Page 97 of 276

95
Veiligheid
5Advies
Een onjuist geïnstalleerd kinderzitje kan
de veiligheid van het kind in gevaar
brengen in het geval van een ongeval.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje
met de veiligheidsgordel voor dat de
veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje
is gespannen en dat de gordel het kinderzitje
stevig op zijn plaats houdt. Schuif de
passagiersstoel, wanneer deze versteld kan
worden, indien nodig naar voren.
Verwijder de hoofdsteun alvorens
een kinderzitje met rugleuning op een
passagierszitplaats te bevestigen.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de
auto vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
verwijderd.
Kinderzitje achterin
Een kinderzitje met ISOFIX- of i-Size-
bevestigingen mag nooit op de middelste
zitplaats achter worden bevestigd.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de autogordel
moet over de schouder van het kind liggen
zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
Gebruik een stoelverhoger met rugleuning
voorzien van een gordelgeleider ter hoogte
van de schouder.
Extra beveiliging
Gebruik de kinderbeveiliging om
te voorkomen dat de portieren en de
portierruiten achter per ongeluk geopend
worden.
Zorg ervoor dat de achterportierruiten niet
verder dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen op de
achterportierruiten om jonge kinderen tegen
de zon te beschermen.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
–
geen kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
–
nooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de
auto in de zon staat,
– de sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Kinderzitje op de
passagiersstoel voor
► Zet de passagiersstoel in de hoogste stand,
volledige naar achteren geplaatst en met de
rugleuning rechtop .
"Rug in de rijrichting"
De airbag vóór aan passagierszijde moet
zijn uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
"Gezicht in de rijrichting"
Page 98 of 276

96
Veiligheid
Schakel de airbag vóór aan
passagierszijde niet uit.
Waarschuwingssticker - Airbag vóór aan
passagierszijde
U moet zich aan het volgende voorschrift
houden, dat ook op de waarschuwingssticker
aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde wordt vermeld:
Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op een zitplaats waarvan
de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij
het afgaan van de airbag kan het KIND
LEVENSGEVAARLIJK GEWOND RAKEN.
De airbag vóór aan
passagierszijde
uitschakelen
Airbag passagierszijde UIT
Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag vóór aan passagierszijde
ALTIJD uit als u een kinderzitje "met de rug in
de rijrichting" op de voorstoel plaatst. Anders
kan het kind ernstig of dodelijk gewond raken
wanneer de airbag wordt geactiveerd.
Auto's zonder schakelaar voor het
uit-/inschakelen
Het is ten strengste verboden om een
kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel te plaatsen - kans op
dodelijk of ernstig letsel bij het afgaan van de
airbag!
De airbag vóór aan passagierszijde
uit- of inschakelen
Bij auto's met dit systeem bevindt de schakelaar
zich in het dashboardkastje.
Bij afgezet contact:
► Steek de sleutel in de schakelaar voor de
airbag en draai deze in de stand " OFF" om de
airbag uit te schakelen.
►
Draai de sleutel in de stand " ON
" om de
airbag weer in te schakelen.
Als het contact wordt aangezet:
Dit waarschuwingslampje gaat branden
en blijft branden om aan te geven dat de
airbag is uitgeschakeld.
Of
Dit waarschuwingslampje gaat ongeveer
1 minuut branden om aan te geven dat de
airbag is ingeschakeld.
Page 99 of 276

97
Veiligheid
5Kinderzitje achterin
"Met de rug in de rijrichting" en "Met
het gezicht in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting” of "met het gezicht in de rijrichting” op
een zitplaats achter plaatst de voorstoel naar
voren en zet de rugleuning van de voorstoel
rechtop, zodat de benen van het kind de
voorstoel niet raken.
Middelste zitplaats achter
Een kinderzitje met steun mag nooit op de
middelste zitplaats achter worden bevestigd.
Aanbevolen kinderzitjes
Deze aanbevolen kinderzitjes kunnen met
een driepuntsveiligheidsgordel worden
vastgemaakt.
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt naar achteren gericht geplaatst.
Categorie 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L5
"RÖMER KIDFIX XP"
Kan aan de ISOFIX-bevestigingspunten van de auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
Er kan een uitvoering met verwijderbare rugleuning worden gebruikt bij kinderen
zwaarder dan 25 kg. Maar voor kinderen tot 36 kg kunt u beter een zitverhoger
met rugleuning gebruiken, omdat dit meer bescherming biedt.
"ISOFIX"-bevestigingen
De hieronder aangegeven zitplaatsen
zijn uitgerust met de voorgeschreven
ISOFIX-bevestigingen:
* Afhankelijk van het land waar de auto is
verkocht.
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen die worden aangegeven door
een markering:
–
T
wee ringen, A, tussen de rugleuning en de
zitting van de stoel.
Page 100 of 276

