Page 17 of 196
15
Instrumentenpaneel
1
Menu...
Druk
op... Submenu...
Druk
op... Select...
Bevestigen en
afsluiten Hiermee kunt u ...
4 Activation of “Trip
B” (rit B activeren)
AAN Een tweede afstand voor "Rit
B" weergeven.
OFF
5 Traffic sign
(verkeersbord)
AAN De verkeersbordherkenning
activeren/deactiveren.
OFF
6 Time setting (tijd
instellen)
Uren / Minuten Verhogen De klok instellen.
Verlagen
Formaat 24De weergavemodus van de
klok kiezen.
12
7 Date setting
(datum instellen)
Jaar / Maand / Dag Verhogen De datum instellen.
Verlagen
Menu…
Druk
op... Submenu...
Druk
op... Select...
Bevestigen en
afsluiten Hiermee kunt u ...
8 Autoclose
AAN Automatisch sluiten van de
portieren/deuren bij een
snelheid hoger dan 20 km/u
activeren/deactiveren.
OFF
Page 18 of 196
16
Instrumentenpaneel
Menu…
Druk
op... Submenu...
Druk
op... Select...
Bevestigen en
afsluiten Hiermee kunt u ...
9 Unit (eenheid)
Afstand km De eenheid voor weergave
van de afstand kiezen.
mijl
Verbruik
km/l
De eenheid voor weergave
van het gebruik kiezen.
l/100km
Temperatuur
°C
De eenheid voor weergave
van de temperatuur kiezen.
°F
Bandenspanning. psi De eenheden voor
de weergave van de
bandenspanning selecteren.
bar
kPa
10 Languages
(talen)
Lijst met
beschikbare
talen De taal voor het display
selecteren.
11 Volume of
announcements
(Buzz) (Volume van
meldingen (zoemer))
VerhogenHet volume van meldingen
of het geluidssignalen voor
waarschuwingen verhogen/
verlagen.
Verlagen
Page 19 of 196
17
Instrumentenpaneel
1
Menu…
Druk
op... Submenu...
Druk
op... Select...
Bevestigen en
afsluiten Hiermee kunt u ...
12 Service (service)
Service (km/mijl
tot onderhouds -
beurt) Het resterende aantal
kilometer / mijl tot de
volgende onderhoudsbeurt
weergegeven.
Olie verversen
(km/mijlen tot
olie verversen) Het resterende aantal mijl
/ kilometer tot de volgende
keer olie verversen
weergegeven.
13 Daytime
running lamps
(dagrijverlichting)
AAN De dagrijverlichting in-/
uitschakelen.
OFF
14 Automatic main
beam headlamps
(automatisch groot
licht)
AAN Het automatische groot licht
in-/uitschakelen.
OFF
15 Passenger airbag
(P BAG) (airbag aan
passagierszijde (P
BAG))
AAN Ja De airbag aan
passagierszijde in-/
uitschakelen.
Nee
OFF Ja De airbag aan
passagierszijde
uitschakelen.
Nee
Page 20 of 196
18
Instrumentenpaneel
Menu…
Druk
op... Submenu...
Druk
op... Select...
Bevestigen en
afsluiten Hiermee kunt u ...
16 Blind spot (dode
hoek)
OFF De parameters van het
dodehoekbewakingssysteem
instellen.
Visueel
Visueel en
geluidssignaal
Max
Auto
17Active Safety
Brake
AAN De functie in-/uitschakelen.
OFF
18 Exit menu (menu
afsluiten)
Het menu afsluiten.
Met de pijl omlaag gaat u
terug naar het eerste menu.
Page 21 of 196

19
Instrumentenpaneel
1Audio- en telematicasysteem op het
touchscreen
Met het bedieningspaneel voor het
audiosysteem op het midden van het dashboard
kunnen menu's worden geopend om bepaalde
uitrusting aan te passen.
De bijbehorende informatie wordt op het display
op het touchscreen weergegeven.
De informatie is beschikbaar in 9 talen: Duits,
Engels, Spaans, Frans, Italiaans, Nederlands,
Pools, Portugees en Turks.
Vanwege de veiligheid kunnen sommige menu's
alleen worden geopend als het contact is
uitgeschakeld.
Biedt toegang tot het menu "Settings"
(Instellingen).
Hiermee kunt u omhoog in een menu
bladeren of een waarde verhogen.
Hiermee kunt u omlaag in een menu
bladeren of een waarde verlagen.
Menu "Instellingen"
1. "Weergave"
2. "Gesproken commando's"
3. "Tijd en datum"
4. "Veiligheid/Assistentie"
5. "Verlichting"
6. "Portieren & vergrendeling"
7. "Audio"
8. "Telefoon/Bluetooth"
9. "Radio-instelling"
10. "Herstel instellingen" om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
11 . "Delete pers. data" (persoonsgegevens
wissen) om al uw persoonlijke gegevens
met betrekking tot de Bluetooth-apparatuur
uit het audiosysteem te wissen.
Zie de betreffende hoofdstukken voor
meer informatie over de audio, telefoon,
radio en navigatie.
De instellingen in de submenu's 4, 5 en 6
zijn afhankelijk van de uitrusting in het
voertuig.
In het submenu "Display" (Display) kunt u het
volgende doen: –
"Languages" (Talen) selecteren en een van de
hierboven genoemde talen kiezen,
– "Unit of Measurement" (Maateenheid)
selecteren en het verbruik (mijl/gallon, l/100 km),
afstanden (mijl, km) en temperatuur (°F, °C)
instellen,
– "Trip B display" (Weergave traject B)
selecteren om traject B van de boordcomputer in
of uit te schakelen (aan, uit).
In het submenu "Safety/Assistance" (Veiligheid/
Assistentie) kunt u het volgende doen:
– "Parkview Camera" (Parkview-camera)
en daarna de "Reversing camera"
(Achteruitrijcamera) selecteren om deze in of uit
te schakelen (On, Off),
– "Parkview camera" (Parkview-camera), daarna
"Vertraging camera" (Camera delay) selecteren
om het display 10 seconden vast te houden of
tot 18 km/u in of uit te schakelen) (aan, uit),
– "Traffic Sign" (Verkeersbord) selecteren om
deze in of uit te schakelen (aan, uit),
– "Passenger airbag" (Passagiersairbag)
selecteren om deze in of uit te schakelen (aan,
uit).
In het submenu "Lights" (Verlichting) kunt u het
volgende doen:
– "Daytime running lamps" (Dagrijverlichting)
selecteren om deze in of uit te schakelen (aan,
uit),
– "Auto. main beam headlamps" (Automatisch
groot licht) om deze functie in of uit te schakelen
(aan, uit),
Page 22 of 196

20
Instrumentenpaneel
– "Headlamp sensor" (Koplampsensor)
selecteren om de gevoeligheid aan te passen
(1, 2, 3).
In het submenu "Doors & locking" (Portieren &
vergrendeling) kunt u het volgende doen:
– "Autoclose" (Automatische sluiten) selecteren
om deze functie in of uit te schakelen (aan, uit).
Datum en tijd instellen
Met het bedieningspaneel MODE
► Druk op de toets "MODE".
► Selecteer het menu "Time setting" (Tijd
instellen) om het formaat voor de tijd en datum
(24 uur of 12 uur) in te stellen of het menu "Date
setting" (Datum instellen) om de dag, maand en
jaar in te stellen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de configuratie van het
voertuig (MODE).
Het audio- en telematicasysteem op het
touchscreen gebruiken
In het submenu "Clock and Date" (Klok en
datum) kunt u:
► "Time setting and format" (Tijd en formaat
instellen) selecteren om de uren, minuten en
seconden in te stellen en het formaat (24 uur, 12
uur met am of pm) te kiezen.
► "Date setting" (Datum instellen) selecteren
om dag, maand en jaar in te stellen.
Als u de tijd handmatig wilt instellen, moet "Time Synchro" (Tijd
synchroniseren) worden uitgeschakeld (uit).
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit ( actieradius,
actueel brandstofverbruik, gemiddeld
brandstofverbruik enz.).
► Druk op de toets TRIP op het uiteinde van
de ruitenwisserhendel voor toegang tot de
informatie van de boordcomputer.
Actieradius
Dit is de afstand die u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt afleggen, afhankelijk
van het gemiddelde verbruik over de laatste
afgelegde kilometers.
Afstand A
Dit is de afstand die is afgelegd sinds de laatste
keer dat de waarde in de boordcomputer op nul
is gezet.
Gemiddeld verbruik A Dit is het gemiddelde verbruik sinds de laatste
keer dat de waarde in de boordcomputer op nul
is gezet.
Huidig verbruik A
Dit is het gemiddelde verbruik van de laatste
seconden.
Gemiddelde snelheid A
Dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste
keer dat de waarde in de boordcomputer op nul
is gezet (met het contact ingeschakeld).
Duur rit A
Dit is de totale tijd sinds de laatste keer dat de
waarde in de boordcomputer op nul is gezet.
Als TRIP B is geactiveerd in het menu MODE:
– Afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Duur rit B
Tachograaf
Als uw voertuig is voorzien van dit systeem, dan
worden alle gegevens over het voertuig op dit
apparaat en op een geplaatste geheugenkaart
opgeslagen.
Bijvoorbeeld aan het begin van elke rit of
schakelen.
Page 23 of 196
21
Instrumentenpaneel
1Wanneer er een geheugenkaart is geplaatst, dan
kunnen alle gegevens:
– Op het scherm van de tachograaf worden
weergegeven;
– Worden afgedrukt;
– Via een interface naar externe opslagmedia
worden overgebracht.
Zie voor meer informatie de documentatie van
de fabrikant van de tachograaf.
Als uw voertuig is voorzien van een tachograaf, dan raden wij u aan om de
minklem (-) van de accu (onder de vloer links
in de cabine) los te koppelen wanneer het
voertuig langer dan 5 dagen stilstaat.
Page 24 of 196

22
Toegang tot de auto
Legenda
Met de sleutel kunt u de sloten van de auto
vergrendelen en ontgrendelen, de tankdop
openen en sluiten en de motor starten en
afzetten.
Afstandsbediening met 2 knoppen
Centrale ontgrendeling
Druk op deze knop om gelijktijdig alle
portieren en deuren van de auto te
ontgrendelen.
De plafonnier gaat kort branden en de
richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Als u op deze knop drukt, wordt het alarm (indien
aanwezig) uitgeschakeld.
Het verklikkerlampje van de knop van de
centrale vergrendeling op het dashboard gaat
uit.
Centrale vergrendeling
Wanneer u op deze knop drukt, kunt u
alle portieren/deuren van het voertuig
tegelijkertijd vergrendelen.
Als een van de portieren/deuren open is of
niet goed is gesloten, dan werkt de centrale
vergrendeling niet.
De richtingaanwijzers knipperen één keer.
Als uw voertuig met een alarm is uitgerust, dan
kunt u het alarm inschakelen door op deze knop
te drukken.
Het controlelampje van de centrale vergrendeling
gaat branden en daarna knipperen.
Afstandsbediening met 3 knoppen
Ontgrendelen van de cabine
Druk op deze knop om de cabine van uw
auto te ontgrendelen.
De plafonnier gaat kort branden en de
richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Het verklikkerlampje van de knop van de
centrale vergrendeling op het dashboard gaat
uit.
Ontgrendelen van de
laadruimte
Druk op deze knop om de schuifdeur en
de achterdeuren van de laadruimte te
ontgrendelen.
De richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Als u op deze knop drukt, wordt het alarm (indien
aanwezig) uitgeschakeld.
Centrale vergrendeling
Wanneer u op de knop drukt, kunt u alle
portieren/deuren van uw voertuig, cabine
en laadruimte vergrendelen.
Als een van de portieren/deuren open is of
niet goed is gesloten, dan werkt de centrale
vergrendeling niet.
De richtingaanwijzers knipperen één keer.
Als uw voertuig met een alarm is uitgerust, dan
kunt u het alarm inschakelen door op deze knop
te drukken.
Het controlelampje van de centrale vergrendeling
gaat branden en daarna knipperen.
De sleutel in-/uitklappen
► Druk op deze knop om de sleutel uit of
in te klappen.
Wanneer u deze knop niet indrukt, kan
de afstandsbediening beschadigd raken.