Page 641 of 826

6406-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Vul in de volgende situaties ruitensproeiervloeistof bij:
●Een sproeier werkt niet.
● Er verschijnt een waarschu-
wingsmelding op het multi-infor-
matiedisplay. (indien aanwezig)
OPMERKING
■Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij draaiende motor. Controle er ook of
alle accessoires zijn uitgeschakeld.
■ Bijvullen van gedestilleerd water
Vul niet te veel bij. Anders kan er bij intensief laden accuvlo eistof lekken,
waardoor corrosie kan worden veroorzaakt.
Ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■ Bij het bijvullen van ruitensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de motor draait of nog niet is afge-
koeld. Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bij-
voorbeeld op hete motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■ Vul het reservoir uitsluitend met ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloei-
stof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast en de
pomp beschadigd raken, waardoor er geen ruitensproeiervloeistof meer
kan worden gesproeid.
■ Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles a angegeven
temperaturen voor de juiste mengverhouding.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 640 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 642 of 826
6416-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Banden
Controleer of de slijtage-indicatoren op de banden te zien zijn . Contro-
leer de banden tevens op ongelijk matige slijtage, zoals overmatige
slijtage aan een zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandens panning van het reservewiel ook
als het niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt aangegeven met de t ekst TWI
of
Δ op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren te zien zijn.
Vervang of verwissel banden afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 641 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 643 of 826
6426-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding.
2WD-uitvoeringen:
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van plaats te
wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere levensduur
van de banden te verkrijgen.
AWD-uitvoeringen:
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 5.000 km van plaat s te
wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere levensduur
van de banden te verkrijgen.
Wisselen van banden
Behalve auto's met een vol-
waardig reservewielAuto's met een volwaardig
reservewiel
VoorVoor
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 642 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 644 of 826

6436-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruikmaakt van band enspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot proble-
men leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een waarschuwingslampje gewaar-
schuwd. ( →Blz. 711)
◆Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst
worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten wor-
den geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU en moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de bandensp an-
ningssensoren en -zenders registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw ali-
ficeerde en uitgeruste deskundige. ( →Blz. 645)
◆Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Wanneer van bandenmaat wordt gewisseld, moet het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
Als het bandenspanningswaarschuwi ngssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 643 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 645 of 826

6446-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. (→Blz. 784)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Druk op < of > van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
( → Blz. 146)
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetse n van het instrumenten-
paneel om “Voertuiginstellingen” te selecteren en druk vervol-
gens op om het menu weer te geven.
Druk op ∧ of ∨ van de bedie-
ningstoetsen van het instru-
mentenpaneel om
te selecte-
ren en druk vervolgens op
.
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetse n van het instrumenten-
paneel om SET te selecteren e n houd vervolgens ingedrukt.
Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt er een melding weer ge-
geven op het multi-informatiedisplay en knippert het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning 3 keer.
1
2
3
4
5
6
7
8
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 644 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 646 of 826

6456-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10636E
◆Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noo dzakelijk om de identificatiecode
te registreren. Laat de identific atiecodes registreren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt e n bulten die
duiden op een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e als u er
niet zeker van bent.
■ Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zende r niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem ni et cor-
rect. Na ongeveer 20 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna b randen om
aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalifice erd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauw elijks met de
banden is gereden en de banden niet beschadigd lijken te zijn.
■ Periodieke controle van de bandenspanning
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf re gelmatig de
bandenspanning.
■ Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 645 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 647 of 826

6466-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Situaties waarin het bandenspa nningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenko mt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorge schre-
ven maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst v an de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wiel-
kasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschrev en
waarde.
• Als er banden zonder bandenspanningssensor en -zender zijn geb ruikt.
• Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zen ders
niet is geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem -
ECU.
● In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoo n of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt.
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, dan ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 646 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 648 of 826

6476-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
De initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de ban den.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialis atie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
● Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is
het niet noodzakelijk de resetschakelaar in te drukken, omdat d e initialisatie
automatisch herstart wordt wanneer het contact de volgende keer AAN
wordt gezet.
● Als u per ongeluk de resettoets indrukt wanneer initialiseren n iet nodig is,
breng de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer
opnieuw de initialisatie uit.
■ Waarschuwingen bandenspanningswaarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingss ys-
teem is gebaseerd op de omstandigheden waaronder het systeem ge ïnitiali-
seerd is. Daarom laat het systeem mogelijk zelfs een waarschuwi ng zien
wanneer de bandenspanning niet laag genoeg is of wanneer de dru k hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het initialiseren van het systeem.
■ Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
niet voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal h et systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspannin g op te
slaan mislukken, de auto zo snel mogelijk nakijken door een erk ende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde
en uitgeruste deskundige.
● Als het systeem wordt geïnitialiseerd, knippert het waarschuwin gslampje
lage bandenspanning niet 3 keer en verschijnt de melding voor h et instellen
niet op het multi-informatiedisplay.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gereden is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
■ Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zender s van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de w interbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificati ecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbande n.
Neem voor meer informatie over het wijzigen van identificatieco des contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of ee n andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 647 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM