Page 121 of 196

11 9
In geval van pech
8Type BLamp met bajonetsluiting: druk de lamp
iets in en draai deze linksom.
Type C Cilindervorminge gloeilamp: werk de
contacten uit elkaar.
Type D Halogeenlamp: duw de borgveer open
en verwijder de lamp uit de lamphouder.
Verlichting vóór
1. Groot licht 2.
Dimlicht
3. Richtingaanwijzers
4. Parkeerlicht / dagrijverlichting
► Open de motorkap en zet de motorkapsteun
goed vast.
► Steek uw hand achter de lampeenheid om bij
de lamp en gloeilampen te komen.
U kunt de lampeenheid waar nodig ook
verwijderen:
► Afhankelijk van het land waar uw voertuig
is verkocht, moet u het schuimrubber voor
bescherming in de winter verwijderen door deze
opzij naar de buitenkant te schuiven.
► Koppel de stekker los door de borgring te
verwijderen.
► Verwijder de twee bevestigingsschroeven van
de lampeenheid. ►
Verplaats de lampeenheid naar het midden
van het voertuig om deze uit de schuiven te
halen. Let goed op de motorkapsteun aan de
linkerkant.
Groot licht
Type D, H7 - 55W
► Verwijder de afdekking door aan de rubberen
borglip te trekken.
► Maak de stekker los.
► Haal de borgveer los door op de middelste
klem te drukken.
► Vervang de gloeilamp en zorg dat het
metalen deel goed aansluit op de groef van de
lampeenheid.
Dimlicht
Type D, H7 - 55W
► Verwijder de afdekking door aan de rubberen
borglip te trekken.
► Maak de stekker los.
► Haal de borgveer los door op de middelste
klem te drukken.
► Vervang de lamp en let erop dat het metalen
gedeelte goed aansluit op de groeven van de
lampeenheid.
Richtingaanwijzers
Type A, WY21W - 21W
► Verwijder de afdekking door aan de rubberen
borglip te trekken.
► Draai de lamphouder los door hem een
kwartslag linksom te draaien.
Page 122 of 196

120
In geval van pech
► Trek de lamp eruit en vervang deze.
Parkeerlichten links en
rechts
Type A, W5W - 5W
► Wanneer deze aanwezig zijn op uw
voertuig (maat L4), verwijder de twee
bevestigingsschroeven.
► Trek aan de lamphouder om deze uit de
pennen te halen.
► Trek de lamp eruit en vervang deze.
Binnenverlichting
Type C, 12V10W - 10W
► Vervang de lamp.
Parkeerlichten/dagrijverlichting
Type B, W21/5 W - 21 W en 5 W
► Verwijder de afdekking door aan de rubberen
borglip te trekken.
► Draai de lamphouder los door hem een
kwartslag linksom te draaien.
► Vervang de lamp.
LED-dagrijverlichting
Deze LED's (Light-Emitting Diodes) verzorgen
zowel de functie dagrijverlichting als de functie
parkeerlicht.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk als uw auto is
voorzien van dagrijverlichting met LED's.
Mistlampen vóór
Type D, H11-55W
► Draai het wiel helemaal naar binnen.
► Verwijder de schroef in de wielkuip.
► Verwijder de beschermflap.
► Verwijder de bevestigingsklem en haal de
stekker los.
► Draai de lamphouder en verwijder deze.
► Vervang de lamp en let erop dat het metalen
gedeelte goed aansluit op de groeven van de
lampeenheid.
Halogeengloeilampen moeten worden
vervangen terwijl de koplampen al een
paar minuten van tevoren zijn uitgeschakeld
(kans op brandwonden). Raak de lamp niet
met de vingers aan, maar gebruik een
niet-pluizende doek.
Controleer na het vervangen of de verlichting
goed werkt.
Zijrichtingaanwijzers
Type A, W16WF - 16W
► Verplaats het glas van de spiegel voor
toegang tot de schroeven.
► Verwijder de twee bevestigingsschroeven.
► Trek aan de lamphouder om deze uit de
pennen te halen.
Page 123 of 196

121
In geval van pech
8► Trek de lamp eruit en vervang deze.
Parkeerlichten links en
rechts
Type A, W5W - 5W
► Wanneer deze aanwezig zijn op uw
voertuig (maat L4), verwijder de twee
bevestigingsschroeven.
► Trek aan de lamphouder om deze uit de
pennen te halen.
► Trek de lamp eruit en vervang deze.
Binnenverlichting
Type C, 12V10W - 10W
Voor/achter
► Druk op de punten aangegeven met de pijlen
en verwijder de plafonnier.
► Open de beschermflap.
► Verwijder de gloeilamp door de twee
contacten te scheiden.
► Controleer of de nieuwe gloeilampen goed
tussen de twee contacten zijn bevestigd.
► Sluit de beschermflap.
► Bevestig de plafonnier in de behuizing en
zorg dat deze is vergrendeld.
Achterlichten
1. Remlichten
Type B, P21W - 21W
2. Remlichten / parkeerlichten
Type B, P21/5W - 21W en 5W
3. Richtingaanwijzers
Type B, PY21W - 21W
4. Achteruitrijlichten
Type A, W16W - 16W
5. Mistlamp
Type A, W16W - 16W
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de verschillende
gloeilampen .
► Verwijder de defecte gloeilamp en open de
achterdeuren.
Page 124 of 196

122
In geval van pech
► Verwijder de betreffende toegangsklep door
de zeven bevestigingsschroeven te verwijderen
(bestelwagen)
of
► Verwijder de betreffende toegangsklep door
eraan te trekken om de klep los te halen (combi).
► Koppel de stekker los door op de middelste
borglip te drukken.
► Verwijder de twee bevestigingsmoeren van
de lenseenheid.
► Trek vanaf de buitenkant aan de lenseenheid.
► Verwijder de zes bevestigingsschroeven uit
de lamphouder.
► Open de drie bevestigingslipjes en trek de
lamphouder uit de behuizing.
► Vervang de lamp.
► Voer de handelingen in omgekeerde volgorde
uit om elke gloeilamp terug te plaatsen.
Kentekenplaatverlichting
Type C, C5W - 5W
► Druk op de stip, aangegeven met de pijl, en
verwijder het transparante plastic deel.
► Verwijder de defecte gloeilamp door de twee
contacten te scheiden.
► Wanneer de gloeilamp is vervangen, zorg
dan dat de nieuwe gloeilamp tussen de twee
contacten is bevestigd.
► Vervang het transparante plastic deel en druk
het omlaag om het vast te zetten.
Derde remlicht
Type A, W5W - 5W (x 4)
► Verwijder de twee bevestigingsschroeven uit
de lampeenheid.
► Trek de lampeenheid naar u toe.
Page 125 of 196

123
In geval van pech
8
► Verwijder de lamphouder door de twee lippen
naar binnen te drukken.
► Verwijder de defecte gloeilamp door deze
eruit te trekken.
► Vervang de gloeilamp.
Een zekering vervangen
De drie zekeringkasten bevinden zich links
in het dashboard, in de rechter stijl en in de
motorruimte.
In de tabellen staan alleen de nummers van
de zekeringen vermeld die de gebruiker
kan vervangen. Raadpleeg voor alle andere
werkzaamheden het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Informatie voor professionele
reparateurs: raadpleeg het schema van
de "Methoden" voor uitgebreide informatie
over de zekeringen en relais. Dit schema kunt
u opvragen bij het CITROËN-netwerk.
Zekeringen vervangen
Goed
Defect
Voordat u een zekering vervangt, moet u eerst
de oorzaak van de storing opsporen en (laten)
verhelpen. De nummers van de zekeringen
worden op de zekeringkast aangegeven.
Vervang een defecte zekering altijd door een
zekering met dezelfde stroomsterkte.
CITROËN is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het repareren van uw
voertuig of oplossen van storingen door de
montage van accessoires die niet door
CITROËN zijn geleverd of aanbevolen of die
niet zijn gemonteerd in overeenstemming met
de aanbevelingen. Dit geldt met name als het
gezamenlijke stroomverbruik van de extra
uitrusting meer dan 10 milliampère bedraagt.
Page 126 of 196
124
In geval van pech
Zekeringen rechterstijl
► Maak het deksel los.
Sluit het deksel na de werkzaamheden
zorgvuldig.
Zekeringen dashboard links
► Verwijder de schroeven en kantel de
behuizing om bij de zekeringen te komen.
Zekeringen A (ampère)Functie
12 7,5Dimlicht rechts
13 7,5Dimlicht links
32 7,5Verlichting interieur (+ accu)
34 7,5Verlichting interieur minibus - alarmknipperlichten
36 10Audiosysteem - Bediening airconditioning - Alarm - Tachograaf- Onderbreking accuvoeding computer -
Programmeereenheid extra verwarming (+ accu)
37 7,5Contact remlichten - Derde remlicht - Instrumentenpaneel (+ sleutel)
38 20Centrale vergrendeling portieren (+ accu)
42 5ABS-sensor en computer - ASR-sensor - DSC-sensor - Contact remlichten
43 20Motor ruitenwissers (+ sleutel)
47 20Motor elektrische ruitbediening bestuurderszijde
48 20Motor elektrische ruitbediening passagierszijde
Page 127 of 196
125
In geval van pech
8ZekeringenA (ampère)Functie
49 5Computer parkeerhulp - Audiosysteem - Stuurkolomschakelaars - Bedieningspanelen midden en zijka\
nt -
Extra bedieningspaneel - Onderbreking accuvoeding computer (+ sleutel)
50 7,5Computer airbags en voorspanners
51 5Tachograaf - Computer stuurbekrachtiging - Airconditioning - Achteruitrijlichten - Watersensor
dieselbrandstoffilter - Stroommeter (+ sleutel)
53 7,5Instrumentenpaneel (+ accu)
90 7,5Groot licht links
91 7,5Groot licht rechts
92 7,5Mistlampen links
93 7,5Mistlampen rechts
Zekeringen rechterstijl
► Maak het deksel los.
Sluit het deksel na de werkzaamheden
zorgvuldig.
Page 128 of 196
126
In geval van pech
12V-accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met behulp van
startkabels of voor het laden van een lege accu.
Zekeringen A (ampère)Functie
55 15Stoelverwarming
56 1512 V-aansluiting passagiers achterin
57 10Extra verwarming onder de stoel
58 15Achterruitverwarming links
59 15Achterruitverwarming rechts
63 10Bediening extra verwarming passagiers achterin
65 30Ventilator extra verwarming passagiers achterin
Zekeringkast in de
motorruimte
► Verwijder de moeren en kantel de behuizing
om bij de zekeringen te komen.
Sluit het deksel na de werkzaamheden
zorgvuldig.
Zekeringen A (ampère)Functie
1 40Toevoer ABS-pomp