Page 49 of 276

47
Ergonomie en comfort
3Juiste zitpositie
Stel alvorens te gaan rijden en om optimaal te
profiteren van de ergonomische lay-out van
de instrumenten en bedieningselementen de
zitpositie in de volgende volgorde af:
–
de hoogte van de hoofdsteun,
–
de hoek van de rugleuning,
–
de hoogte van de zitting van de stoel,
–
de positie in lengterichting van de stoel,
–
de hoogte en diepte van het stuurwiel,
–
de binnenspiegel en buitenspiegels.
Controleer vervolgens of u vanuit uw
zitpositie een goed zicht hebt op het
instrumentenpaneel.
Voorstoelen
Waarschuwing bij
het verstellen van de
voorstoelen
Stel om veiligheidsredenen de stoelen
alleen af als de auto stilstaat.
Zorg er bij het verstellen van de stoel
naar achteren voor dat het schuiven van
de stoel niet wordt verhinderd door personen
of voorwerpen.
Er is een risico op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de stoel
als grote voorwerpen op de vloer achter de
stoel zijn geplaatst.
Hoofdsteunen vóór
Hoogteverstelling
De hoofdsteun is correct geplaatst als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter
hoogte van de bovenzijde van het hoofd
bevindt.
Model met verstelling in twee richtingen
Omhoog:
► trek de hoofdsteun omhoog tot de gewenste
hoogte; een klik geeft aan dat de hoofdsteun is
vergrendeld.
Omlaag:
►
druk de blokkeerpal A
in en duw de
hoofdsteun omlaag tot de gewenste hoogte.
Model met verstelling in vier richtingen
Omhoog:
► trek de hoofdsteun omhoog tot de gewenste
hoogte; een klik geeft aan dat de hoofdsteun is
vergrendeld.
Page 50 of 276

48
Ergonomie en comfort
► Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag
tot de gewenste stand is bereikt.
Elektrisch verstelbare
stoelen
Voer deze verstellingen alleen bij
draaiende motor uit om te voorkomen dat
de accu leeg raakt.
Verstelling in lengterichting
► Duw de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel in lengterichting te
verplaatsen tot de gewenste positie is verkregen.
Verstellen van de rugleuning
► Duw de schakelaar naar voren of naar
achteren.
Omlaag:
► houd knop B
ingedrukt en duw de hoofdsteun
omlaag tot de gewenste hoogte.
Hoek verstellen
Model met “vierweg-verstelling”
► houd knop B ingedrukt en duw het onderste
deel van de hoofdsteun vooruit of achteruit.
Een hoofdsteun verwijderen
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot tegen de
aanslag.
► druk vervolgens de pal(len) A (afhankelijk
van de uitvoering) in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en beweeg hem helemaal omhoog.
►
Berg de hoofdsteun veilig op.
Een hoofdsteun aanbrengen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de desbetreffende rugleuning.
►
Duw de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
►
Druk de pal(len) A
in (afhankelijk van de
uitvoering) om de hoofdsteun te ontgrendelen en
duw de hoofdsteun omlaag.
►
Stel de hoogte van de hoofdsteun af.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. Deze moeten zijn
aangebracht en correct zijn afgesteld voor de
desbetreffende inzittende.
Handmatig verstelbare
stoelen
Lengterichting
► Beweeg de stang omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren. ►
Laat de stang los om de stoel in de
betreffende positie te vergrendelen.
Hoek rugleuning
► Draai de knop naar voren of naar achteren.
Lendensteun
(alleen bestuurder)
► Draai de knop naar voren of naar achteren
om de lendensteun in de gewenste stand te
zetten.
Hoogte
Page 51 of 276

49
Ergonomie en comfort
3► Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag
tot de gewenste stand is bereikt.
Elektrisch verstelbare
stoelen
Voer deze verstellingen alleen bij
draaiende motor uit om te voorkomen dat
de accu leeg raakt.
Verstelling in lengterichting
► Duw de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel in lengterichting te
verplaatsen tot de gewenste positie is verkregen.
Verstellen van de rugleuning
► Duw de schakelaar naar voren of naar
achteren.
Elektrisch verstelbare lendensteun
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel
in diepte als in hoogte worden ingesteld.
► Houd het voorste of het achterste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt om
de mate van steun voor de lendenen te
vergroten of te verkleinen.
►
Houd het bovenste of onderste gedeelte
van de knop ingedrukt om de lendensteun te
verhogen of te verlagen.
Hoogte en hoek van de zitting
► Duw de achterzijde van de schakelaar
omhoog of omlaag om de gewenste hoogte te
verkrijgen.
►
Duw de voorzijde van de schakelaar omhoog
of omlaag om de gewenste hoek van de zitting
te verkrijgen.
Comfortfuncties
Zitposities opslaan
Deze functie, die is gekoppeld aan de
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel, biedt
de mogelijkheid om twee standen van de
bestuurdersstoel in het geheugen op te slaan.
Dit vergemakkelijkt het instellen van de stoel als
de auto regelmatig door een andere bestuurder
wordt gebruikt.
Het slaat de elektrisch afgestelde posities van de
stoel en de buitenspiegels op.
Met de toetsen M / 1 / 2
► Stap in de auto en zet het contact aan.
►
Zet uw stoel en de buitenspiegels in de
gewenste stand.
►
Druk op toets
M en vervolgens binnen 4
seconden op toets 1 of 2.
Het opslaan wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Page 52 of 276

50
Ergonomie en comfort
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld
aan het einde van de cyclus; het controlelampje
van de toets gaat uit.
Stuurwielverstelling
► Zorg dat de auto stilstaat en trek aan de
hendel A om het verstelmechanisme van het
stuurwiel te ontgrendelen.
► Verstel het stuurwiel in hoogte en diepte voor
een optimale zithouding.
► Duw tegen de hendel A om het
verstelmechanisme van het stuurwiel te
vergrendelen.
Deze afstellingen mogen om
veiligheidsredenen alleen worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
Oproepen van een opgeslagen zitpositie
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de
stoel niet gehinderd wordt door
voorwerpen of personen.
Contact aan of draaiende motor
►
Druk op toets
1 of 2 om de betreffende
zitpositie op te roepen.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de
stoelpositie volledig is aangepast.
U kunt de beweging onderbreken door op de
toets M, 1 of 2 te drukken of door één van de
schakelaars van de stoelverstelling te bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het
rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is
tot ongeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact mogelijk.
Stoelverwarming
De functie werkt alleen als de motor draait.
► Druk op de toets voor uw stoel.
► Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de
stand van de verwarming; het bijbehorende
aantal controlelampjes gaat branden.
►
U kunt de verwarming uitschakelen door op
de toets te drukken totdat alle controlelampjes
uit zijn.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij
het uitzetten van het contact.
Gebruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Verlaag de verwarmingsstand zo snel
mogelijk.
Als de stoel en het interieur een prettige
temperatuur hebben bereikt, schakel de
functie uit; als het stroomverbruik daalt, daalt
ook het energieverbruik.
Langdurig gebruik van de
stoelverwarming wordt afgeraden voor
personen met een gevoelige huid.
Personen die warmte niet goed kunnen
voelen door bijvoorbeeld ziekte of medicijnen,
kunnen brandwonden krijgen.
Voorkom als volgt schade aan het
verwarmingselement en kortsluiting:
–
Plaats geen zware voorwerpen op de stoel.
–
Ga niet op uw knieën op de stoel zitten of
op de stoel staan.
–
Mors geen vloeistoffen op de stoel.
–
Gebruik de stoelverwarming nooit als de
stoel vochtig is.
Meerkeuzemassagefunctie
Systeem waarbij kan worden gekozen uit
verschillende massagesoorten en waarbij
de intensiteit van de massage kan worden
ingesteld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en in de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem.
Via het touchscreen kunnen de instellingen van
de massagefunctie worden aangepast.
De functie kan worden geactiveerd met de toets
op de voorstoel.
► Druk op deze toets. Het
controlelampje gaat branden.
De functie wordt onmiddellijk geactiveerd
waarbij de laatst opgeslagen instellingen worden
gebruikt. Bovendien wordt de pagina voor het
wijzigen van de instellingen geopend op het
touchscreen.
Als de instellingen naar uw zin zijn, hoeft u niets
te doen en zal deze pagina automatisch weer
sluiten.
De instellingen wijzigen:
►
Selecteer een andere soort massage; u hebt
de keuze uit vijf mogelijkheden.
►
Selecteer een massage-intensiteit uit de drie
verschillende niveaus: " 1
" (Zacht), "2" (Normaal)
of "3" (Hard).
De wijzigingen worden direct toegepast.
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt er een
massagecyclus van één uur gestart, bestaande
uit sessies van 6 minuten massage en 4 minuten
pauze.
Page 53 of 276

51
Ergonomie en comfort
3Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld
aan het einde van de cyclus; het controlelampje
van de toets gaat uit.
Stuurwielverstelling
► Zorg dat de auto stilstaat en trek aan de
hendel A
om het verstelmechanisme van het
stuurwiel te ontgrendelen.
►
V
erstel het stuurwiel in hoogte en diepte voor
een optimale zithouding.
►
Duw tegen de hendel A
om het
verstelmechanisme van het stuurwiel te
vergrendelen.
Deze afstellingen mogen om
veiligheidsredenen alleen worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
Spiegels
Buitenspiegels
Ontwasemen/Ontdooien
Als de auto is voorzien van spiegelverwarming, kunt u deze
inschakelen door op de toets van de
achterruitverwarming te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de achterruitverwarming .
Afstellen
► Beweeg schakelaar A naar rechts of links om
de juiste buitenspiegel te selecteren.
►
Duw schakelaar B
in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen.
►
Zet schakelaar
A weer in de middenstand.
Stel de buitenspiegels om
veiligheidsredenen zo af dat de dode
hoek zo klein mogelijk is.
De objecten die u in de spiegel ziet zijn
dichterbij dan ze lijken. Houd hiermee
rekening om de afstand ten opzichte van
achteropkomend verkeer goed in te schatten.
Handmatig inklappen
De spiegels kunnen handmatig worden ingeklapt
(parkeren, smalle garage, enz.).
►
Kantel de spiegel richting de auto.
Elektrisch inklappen
Afhankelijk van de uitrusting kunnen de spiegels
elektrisch worden ingeklapt als de auto wordt
geparkeerd.
► Zorg dat het contact is
aangezet en zet schakelaar A
vanuit de auto in de middelste
stand.
►
Beweeg schakelaar A
naar
achteren.
►
V
ergrendel de auto van buitenaf.
Elektrisch uitklappen
► Van buitenaf: ontgrendel de auto.
► V an binnenuit: zet met aangezet contact
schakelaar A
in de middelste stand en beweeg
deze daarna naar achteren.
Page 54 of 276

52
Ergonomie en comfort
Hoofdsteunen achter
Er zijn twee standen:
– de hoge stand (gebruiksstand):
► beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
– de lage stand (opgeborgen stand), als de
zitplaats onbezet is: ► druk de pallen A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en duw de hoofdsteun omlaag.
De hoofdsteunen achter kunnen worden
verwijderd.
Verwijderen van een hoofdsteun:
► beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
► druk vervolgens de pallen A in om de
hoofdsteun te ontgrendelen en beweeg hem
helemaal omhoog,
► berg de hoofdsteun op.
Terugplaatsen van een hoofdsteun:
► steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de desbetreffende rugleuning,
► duw de hoofdsteun omlaag tot aan de
aanslag,
► druk de pallen A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en duw de hoofdsteun omlaag.
De functie voor het automatisch in- en
uitklappen van de buitenspiegels met de
afstandsbediening kan via het menu
Rijverlichting
/ Auto
van het touchscreen
worden ingesteld.
Automatisch kantelen van buitenspiegels bij achteruitrijden
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de spiegels
met deze functie automatisch omlaag worden
gekanteld, om achteruit parkeren gemakkelijker
te maken.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait, wordt het spiegelglas van
de spiegels naar de grond gericht.
Ze keren terug naar de oorspronkelijke stand:
–
Enkele seconden nadat er uit de
achteruitversnelling is geschakeld.
–
W
anneer er sneller dan 10 km/h wordt
gereden.
–
Als de motor wordt afgezet.
De functie wordt ingesteld in het menu
Rijverlichting/Auto op het touchscreen.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder hinder
ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de
koplampen van achteropkomend verkeer.
Handbediend model
Instellingen
►
Stel de spiegel af als deze in de dagstand
staat.
Dag-/nachtstand
► Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
►
Duw het hendeltje naar voren om de spiegel
terug te zetten in de dagstand.
Automatische "elektrochroom" modellen
Het elektrochroomsysteem gebruikt een sensor
voor het detecteren van het niveau van het
buitenlicht en van het licht dat van achteren
op de spiegel valt, zodat er automatisch en
geleidelijk tussen dag- en nachtstand kan
worden geschakeld.
Voor optimaal zicht bij het manoeuvreren
wordt het spiegelglas automatisch
helderder als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Het systeem wordt uitgeschakeld als de
lading in de bagageruimte hoger dan de
bagageafdekking is of als er voorwerpen op
de bagageafdekking zijn geplaatst.
Achterbank
De drie stoelen van de tweede zitrij zijn
onafhankelijk en hebben dezelfde breedte.
De rugleuning van deze stoelen kan worden
neergeklapt om de bagageruimte aan te passen.
Page 55 of 276

