Page 753 of 826

7527-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel.
(→Blz. 784)
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wo rdt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte r eserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reser vewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 752 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 754 of 826
7537-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Verklaring voor de krik
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 753 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 755 of 826

7547-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeve n en dat
de volgende systemen niet goed werken:
Niet alleen kan het volgende systeem niet optimaal worden gebru ikt, maar
ook kan dit een negatief effect hebben op de onderdelen van de aandrijflijn:
• Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoeringen)
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (in dien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel ond er de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hog e snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden t ot een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer g oed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze v oorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
•EPS
• Automatic High Beam-systeem
*
• PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem)
*
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
*
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
*
*
: Indien aanwezig • Dynamic Radar Cruise Control
*
• Cruise control*
• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA (Simple Intelligent Parking
Assist-systeem)
*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 754 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 756 of 826

7557-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het c om-
pacte reservewiel onder de auto g emonteerd is (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorz ichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban denspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea ler of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige, omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
■ Voorkomen van schade aan de bande nspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band de bandenspanningssensor en -zender. ( →Blz. 643)
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book Page 755 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 757 of 826

7567-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Als de motor niet wil aanslaan
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● Er is mogelijk onvoldoende bran dstof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank.
● De motor kan ve rzopen zijn.
Probeer nogmaals de motor te starten en volg daarbij de juiste
startprocedures. ( →Blz. 315, 318)
● Er kan een storing aanwezig z ijn in de startblokkering.
( → Blz. 97)
Een van de onderstaand e punten kan het probleem veroorzaken:
● De accu kan te ver ontladen zijn. ( →Blz. 761)
● De accuklemmen kunnen loszit ten of gecorrodeerd zijn.
Het startsysteem van de motor is mogelijk defect als gevolg van een
elektrische storing, zoals een ontladen batterij van de elektro nische
sleutel of een defecte zekering. Er bestaat echter een tijdelij ke maat-
regel om de motor te starten.
( → Blz. 757)
Als de motor niet wil aanslaan terwijl wel de juiste startproce du-
res zijn gevolgd (→ Blz. 315, 318), kan dat de volgende oorzaken
hebben:
De motor slaat niet aan terwijl de startmotor wel normaal werkt .
De startmotor draait langzaam rond, de interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden of de claxon maakt geen of
weinig geluid.
De startmotor draait niet (auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 756 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 758 of 826

7577-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Een van de onderstaand e punten kan het probleem veroorzaken:
● Een of beide accuklemmen zit(ten) los.
● De accu kan te ver ontladen zijn. ( →Blz. 761)
● Er is mogelijk een storing in het stuurslotsysteem. (auto's met
Smart entry-syst eem en startknop)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige als
het probleem niet verholpen kan worden of als de reparatieproce dure niet
bekend is.
Als de motor niet start maar de startknop normaal werkt, kan de motor
aan de hand van de vol gende stappen als een tijdelijke maatregel
worden gestart:
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of de neutraa l-
stand (handgeschakel de transmissie).
Zet het contact in stand ACC.
Houd de startknop ongeveer 15 se conden ingedrukt terwijl u het
rempedaal (Multidrive CVT) of het koppelingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) stev ig ingetrapt houdt.
Ook als de auto aan de hand van deze stappen kan worden gestart ,
kan er een storing in het systeem zijn. Laat de auto nakijken d oor een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De startmotor draait niet, de int erieurverlichting en de koplam-
pen gaan niet aan of de c laxon maakt geen geluid.
Noodstartfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
1
2
3
4
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 757 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 759 of 826

7587-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Als de elektronische sleutel niet goed werkt
(auto's met Smar t entr y-systeem en star tknop)
Gebruik de mechanische sleutel ( →Blz. 160) om de volgende hande-
lingen uit te voeren:
Vergrendelen van alle portieren
Sluiten van de ruiten (draaien
en vasthouden)
*
Ontgrendelen van alle portieren
Openen van de ruiten (draaien
en vasthouden)
*
*
: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke voorkeur worden aan-
gepast door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
(→ Blz. 788)
Als de communicatie tussen de e lektronische sleutel en de auto
is verbroken ( →Blz. 217) of de elektronische sleutel niet kan
worden gebruikt omdat de batterij leeg is, werken het Smart
entry-systeem met startknop en d e afstandsbediening niet. In
dat geval kunnen de portieren w orden geopend of kan de motor
worden gestart door de onders taande procedure te volgen.
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 758 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 760 of 826

7597-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Multidrive CVT: Zorg ervoor dat de selectiehendel in stand P st aat
en trap het rempedaal in.
Handgeschakelde transmissie: Zet de selectiehendel in stand N e n
trap het koppelingspedaal in.
Houd de zijde van de elektroni-
sche sleutel met het Toyota-
logo tegen de startknop.
Wanneer de elektronische sleutel
wordt gesignaleerd, klinkt er een
zoemer en wordt het contact AAN
gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop is uitgeschakeld via
de persoonlijke voorkeursinstellin-
gen, wordt het contact in stand
ACC gezet.
Trap het rempedaal (Multidrive CVT) of koppelingspedaal (handge -
schakelde transmissie) stevig in en controleer of en mel-
dingen op het multi-informati edisplay worden weergegeven.
Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende T oyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d es-
kundige als de moto r nog steeds niet kan worden gestart.
Starten van de motor
1
2
3
4
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 759 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM