3
.
bit.ly/helpPSA
.
Rijadviezen 109
Starten – afzetten van de motor 1 10
Handbediende parkeerrem
1
14
Elektrische parkeerrem
1
14
Hill Start Assist
1
17
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
1
18
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
1
18
Automatische transmissie EAT6
1
19
Automatische transmissie EAT8
1
22
Driver Sport Pack
1
26
Schakelindicator
127
Stop & Start
1
28
Snelheden opslaan
1
30
Verkeersbordherkenningssysteem
131
Snelheidsbegrenzer
133
Snelheidsregelaar
1
35
Adaptieve snelheidsregelaar
1
38
Active Safety Brake met Distance Alert
en intelligente noodremassistentie
1
46
Vermoeidheidsherkenningssysteem
149
Active Lane Departure Warning System
1
50
Dodehoekbewaking
154
Parkeerhulp
1
56
Achteruitrijcamera
158
Visiopark 1
1
58
Park Assist
1
61
Bandenspanningscontrolesysteem
1
66Brandstoftank
170
Tankbeveiliging diesel 1 71
Geschikte brandstoffen
1
72
Sneeuwkettingen
173
Sneeuwschermen
173
Trekhaak
174
Trekhaak met verwijderbare kogel
1
75
Ec o - mode
181
Allesdragers monteren
1
82
Motorkap
182
Motoren
183
Niveaus controleren
1
84
Controles
186
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 1 88
Boordgereedschap
193
Bandenreparatieset
194
Reservewiel
201
Een lamp vervangen
2
05
Een zekering vervangen
2
12
12V- ac c u
2
15
Slepen
218
Brandstoftank leeg (diesel)
2
20Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
221
Benzinemotoren
2
22
Dieselmotoren
227
Afmetingen
231
Identificatie 233
RijdenPraktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Toegang tot aanvullende video's
Audio en telematica
Bluetooth-audiosysteem
PEUGEOT Connect Radio
PEUGEOT Connect Nav
.
Inhoudsopgave
9
Toetsen
A.Dimmer verlichting.
B. Resetten van de dagteller of de
onderhoudsindicator (afhankelijk van de
contex t).
Toerenteller
Toerenteller (x 1000 t /min of rpm).
Waarschuwings- en verklikkerlampjes
Bijbehorende waarschuwingen
Een lampje kan branden in combinatie met
een geluidssignaal en/of een melding op het
display.
Door het branden van het lampje te relateren
aan de werkingsfase van de auto kunt u
bepalen of de situatie normaal is of dat er
sprake is van een storing, zie de beschrijving
van ieder lampje voor meer informatie.
Bij het aanzetten van het contact
Bepaalde rode of oranje
waarschuwingslampjes gaan enkele seconden
branden wanneer het contact is aangezet.
Deze waarschuwingslampjes gaan uit zodra de
motor wordt gestart.
Aanhoudend brandend
lampje
Bij een draaiende motor of tijdens het rijden,
wijst het branden van een rood of oranje
waarschuwingslampje op een storing die nader
onderzocht moet worden aan de hand van het
bijbehorende melding (indien weergegeven) en de
beschrijving van het lampje in de documentatie.
Wanneer een lampje blijft
branden
De aanduidingen (1) (2) en (3) in de
beschrijving van het lampje geven aan of
u naast de onmiddellijk aanbevolen acties
contact met een gekwalificeerde professional
moet opnemen.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af.
(2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
(3) : ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Tijdelijke weergave:
-
O
nderhoudsindicator (bij het aanzetten van
het contact).
-
O
lieniveaumeter (bij het aanzetten van het
contact, afhankelijk van de uitvoering).
-
A
ctieradius van de AdBlue voor het SCR-
systeem.
-
Waarschuwingsmeldingen.
Wanneer bij display
2 kort op toets B wordt
gedrukt, wordt een handmatige CHECK
uitgevoerd (herinnering onderhoudsdatum,
actieradius van de AdBlue voor het SCR-
systeem bij BlueHDi-uitvoeringen en actuele
waarschuwingen). De lampjes (weergegeven als symbolen)
informeren de bestuurder over een defect
(waarschuwingslampjes) of de werking van een
systeem (verklikkerlampjes in- of uitgeschakeld
systeem). Bepaalde lampjes branden op
twee manieren (vast of knipperend) en/of in
verschillende kleuren.
1
Instrumentenpaneel
14
Bandenspanning te
laagBrandt permanent, in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning.
Reset na het aanpassen van de
spanning het controlesysteem.
+ Lampje Bandenspanning te laag
knippert en brandt vervolgens
permanent en lampje Service
brandt permanent. Storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning en voer (3) uit.
AdBlue
®
(toegang via de
bagageruimte) Brandt permanent zodra het
contact is aangezet, in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding van het aantal kilometers
dat u nog kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 2400
en 600
km.Vul zo snel mogelijk AdBlue bij of
voer (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
OorzaakActies/Opmerkingen
+
+
+ Storing (in elektrische
parkeerrem)
Branden permanent, in combinatie
met de weergave van de melding
"Storing parkeerrem". De parkeerrem werkt niet met
maximale efficiëntie en kan de auto
niet in alle omstandigheden veilig
op zijn plaats houden.
Om uw auto te beveiligen tegen
wegrollen:
F
P
arkeer de auto op een vlakke
ondergrond.
F
B
ij auto's met een
handgeschakelde versnellingsbak:
schakel een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische
transmissie: selecteer P en plaats
de meegeleverde wielblokken voor
en achter een van de wielen.
Voer ver volgens (2) uit.
