Page 129 of 196
127
In geval van pech
8ZekeringenA (ampère)Functie
2 50Elektronische voorverwarmingeenheid dieselbrandstof
3 30Contactschakelaar - Startmotor
4 40Dieselverwarming
5 20/50Ventilatie interieur met programmeerbare aanvullende verwarming (+ accu)
6 40/60Koelventilator met maximaal toerental in interieur (+ accu)
7 40/50/60Koelventilator met minimaal toerental in interieur (+ accu)
8 40Koelventilator in interieur (+ sleutel)
9 1512 V-aansluiting achter (+ accu)
10 15Claxon
14 1512 V-aansluiting voor (+ accu)
15 15Sigaretaansteker (+ accu)
19 7,5Aircocompressor
20 30Pomp ruitensproeiers/koplampsproeiers
21 15Toevoer brandstofpomp
23 30ABS-solenoïden
24 7,5Extra bedieningspaneel - bediening en inklappen buitenspiegel (+ sleutel)
30 15Ontdooiing van de buitenspiegel
12V-accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met behulp van
startkabels of voor het laden van een lege accu.
Page 130 of 196

128
In geval van pech
12V-loodaccu
Accu's bevatten giftige stoffen zoals zwavelzuur en lood.
Ze moeten worden verwerkt conform de
regelgeving en mogen in geen geval met het
huishoudelijke afval worden weggegooid.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend uit in
een goed geventileerde ruimte, ver van open
vuur of vonken veroorzakende bronnen, om
elk risico van brand- of explosiegevaar uit te
sluiten.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Toegang tot de accu
De accu bevindt linksvoor onder de vloer.
► Draai de 6 bevestigingsschroeven voor de
toegangsklep los.
► Zet de toegangsklep omhoog en verwijder
deze volledig.
► Kantel de hendel ( 1) omlaag om de klemmen
los te halen.
► Verwijder de klemmen ( 2) uit de minklem (-).
Wacht ongeveer 6 minuten na het
afzetten van het contact voordat u de
accu loskoppelt.
Maak de accuklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de accuklemmen
eerst los te koppelen.
Sluit de ruiten en de portieren voordat u de
accukabels loskoppelt.
Als de accukabels weer zijn aangesloten,
moet u het contact aanzetten en vervolgens
Page 131 of 196

129
In geval van pech
81 minuut wachten voordat u de motor start,
zodat de elektronische systemen kunnen
worden geïnitialiseerd. Wanneer er zich na deze
handeling kleine storingen blijven voordoen,
neem dan contact op met een CITROËN-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
We raden aan om de klem (-) van de
accu los te koppelen als het voertuig
langer dan een maand niet wordt gebruikt.
De beschrijving voor de laadprocedure voor
de accu is slechts indicatief.
Als de accu langere tijd losgekoppeld is
geweest, moet u de volgende functies mogelijk
nieuw opstarten:
– de displayparameters (datum, tijd, taal,
afstand en temperatuureenheden);
– de zenders van het audiosysteem;
– de centrale vergrendeling.
Sommige instellingen worden geannuleerd
en moeten opnieuw worden ingevoerd; neem
contact op met een CITROËN-dealer.
Als het voertuig is voorzien van een tachograaf
of alarm, dan raden wij aan om de minklem (-)
van de accu (links onder de vloer in de cabine)
los te koppelen als het voertuig langer dan 5
dagen niet wordt gebruikt.
De motor met een hulpaccu
en startkabels starten
Start de motor nooit als er een acculader
is aangesloten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of
hoger.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12 V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de ontladen accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide voertuigen uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor
(ventilator, aandrijfriem enz.) bevinden.
Maak de plusklem (+) niet los bij draaiende
motor.
A. Positieve metalen klem van uw voertuig
B. Hulpaccu
C. Massapunt van uw voertuig
De positieve metalen klem A is toegankelijk via
een klep op de zijkant van de zekeringkast.
Alleen aansluiten op de aangegeven klemmen en zoals hierboven afgebeeld.
Wanneer dit niet wordt aangehouden, bestaat
er kans op kortsluiting!
► Sluit de rode kabel aan op de metalen klem
A, daarna op klem (+) van de hulpaccu B.
► Sluit een uiteinde van de groene of zwarte
kabel aan op de negatieve (-) pool van de
hulpaccu B.
► Sluit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van uw
voertuig.
► Stel de startmotor in werking en laat de motor
draaien.
