Page 57 of 324

55
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw de hendel omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
F
T
rek aan de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Spiegels
Buitenspiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in kleine ruimtes.
Ontwasemen – ontdooien
Het ontwasemen/ontdooien van de
buitenspiegels kunt u inschakelen
door bij draaiende motor op de toets
van de achterruitver warming te
drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het ontwasemen en
ontdooien van de achterruit .
Afstellen
F Beweeg de schakelaar A naar rechts of
links om de desbetreffende buitenspiegel te
selecteren.
F
B
eweeg de schakelaar B in de vier
richtingen om de spiegel af te stellen.
F
Ze
t de schakelaar A weer in de
middenstand.
Uit veiligheidsover wegingen moet u de
spiegels zo afstellen dat de dode hoek
minimaal is.
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Inklappen
F Van buitenaf: vergrendel de auto met de elektronische sleutel of met het "Keyless
entry and start"-systeem.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de middelste
stand naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van de
schakelaar A , worden ze niet automatisch uitgeklapt als
de auto wordt ontgrendeld. Trek nogmaals de schakelaar
A naar achteren om de buitenspiegels uit te klappen.
Uitklappen
F Van buitenaf: ontgrendel de auto met de elektronische sleutel of met het "Keyless
entry and start"-systeem.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de middelste
stand naar achteren.
3
Ergonomie en comfort
Page 58 of 324

56
Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels met de afstandsbediening
kan worden uitgeschakeld door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor het spiegelglas
donkerder wordt en de bestuurder minder hinder
onder vindt van bijvoorbeeld de zon en van de
koplampen van achteropkomend verkeer.
Handbediende spiegel
Afstellen
F S tel de spiegel af zoals deze in de dagstand
staat.
Dag-/nachtstand
"Elektrochromatische"
binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal zicht
naar achteren.
Achterbank (Berline)
U kunt de rugleuning van de achterbank
in delen (1/3 -2/3) neerklappen om de
bagageruimte te vergroten. De zitting bestaat
uit één deel en kan niet opgeklapt worden.
Neerklappen van de rugleuning
Bij het neerklappen van de rugleuning
mag de middelste veiligheidsgordel niet
worden vastgemaakt, deze moet plat op
de zitting worden gelegd.
De achterbank heeft een vaste zitting.
Klap om de inhoud van de bagageruimte
te vergroten de rugleuning van de
achterbank neer.
F
T
rek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de spiegel
terug te zetten in de dagstand. F
S
chuif de voorstoel indien nodig naar voren. F
H
oud de desbetreffende buitenste
veiligheidsgordel tegen de rugleuning en
maak deze vast.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand.
F
D
uw op de knop 1 om de rugleuning 2 te
ontgrendelen.
F
K
lap de rugleuning 2 op de zitting 3
.
Ergonomie en comfort
Page 59 of 324

57
Rechtop zetten van de rugleuning
Let erop dat bij het rechtop zetten van
de rugleuning van de achterbank de
veiligheidsgordels niet klem komen te
zitten.
F
Z
et de rugleuning 2 rechtop en vergrendel
deze.
F
C
ontroleer of de rode markering bij de knop
1 niet meer zichtbaar is.
F
M
aak de buitenste veiligheidsgordel los en
plaats deze naast de rugleuning.
Achterbank (SW)
U kunt de rugleuning van de achterbank
(1/3 -2/3) neerklappen om de bagageruimte te
vergroten.
Neerklappen van de achterbank
vanuit de bagageruimte
Elk gedeelte van de achterbank (1/3 of
2/3) is voorzien van een afzonderlijk
ontgrendelingsmechanisme om de rugleuning
vanuit de bagageruimte neer te klappen.
Neerklappen van de achterbank
via het achterportier
F Zorg ervoor dat de rugleuning ongehinderd kan worden neergeklapt (veiligheidsgordels,
...) en er zowel boven als onder de
achterbank niets in de weg zit.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand.
F
T
rek vanuit de bagageruimte aan de
ontgrendeling, zodat de rugleuning op de
zitting kantelt. F
Zo
rg ervoor dat de rugleuning ongehinderd
kan worden neergeklapt en er zowel boven
als onder de achterbank niets in de weg zit.
F
S
chuif de voorstoel indien nodig naar voren.
F
C
ontroleer of de veiligheidsgordel langs de
rand van de rugleuning loopt.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand.
3
Ergonomie en comfort
Page 60 of 324

