Page 25 of 324

23
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering van de auto:
-
o
p de plaats van de kilometerteller wordt
de resterende afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt of de afgelegde afstand,
voorafgegaan door het teken "-", sinds
het onderhoudsinterval is verstreken
weergegeven.
De weergegeven afstand (in kilometers of
mijlen) wordt berekend op basis van het
aantal afgelegde kilometers en de verstreken
tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden
weergegeven als het einde van het
onderhoudsinterval in tijd nadert.
Waarschuwings-
resp.
verklikkerlampje Status
OorzaakActies/Opmerkingen
OnderhoudssleutelGaat tijdelijk branden
bij het aanzetten van
het contact.De afstand tot de
eerstvolgende beurt is
3000 tot 1000
km.
Brandt permanent, bij
het aanzetten van het
contact. De onderhoudsbeurt
moet binnen 1000
km
worden uitgevoerd. Laat spoedig een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
+
Onderhoudssleutel
knippertKnippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van
het contact.
(Bij uitvoeringen
met de BlueHDi-
dieselmotor, in
combinatie met het
lampje Service). Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat zo spoedig
mogelijk een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
- een waarschuwingsmelding geeft de
resterende afstand en de tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of geeft
aan dat het onderhoudsinterval is verstreken.Op nul zetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u de onderhoudsbeurt van uw auto zelf
hebt uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de teller begint terug te
tellen,
F
l
aat de knop los als het display " =0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5
minuten. Het op nul
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 324

24
Opvragen van onderhoudsinformatie
(alleen bij display 2)
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de resetknop van de dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
- zone B, i s de temperatuur te hoog.
Het waarschuwingslampje te hoge
temperatuur en het waarschuwingslampje
STOP gaan branden, in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het scherm.
STOP zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Open nadat u het contact hebt afgezet
voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Als bij draaiende motor de wijzer zich
bevindt in:
-
zone A, is de temperatuur in orde,
Motorolieniveaumeter
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
worden bij het aanzetten van het contact zowel
het motorolieniveau als de onderhoudsindicator
enkele seconden weergegeven.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, gaat
"OIL " knipperen of wordt een melding van
een incorrect olieniveau weergegeven in
combinatie met het branden van het lampje
Ser vice en een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus .
Instrumentenpaneel
Page 27 of 324

25
Storing in motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter niet werkt,
wordt het motorolieniveau niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het motorolieniveau controleren met de
peilstok in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus.
AdBlue®-actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij Bij een storing van de motorolieniveaumeter
gaat het symbool OIL _ _ knipperen of wordt
de melding " Ongeldige meting olieniveau "
weergegeven. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Niet starten van de motor bij een te
laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven.
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven*.
*
A
lleen bij display 2 .
Bij toegang via de bagageruimte
Actieradius tussen 2400 en 600 km
A ctieradius kleiner dan 600 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld
" Vul AdBlue bij: starten onmogelijk over x km")
die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog
kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met
het permanent branden van het lampje
Ser vice, een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 324

26
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Bij toegang via de brandstofvulklep
Actieradius tussen 2400 en 800 kmActieradius tussen 800 en 100
km
Actieradius kleiner dan 100 km Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 10
km weergegeven zolang er
geen AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
samen met het lampje Ser vice knipperen in
combinatie met een geluidssignaal en de melding
"Vul AdBlue bij: Starten onmogelijk".
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit
lampje ongeveer 30 seconden branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Deze meldingen worden vergezeld van het
advies om niet meer dan 10
liter AdBlue bij te
vullen.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal (1 pieptoon) en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: Starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 100 km weergegeven zolang
er geen vloeistof is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit
lampje knipperen in combinatie met een
geluidssignaal (1 pieptoon) en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal en de
melding "Vul AdBlue bij: Starten onmogelijk".
Instrumentenpaneel
Page 29 of 324

27
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1100 km is gereden nadat de
storing in het SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd
In het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen. Tijdens de toegestane rijfase (tussen 1100
en 0
km)
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-emissieregelsysteem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Ga zo snel mogelijk naar het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
Starten geblokkeerd U hebt de limiet van de toegestane
rijfase overschreden: het
startblokkeringssysteem voorkomt dat de
motor kan worden gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje
AdBlue in combinatie met een geluidssignaal
en de melding "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd". Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (na 50 km) en de storingsmelding
permanent wordt weergegeven, gaan deze
lampjes branden en gaat het lampje AdBlue
knipperen in combinatie met een geluidssignaal
en een melding (bijv.: "Storing emissieregeling:
Starten onmogelijk over 300 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Voor reizen in het buitenland kan de
eenheid van afstand worden aangepast:
de snelheid moet namelijk worden
weergegeven in de officiële eenheid van
het land (km of mijl). U kunt bij stilstaande
auto de eenheid voor snelheid wijzigen via
het configuratiemenu.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 324

