Page 305 of 600

3054-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik kan worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
●Schakelbereik 4 of hoger of stand D is geselecteerd met de paddle shift-schakelaar.
●De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 50 km/h.
Als echter een voorligger wordt gesignaleerd, kan de Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik zelfs worden ingeschakeld als de rijsnelheid ongeveer
50 km/h of lager is.
■Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto weer rijden
met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, neemt de rijsnel-
heid echter mogelijk af tot onder de ingestelde snelheid, zodat de afstand tot de voorlig-
ger gehandhaafd blijft.
■Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h en er worden geen voorliggers
gesignaleerd.
●De voorligger verlaat de rijstrook terwijl uw auto rijdt met een lagere rijsnelheid dan
ongeveer 40 km/h. Anders kan de sensor de auto niet op de juiste manier signaleren.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
●Als de SNOW-modus is ingeschakeld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van de voorligger in de vol-
gende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilgestaan.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 305 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 306 of 600

3064-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
●Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor de Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden extra moet opletten.
Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschuwingsmelding en volg de
aanwijzingen op. (→Blz. 466)
■Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het rempedaal
wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gaspedaal wanneer moet
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing (→Blz. 303) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signalering door de sen-
sor hindert
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 306 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 307 of 600
3074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert, werkt het
systeem mogelijk niet goed.
●Als uw voorligger plotseling decelereert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt is
(omdat er zware lading in de bagageruimte
vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken erg
smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uitvoe-
ren of frequent van rijstrook wisselt
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 307 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 308 of 600
3084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Cruise control∗
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehouden zonder
dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden ingetrapt.
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje cruise control gaat
branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid in
te stellen.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
∗: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
Instellen van de rijsnelheid
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 308 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 309 of 600

3094-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de gewenste
snelheid wordt bereikt.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel kort in
de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel in de
gewenste richting gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: Met ongeveer 1,6 km/h, telkens als de hendel wordt bediend.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of verlaagd totdat
de hendel wordt losgelaten.
Door de hendel naar u toe te trek-
ken wordt de constante-snelheids-
regeling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
onderbroken als het rempedaal wordt
ingetrapt.
Door de hendel omhoog te drukken
wordt de constante-snelheidsrege-
ling hervat.
Hervatten is mogelijk vanaf een rijsnel-
heid van hoger dan ongeveer 40 km/h.
■De cruise control kan worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
●Schakelbereik 4 of hoger of stand D is geselecteerd met de paddle shift-schakelaars.
●De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.
■Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control uit te scha-
kelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en vervolgens de hendel
omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stellen.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 309 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 310 of 600

3104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen onderbroken:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogrammeerde rij-
snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
●Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
■Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk vervolgens
opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct na het
activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het cruise control-sys-
teem aanwezig. Laat de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WA A R S C H U W I N G
■Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON/OFF als deze niet wordt gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de controle waardoor een ongeval met ernstig
letsel kan ontstaan.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodgeval
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 310 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 311 of 600

311
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Rijmodusselectieschakelaar
Auto's zonder Adaptive Variable Suspension-systeem
Normale modus
Voor normaal gebruik.
Druk op de schakelaar om de rijmodus te wijzigen naar de normale modus wanneer
de ECO-modus of de sportmodus is geselecteerd.
ECO-modus
Gebruik de ECO-modus voor een laag brandstofverbruik tijdens ritten waar-
bij vaak wordt geaccelereerd.
Wanneer de ECO-modus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar
links wordt gedraaid, gaat het controlelampje ECO of ECO MODE in het multi-
informatiedisplay branden.
Sportmodus
Helpt de acceleratierespons door het hybridesysteem en de stuurinrichting te
regelen. Geschikt voor wanneer een nauwkeurig rijgedrag gewenst is, bij-
voorbeeld bij rijden op bergwegen.
Wanneer de sportmodus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar
rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje SPORT op het multi-informatiedisplay
branden en verandert de hybridesysteemindicator in de toerenteller. (
→Blz. 109)
De rijmodi kunnen worden geselecteerd overeenkomstig de rijomstandigheden.
Behalve
FSPORT-
uitvoeringenFSPORT-
uitvoeringen
1
2
3
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 311 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 312 of 600

3124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Auto's met Adaptive Variable Suspension-systeem
Normale/aangepaste modus
U kunt de normale en aangepaste modus selecteren door de rijmodusselec-
tieschakelaar in te drukken. Telkens wanneer de schakelaar wordt ingedrukt,
wijzigt de rijmodus tussen de normale modus en de aangepaste modus. Wan-
neer de aangepaste modus wordt geselecteerd, gaat de indicator “Custo-
mize” of CUSTOMIZE branden.
Druk op de schakelaar om de rijmodus te wijzigen naar de normale modus wanneer
de ECO-modus of de sportmodus is geselecteerd.
• Normale modus
Voor normaal gebruik.
• Aangepaste modus
In deze modus kunt u rijden met de functies voor de aandrijflijn, het onderstel en
de airconditioning aangepast aan uw persoonlijke voorkeur.
De instellingen van de aangepaste modus kunnen alleen worden gewijzigd op het
display voor de persoonlijke voorkeursinstellingen van de rijmodus op het Remote
Touch-scherm. (→Blz. 570)
ECO-modus
Gebruik de ECO-modus voor een laag brandstofverbruik tijdens ritten waar-
bij vaak wordt geaccelereerd.
Wanneer de ECO-modus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar
links wordt gedraaid, gaat het controlelampje ECO of ECO MODE in het multi-
informatiedisplay branden.
Behalve
FSPORT-
uitvoeringenFSPORT-
uitvoeringen
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 312 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM