Page 417 of 826
4164-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
∗
Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert, dece-
lereert en stopt de auto automatisch overeenkomstig de veranderin-
gen in snelheid van de voorligge r, zelfs wanneer het gaspedaal niet
wordt ingetrapt. In de constante-snelheidsregelmodus rijdt de a uto
met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsb e-
reik op autowegen en snelwegen.
● Afstandsregelmodus ( →Blz. 419)
● Constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 426)
Display
Controlelampjes
Ingestelde snelheid
Afstandsschakelaar
Cruise contro l-schakelaar
∗: Indien aanwezig
Overzicht van functies
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 416 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 418 of 826

4174-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Crui se Control met volledig snelheidsbe-
reik gebruikt
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder verantwoordelijk. Ve rtrouw niet
alleen op het systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op d e omgeving te
letten.
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik bi edt onder-
steuning bij het rijden om de bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen
aan de geboden ondersteuning.
Stel de geschikte snelheid in op basis van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersomstandigheden, enz. De bes tuurder
moet de ingestelde snelheid controleren.
Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem ge signa-
leerde status van de voorligger afwijken van de door de bestuur der waarge-
nomen status. Daarom moet de bestuurder altijd alert blijven, het gevaar
van elke situatie inschatten en veilig rijden. Volledig afgaan op het systeem
of aannemen dat het systeem de veiligheid garandeert tijdens het rijden kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg.
■ Waarschuwingen met betrekking tot de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien er grenzen
zijn aan de door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken, waardoor e rnstig letsel
kan ontstaan.
● De bestuurder helpen bij het meten van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik di ent
alleen ter ondersteuning van de bestuurder bij het bepalen van de volgaf-
stand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger. Het syst eem is
niet bedoeld om zorgeloos of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen en kan
de bestuurder ook niet helpen tijdens het rijden bij slecht zic ht. Het blijft
noodzakelijk dat de bestuurder zelf de omgeving van de auto goed in de
gaten houdt.
● De bestuurder helpen bij het bepalen van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik be paalt of
de volgafstand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger binnen
een vastgelegd bereik ligt. Het systeem kan geen andere beoorde lingen
maken. Het is daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert blijf t en inschat of
een situatie mogelijk gevaarlijk is.
● De bestuurder helpen bij het bedienen van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik ka n maar
beperkt aanrijdingen met een voorligger voorkomen. Daarom dient u wan-
neer er gevaar dreigt direct de controle over de auto te nemen en juist te
handelen om de veiligheid van alle betrokkenen te garanderen.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 417 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 419 of 826

4184-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
■Onbedoeld activeren van de Dynamic Radar Cruise Control met vol le-
dig snelheidsbereik voorkomen
Schakel de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsb ereik uit
met de toets ON-OFF als deze niet wordt gebruikt.
■ Situaties waarin de Dynamic Rada r Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsb ereik niet
in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed geregeld, waardoor
een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende
wegen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogram meerde
snelheid overschrijden.
● Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
● Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste sig nalering
door de sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zand-
storm, zware regenval, enz.)
● Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radarsensor of de
camerasensor zit
● In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decele-
reren noodzakelijk is
● Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in ee n noodge-
val
● Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 418 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 420 of 826
4194-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 100
meter voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebru ikt om
de afstand tussen uw auto en de voorligger te berekenen en een
geschikte afstand tussen uw aut o en de voorligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kleiner wordt als u e en lange hel-
ling afrijdt.
Rijden in de afstandsregelmodus
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 419 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 421 of 826

4204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld. De
gewenste tussenafstand kan tevens met de afstandsschakelaar wor den
ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelhe id
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automa-
tisch de snelheid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet wo rden
gereduceerd, schakelt het systeem het remsysteem in (de remlich ten gaan
dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo dat de
afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger geh andhaafd
blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige
afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderingswa arschuwing.
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt d oor het
systeem stilgezet). Als uw voorligger begint te rijden, wordt h et volgen van
de auto hervat wanneer u de hendel van de cruise control omhoog
beweegt of het gaspedaal intrapt.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de inge-
stelde snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt
wordt. Het systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met con-
stante snelheid.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 420 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 422 of 826

4214-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schake-
len.
Het controlelampje van de Dyna-
mic Radar Cruise Control gaat
branden en er wordt een melding
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON-OFF gedurende
ten minste 1,5 seconden ingedrukt
wordt gehouden, schakelt het sys-
teem over op de constante-snel-
heidsregelmodus. ( →Blz. 426)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Als de hendel wordt bediend terwijl
de rijsnelheid lager is dan onge-
veer 50 km/h en er een voorligger
aanwezig is, wordt de snelheid
ingesteld op ongeveer 50 km/h.
Instellen van de rijsnelh eid (afstandsregelmodus)
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 421 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 423 of 826

4224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
(Behalve wanneer de auto door het
systeem is stilgezet in de afstands-
regelmodus)
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel o mhoog of omlaag gedrukt om de
snelheid te wijzigen en laat de hendel los als de gewenste snel heid is
bereikt.
Als de afstandsregelmodus is inges chakeld, wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2, telkens als de hendel
wordt bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)
*1 of 5 mph (8 km/h)*2
zolang de hendel wordt vastgehouden
In de constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 426) wordt de inge-
stelde snelheid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de
hendel wordt bediend
Ruime afstelling: De snelheid wordt gewijzigd zolang de hendel wordt vast-
gehouden.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snelheid
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 422 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 424 of 826

4234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Door de schakelaar in te drukken
wordt de afstand tot de voorligger
als volgt gewijzigd:Lang
Middelgroot
Kort
De tussenafstand wordt automa-
tisch op lang ingesteld als het con-
tact AAN wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool voor een voorli gger ook
weergegeven.
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekenin g
mee dat de aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelhei d
van 80 km/h. De tuss enafstand is afhankelijk van de rijsnelheid . Wan-
neer de auto wordt stilgezet doo r het systeem, stopt de auto op een
bepaalde tussenafstand, afh ankelijk van de situatie.
Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Symbool voorligger
Instellingen tussenafstan d (afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m (160 ft.)
MiddelgrootOngeveer 40 m (130 ft.)
KortOngeveer 30 m (100 ft.)
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 423 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM