Page 185 of 296

159)Kom niet te dicht bij de koelventilator
van de radiateur: de elektrische ventilator
kan inschakelen; gevaar voor
verwondingen. Sjaals, dassen of andere
loszittende kleding kunnen door de
bewegende onderdelen worden
meegetrokken.
160)Verwijder alle metalen voorwerpen
(bijv. ringen, horloges, armbanden), die
zouden kunnen leiden tot een onbedoeld
elektrisch contact en daardoor ernstig
letsel.
161)De batterijen bevatten een zuur dat de
huid of de ogen kan verbranden. Accu's
produceren waterstof, dat uiterst
brandbaar en explosief is. Houd ze daarom
uit de buurt van vlammen of apparaten die
vonken kunnen afgeven.
BELANGRIJK
81)Gebruik nooit een accusnellader om de
motor te starten, aangezien deze de
elektronische systemen kan beschadigen,
met name de regeleenheden van de
ontsteking en de brandstoftoevoer.
82)Verbind de startkabel niet met de
minpool (–) van de lege accu. De
afgegeven vonk kan explosie van de accu
tot gevolg hebben en ernstige schade
veroorzaken. Gebruik alleen het specifieke
massapunt; gebruik geen andere
blootgestelde metalen onderdelen.
AFSLUITSYSTEEM
BRANDS-
TOFTOEVOER
BESCHRIJVING
Deze grijpt bij een botsing in en
veroorzaakt het volgende:
onderbreking van de
brandstoftoevoer met uitschakeling van
de motor als gevolg;
automatische ontgrendeling van de
portieren;
inschakeling van de
interieurverlichting;
uitschakeling van de ventilatie van de
klimaatregeling;
inschakeling van de
alarmknipperlichten (om de lichten uit te
schakelen op de knop op het
dashboard drukken).
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, verschijnt er bij sommige
versies een bericht op het display. Op
dezelfde manier wordt de bestuurder
met een speciaal bericht op het display
gewaarschuwd als het systeem niet
correct werkt.
BELANGRIJK Controleer het voertuig
zorgvuldig op brandstoflekkage,
bijvoorbeeld in de motorruimte, onder
het voertuig of in de buurt van de tank.Draai na een botsing de contactsleutel
naar STOP om te voorkomen dat de
accu leegloopt.
RESET AFSLUITER VAN
DE BRANDSTOFTOEVOER
162)
Om de correcte werking van het
voertuig te herstellen, moet de
volgende procedure worden uitgevoerd
(deze procedure moet binnen minder
dan 1 minuut gestart en voltooid
worden):
draai, met de hendel van de
richtingaanwijzer in neutrale stand, de
startinrichting naar STOP;
draai de startinrichting naar MAR;
activeer de rechterrichtingaanwijzer
en vervolgens de
linkerrichtingaanwijzer;
activeer nogmaals eerst de
rechterrichtingaanwijzer en vervolgens
de linkerrichtingaanwijzer;
deactiveer de linkerrichtingaanwijzer;
draai de startinrichting naar STOP en
dan naar MAR.
BELANGRIJK
162)Als na een botsing een brandstoflucht
wordt geroken of brandstoflekkage wordt
geconstateerd, dan mag het systeem niet
opnieuw ingeschakeld worden om brand te
voorkomen.
183
Page 186 of 296

AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK-
VERSNELLINGSPOOK
ONTGRENDELEN
Ga in geval van storing als volgt te werk
om de versnellingspook uit P (Parkeren)
te zetten:
zet de motor af;
schakel de elektrische parkeerrem in;
ga voorzichtig te werk op het met de
pijl aangegeven punt, verwijder de
sierlijst A fig. 149 (compleet met
stofkap) door deze omhoog te tillen (zie
ook fig. 150 );
trap het rempedaal volledig in en
houd het ingetrapt;
steek de bijgeleverde
schroevendraaier haaks in opening B
fig. 151 en beweeg de
ontgrendelingshendel;
zet de versnellingspook in N
(Vrijstand);
zet de stofkap en de sierlijst weer
goed op hun plaats;
start de motor.