53
Ergonomie en comfort
3Hoofdsteunen achter
Er zijn twee standen:
– de hoge stand (gebruiksstand):
►
beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
–
de lage stand (opgeborgen stand), als de
zitplaats onbezet is: ►
druk de pallen A
in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en duw de hoofdsteun omlaag.
De hoofdsteunen achter kunnen worden
verwijderd.
Verwijderen van een hoofdsteun:
►
beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
►
druk vervolgens de pallen A
in om de
hoofdsteun te ontgrendelen en beweeg hem
helemaal omhoog,
►
berg de hoofdsteun op.
T
erugplaatsen van een hoofdsteun:
►
steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de desbetreffende rugleuning,
►
duw de hoofdsteun omlaag tot aan de
aanslag,
►
druk de pallen A
in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en duw de hoofdsteun omlaag.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.
In lengterichting verstellen
Het neerklappen en rechtop zetten van
de stoelen mag uitsluitend worden
uitgevoerd bij stilstaande auto.
Elke stoel kan afzonderlijk worden versteld.
► Trek de beugel omhoog en schuif de stoel in
de gewenste stand.
Nadat de rugleuning is neergeklapt, kan
de stoel niet meer worden verschoven.
Rugleuninghoek
Er zijn meerdere standen beschikbaar.
► Beweeg de stoel naar voren.
► T rek de riem naar voren en zet vervolgens de
rugleuning in de gewenste stand.
Neerklappen van de
rugleuningen
De rugleuningen van de stoelen mogen
alleen worden neergeklapt wanneer de
auto stilstaat.
Voorbereidende handelingen:
►
zet de hoofdsteunen omlaag,
►
schuif indien nodig de voorstoelen naar
voren,
►
zorg ervoor dat de rugleuningen ongehinderd
kunnen worden neergeklapt (verwijder kleding,
bagage, enz.),
►
controleer of de buitenste veiligheidsgordels
correct zijn gespannen langs de stijlen, of de
middelste veiligheidsgordel is opgeborgen en of
de gespen van de drie veiligheidsgordels in de
correcte opbergpositie staan.
Page 56 of 276

54
Ergonomie en comfort
► Trek stevig aan de riem 1 om de rugleuning
te ontgrendelen.
►
Beweeg de rugleuning 2
naar voren tot hij
horizontaal ligt.
De rugleuningen in de
oorspronkelijke stand
terugzetten
Pak de veiligheidsgordel en houd deze
vast tijdens de procedure alvorens de
rugleuning van de buitenste stoelen in de
normale stand te zetten.
►
Zet de rugleuning 2
rechtop en druk hem
stevig aan zodat hij wordt vergrendeld.
►
Controleer of de riem 1
van de ontgrendeling
correct naar de positie is teruggekeerd.
►
Controleer of de buitenste veiligheidsgordels
niet klem komen te zitten bij het terugplaatsen
van de rugleuning.
Let op: als de rugleuning niet goed is
vergrendeld, komt bij een noodstop of
een aanrijding de veiligheid van de
passagiers ernstig in het geding.
Voorwerpen in de bagageruimte kunnen naar
voren worden geslingerd - Kans op ernstig
letsel!
Verwarming en ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd en van
buitenaf toegevoerd via het luchtrooster onder
de voorruit, of in het interieur gerecirculeerd.
Bedieningselementen
De bedieningselementen zijn toegankelijk via het
menu Airconditioning van het touchscreen of
zijn bij elkaar geplaatst op het bedieningspaneel
van de middenconsole.
Luchtverdeling
1. Ventilatieroosters voor het ontdooien/
ontwasemen van de voorruit
2. Ventilatieroosters voor het ontdooien/
ontwasemen van de zijruiten vóór
3. Verstelbare en afsluitbare zijventilatieroosters
4. Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters
5. Ventilatieroosters voetenruimte bestuurder en
voorpassagier
6. Ventilatieroosters voetenruimte
achterpassagiers
7. Verstelbare en afsluitbare ventilatieroosters
met aanjager (afhankelijk van de uitvoering)
Adviezen
Gebruik van het ventilatie- en
airconditioningssysteem
►
Let erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het interieur
het luchtinlaatrooster onder de voorruit, de
verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de
luchtafvoeropening in de bagageruimte vrij
blijven.
►
Dek de zonnesensor op het
dashboard niet af; deze wordt gebruikt
voor het regelen van het automatische
airconditioningssysteem.
►
Zet de airconditioning minstens één of
twee keer per maand 5 tot 10 minuten aan
om het systeem in perfecte staat te houden.