Page 25 of 380

OPMERKING:
• Als er sprake is van een storing in de motor
of het brandstofpeil te laag is, slaat de
motor aan en vervolgens binnen 10 secon-
den weer af.
• De parkeerlichten gaan branden en blijven
tijdens de modus starten met afstandsbe-
diening branden.
• Om veiligheidsredenen, kunnen de elek-
trisch bedienbare ramen en het zonnedak
(indien aanwezig) niet worden bediend
wanneer de modus starten met afstandsbe-
diening actief is.
• De motor kan tweemaal achter elkaar met
de sleutelhouder worden gestart. Voordat u
de startprocedure een derde keer kunt her-
halen moet u echter het contact in en uit
schakelen door twee keer op de START/
STOP-knop te drukken (of het contactslot
eerst in de stand ON/RUN te zetten).ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het alarmsysteem bewaakt de portieren, mo-
torkap, achterklep en het Keyless Enter-N-Go
contact tegen bediening door onbevoegden.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, zijn de
schakelaars van de portiersloten en de ach-
terklep in het interieur uitgeschakeld. Als het
alarm afgaat, geeft het alarmsysteem de vol-
gende geluids- en lichtsignalen:
• De claxon klinkt.
• De richtingaanwijzers knipperen.
• Het controlelampje van het alarmsysteem
in de instrumentengroep knippert.
Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg ervoor dat het contact van het voer-
tuig in de stand "OFF" staat.• Als uw voertuig is uitgerust met
Keyless Entry (portierontgrendeling),
dient u ervoor te zorgen dat het bijbe-
horende ontstekingssysteem zonder
sleutel op OFF is gezet.
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
• Druk op de vergrendeltoets op de scha-
kelaar voor de centrale portiervergren-
deling in het interieur terwijl het
bestuurders- en/of passagiersportier is
geopend.
• Druk op de vergrendeltoets op de Pas-
sive Entry-handgreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt.
Raadpleeg de paragraaf "Portieren" in
het hoofdstuk "Uw voertuig leren ken-
nen" in uw instructieboekje voor meer
informatie.
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
23
Page 26 of 380

Alarm uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry-portiergreep om het
portier te ontgrendelen, raadpleeg de para-
graaf "Portieren" in het hoofdstuk "Uw voer-
tuig leren kennen" in uw instructieboekje
voor meer informatie.
• Zet het contact uit de stand OFF om het
systeem te deactiveren.
OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop op
de sleutelhouder.
• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat het
alarm af.• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen. Er zijn echter omstandigheden
die een ongewenst alarm kunnen veroorza-
ken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem worden in-
geschakeld, ongeacht of u zich in het voer-
tuig bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
zitten en vervolgens een portier opent, gaat
het alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm-
systeem actief nadat de accu weer is aange-
sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het alarm-
systeem uit.
PORTIEREN
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
Het Passive Entry systeem is een uitbreiding
van het afstandsbedieningsysteem van het
voertuig en is een functie van Keyless Enter-
N-Go — Passive Entry. Met deze functie kunt
u de portieren en de brandstofvulklep van het
voertuig vergrendelen en ontgrendelen zon-
der dat u op de vergrendel- en ontgrendel-
knoppen van de sleutelhouder hoeft te druk-
ken.
OPMERKING:
• Passive Entry kan geprogrammeerd worden
in de standen ON/OFF (aan/uit). Raadpleeg
de paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" in het instruc-
tieboekje voor meer informatie.
• Als u handschoenen draagt of als de por-
tiergreep met Passive Entry is natgeregend
of -gesneeuwd, is het mogelijk dat de ver-
grendeling minder gevoelig wordt en daar-
door langzamer reageert.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
24
Page 27 of 380

• Als de auto wordt ontgrendeld met Passive
Entry en er binnen 60 seconden geen por-
tier wordt geopend, worden de portieren
weer vergrendeld en het alarmsysteem, in-
dien aanwezig, ingeschakeld.
• De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden door het Passive Entry-systeem
van het voertuig wanneer deze zich naast
een mobiele telefoon, laptop of andere
elektronische apparaten bevindt. Deze ap-
paraten kunnen het draadloze signaal van
de sleutelhouder blokkeren, waardoor de
Passive Entry-greep het voertuig niet kan
vergrendelen en ontgrendelen.
• Passive Entry activeert verlichting bij nade-
ring gedurende de door de klant ingestelde
tijd (0, 30, 60 of 90 seconden) en knippert
de richtingaanwijzers. Raadpleeg de para-
graaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in het instructie-
boekje voor meer informatieOntgrendelen vanaf de bestuurderszijde
Houd een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 1,5 m (5 ft) van de handgreep
van het bestuurdersportier en pak deze hand-
greep vast om het bestuurdersportier auto-
matisch te ontgrendelen.OPMERKING:
Als "alle portieren ontgrendelen met eerste
druk op de ontgrendelknop" is geprogram-
meerd, worden alle portieren ontgrendeld
wanneer u de handgreep van het bestuur-
dersportier vastpakt. Raadpleeg de paragraaf
"Instellingen van Uconnect" in het hoofdstuk
"Multimedia" in het instructieboekje voor
meer informatie over de keuze tussen "be-
stuurdersportier ontgrendelen met eerste
druk op de ontgrendelknop" en "alle portieren
ontgrendelen met eerste druk op de ontgren-
delknop".
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde
Houd een bijbehorende sleutelhouder met
Passive Entry op minder dan 1,5 m (5 ft) van
de handgreep van het voorste passagierspor-
tier en pak deze handgreep vast om alle vier
de portieren en de achterklep automatisch te
ontgrendelen.
Pak de portiergreep vast om te
ontgrendelen
25
Page 28 of 380

OPMERKING:
Alle portieren worden ontgrendeld wanneer
de handgreep van het voorste passagierspor-
tier wordt vastgepakt, ongeacht de voorkeurs-
instelling van de portierontgrendeling ("Un-
lock Driver Door 1st press"
(bestuurdersportier ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop) of "Unlock All
Doors On 1st Press" (alle portieren ontgren-
delen met één druk op de ontgrendelknop)).
Voorkomen dat de sleutelhouder met Passive
Entry per ongeluk in de auto wordt ingesloten
(FOBIK-Safe)
Om te voorkomen dat een sleutelhouder met
Passive Entry per ongeluk wordt ingesloten in
de auto, is het Passive Entry-systeem uitge-
rust met een automatische portierontgrende-
lingsfunctie, die in werking treedt wanneer
de contactschakelaar in de stand OFF staat.FOBIK-Safe wordt alleen uitgevoerd in voer-
tuigen met Passive Entry. Er zijn drie situa-
ties waarin FOBIK-Safe wordt uitgevoerd in
een voertuig met Passive Entry:
• Als een portier niet geheel is gesloten,
wordt een vergrendelverzoek gedaan door
een geldige sleutelhouder met Passive En-
try.
• Als een portier niet geheel is gesloten,
wordt een vergrendelverzoek gedaan door
de portiergreep met Passive Entry.
• Als het portier niet geheel is gesloten, wordt
een vergrendelverzoek gedaan door de
schakelaar in het portierpaneel.
Als een van deze situaties zich voordoet,
nadat alle geopende portieren zijn gesloten,
wordt FOBIK-Safe uitgevoerd. Als het een
sleutelhouder met Passive Entry in het voer-
tuig detecteert, wordt het voertuig ontgren-
deld en de bestuurder gewaarschuwd.OPMERKING:
De portieren worden alleen ontgrendeld als
een geldige sleutelhouder met Passive Entry
in het voertuig is gedetecteerd. De portieren
worden niet ontgrendeld onder de volgende
omstandigheden:
• De portieren zijn handmatig vergrendeld
met de portiervergrendelknoppen.
• U heeft drie keer geprobeerd de portieren te
vergrendelen met de schakelaar in het
bekledingspaneel en vervolgens de portie-
ren te sluiten.
• Als de achterklep wordt geopend en vervol-
gens alle 4 portieren worden vergrendeld,
wordt de sleutelhouder vergrendeld in het
voertuig als de achterklep gesloten wordt
en wordt de klant niet gewaarschuwd.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
26
Page 29 of 380

Achterklep ontgrendelen/openen
Met een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 1,5 m (5 ft) van de achterklep
drukt u op de elektronische ontgrendelknop
van de achterklep die zich aan de linkerkant
van de ontgrendelingshendel van de achter-
klep bevindt, om deze in één vloeiende bewe-
ging te openen.
Achterklep vergrendelen
OPMERKING:
Neem altijd de sleutel mee zodra een portier
of de achterklep is vergrendeld om te voorko-
men dat de sleutelhouder in de auto wordt
opgesloten. Als de sleutel in de auto is opge-
sloten, kan hij weer teruggekregen worden
met de meegeleverde tweede sleutelhouder.
Met een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 1,5 m (5 ft) van de achterklep
drukt u op de elektronische ontgrendelknop,
die zich rechts naast de ontgrendelingshen-
del van de achterklep bevindt.OPMERKING:
Met de Passive Entry vergrendelknop van de
achterklep worden alle portieren en de ach-
terklep vergrendeld.Portieren en achterklep van de auto vergrende-
len
Houd één van de sleutelhouders met Passive
Entry van het voertuig binnen 1,5 m (5 ft) van
de handgreep van het bestuurders- of passa-
giersportier en druk op de vergrendeltoets
met Passive Entry op de portiergreep aan de
buitenkant.
Achterklep met Passive Entry / locatie
ontgrendelingshendel
1 — Toets Passive Entry
2 — Ontgrendelingshendel achterklep
Druk op de knop om de portierkruk te
vergrendelen
27
Page 30 of 380