28
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
F Druk bij aangezet contact op de knop tot de dagteller op 0 staat.
Dimmer dashboardverlichting
Hiermee kunt u de lichtsterkte van de verlichting van het
dashboard en het touchscreen handmatig aanpassen.
Werkt alleen als de verlichting van de auto
is ingeschakeld.
Instrumentenpaneel
Druk ter wijl de buitenverlichting brandt
op deze knop om de sterkte van de
dashboardverlichting, de verlichting van het
touchscreen en de sfeer verlichting in te stellen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Touchscreen
F Druk op het menu Auto/Rijden .
F S electeer in dit menu het tabblad
Voertuiginstellingen en daarna
Comfortverlichting .
F
S
tel de lichtsterkte (uitsluitend van de
verlichting van het het touchscreen) in door
te drukken op de toetsen " +" of " -".
Boordcomputer
Geeft informatie over het actuele traject
(actieradius, actueel brandstofverbruik,
gemiddeld brandstofverbruik enz.).
Weergave van informatie
Met display 1 en het audiosysteem:
Met display 2 :
Instrumentenpaneel
Page 31 of 324

29
F Druk herhaaldelijk op de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om de verschillende
onderwerpen achtereenvolgend weer te geven.
- Tabblad actuele informatie met: • d e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e teller van het Stop & Start-systeem.-
Traject 1:
•
de
gemiddelde snelheid,
•
h
et gemiddelde
brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het eerste traject.
-
Traject 2:
•
de
gemiddelde snelheid,
•
h
et gemiddelde
brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het tweede traject.
Op 0 zetten van het traject
Traject 1 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject 2 voor een
maandelijks verbruik.
F
S
electeer het traject dat u op 0 wilt zetten.
Houd de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar even ingedrukt.
De trajecten 1 en 2 zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen. Met display 1 en het touchscreen:
De informatie is toegankelijk via het menu
Auto/Rijden
.
Permanente weergave:
F
S
electeer het menu " Auto/Rijden".
F
S
electeer in dit menu het tabblad
" Rijfuncties ".
De informatie van de boordcomputer wordt
weergegeven op de hoofdpagina van het menu.
F
D
ruk op een van de toetsen om het
gewenste tabblad te bekijken.
Tijdelijke weergave in een specifiek venster:
F
D
ruk op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar om de informatie
te bekijken en de verschillende tabbladen
weer te geven. Tabblad actuele informatie met:
-
d e actieradius,
-
h
et actuele brandstofverbruik,
-
d
e teller van het Stop & Start-
systeem.
Tabblad Traject 1
met:
-
d
e afgelegde afstand,
-
h
et gemiddelde
brandstofverbruik,
-
de
gemiddelde snelheid tijdens
het eerste traject.
Tabblad Traject 2
met:
-
d
e afgelegde afstand,
-
h
et gemiddelde
brandstofverbruik,
-
de
gemiddelde snelheid tijdens
het tweede traject.
Op 0 zetten van het traject
F Druk, zodra het gewenste traject wordt weergegeven, op de knop voor
het resetten of op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 324

30
De trajecten 1 en 2 zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject 1 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject 2 voor een
maandelijks verbruik.
Boordcomputer, enkele
definities
Actieradius
(km of mijl)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van
het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door
een gewijzigde rijstijl of het rijden op
een helling, waardoor het actuele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt, verschijnen
s treepjes op het display. Na het tanken van minimaal
5
liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100
km bedraagt.
Raadpleeg een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens
het rijden de streepjes continu worden
weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(mpg of km/l of l/100 km)
B erekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(mpg of km/l of l/100 km)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van het traject.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van het traject.
Afgelegde afstand
(km of mijl)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van het traject.
Teller Stop & Start
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Een teller registreert hoe lang de
STOP-stand tijdens een traject is
geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het
contact aanzet weer op nul gezet.
Monochroom display C
Weergave op het display
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
-
d
e parkeerhulp,
-
d
e audiobron waarnaar wordt geluisterd,
-
d
e informatie over de telefoon of de
handsfree set,
-
de
boordcomputer,
-
d
e waarschuwingsmeldingen,
-
d
e configuratiemenu's van het display en de
voorzieningen van de auto.
Toetsen
Druk op het bedieningspaneel van het
audiosysteem op:
F
toets A om te kiezen tussen weergave van
de audiogegevens op een volledig scherm
of de gecombineerde weergave van de
audiogegevens en de informatie van de
boordcomputer,
Instrumentenpaneel