► Wacht totdat de motor stationair draait en
haal dan de kabels los.
Laden met behulp van een
acculader
► Toegang tot de accu, linksvoor onder de
vloer.
► Maak de accukabels los.
► Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de
acculader.
► Sluit de accukabels weer aan, te beginnen
met de negatieve klem (-).
► Controleer of de klemmen schoon zijn.
Als ze zijn bedekt met sulfaat (witte of groene
afzetting), verwijder ze en maak ze schoon.
Page 132 of 196

130
In geval van pech
Uw voertuig slepen
Het afneembare sleepoog bevindt zich in de
gereedschapskist onder de passagiersstoel voor.
► Haal de afdekking los met een plat
gereedschap.
► Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
Laad de accu uitsluitend op in een goed
geventileerde ruimte, ver van open vuur
of andere bronnen van vonken, om elk risico
van brand- of explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer een bevroren accu niet op te laden;
deze moet eerst worden ontdooid om de
kans op explosies te vermijden. Als de accu
is bevroren voordat u deze oplaadt, laat de
accu dan nakijken door een specialist; deze
controleert of de componenten binnenin niet
zijn beschadigd en er geen barsten in de
behuizing zitten, omdat de kans op lekkage
van het giftige en corroderende zuur bestaat.
Laad de accu langzaam ongeveer maximaal
24 uur bij een lage stroomsterkte op om
schade aan de accu te voorkomen.
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12 V-loodaccu is gebruikt die alleen
door een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats mag worden
losgekoppeld en/of vervangen.
Wanneer een CITROËN-dealer of
gekwalificeerde werkplaats de accu heeft
teruggeplaatst, werkt het Stop &
Start-systeem pas weer als het voertuig
langere tijd achter elkaar heeft stilgestaan;
hoe lang dit duurt, is afhankelijk van
temperatuur en de laadtoestand van de accu
(kan tot ongeveer 8 uur duren).
Slepen
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
kabels, touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem- en
stuurbekrachtiging niet.
Neem contact op met een
professioneel bergingsbedrijf:
– Als de auto is gestrand op de autosnelweg
of autoweg.
– Als het niet mogelijk is de versnellingsbak
in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de parkeerrem vrij te zetten.
– Als het bij een auto met automatische
transmissie niet mogelijk is om deze te slepen
met draaiende motor.
– Bij het slepen met slechts twee wielen op
de grond.
– Bij auto's met vierwielaandrijving.
– Bij het ontbreken van een goedgekeurde
sleepstang.
Page 133 of 196
131
In geval van pech
8Beperkingen bij slepen
Type auto
(motor / versnellingsbak)
versnellingsbak Voorwielen op de grond
Achterwielen op de grondDieplader4 wielen op de grond met
sleepstang
Interne verbranding /
Handmatig
Uw voertuig slepen
Het afneembare sleepoog bevindt zich in de
gereedschapskist onder de passagiersstoel voor.
► Haal de afdekking los met een plat
gereedschap.
► Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
► Bevestig de goedgekeurde trekhaakkogel op
het afneembare sleepoog.
► Zet de hendel in neutraal.
Als u dit niet doet, is het mogelijk dat
bepaalde onderdelen van het
remsysteem beschadigd raken en dat de
rembekrachtiger na het starten niet meer
werkt.
Een ander voertuig slepen
Het vaast sleepoog bevindt zich rechts onder de
bumper.
► Bevestig de goedgekeurde trekhaakkogel op
het vaste oog.
Page 134 of 196

132
Technische gegevens
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
Motor
De technische gegevens van de motor van uw
auto staan vermeld op het kentekenbewijs en in
de commerciële documentatie.
Het maximumvermogen komt overeen
met de op de testbank gehomologeerde
waarde, onder de omstandigheden die zijn
vastgelegd in de Europese regelgeving
(richtlijn 1999/99/EG).
Raadpleeg voor meer informatie het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Gewichten en
aanhangergewichten
De gewichten en aanhangergewichten van de
auto staan vermeld op het kentekenbewijs van
uw auto en in de commerciële documentatie.
U vindt deze waarden ook op het
constructeursplaatje.
Raadpleeg voor meer informatie het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het maximaal toegestane treingewicht (GTW) en
de aanhangergewichten gelden tot een hoogte
van maximaal 1000 meter. Het opgegeven
aanhangergewicht dient voor elke extra 1000
meter met 10% te worden verminderd.
De aanbevolen kogeldruk is het gewicht dat op
de trekhaakkogel mag rusten.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de
prestaties van de auto worden beperkt
om de motor te beschermen. Als de
buitentemperatuur meer dan 37°C bedraagt,
moet het aanhangergewicht worden verlaagd.
Het trekken van een aanhanger kan ook
bij een licht beladen auto een negatieve
invloed op de wegligging hebben.
De remweg neemt toe als de auto een
aanhanger trekt.
Rijd bij het trekken van een aanhanger nooit
sneller dan 100 km/h (houd u aan de ter
plaatse geldende regels).
Dieselmotoren
Euro 6.2-dieselmotoren
Motoren 2.2 BlueHDi 120 S&S2.2 BlueHDi 140 S&S2.2 BlueHDi 165 S&S
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cc) 2.1972.1972.197
Max. vermogen - EC-norm (kW) 88103121
Brandstof DieselDieselDiesel
Euro 6.1-dieselmotoren
Motoren 2.0 BlueHDi 110
2.0 BlueHDi 110 S&S 2.0 BlueHDi 130
2.0 BlueHDi 130 S&S 2.0 BlueHDi 160
2.0 BlueHDi 160 S&S
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6)
Motoren2.0 BlueHDi 110
2.0 BlueHDi 110 S&S 2.0 BlueHDi 130
2.0 BlueHDi 130 S&S 2.0 BlueHDi 160
2.0 BlueHDi 160 S&S
Cilinderinhoud (cc) 1.9971.9971.997
Max. vermogen - EC-norm (kW) 8196120
Brandstof DieselDieselDiesel
Euro 4- / Euro 5-dieselmotoren
(Afhankelijk van het land waar de auto is verkocht)
Motoren 2.2 HDi 1102.2 HDi 130
2.2 e-HDi 130 2.2 HDi 150
2.2 e-HDi 150 3 HDi 180
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cc) 2.1982.1982.1982.999
Max. vermogen - EC-norm (kW) 819611 0130
Brandstof DieselDieselDieselDiesel
Gewichten en aanhangergewichten
In deze tabellen staan de goedgekeurde gewichten (in kg) volgens de afmetingen en aanduidingen van het voertuig.
Minibus
Afmetingen AanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewicht Aanhanger ongeremd
Maximale kogeldruk
L3 H2 4404.005XX
L4 H2 4424.250XX
Page 135 of 196
133
Technische gegevens
9Motoren2.0 BlueHDi 110
2.0 BlueHDi 110 S&S 2.0 BlueHDi 130
2.0 BlueHDi 130 S&S 2.0 BlueHDi 160
2.0 BlueHDi 160 S&S
Cilinderinhoud (cc) 1.9971.9971.997
Max. vermogen - EC-norm (kW) 8196120
Brandstof DieselDieselDiesel
Euro 4- / Euro 5-dieselmotoren
(Afhankelijk van het land waar de auto is verkocht)
Motoren 2.2 HDi 1102.2 HDi 130
2.2 e-HDi 130 2.2 HDi 150
2.2 e-HDi 150 3 HDi 180
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cc) 2.1982.1982.1982.999
Max. vermogen - EC-norm (kW) 819611 0130
Brandstof DieselDieselDieselDiesel
Gewichten en aanhangergewichten
In deze tabellen staan de goedgekeurde gewichten (in kg) volgens de afmetingen en aanduidingen van het voertuig.
Minibus
Afmetingen AanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewicht Aanhanger ongeremd
Maximale kogeldruk
L3 H2 4404.005XX
L4 H2 4424.250XX
Page 136 of 196
134
Technische gegevens
Voor de Combi-uitvoeringen is het maximale gewicht voor aanhanger geremd (binnen de limiet van het maximaal brutovoertuiggewicht), op een helling
van 10% of 12%: 2.500 kg.
Combi met 5-6 zitplaatsen
Afmetingen AanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewicht Aanhanger ongeremd
Maximale kogeldruk
L1 H1 303.000750150*/100**
33 3.300750150*/100**
L2 H2 333.300750150*/100**
435 3.500750150*/120**
Combi met 7-8-9 zitplaatsen
Afmetingen AanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewicht Aanhanger ongeremd
Maximale kogeldruk
L1 H1 303.150750150*/100**
L2 H2 333.300750150*/100**
* Alleen Euro 6.2.
** Behalve Euro 6.2.