Page 313 of 600

3134-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Sportmodus
•Modus SPORT S
Helpt de acceleratierespons door de transmissie en de motor te regelen.
Wanneer de sport S-modus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar
naar rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje SPORT S op het multi-infor-
matiedisplay branden en verandert de hybridesysteemindicator in de toerenteller.
(→Blz. 109)
•Modus SPORT S+
Zorgt voor behoud van de stuurprestaties en rijstabiliteit door gelijktijdig
de stuurinrichting en de wielophanging te regelen alsmede het hybridesys-
teem. Geschikt voor een sportieve rijstijl.
Wanneer de modus SPORT S is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar
naar rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje SPORT S+ op het multi-infor-
matiedisplay branden.
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid van het aircondi-
tioningsysteem om brandstof te besparen (→Blz. 346). Stel de aanjagersnelheid af of
schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de airconditioning te verbeteren.
■Automatische inschakeling van de stoelverwarming tijdens rijden in de ECO-modus
In de ECO-modus worden het verwarmen en de aanjagersnelheid van de airconditio-
ning geregeld om brandstof te besparen. Als de rijmodusselectieschakelaar bij lage tem-
peraturen in de ECO-modus wordt gezet, wordt de stoelverwarming automatisch
bediend om beter te verwarmen.
■Automatisch uitschakelen van de sportmodus en de aangepaste modus
Als het contact UIT wordt gezet nadat is gereden in de sportmodus of de aangepaste
modus, wijzigt de rijmodus in de normale modus.
■Pop-updisplay rijmodus (alleen 12,3 inch display)
Wanneer de rijmodus wordt gewijzigd, wordt de geselecteerde rijmodus tijdelijk weer-
gegeven op het nevenscherm. (→Blz. 344)
3
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 313 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 314 of 600

3144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
BSM (Blind Spot Monitor)∗
De Blind Spot Monitor is een systeem met 2 functies;
●De Blind Spot Monitor-functie
Helpt de bestuurder bij het maken van de beslissing wanneer van rijstrook te wisselen
●De Rear Crossing Traffic Alert-functie
Helpt de bestuurder bij het achteruitrijden
Deze functies maken gebruik van dezelfde sensoren.
Wijzigen van de BSM-functie
De Blind Spot Monitor-functie en de Rear Crossing Traffic Alert-functie kunnen in en
uit worden geschakeld via het multi-informatiedisplay. (→Blz. 315)
Wanneer de functie is ingeschakeld, gaat het controlelampje BSM in het instrumenten-
paneel branden en klinkt de zoemer.
Indicatoren in buitenspiegel
Blind Spot Monitor-functie:
Als een auto in de dode hoek wordt gesignaleerd, gaat de indicator in de buitenspiegel
branden als de richtingaanwijzerschakelaar niet wordt bediend. Als de richtingaanwij-
zerschakelaar wordt bediend in de richting van de zijde waar een auto wordt gesigna-
leerd, gaat de indicator in de buitenspiegel knipperen.
Rear Crossing Traffic Alert-functie:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, gaan de
indicatoren in de buitenspiegels knipperen.
Rear Crossing Traffic Alert-zoemer (alleen Rear Crossing Traffic Alert-functie)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, klinkt een
zoemer vanachter de achterstoel.
∗: Indien aanwezig
Overzicht van de Blind Spot Monitor
1
2
3
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 314 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 315 of 600

3154-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■De zichtbaarheid van de indicatoren in de buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspiegels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de Rear Crossing Traffic Alert-zoemer
De zoemer van de Rear Crossing Traffic Alert-functie komt mogelijk moeilijk boven
harde geluiden uit, zoals wanneer het volume van het audiosysteem hoog staat.
■Als er een storing in de Blind Spot Monitor aanwezig is
Als er een systeemstoring wordt gesignaleerd om een van onderstaande redenen, wor-
den er waarschuwingsmeldingen weergegeven: (→Blz. 466)
●Er zit een storing in de sensoren
●De sensoren zijn vuil geworden
●De buitentemperatuur is zeer hoog of zeer laag
●De sensorspanning is niet in orde
■De Blind Spot Monitor-functie en de Rear Crossing Traffic Alert-functie in- en uitschakelen
De instellingen kunnen worden gewijzigd via op het multi-informatiedisplay
(→Blz. 111).
Druk op of van de bedieningstoets van het instrumentenpaneel en selecteer BSM.
Iedere keer als op van de bedieningstoets van het instrumentenpaneel wordt gedrukt,
wijzigt de functie tussen “On” (aan) en “Off” (uit).
■Verklaring bij de Blind Spot Monitor
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 315 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 316 of 600
3164-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 316 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 317 of 600
3174-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 317 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 318 of 600

3184-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
In Oekraïne verkochte auto's
WA A R S C H U W I N G
■Omgaan met de radarsensor
●Houd de sensor en het omliggende gebied op de bumper te allen tijde schoon.
●Stel de sensor en de omgeving van de sensor op de bumper niet bloot aan krachtige
schokken. Als de sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systeem mogelijk
niet meer goed en worden auto's die binnen het detectiegebied komen mogelijk niet
meer gesignaleerd. Als de sensor of de omgeving van de sensor aan krachtige
schokken is blootgesteld, moet het desbetreffende gedeelte van de auto altijd wor-
den gecontroleerd door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Neem de sensor niet uit elkaar.
●Monteer geen accessoires op de sensor of het omliggende gebied op de bumper en
plak er geen stickers op.
●Breng geen wijzigingen aan de sensor of het omliggende gebied op de bumper aan.
●Breng geen andere kleur lak dan een officiële Lexus-kleur aan op de achterbumper.
In de linker- en rechterzijde van de achterbum-
per van de auto wordt respectievelijk één Blind
Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u aan het
volgende om ervoor te zorgen dat de Blind
Spot Monitor goed werkt.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 318 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 319 of 600

3194-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
De Blind Spot Monitor-functie maakt gebruik van radarsensoren om auto's te
signaleren die in een aangrenzende rijstrook rijden in het gebied dat niet in de
buitenspiegel is te zien (de dode hoek) en brengt de bestuurder hiervan op de
hoogte via de indicator in de buitenspiegel.
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden gesig-
naleerd.
Het detectiegebied reikt tot:
Ongeveer 3,5 m vanaf de zijkant
van de auto
De eerste 0,5 m vanaf de zijkant van de
auto bevindt zich buiten het detectiegebied
Ongeveer 3 m achter de achter-
bumper
Ongeveer 1 m vóór de achterbumper
De Blind Spot Monitor-functie
De detectiegebieden van de Blind Spot Monitor-functie
1
2
3
WA A R S C H U W I N G
■Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van het systeem
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor-functie is een aanvullend systeem dat de bestuurder waar-
schuwt voor een auto in de dode hoek. Vertrouw niet blindelings op de Blind Spot
Monitor-functie. De functie kan niet beoordelen of u veilig van rijstrook kunt wisselen.
Wanneer u alleen op de functie vertrouwt, kunnen zich ongevallen voordoen die tot
ernstig letsel kunnen leiden.
Afhankelijk van de omstandigheden werkt het systeem mogelijk niet goed. Daarom
dient de bestuurder altijd zelf visueel de veiligheid te controleren.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 319 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 320 of 600

3204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■De Blind Spot Monitor-functie werkt wanneer
●De BSM-functie is ingeschakeld.
●De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 16 km/h.
■De Blind Spot Monitor-functie signaleert een auto wanneer
●Een auto in een aangrenzende rijstrook uw auto inhaalt.
●Een andere auto binnen het detectiegebied komt wanneer deze van rijstrook wisselt.
■Omstandigheden waaronder de Blind Spot Monitor-functie een auto niet signaleert
De Blind Spot Monitor-functie is niet ontworpen om de volgende typen voertuigen en/of
objecten te signaleren:
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.*
●Tegemoetkomende auto's
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbare stilstaande objecten*
●Auto's achter u die op dezelfde rijstrook rijden*
●Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwijderd zijn*
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesignaleerd.
■Omstandigheden waaronder de Blind Spot Monitor-functie mogelijk niet goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden signaleert de Blind Spot Monitor-functie auto's
mogelijk niet correct:
• Onder slechte weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist en
sneeuw
• Wanneer er ijs of modder e.d. op de achterbumper zit
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van regen, plassen op de weg, enz.
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de auto die binnen het detec-
tiegebied komt
• Wanneer een auto zich bij stilstand in het detectiegebied bevindt en in dat gebied
blijft wanneer uw auto accelereert
• Bij het op- of afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, een daling
in de weg, enz.
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke auto
• Wanneer de rijstroken breed zijn en de auto in de volgende rijstrook te ver van uw
auto vandaan is
• Wanneer de auto die binnen het detectiegebied komt met ongeveer dezelfde snel-
heid rijdt als uw auto
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het detec-
tiegebied komt
• Direct nadat de BSM-functie is ingeschakeld
• Wanneer uw auto een aanhangwagen trekt (auto's met trekhaakpakket)
●Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de Blind Spot Monitor-functie
onnodig een auto en/of object signaleert groter:
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een vangrail, muur, enz.
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een auto achter u
• Wanneer rijstroken smal zijn en een auto die 2 rijstroken van uw auto verwijderd is
binnen het detectiegebied komt
• Wanneer voorwerpen zoals een fietsendrager op de achterzijde van de auto zijn
gemonteerd
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 320 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM