15
Instrumentenpaneel
1Hill Start AssistBrandt permanent, in combinatie
met de melding "Storing in
antiterugrolsysteem".
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Bandenspanning te laagPermanent, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding.
De bandenspanning van een of meerdere wielen
is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset na het afstellen van de druk het
controlesysteem.
Waarschuwingslampje voor te lage
bandenspanning knippert en
brandt vervolgens permanent, en
waarschuwingslampje Service brandt
permanent.
Er is een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem.
Het systeem kan geen lage bandenspanning
meer aangeven.
Controleer de bandenspanning zo snel mogelijk
en zie (3).
Voorgloeien dieselmotorPermanent.
Hoe lang het lampje brandt, is afhankelijk
van de weersomstandigheden.
Het contact is aan.
Wacht met starten tot het waarschuwingslampje
uitgaat. Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het
contact af. Zet het contact vervolgens weer aan
en wacht opnieuw tot het lampje uitgaat voordat
u de motor start.
Airbag voorpassagier (ON)Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
geactiveerd.
De schakelaar staat in de stand " ON”.
Plaats in dit geval GEEN kinderzitje
met de "rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel - risico op zwaar letsel!
Airbag voorpassagier (OFF)Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
De schakelaar staat in de stand " OFF”.
U kunt een kinderzitje met de "rug in de
rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van een
storing in het airbagsysteem (brandend lampje
Airbags).
Airbags
Permanent.
Een van de airbags of gordelspanners is
defect.
(3) uitvoeren.
Geluidssignaal voor voetgangers (plug-in
hybride)
Brandt permanent.
Storing in geluidssignaal gedetecteerd.
Voer (3) uit.
Laag brandstofniveauof Brandt permanent
(waarschuwingslampje of led),
met de naald in het rode gebied (afhankelijk van
de uitvoering), in combinatie met een
geluidssignaal en een melding.
Het geluidssignaal en de melding worden steeds
vaker herhaald naarmate het niveau in de tank
verder naar nul zakt.
Als het lampje gaat branden, zit er nog
ongeveer 5 liter brandstof in de tank
(reservevoorraad).
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een
lege brandstoftank te voorkomen.
Rijd nooit door totdat de tank helemaal leeg
is; hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en
het injectiesysteem beschadigd raken.
Permanent.
Het dieselfilter bevat water.
Risico van beschadiging van het inspuitsysteem:
voer onmiddellijk (2) uit.
Roetfilter (diesel)Permanent, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding van de
kans op verstopping van het roetfilter.
Dit geeft aan dat het roetfilter verstopt begint te
raken.
Voer regeneratie van het roetfilter uit door
met een snelheid van minimaal 60 km/h rijden
tot het lampje dooft. Doe dit alleen als de
omstandigheden dat toelaten.
96
Veiligheid
Schakel de airbag vóór aan
passagierszijde niet uit.
Waarschuwingssticker - Airbag vóór aan
passagierszijde
U moet zich aan het volgende voorschrift
houden, dat ook op de waarschuwingssticker
aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde wordt vermeld:
Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op een zitplaats waarvan
de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij
het afgaan van de airbag kan het KIND
LEVENSGEVAARLIJK GEWOND RAKEN.
De airbag vóór aan
passagierszijde
uitschakelen
Airbag passagierszijde UIT
Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag vóór aan passagierszijde
ALTIJD uit als u een kinderzitje "met de rug in
de rijrichting" op de voorstoel plaatst. Anders
kan het kind ernstig of dodelijk gewond raken
wanneer de airbag wordt geactiveerd.
Auto's zonder schakelaar voor het
uit-/inschakelen
Het is ten strengste verboden om een
kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel te plaatsen - kans op
dodelijk of ernstig letsel bij het afgaan van de
airbag!
De airbag vóór aan passagierszijde
uit- of inschakelen
Bij auto's met dit systeem bevindt de schakelaar
zich in het dashboardkastje.
Bij afgezet contact:
► Steek de sleutel in de schakelaar voor de
airbag en draai deze in de stand " OFF" om de
airbag uit te schakelen.
►
Draai de sleutel in de stand " ON
" om de
airbag weer in te schakelen.
Als het contact wordt aangezet:
Dit waarschuwingslampje gaat branden
en blijft branden om aan te geven dat de
airbag is uitgeschakeld.
Of
Dit waarschuwingslampje gaat ongeveer
1 minuut branden om aan te geven dat de
airbag is ingeschakeld.
100
Veiligheid
Universele, ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes plaatsen
In overeenstemming met de Europese regelgeving toont dit overzicht de mo\
gelijkheden voor het bevestigen van universeel goedgekeurde kinderzitjes\
(a)
met de veiligheidsgordel en van de grootste ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes op plaatsen in de auto die zijn voorzien van ISOFIX-verankeringspunten.
Stoelnummers
Voorstoelen Achterbank
13456
3 1456
Airbag vóór aan passagierszijde -
Uitgeschakeld
"OFF " (b) Ingeschakeld
"ON" (c) -
--
Plaats geschikt voor een
universeel (a) kinderzitje nee
ja (e) (h) ja (e) (i) jaja (f) ja
Plaats geschikt voor een i-Size-kinderzitje nee
jajanee ja
Plaats voorzien van een TOP
TETHER-haak nee
jajanee ja
Kinderzitje van het type Carrycot nee
neeneeneenee
ISOFIX -kinderzitje met de rug
in de rijrichting nee
R3 (d) neeR2nee R2
ISOFIX -kinderzitje met het
gezicht in de rijrichting nee
F3 (d) F3nee F3
101
Veiligheid
5Stoelnummers
Voorstoelen Achterbank
13456
3 1456
Airbag vóór aan passagierszijde -
Uitgeschakeld
"OFF " (b) Ingeschakeld
"ON" (c) -
--
Kinderzitje met zitverhoger neeB3 (g) B3B3B3
Regels:
–
Een plaats die geschikt is voor i-Size
is ook geschikt voor R1, R2 en F2X, F2, B2.
–
Een plaats die geschikt is voor R3
is ook geschikt voor R1 en R2.
–
Een plaats die geschikt is voor R2
is ook geschikt voor R1.
–
Een plaats die geschikt is voor F3
is ook geschikt voor F2X en F2.
–
Een plaats die geschikt is voor B3
is ook geschikt voor B2.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheid\
sgordel kan worden bevestigd.
(b) Wanneer u een kinderzitje met de rug in de rijrichting op deze plaats wilt installeren, dan moet de airbag vóór aan pass\
agierszijde worden
uitgeschakeld en dus op " OFF" worden gezet.
(c) Op deze plaats mag alleen een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst wanneer de airbag vóór aan passagierszijde op " ON"
staat.
(d) Zet de rugleuning in een stand van 45° en bevestig het kinderzitje.
Zet de rugleuning rechtop totdat deze contact met de rugleuning van het \
kinderzitje maakt.
(e) Zet het kinderzitje op de maximale hoogte wanneer de hoogte van het zitj\
e kan worden ingesteld.
(f) Een kinderzitje met steun mag nooit op de middelste zitplaats achter wor\
den bevestigd.
(g) Zet de stoel zo ver mogelijk naar achteren.
(h) Voor universele kinderzitjes: groepen 0, 0+, 1, 2 en 3.
(i) Voor universele kinderzitjes: alleen groepen 1, 2 en 3.
268
Trefwoordenregister
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 131
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
92, 96
USB
227–228, 247, 251
USB-aansluiting
64, 227–228, 247, 251
USB-poort
227, 251
V
Veiligheidsgordels 88–91, 97
Veiligheidsgordels achter
89
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen
92, 94–99
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
92, 94–99
Ventilatie
54, 58, 61–62
Ventilatieroosters
54
Verbonden apps
248
Verbruikscijfers
25
Vergrendelen
32–33
Vergrendeling portieren ~ Portieren
vergrendelen
33–34
Vergrendeling van binnenuit
33
Vering met progressieve hydraulische
stops
11 9
Verkeersinformatie (TMC)
244
Verklikkerlampje READY
181
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
11–12
Verklikkerlampjes ~
Waarschuwingslampjes
12, 22
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje
90
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel
(lampje)
90
Verlichting bagageruimte ~
Bagageruimteverlichting
70, 203
Verlichting met Full LED-technologie
76
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
73
Vermogen
20
Vermogensmeter (plug-in hybride)
8, 20
Verversen
182
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
185
Verwarming
54, 58, 61–62
Verwijderbare koffervloer
69
Video
252
Voorruitverwarming
60
Voorstoelen
47–50
W
Waarschuwing kans op aanrijding 144–145
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
147
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
107
Waarschuwingssignaal stille auto
81
Waarschuwing vergeten verlichting
72
Wallbox (plug-in hybride)
167, 173
Wassen
127
Wassen (adviezen)
166, 189–190
Webbrowser
244, 248
Wiel demonteren
197–198
Wiel monteren
196–197
Wielophanging
186
Wiel verwisselen 192, 195
WiFi-netwerkverbinding
249
Window-airbags
93–94
Z
Zekeringen 203–204, 206
Zekeringen vervangen
203, 203–204
Zekeringkast dashboard
203
Zekeringkast motorruimte
203, 206
Zicht
60
Zicht naar voren 180°
158
Zij-airbags
93–94
Zijspots
74
Zonder gereedschap afneembare
kogel
175–178
Zonneklep
64
Zonnescherm
44–46
Zonnesensor
54
Zuinig rijden
7