Page 265 of 618
263
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Wordt weergegeven wanneer een ver-keersbord wordt herkend maar de infor-
matie over de snelheidslimiet voor de weg
niet beschikbaar is in het navigatiesys-
teem met 7 inch/8 inch display.
Verkeersborden inhaalverbod
Andere verkeersborden
*: Voor auto's met navigatiesysteem met
7 inch/8 inch display
Maximaal toegestane snelheid met
aanvullend teken
*1
*1: Gelijktijdig met snelheidslimiet weergege-
ven
*2: Inhoud niet herkend.
*3: Als de richtingaanwij zers bij het wisselen
van rijstrook niet worden bediend, wordt
het teken niet weergegeven.
Begin bebouwde kom
Einde bebouwde kom
Begin erf
Einde erf
Begin inhaalverbod
Einde inhaalverbod
Verboden in te rijden
*
Einde verboden
Stop
Nat
Regen
IJs
Aanvullend teken
aanwezig
*2
Afrit rechts*3
Afrit links*3
Tijd
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page
263 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 266 of 618

264
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In de volgende situaties waarschuwt
het RSA-systeem de bestuurder.
Wanneer de rijsnelheid de drempel-
waarde voor de snelheidswaarschu-
wing van het weergegeven verkeers-
bord met de maximaal toegestane
snelheid overschrijdt, wordt het ver-
keersbord duidelijker zichtbaar
gemaakt en klinkt er een zoemer.
Als het RSA-systeem een verkeers-
bord voor verboden in te rijden her-
kent en signaleert dat de bestuurder
het inrijverbod negeert op basis van
de kaartinformatie van het navigatie-
systeem, knippert het verkeersbord
voor verboden in te rijden en klinkt er
een zoemer. (Voor auto's met naviga-
tiesysteem met 7 inch/8 inch display)
Als wordt gesignaleerd dat uw auto
een ander voertuig inhaalt terwijl er
een verkeersbord voor een inhaal-
verbod wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, gaat het ver-
keersbord knipperen en klinkt er een
zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de ver-
keerssituatie (richting en snelheid van
het verkeer en hoeveelheid verkeer)
mogelijk niet goed gesignaleerd en
werkt de waarschuwingsfunctie moge-
lijk niet goed.
■Instellen
1 Druk op / (4,2 inch display) of
/ (7 inch display) van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer .
2 Druk op / (4,2 inch display) of
/ (7 inch display) van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer en druk op .
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
●Er wordt over een bepaalde afstand geen
verkeersbord herkend.
●De weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt of niet goed
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet
normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op
de voorruit in de buurt van de camera voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat
scheef of is krom.
●Het elektronische verkeersbord heeft wei-
nig contrast.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
Waarschuwingsfunctie
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 264 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 267 of 618

265
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Het verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Wanneer een verkeersbord niet van toe-
passing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, maar dit bord
wel direct na een vertakking van de snel-
weg staat of bij een aangrenzende rijstrook
net voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de
voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt
op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
snelheidslimiet voor parallelwegen gesig-
naleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de camera voor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de
camera voor staan) terwijl de auto op de
rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog of
omlaag door de belading van de auto.
●De helderheid van het omgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor vrachtwa-
gens, enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gereden
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem met 7 inch/8 inch display zijn verou-
derd.
●Het navigatiesysteem met 7 inch/8 inch
display werkt niet.
●De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die wordt
weergegeven op het navigatiesysteem met
7 inch/8 inch display als gevolg van de
gebruikte kaartgegevens van het naviga-
tiesysteem met 7 inch/8 inch display.
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het multi-
informatiedisplay werd weergegeven, wordt
datzelfde verkeersbord weer weergegeven
wanneer het contact AAN wordt gezet.
■Als “RSA Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in RSA. Ga naar uw dealer)
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Systemen met
mogelijkheden voor pers oonlijke voorkeursin-
stellingen: Blz. 457)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 265 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 268 of 618

266
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Uitzetten van de motor
1 Trap het koppelingspedaal geheel
in en trap het rempedaal in om de
auto tot stilstand te brengen.
2Zet de selectiehendel in de neu-
traalstand en laat het koppelingspe-
daal los. De motor wordt automa-
tisch uitgezet.
Wanneer de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, gaat het controlelampje
van het Stop & Start-systeem branden.
■Opnieuw starten van de motor
Trap, terwijl de selectiehendel in de neu-
traalstand staat, het koppelingspedaal
in. De motor wordt automatisch weer
gestart.
Als de motor start, gaat het controlelampje
van het Stop & Start-systeem uit.
Druk op de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen.
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat branden.
Als nogmaals op de toets wordt gedrukt,
wordt het Stop & Start-systeem weer inge-
schakeld en gaat het controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-systeem uit.
■Automatisch inschakelen van het
Stop & Start-systeem
Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld
met de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem, zal het systeem automatisch weer
worden ingeschakeld als de motor weer
wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
■Punten bij het gebruik
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de startknop wordt inge-
drukt, kan de motor niet worden herstart
door de automatische motorstartfunctie.
Start in dat geval de motor volgens de nor-
male startprocedure. ( Blz. 172, 173)
Stop & Start-systeem*
Het Stop & Start-systeem schakelt
de motor uit en start deze weer
overeenkomstig de bediening van
het koppelingspedaal of de selec-
tiehendel als de auto tot stilstand
wordt gebracht, bijvoorbeeld bij
een verkeerslicht of kruispunt, om
het brandstofverbruik te verlagen
en geluid en vervuiling door een
stationair draaiende motor te
voorkomen.
Werking Stop & Start-systeem
Uitschakelen van het
Stop & Start-systeem
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 266 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 269 of 618

267
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer de motor wordt herstart door het
Stop & Start-systeem, zijn de accessoire-
aansluitingen mogelijk tijdelijk niet bruik-
baar. Dit duidt echter niet op een storing.
●Het plaatsen en verwijderen van elektri-
sche onderdelen en draadloze apparaten
is mogelijk van invloed op het Stop & Start-
systeem. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Zet het contact UIT en zet de motor volle-
dig uit wanneer de auto voor langere tijd
wordt stilgezet.
■Voorwaarden voor werking
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Er is gedurende een bepaalde tijd met de auto gereden.
• Het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt.
• De selectiehendel staat in stand N.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld. (auto's zonder handmatig bediende aircon-
ditioning)
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De motorkap is gesloten. ( Blz. 267)
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk niet uitgeschakeld door
het Stop & Start-syste em. Dit wijst niet op
een storing van het Stop & Start-systeem.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als de accu periodiek wordt opgeladen.
• Als de accu niet voldoende is opgeladen, bijvoorbeeld als de auto gedurende lange
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoestand
is afgenomen, als de elektrische belasting
hoog is, als de temperatuur van de accu-
vloeistof extreem laag is of als de accu ver-
ouderd is.
• Als het vacuüm van de rembekrachtiger te laag is.
• Als de verstreken tijd sinds het starten van de motor kort is.
• Als de auto frequent tot stilstand wordt gebracht, bijvoorbeeld in een file.
• Als de temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof extreem laag
of hoog is.
• Als het stuurwiel wordt bediend.
• Als de auto op grote hoogte rijdt. • Als de temperatuur van de accuvloeistof
extreem laag of hoog is.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgeno- men en weer aangesloten.
●De motor wordt automatisch herstart wan-
neer deze is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem als aan een van de vol-
gende voorwaarden voldaan is:
(Rijd met de auto om ervoor te zorgen dat de
motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld. (auto's zonder handmatig bediende aircon-
ditioning)
??De voorruitverwarming wordt ingescha- keld. (auto's zonder handmatig bediende
airconditioning)
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De uitschakeltoets van het Stop & Start- systeem wordt ingedrukt.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• De auto begint te rollen op een helling.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem: (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Start-systeem wordt uitge-
schakeld.)
• Als het rempedaal pompend of diep wordt ingetrapt.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als een schakelaar van het airconditio- ningsysteem wordt bediend (schakelaar
achterruitverwarming, enz.).
• Als de accu bijna leeg is.
■Als de motorkap wordt geopend
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de motorkap wordt geo-
pend, slaat de motor af en kan de motor
niet worden gestart door de automatische
motorstartfunctie. Start in dat geval de
motor volgens de normale startprocedure.
( Blz. 172, 173)
●Als de motorkap wordt gesloten nadat de
motor is gestart terwijl de motorkap was
geopend, werkt het Stop & Start-systeem
niet. Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 267 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 270 of 618

268
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Airconditioning terwijl de motor door
het Stop & Start-systeem is uitgescha-
keld
Auto's met een automatische airconditioning:
Als de airconditioning in de automatische
modus staat en de motor is uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem, kan de venti-
lator met een lage snelheid gaan draaien om
te voorkomen dat de temperatuur in het inte-
rieur hoger of lager wordt, of kan hij worden
uitgeschakeld.
Schakel het Stop & Start-systeem uit door de
uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem
in te drukken om de prestaties van de aircon-
ditioning voorrang te geven als de auto stil-
staat.
●Als de voorruit beslagen is
Schakel de voorruitverwarming in.
( Blz. 313, 318)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem om
het Stop & Start-systeem uit te schakelen.
●Als het airconditioningsysteem een onaan-
gename geur verspreidt
• Auto's met een handmatig bediende air- conditioning
Als de tijd voor uitschakeling bij stilstand is
ingesteld op “Extended” (verlengd), wijzig de
instelling dan in “Standard” (standaard). Als
er een onaangename geur verspreid wordt
terwijl de tijd voor uitschakeling bij stilstand is
ingesteld op “Standard” (standaard), druk dan
op de uitschakeltoets voor het Stop & Start-
systeem om het Stop & Start-systeem te
deactiveren.
• Auto's met automatische airconditioning
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
uit te schakelen.
■Wijzigen van de tijd voor uitschakeling
bij stilstand bij ingeschakelde aircondi-
tioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioni ng is ingeschakeld,
kan via van het multi-informatiedisplay
( Blz. 98, 104) worden gewijzigd. (De wer-
kingsduur van het Stop & Start-systeem als
de airconditioning is ui tgeschakeld, kan niet
worden gewijzigd.)
■Weergeven van de status van het Stop
& Start-systeem
Blz. 99, 105
■Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en een
melding worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem “Non-Dedicated Battery” (niet-specifieke
batterij)
• Er is een accu geplaatst die niet is ontwor- pen voor gebruik met een Stop & Start-sys-
teem.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Battery Charging” (accu aan het opladen)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan het
laden van de accu. Nadat de motor gedu-
rende een bepaalde periode heeft gedraaid,
wordt het systeem weer geactiveerd.
• Mogelijk wordt een onderhoudslaadproce- dure uitgevoerd
Wanneer de onderhoudslaadprocedure
van maximaal een uur is voltooid, kan het
systeem worden bediend.
• Indien continu weergegeven gedurende een langere tijd (meer dan een uur)
De accu kan verouderd zijn. Neem voor
meer informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 268 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 271 of 618

269
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
“Stop & Start System Unavailable” (Stop
& Start-systeem niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uitge- schakeld.
Laat de motor gedurende enige tijd draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
“Preparing to Operate” (in voorbereiding)
• De auto rijdt op grote hoogte.
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
Het systeem treedt in werking wanneer het
verschil tussen de ingestelde temperatuur en
de temperatuur in het interieur te klein wordt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
●Wanneer de motor automatisch wordt her-
start terwijl hij was uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt ingeschakeld of gebruikt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
“Battery Charging” (accu aan het opladen)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Nadat de
motor gedurende een bepaalde periode heeft
gedraaid, wordt het systeem weer geactiveerd.
●Wanneer de motor niet weer kan worden
gestart door het Stop & Start-systeem
“Shift to N and depress clutch” (schakel naar
N en trap koppeling in)
Terwijl de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, wordt de selectiehen-
del in een andere stand dan de neutraalstand
gezet zonder dat het koppelingspedaal is
ingetrapt.
■Beveiligingsfunctie van het Stop & Start-
systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseli ng uitgeschakeld om
het stroomverbruik te beperken. Stel het
volume van het audiosysteem op een
gematigd niveau in om te voorkomen dat
het audiosysteem wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha-
keld, het contact UIT, wacht gedurende ten
minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het
audiosysteem weer in te schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
Blz. 442
■Als het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Stop & Start System Malfunction
Visit Your Dealer” (storing Stop & Start-
systeem, ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 269 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
Page 272 of 618

270
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is inge-
schakeld
Zorg ervoor dat het Stop & Start-systeem
uitgeschakeld is als de auto zich in een
slecht geventileerde ruimte bevindt.
Anders kan de motor onverwacht worden
gestart, waardoor er uitlaatgassen in de
auto terecht kunnen komen die tot de dood
kan leiden of zeer schadelijk kunnen zijn
voor de gezondheid.
●Verlaat de auto niet als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem
(zolang het controlelampje van het Stop
& Start-systeem brandt). Anders kan
door de automatische motorstartfunctie
een ongeval ontstaan.
●Trap het rempedaal in en activeer indien
nodig de parkeerrem als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem
(het controlelampje van het Stop &
Start-systeem brandt).
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop &
Start-systeem mogelijk niet goed. Laat uw
auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Het waarschuwingslampje van de veilig-
heidsgordel van de bestuurder en voor-
passagier knippert, terwijl de veilig-
heidsgordel van de bestuurder is vast-
gemaakt.
●Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van
de bestuurder niet is vastgemaakt, gaat
het waarschuwingslampje van de veilig-
heidsgordel van de bestuurder en voor-
passagier niet branden.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier is
gesloten, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep branden
of gaat de interieurverlichting branden
wanneer de schakelaar van de interieur-
verlichting in de stand DOOR staat.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier is
geopend, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep niet
branden of gaat de interieurverlichting
niet branden wanneer de schakelaar
van de interieurverlichting de schake-
laar van de interieurverlichting in de
stand DOOR staat.
■Als de motor afslaat
Als de werking van het Stop & Start-sys-
teem is toegestaan en het koppelingspe-
daal snel wordt ingetrapt, kan de motor
herstart worden.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 270 Monday, September 6, 2021 11:13 AM