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
- CONTACTSLEUTEL
VERWIJDEREN
83)
De contactsleutel (voor versies met
sleutel zonder afstandsbediening) kan
alleen verwijderd worden als de pook in
stand P (parkeren) staat.
Als de accu van het voertuig leeg is en
de contactsleutel is ingebracht, is de
sleutel in het contactslot geblokkeerd.
Ga als volgt te werk om de sleutel
handmatig te verwijderen:
breng het voertuig in veilige
omstandigheden tot stilstand, schakel
een versnelling en de elektrische
parkeerrem in;
draai met de bijgeleverde sleutel A
fig. 152 (die zich in de houder met de
boorddocumenten bevindt), de
bevestigingsbouten B fig. 153 van het
onderste deksel C los;
149F1B0028C
150F1B0055C
151F1B0056C
184
NOODGEVALLEN
Page 187 of 296
verwijder de onderste afdekking C
fig. 153 van het stuurwiel door deze uit
de zitting te halen;
trek met één hand lipje D
fig. 154 omlaag en verwijder met de
andere hand de sleutel, door deze naar
buiten te trekken;
als de sleutel eenmaal verwijderd is,
onderste afdekking C
fig. 153 terugzetten, controleren of deze
goed vastzit en de bevestigingsbouten
B stevig vastdraaien.
AVVERTENZA
83)Het wordt geadviseerd contact op te
nemen met het Fiat Servicenetwerk om
deze hermontageprocedure te laten
uitvoeren. Indien u zelfstandig te werk wilt
gaan, dient u vooral op te letten op de
juiste bevestiging van de borgklemmen.
Anders kan een verkeerde bevestiging van
de onderste en bovenste afdekking lawaai
veroorzaken.
152F1B0022C
153F1B0143C154F1B0222C
185
Page 188 of 296

AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
MET DUBBELE
KOPPELING -
VERSNELLINGSPOOK
ONTGRENDELEN
Ga in geval van storingen of een lege
accu als volgt te werk om de
keuzehendel te ontgrendelen:
zet de motor af;
schakel de elektrische parkeerrem in;
ga voorzichtig te werk op het met de
pijl aangegeven punt, verwijder de
sierlijst A fig. 155 (compleet met
stofkap) door deze omhoog te tillen (zie
ook fig. 156 );trap het rempedaal volledig in en
houd het ingetrapt;
steek de bijgeleverde
schroevendraaier haaks in opening B
fig. 157 en beweeg de
ontgrendelingshendel;
zet de versnellingspook in N
(Vrijstand);
zet de stofkap en de sierlijst weer
goed op hun plaats;
start de motor.
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
MET DUBBELE
KOPPELING -
SLEUTEL
VERWIJDEREN
83)
De contactsleutel (voor versies met
sleutel zonder afstandsbediening) kan
alleen verwijderd worden als de pook in
stand P (parkeren) staat.
Als de accu van het voertuig leeg is en
de contactsleutel is ingebracht, is de
sleutel in het contactslot geblokkeerd.
Ga als volgt te werk om de sleutel
handmatig te verwijderen:
breng het voertuig in veilige
omstandigheden tot stilstand, schakel
een versnelling en de elektrische
parkeerrem in;
draai met de bijgeleverde sleutel A
fig. 158 (die zich in de houder met de
boorddocumenten bevindt), de
bevestigingsbouten B fig. 159 van het
onderste deksel C los;
155F1B0028C
156F1B0055C
157F1B0056C
186
NOODGEVALLEN
Page 189 of 296
verwijder de onderste afdekking C
fig. 159 van het stuurwiel door deze uit
de zitting te halen;
trek met één hand lipje D
fig. 160 omlaag en verwijder met de
andere hand de sleutel, door deze naar
buiten te trekken;
als de sleutel eenmaal verwijderd is,
onderste afdekking C
fig. 159 terugzetten, controleren of deze
goed vastzit en de bevestigingsbouten
B stevig vastdraaien.