OPMERKING:
Pak de portiergreep NIET vast wanneer u op
de vergrendelknop van de handgreep drukt.
Dit kan de portier(en) ontgrendelen.OPMERKING:
• Nadat u de portiergreepknop hebt inge-
drukt, dient u twee seconden te wachten
voordat u de portieren kunt vergrendelen of
ontgrendelen met een Passive Entry-
portiergreep. Op deze wijze kunt u door aan
de portiergreep te trekken controleren of de
auto is afgesloten, zonder dat de auto rea-
geert en de portieren ontgrendelt.
• Als Passive Entry is uitgeschakeld via het
Uconnect systeem, blijft de toetsbeveili-
ging zoals beschreven in "Voorkomen dat de
sleutelhouder met Passive Entry per onge-
luk in het voertuig wordt ingesloten" actief/
functioneel.
• Het Passive Entry-systeem werkt niet als de
batterij van de sleutelhouder leeg is.
De portieren kunnen ook worden vergrendeld
met de vergrendelknop aan de binnenzijde
van de portieren.De portieren vergrendelen met een of
meer portieren open
Als op de schakelaar van de centrale portier-
vergrendeling is gedrukt terwijl het contact in
ACC of ON/RUN staat en het bestuurderspor-
tier is open, worden de portieren niet vergren-
deld.
STOELEN
De stoelen vormen een belangrijk onderdeel
van het beveiligingssysteem voor inzittenden
van de auto.
WAARSCHUWING!
• Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
personen te vervoeren in de laadruimte.
Bij een ongeval lopen personen in deze
ruimte een groter risico op ernstig of
dodelijk letsel.
• Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen
en veiligheidsgordels. Bij een ongeval
lopen personen in deze ruimte een gro-
ter risico op ernstig of dodelijk letsel.
Pak de portiergreep NIET vast tijdens het
vergrendelen
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
28
Page 31 of 380

WAARSCHUWING!
• Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel
zit en op de juiste wijze de veiligheids-
gordel draagt.
Handmatig verstellen (achterbank)
WAARSCHUWING!
Stapel bagage of lading niet hoger op dan
tot aan de bovenrand van de rugleuning.
Anders kan het zicht naar achteren worden
belemmerd of kunnen voorwerpen worden
gekatapulteerd bij een noodstop of een
ongeval.
60/40-gedeelde achterbank met neerklap-
functie
Om extra bagageruimte te creëren kan de
elke achterstoel worden neergeklapt. Hier-
door ontstaat er meer bagageruimte en is er
toch nog zitruimte beschikbaar achterin.OPMERKING:
Voordat u de achterbank neerklapt, moet u
wellicht de voorstoel in de stand halverwege
de glijrails zetten. Controleer ook of de rug-
leuning van de voorstoelen helemaal rechtop
is gezet en dat de stoelen naar voren zijn
geplaatst. Zo kan de achterbank probleem-
loos worden neergeklapt.
60/40 verschuifbare achterbank
1 — Hendel omhoogzetten om in te
klappen
2 — Aan lus trekken om te verstellen
3 — Stang optillen om naar voren/
achteren te verstellen
Hendel voor ontgrendelen vaste
achterbank
29
Page 32 of 380

WAARSCHUWING!
• Het is zeer gevaarlijk om tijdens het
rijden personen te vervoeren in de laad-
ruimte. Bij een ongeval lopen personen
in deze ruimte een groter risico op ern-
stig of dodelijk letsel.
• Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen
en veiligheidsgordels.
• Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel
zit en op de juiste wijze de veiligheids-
gordel draagt.
De achterbank neerklappen
1. Til de ontgrendelhendel van de rugleuning
die zich bevindt aan de bovenste buiten-
rand van de bank, omhoog. Als uw auto is
uitgerust met een verschuifbare achter-
bank, kunt u ook aan de treklus trekken,
die zich bevindt op de middelste buiten-
rand van de bank.
2. Klap de rugleuning van de achterbank
helemaal naar voren.OPMERKING:
Als de achterbank langdurig opgeklapt blijft,
kan dit leiden tot vervorming van het zitkus-
sen door de gespen van de veiligheidsgordels.
Dit is normaal en wanneer de achterbank
weer recht is gezet, neemt het zitkussen na
verloop van tijd weer zijn gewone vorm aan.
Achterbank recht klappen
OPMERKING:
Wanneer inferentie van de laadruimte ervoor
zorgt dat de rugleuning niet volledig kan
vergrendelen, zult u problemen ondervinden
om de stoel weer terug te zetten in zijn
normale stand.
Klap de rugleuning van de achterbank recht
en zet hem vast.
WAARSCHUWING!
Controleer of de rugleuning stevig is ver-
grendeld. Als de rugleuning niet goed is
vergrendeld, biedt de zitting onvoldoende
stabiliteit voor kinderzitjes en/of passa-
giers. Een instabiele zitting kan leiden tot
ernstig letsel.
Geheugenstoel — indien aanwezig
Met de geheugenfunctie voor de stoel kunt u
twee verschillende standen voor de bestuur-
dersstoel, de buitenspiegel aan de bestuur-
derszijde en voorkeurzenders van de radio
opslaan. De knoppen voor het stoelgeheugen
bevinden zich op het bestuurdersportier.
Schakelaar geheugenfunctie bestuurder
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
30