58
Rechtop zetten van de rugleuning
Let erop dat bij het rechtop zetten van
de rugleuning van de achterbank de
veiligheidsgordels niet klem komen te
zitten en dat de gesphouders op de juiste
plek komen te zitten.
Hoofdsteunen buitenste zitplaatsen achter
De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand
(hoog) en een ingeklapte stand (laag).
De hoofdsteunen kunnen worden verwijderd en
onderling worden uitgewisseld.
F
T
rek de ontgrendeling 1 naar voren, zodat
de rugleuning op de zitting kantelt.
F
Z
et de rugleuning rechtop en vergrendel
deze in deze stand.
F
C
ontroleer of de rode markering bij de knop
1 niet meer zichtbaar is.
F
Z
et de hoofdsteunen in de hoge stand of
plaats ze terug. De middelste hoofdsteun kan niet worden
versteld.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn afgesteld.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F
t
rek de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
F
d
ruk ver volgens de pal A in.
Voorzieningen interieur
1.Gekoeld dashboardkastje met
ventilatieopening.
Ergonomie en comfort
Page 61 of 324

59
2.12V-aansluiting (120 W)
Houd u aan het maximaal toegestane
vermogen om schade aan apparatuur te
voorkomen.
3.USB-aansluiting
4.Bekerhouder (afhankelijk van de uitvoering)
5.Opbergvakken (afhankelijk van de uitvoering)
6.Opbergvak – wegklapbare bekerhouder
Kantel de steun om de bekerhouder te kunnen
gebruiken.
7.Middenarmsteun vóór
8.220V-aansluiting (120 W) of USB-aansluiting
(afhankelijk van de uitvoering)
Houd u aan het maximaal toegestane
vermogen om schade aan apparatuur te
voorkomen.
Matten
Aanbrengen
Wanneer u een nieuwe mat bevestigt aan
bestuurderszijde, gebruik dan uitsluitend de
bevestigingen uit het bijgeleverde zakje.
De overige matten worden gewoon op de
vloerbedekking gelegd.
Verwijderen
Verwijderen van de mat aan de bestuurderszijde:
F z et de stoel in de achterste stand,
F
m
aak de bevestigingen los,
F
v
erwijder vervolgens de mat.
Terugplaatsen
Om te voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
-
G
ebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen;
het gebruik van deze bevestigingen is
verplicht.
-
G
ebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Bij gebruik van niet door PEUGEOT
goedgekeurde matten kunnen de
bediening van de pedalen en de werking
van de snelheidsregelaar/-begrenzer
worden gehinderd.
De door PEUGEOT goedgekeurde matten
zijn voorzien van twee bevestigingen
onder de stoel.
Armsteun vóór
Het deksel van de armsteun is in hoogte- en
lengterichting verstelbaar voor een optimaal
zitcomfort.
Hoogteverstelling
F Beweeg het deksel omhoog tot de gewenste stand (laag, tussenstand of hoog).
F
U k
unt de armsteun lager zetten door hem
eerst in de hoogste stand iets omhoog te
bewegen en vervolgens helemaal omlaag te
bewegen.
Terugplaatsen van de mat aan
bestuurderszijde:
F
l
eg de mat goed op zijn plaats,
F
d
ruk de bevestigingen vast,
F
c
ontroleer of de mat goed vastzit.
In lengterichting verstellen
F Schuif de armsteun zo ver mogelijk naar voren of naar achteren, tot de aanslag.
3
Ergonomie en comfort
Page 62 of 324

60
Openen
12V-aansluitingUSB-aansluitingen
Houd u aan het maximaal toegestane vermogen
om schade aan apparatuur te voorkomen.
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays. Draagbare apparatuur die op de
USB-aansluiting is aangesloten, wordt
automatisch opgeladen.
Tijdens het laden wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik van
de draagbare apparatuur hoger is dan de
door de auto geleverde stroomsterkte.
Raadpleeg voor meer informatie over het
gebruik van deze voorziening de rubriek
Audio en telematica
.
F
B
eweeg de hendel omhoog.
F
T
rek het deksel helemaal open.
F
T
il, wanneer u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120 watt) wilt
aansluiten, het kapje op en sluit een
geschikte adapter aan.
220V/50Hz-aansluiting
Er is een 220V/50Hz-aansluiting (max. vermogen:
120 W) aangebracht in het achterste opbergvak.
Deze aansluiting werkt als de motor draait, maar
ook in de STOP-stand bij auto's met een Stop &
Start-systeem.
Hierop kunt u draagbare apparatuur, zoals
een digitale audiospeler van het type iPod®,
aansluiten.
F
O
pen het opbergvak.
De USB-aansluiting voorin
kan ook
worden gebruikt om een smartphone
via MirrorLink
TM, Android Auto®
of CarPlay® te verbinden, zodat u
bepaalde apps van uw smartphone
via het touchscreen kunt gebruiken.
U kunt deze apps bedienen met de toetsen
op het stuur wiel of de toetsen van het
audiosysteem.
Ergonomie en comfort
Page 63 of 324

61
Bij een storing in de aansluiting gaat het groene
lampje knipperen.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Sluit hoogstens één apparaat op de aansluiting
aan (verlengsnoeren of dubbelstekkers niet
toegestaan).
Sluit alleen apparaten aan die voldoen aan
isolatieklasse II (op het apparaat aangegeven).
Om veiligheidsredenen wordt de stroomtoevoer
naar deze aansluiting bij overbelasting
automatisch onderbroken; dit gebeurt ook als er
andere omstandigheden zijn die daar aanleiding
toe geven (bijzondere weersomstandigheden,
zware belasting van de elektrische installatie van
de auto enz.). Het groene lampje gaat dan uit.
De verschillende aansluitingen zijn,
afhankelijk van de uitvoering van uw auto,
niet beschikbaar, optioneel of standaard.
Middenarmsteun achterSkiluik
Het skiluik kan worden gebruikt voor het ver voeren van lange voor werpen.
Sluit het luik wanneer u het niet meer
gebruikt.
Hoedenplank/bagageafdekking
F Controleer of het groene verklikkerlampje brandt.
F
S
luit uw elektrische apparaat (telefoonlader,
laptop, CD/DVD-speler, flessenwarmer
enz.) aan.
F Klap de middenarmsteun achter omlaag voor een optimaal zitcomfort.
De armsteun is bij bepaalde uitvoeringen voorzien
van bekerhouders. Tevens hebt u, als de armsteun
is neergeklapt, toegang tot het skiluik.
F Druk op de ontgrendelingsknop van het luik.
F L aat het skiluik zakken.
F
S
teek voor werpen vanuit de bagageruimte
door het skiluik.
F
K
lap de middenarmsteun omlaag. Bij bruusk vertragen kunnen op de
bagageafdekking geplaatste voorwerpen
veranderen in gevaarlijke projectielen.
3
Ergonomie en comfort
Page 64 of 324

62
Voorzieningen
bagageruimte (Berline)
1.Hoedenplank
2. Vloerplaat
Til de vloerplaat op om toegang te krijgen
tot de opbergbakken.
3. Opbergbakken met daarin:
-
he
t sleepoog,
-
d
e bandenreparatieset,
-
h
et reser vewiel, afhankelijk van de
uitvoering optioneel of standaard.
4. Sjorogen
5. Riem (afhankelijk van de uitvoering)
Voorzieningen
bagageruimte (SW)
1.Verlichting bagageruimte
2. Schakelaars voor neerklappen zitplaatsen
achter
3. 12V-aansluiting (max. 120
W)
4. Uitneembare opbergbakken
Trek de opbergbakken omhoog om ze los
te maken.
5. Opbergbakken met daarin:
-
he
t sleepoog,
-
d
e bandenreparatieset,
-
h
et reser vewiel, afhankelijk van de
uitvoering optioneel of standaard.
6. Bagageafdekking
(Zie de desbetreffende rubriek). 7.
Ogen voor het bevestigen van een
net (voor het vastzetten van bagage)
(afhankelijk van de uitvoering)
F
P
ak de ogen één voor één en leg ze in de
geleiderail.
F
V
erplaats het oog in de gewenste positie
door op de knop te duwen.
F
N
eem de montagerichting in acht (ogen in
verticale stand naar de buitenzijde van de
auto gericht).Gevarendriehoek
(opbergen)
Deze veiligheidsuitrusting vormt een aanvulling
op de alarmknipperlichten.
Elke auto moet zijn voorzien van een
gevarendriehoek.
Ergonomie en comfort