98
Veiligheid
De 2 sloten van ISOFIX-kinderzitjes worden
hieraan verankerd.
–
Ring
B
, aan de achterzijde van de stoel, wordt
de TOP TETHER genoemd en is bedoeld om
zitjes met een bovenste riem te bevestigen.
Voorstoel
Achterbank
Dit systeem voorkomt dat het kinderzitje naar
voren kantelt bij een frontale aanrijding.
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een kinderzitje
veilig, degelijk en snel in de auto worden
gemonteerd.
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER:
►
V
erwijder de hoofdsteun van de zitplaats
waarop u het kinderzitje wilt plaatsen en berg de
hoofdsteun op (plaats de hoofdsteun terug zodra
het kinderzitje weer is verwijderd).
►
Leid de riem van het kinderzitje achter de
rugleuning van de zitplaats langs, tussen de 2
verankeringspunten van de hoofdsteun door
.
►
Maak de haak van de bovenste riem aan ring
B
vast.
►
T
rek de bovenste riem strak.
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de
linkerzitplaats van de achterbank plaatst,
moet u eerst de middelste veiligheidsgordel
achter naar het midden van de auto
verplaatsen zodat deze gordel normaal
gebruikt kan blijven worden.
Wanneer een kinderzitje niet goed in een
auto is bevestigd, kan de veiligheid van
het kind bij een ongeval in gevaar komen.
Houd u nauwgezet aan de
montagevoorschriften die zijn vermeld in de
gebruiksaanwijzing van het kinderzitje.
Raadpleeg het overzicht voor meer
informatie over de bevestiging van
ISOFIX-kinderzitjes in uw auto.
Aanbevolen ISOFIX-kinderzitjes
Raadpleeg voor het aanbrengen en
verwijderen van het kinderzitje de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Page 101 of 276

99
Veiligheid
5“RÖMER Baby-Safe Plus met ISOFIX-basis”
(lengtecategorie: E)
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
Dit kinderzitje wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst met behulp van een
ISOFIX-basis die aan de ogen ( A) wordt
bevestigd.
Mag alleen op de stoel van de voorpassagier of op de buitenste zitplaatsen van de achterbank worden geplaatst.
De basis is voorzien van een in hoogte
verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het
zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
"RÖMER Duo Plus ISOFIX "
(lengtecategorie: B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het wordt aan de ringen ( A) en (B), en met de
bovenste riem, de TOP TETHER, bevestigd.
Mag alleen op de stoel van de voorpassagier of op de buitenste zitplaatsen van de
achterbank worden geplaatst. De hoofdsteun van de buitenste zitplaats van de achterbank moet helemaal omhoog staat.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX- bevestigingspunten. In dat geval moet het
zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de
voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
i-Size-kinderzitjes
i-Size-kinderzitjes A) worden verankerd.
Deze i-Size-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
–
een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan bevestigingsring B
.–
of een steun die op de vloer rust, vóór de voor
i-Size kinderzitjes geschikte zitplaats van de
auto.
Ze voorkomen dat het kinderzitje bij een ongeval
naar voren kantelt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over ISOFIX-bevestigingen .
Page 102 of 276
100
Veiligheid
Universele, ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes plaatsen
In overeenstemming met de Europese regelgeving toont dit overzicht de mo\
gelijkheden voor het bevestigen van universeel goedgekeurde kinderzitjes\
(a)
met de veiligheidsgordel en van de grootste ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes op plaatsen in de auto die zijn voorzien van ISOFIX-verankeringspunten.
Stoelnummers
Voorstoelen Achterbank
13456
3 1456
Airbag vóór aan passagierszijde -
Uitgeschakeld
"OFF " (b) Ingeschakeld
"ON" (c) -
--
Plaats geschikt voor een
universeel (a) kinderzitje nee
ja (e) (h) ja (e) (i) jaja (f) ja
Plaats geschikt voor een i-Size-kinderzitje nee
jajanee ja
Plaats voorzien van een TOP
TETHER-haak nee
jajanee ja
Kinderzitje van het type Carrycot nee
neeneeneenee
ISOFIX -kinderzitje met de rug
in de rijrichting nee
R3 (d) neeR2nee R2
ISOFIX -kinderzitje met het
gezicht in de rijrichting nee
F3 (d) F3nee F3
Page 103 of 276