Instrumentenpaneel
15
+AdBlue
®
(toegang via de
bagageruimte)
Het AdBlue
®-lampje knippert en het
lampje Ser vice brandt permanent, in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt rijden. De actieradius is kleiner dan
600
km. U moet
AdBlue® bijvullen om te
voorkomen dat de motor niet
meer gestar t kan worden of (3)
uitvoeren.
Het AdBlue
®-lampje knippert en het
lampje Ser vice brandt permanent, in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding dat het starten is
geblokkeerd. Het AdBlue®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Vul AdBlue® bij of voer (2) uit om de
motor opnieuw te kunnen starten.
U moet het reservoir bijvullen met
minimaal 5
liter AdBlue
®.
AdBlue
®
(toegang via de
brandstofvulklep) Brandt ongeveer 30
seconden
zodra het contact is aangezet, in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 2400
en 800
km.Vul AdBlue
® bij.
Brandt permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding van het
aantal kilometers dat u nog kunt rijden.De actieradius ligt tussen de 800 en
10 0
km. Vul zo
snel mogelijk AdBlue bij of
voer (3) uit.
Knippert, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding van
het aantal kilometers dat u nog kunt
rijden. De actieradius is kleiner dan
10 0
km. U moet
AdBlue
® bijvullen om te
voorkomen dat de motor niet
meer gestar t kan worden of (3)
uitvoeren.
Knippert, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding dat
het starten van de motor wordt
geblokkeerd. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Vul AdBlue® bij of voer (2) uit om de
motor opnieuw te kunnen starten.
U moet het reservoir bijvullen met
minimaal 5
liter AdBlue
®.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
OorzaakActies/Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
OorzaakActies/Opmerkingen
+
+
Emissieregelsysteem
SCRBranden permanent wanneer het
contact wordt aangezet, in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding. Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra
de uitstoot van uitlaatgassen weer
aan de normen voldoet.
Lampje AdBlue knippert zodra het
contact is aangezet, in combinatie
met het permanent branden van
het lampje Ser vice en het lampje
zelfdiagnose motor, een geluidssignaal
en een melding met betrekking tot de
actieradius.Afhankelijk van de weergegeven
melding kunt u nog 1100
km rijden
voordat het systeem het starten van
de motor blokkeert. Voer (3) zo snel mogelijk uit om te
voorkomen dat de motor niet meer
gestar t kan worden.
Lampje AdBlue knippert zodra het
contact is aangezet, in combinatie
met het permanent branden
van het lampje Ser vice en het
lampje zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een melding. Het startblokkeringssysteem
voorkomt het opnieuw starten van
de motor (limiet toegestane rijfase
overschreden na bevestiging van een
storing in het emissieregelsysteem).
Voer (2) uit om de motor weer te
kunnen starten.
Distance Alert/
Active Safety
Brake * Brandt permanent, in combinatie met
de weergave van een melding.
Het systeem is uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
*
a
lleen met instrumentenpaneel 2 .
Knippert.
Het systeem is in werking.De auto remt kort af om de snelheid
van de aanrijding met de voorligger te
beperken.
Brandt permanent, in combinatie met
een melding en een geluidssignaal. Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
Instrumentenpaneel
25
Storing in motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter niet werkt,
wordt het motorolieniveau niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het motorolieniveau controleren met de
peilstok in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus.
AdBlue®-actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij Bij een storing van de motorolieniveaumeter
gaat het symbool OIL _ _ knipperen of wordt
de melding " Ongeldige meting olieniveau "
weergegeven. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Niet starten van de motor bij een te
laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven.
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven*.
*
A
lleen bij display 2 .
Bij toegang via de bagageruimte
Actieradius tussen 2400 en 600 km
A ctieradius kleiner dan 600 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld
" Vul AdBlue bij: starten onmogelijk over x km")
die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog
kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met
het permanent branden van het lampje
Ser vice, een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
1
Instrumentenpaneel
26
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Bij toegang via de brandstofvulklep
Actieradius tussen 2400 en 800 kmActieradius tussen 800 en 100
km
Actieradius kleiner dan 100 km Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 10
km weergegeven zolang er
geen AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
samen met het lampje Ser vice knipperen in
combinatie met een geluidssignaal en de melding
"Vul AdBlue bij: Starten onmogelijk".
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit
lampje ongeveer 30 seconden branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Deze meldingen worden vergezeld van het
advies om niet meer dan 10
liter AdBlue bij te
vullen.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal (1 pieptoon) en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: Starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 100 km weergegeven zolang
er geen vloeistof is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit
lampje knipperen in combinatie met een
geluidssignaal (1 pieptoon) en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal en de
melding "Vul AdBlue bij: Starten onmogelijk".
Instrumentenpaneel
27
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1100 km is gereden nadat de
storing in het SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd
In het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen. Tijdens de toegestane rijfase (tussen 1100
en 0
km)
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-emissieregelsysteem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Ga zo snel mogelijk naar het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
Starten geblokkeerd U hebt de limiet van de toegestane
rijfase overschreden: het
startblokkeringssysteem voorkomt dat de
motor kan worden gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje
AdBlue in combinatie met een geluidssignaal
en de melding "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd". Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (na 50 km) en de storingsmelding
permanent wordt weergegeven, gaan deze
lampjes branden en gaat het lampje AdBlue
knipperen in combinatie met een geluidssignaal
en een melding (bijv.: "Storing emissieregeling:
Starten onmogelijk over 300 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Voor reizen in het buitenland kan de
eenheid van afstand worden aangepast:
de snelheid moet namelijk worden
weergegeven in de officiële eenheid van
het land (km of mijl). U kunt bij stilstaande
auto de eenheid voor snelheid wijzigen via
het configuratiemenu.
1
Instrumentenpaneel