AVVERTENZA
84)Het wordt geadviseerd contact op te
nemen met het Fiat Servicenetwerk om
deze hermontageprocedure te laten
uitvoeren. Indien u zelfstandig te werk wilt
gaan, dient u vooral op te letten op de
juiste bevestiging van de borgklemmen.
Anders kan een verkeerde bevestiging van
de onderste en bovenste afdekking lawaai
veroorzaken.
158F1B0022C
159F1B0143C160F1B0222C
187
Page 190 of 296

SLEPEN VAN HET
VOERTUIG
BEVESTIGING VAN HET
SLEEPOOG
163) 164) 165)
De bijgeleverde sleephaak bevindt zich
in de gereedschapstas in de
bagageruimte.
Voor
Ga als volgt te werk:
open klepje A fig. 161, door op het
door de pijl aangegeven punt te
drukken;
neem sleephaak B en draai deze
helemaal vast op de voorste pen met
schroefdraad.Achter
Ga als volgt te werk:
open klepje A fig. 162, door op het
door de pijl aangegeven punt te
drukken;
neem sleephaak B en draai deze
helemaal vast op de achterste pen met
schroefdraad.
BELANGRIJK
163)Bij versies met sleutel zonder
afstandsbediening, moet deze, alvorens
het voertuig te slepen, naar MAR en
vervolgens naar STOP worden gedraaid,
zonder de sleutel uit het contactslot te
nemen. Als de sleutel uit het contactslot
wordt genomen, wordt automatisch het
stuurslot ingeschakeld waardoor het
voertuig niet kan worden bestuurd.
Controleer ook of de versnellingsbak in de
vrijstand staat (bij versies uitgerust met
automatische versnellingsbak controleren
of de pook in de N-stand staat). Voor
versies met elektronische sleutel, moet de
contactsleutel op MAR en vervolgens op
STOP worden gezet, zonder het portier te
openen.
164)Onthoud dat tijdens het slepen de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken. Om die
reden is meer kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal en het stuur.
Gebruik voor het slepen geen soepele
kabels en vermijd bruuske bewegingen.
Zorg tijdens het slepen dat er geen
onderdelen door de sleepverbinding
kunnen worden beschadigd. Neem bij het
slepen in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht van het land waarin
wordt gereden en pas uw rijgedrag aan.
Start de motor niet wanneer de auto wordt
gesleept. Maak voor de montage van het
sleepoog de schroefdraad zorgvuldig
schoon. Controleer of het sleepoog
volledig op de schroefdraadpen is gedraaid
alvorens de auto te slepen.
161F1B0196C
162F1B0197C
188
NOODGEVALLEN
Page 191 of 296
165)Gebruik de sleepogen voor en achter
alleen voor noodgevallen op de weg. Het is
toegestaan de auto over korte afstanden te
slepen m.b.v. geschikte middelen conform
de wegenverkeerswetgeving (starre stang),
om de auto over de weg te verplaatsen om
hem gebruiksklaar te maken voor het
slepen of voor transport met takelwagen.
Sleepogen MOGEN NIET worden gebruikt
om voertuigen off-road (onverharde wegen)
te slepen of waar hindernissen zijn en/of
voor het slepen met kabels of andere
niet-starre hulpmiddelen. In
overeenstemming met bovengenoemde
voorwaarden, moeten er voor het slepen
twee voertuigen worden gebruikt (een
slepend en een gesleept voertuig), die zich
beide zo veel mogelijk op één lijn bevinden.
189
Page 192 of 296
ONDERHOUD EN ZORG
Dankzij correct onderhoud kunnen de
prestaties van het voertuig, evenals
beperkte bedrijfskosten en het behoud
van de efficiëntie van de
veiligheidssystemen gedurende langere
tijd gegarandeerd worden.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe.GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD..............191
MOTORRUIMTE.............202
ACCU OPLADEN............212
ONDERHOUDSPROCEDURES . . .213
HET VOERTUIG OPKRIKKEN. . . .217
WIELEN EN BANDEN.........217
CARROSSERIE.............218
INTERIEUR................220
190
ONDERHOUD EN ZORG