101
Veiligheid
5Stoelnummers
Voorstoelen Achterbank
13456
3 1456
Airbag vóór aan passagierszijde -
Uitgeschakeld
"OFF " (b) Ingeschakeld
"ON" (c) -
--
Kinderzitje met zitverhoger neeB3 (g) B3B3B3
Regels:
–
Een plaats die geschikt is voor i-Size
is ook geschikt voor R1, R2 en F2X, F2, B2.
–
Een plaats die geschikt is voor R3
is ook geschikt voor R1 en R2.
–
Een plaats die geschikt is voor R2
is ook geschikt voor R1.
–
Een plaats die geschikt is voor F3
is ook geschikt voor F2X en F2.
–
Een plaats die geschikt is voor B3
is ook geschikt voor B2.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheid\
sgordel kan worden bevestigd.
(b) Wanneer u een kinderzitje met de rug in de rijrichting op deze plaats wilt installeren, dan moet de airbag vóór aan pass\
agierszijde worden
uitgeschakeld en dus op " OFF" worden gezet.
(c) Op deze plaats mag alleen een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst wanneer de airbag vóór aan passagierszijde op " ON"
staat.
(d) Zet de rugleuning in een stand van 45° en bevestig het kinderzitje.
Zet de rugleuning rechtop totdat deze contact met de rugleuning van het \
kinderzitje maakt.
(e) Zet het kinderzitje op de maximale hoogte wanneer de hoogte van het zitj\
e kan worden ingesteld.
(f) Een kinderzitje met steun mag nooit op de middelste zitplaats achter wor\
den bevestigd.
(g) Zet de stoel zo ver mogelijk naar achteren.
(h) Voor universele kinderzitjes: groepen 0, 0+, 1, 2 en 3.
(i) Voor universele kinderzitjes: alleen groepen 1, 2 en 3.
Page 104 of 276

102
Veiligheid
BelangrijkPlaatsen waar een kinderzitje niet mag
worden geïnstalleerd.
Airbag vóór aan passagierszijde uitgeschakeld.
Airbag vóór aan passagierszijde ingeschakeld.
Plaatsen die geschikt zijn voor het
installeren van een universeel
goedgekeurd kinderzitje dat met de
veiligheidsgordel wordt bevestigd met de rug
en/of het gezicht in de rijrichting, voor
de
groepen 0, 0+, 1, 2 en 3.
Plaatsen die geschikt zijn voor het
installeren van een universeel
goedgekeurd kinderzitje met de
veiligheidsgordel met het gezicht in de
rijrichting. voor de groepen 1, 2 en 3.
Plaatsen waar het installeren van een
i-Size-kinderzitje is toegestaan.
Plaatsen waar het installeren van een
i-Size-kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting is toegestaan.
Aanwezigheid van een TOP TETHER-
verankeringspunt aan de achterzijde
van de rugleuning zodat een universeel
ISOFIX-kinderzitje kan worden gemonteerd.
Aanwezigheid van een TOP TETHER-
verankeringspunt aan de achterzijde van
de rugleuning zodat een universeel ISOFIX-
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
kan worden gemonteerd.
ISOFIX -kinderzitje met de rug in de
rijrichting:
–
R1
: ISOFIX -kinderzitje voor baby.
–
R2
: ISOFIX kleiner formaat kinderzitje.
–
R3
: ISOFIX groot formaat kinderzitje.
ISOFIX -kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting:
–
F2X
: ISOFIX -kinderzitje voor kleuters.
–
F2
: ISOFIX lager kinderzitje.
–
F3
: ISOFIX volledige hoogte kinderzitje.
Zitverhoger:
–
B2 : lagezitverhoger.
–
B3
: hogezitverhoger.
Mechanische
kinderbeveiliging
Het systeem voorkomt dat een van de
achterportieren van binnenuit met de handgreep
kan worden geopend.
De rode knop bevindt zich op de zijkant van
beide achterportieren (aangegeven door een
label).
Vergrendelen/ontgrendelen
► Om te vergrendelen, draait u de rode knop
zo ver mogelijk met behulp van de spiesleutel: •
Draai naar rechts op het linker achterportier
.
•
Draai naar links op het rechter achterportier
.
►
Om te ontgrendelen, draait u deze in de
tegenovergestelde richting.