 Trek de ontgrendelingshendel van
de rugleuning naar u toe en klap de
rugleuning neer.
De delen van de rugleuning kunnen afzon-
derlijk worden neergeklapt.
■De rugleuningen achter terugzet-
ten in de oorspronkelijke positie
Klap de rugleuning achter omhoog tot
deze vergrendelt.
Controleer of de veiligheidsgordels niet
gedraaid zijn of vastzitten in de rugleuning.
■Neerklappen middelste rugleuning
(middelste zitplaats achter met beker-
houder)
Trek aan de ontgrendellus achterop de rug-
leuning en klap de rugleuning neer. Lange
voorwerpen in de bagageruimte kunnen voor
het gemak op de neergeklapte rugleuning
worden geladen. Om de rugleuning terug te
zetten in de oorspronkelijke positie tilt u de
rugleuning op tot deze vastklikt.
Achterstoelen
De rugleuningen van de
achterstoelen kunnen worden
neergeklapt.
De rugleuningen achter neer-
klappen en weer terugzetten in
de oorspronkelijke positie
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 141 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 144 of 618

142
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of ern-
stig letsel tot gevolg hebben.
■Bij het neerklappen van de rugleunin-
gen van de achterstoelen
●Klap de rugleuningen niet neer tijdens
het rijden.
●Breng de auto op een vlakke onder-
grond tot stilstand, activeer de parkeer-
rem en zet de selectiehendel in stand P
(Multidrive CVT) of N (handgeschakelde
transmissie).
●Laat geen personen op de neergeklapte
rugleuning of in de bagageruimte zitten
tijdens het rijden.
●Laat kinderen niet in de bagageruimte
komen.
●Laat niemand op de middelste achter-
stoel zitten als de achterstoel rechts is
neergeklapt, omdat de gordelsluiting
van de middelste achterstoel dan onder
de neergeklapte rugleuning zit en niet
kan worden gebruikt.
●Zorg ervoor dat uw hand niet klem komt
te zitten bij het neerklappen van de rug-
leuningen van de achterstoelen.
●Verplaats de voorstoelen alvorens de
rugleuningen van de achterstoelen neer
te klappen, zodat de voorstoelen niet in
de weg zitten.
■Nadat de rugleuning van de achter-
stoel rechtop is gezet
●Controleer of de rugleuning goed ver-
grendeld is door de rugleuning voorzich-
tig naar voren en naar achteren te
drukken.
Als de rugleuning niet goed vergrendeld is,
is de rode markering zichtbaar op de ont-
grendelingshendel van de rugleuningver-
stelling. Zorg dat de rode markering niet
zichtbaar is.
●Controleer of de veiligheidsgordels niet
gedraaid zijn of vastzitten in de rugleu-
ning.
Als de veiligheidsgordel klem zit tussen de
haak en de grendel van de rugleuningver-
grendeling, kan de gordel beschadigd
raken.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 142 Monday, September 6, 2021 11:13 AM