Page 113 of 521

111
DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Bij de automatische transmissie met vier
versnellingen kunt u kiezen uit automatisch
schakelen, aangevuld met de programma's
Sport en Sneeuw, en handmatig schakelen.
De transmissie heeft dus twee
gebruiksmogelijkheden:
-
a
utomatisch schakelen: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd door de
transmissie, waarbij u kunt kiezen voor
het programma Sport voor een meer
dynamische rijstijl of het programma
Sneeuw om het rijden op een ondergrond
met weinig grip te vergemakkelijken,
-
h
andmatig schakelen: deze stand maakt
het zelf schakelen met de selectiehendel
mogelijk.
Automatische transmissie
1. Knop selectiehendel.
2. T o e t s "S" (spor t) .
3.
To e t s "T " (sneeuw).
Schakelpatroon
P. Parkeerstand.
-
S tilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken handrem.
-
S
tarten van de motor.
R.
Achteruitversnelling.
-
A
chteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.
N.
N
eutraalstand.
-
S
tilzetten van de auto, met aangetrokken
handrem.
-
S
tarten van de motor.
D.
A
utomatische werking.
M + / -.
Z
elf schakelen tussen de vier
versnellingen.
F
B
eweeg de selectiehendel kort naar voren
om één versnelling op te schakelen.
of
F
B
eweeg de selectiehendel kort naar achteren
om één versnelling terug te schakelen.
Standen van de
selectiehendel
Rijden
Page 114 of 521

DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Wanneer u de selectiehendel door het schakelpatroon
beweegt, verschijnt het desbetreffende pictogram op
het instrumentenpaneel.
P. Parking (parkeerstand)
R. Reverse (achteruitversnelling)
N.
N
eutral (neutraalstand)
D.
D
rive (automatisch schakelen)
S.
Programma Sport
T .
Programma Sneeuw
1
2 3 4.
In
geschakelde versnelling bij
handmatig schakelen
-.
O
ngeldige waarde bij handmatig schakelen
Weergave op het instrumentenpaneel
Intrappen van het rempedaal
F Als dit pictogram op het instrumentenpaneel verschijnt,
trap dan het rempedaal in
(bijv.: starten van de motor).
Wegrijden
Als tijdens het rijden per ongeluk de
stand N wordt geselecteerd, laat het
motortoerental dan zakken tot stationair
toerental, zet de selectiehendel in de
stand D en trap het gaspedaal weer in.
Laat bij temperaturen onder -23°C
de motor gedurende vier minuten
stationair draaien. Dit is belangrijk voor
de goede werking en de levensduur
van de motor en transmissie. Als de motor stationair draait, het
rempedaal is losgelaten en de stand R
,
D of M is geselecteerd, zet de auto zich
zelfs al in beweging als het gaspedaal
niet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen
kinderen alleen in de auto achter.
Trek de handrem aan en
selecteer de stand P indien er
onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor.
F
T
rek de handrem aan.
F
S
electeer de stand P of N
.
F
S
tart de motor.
Als niet aan de bovenstaande voor waarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal in
combinatie met een waarschuwingsmelding.
F
T
rap bij draaiende motor het rempedaal in.
F
Z
et de handrem vrij.
F
S
electeer de stand R
, D of M.
F
L
aat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.
Page 115 of 521

11 3
DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Automatisch
schakelprogramma
F Selecteer de stand D om automatisch
te laten schakelen tussen de vier
versnellingen.
De transmissie werkt dan in de auto-adaptieve
stand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen.
De transmissie kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de rijstijl,
het profiel van de weg en de belading van de
auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand
van de selectiehendel te wijzigen, moet het
gaspedaal volledig worden ingetrapt (kickdown).
De transmissie schakelt automatisch terug of
handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat
de motor het maximumtoerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de transmissie
automatisch terug om sterker op de motor af te
remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
transmissie niet naar een hogere versnelling als
u het gaspedaal plotseling loslaat.
Zet de selectiehendel nooit in de
stand N als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de
stand
P of R als de auto niet volledig
stilstaat.
Programma's Sport en
Sneeuw
Deze twee specifieke programma's vullen de
automatische werking aan onder bijzondere
rijomstandigheden.
Programma Sport "S"
F Druk op de toets "S" als de motor is
gestart.
Het schakelprogramma maakt dan automatisch
een dynamische rijstijl mogelijk.
S Op het instrumentenpaneel
verschijnt de aanduiding.
Programma Sneeuw " T"
F Druk op de toets " T" als de motor is
gestart.
De transmissie past zich aan voor het rijden op
gladde wegen.
Het schakelprogramma zorgt ervoor dat u
gemakkelijker kunt rijden op een ondergrond
met weinig grip.
T wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Terugkeren naar
het automatische
standaardprogramma
F Om terug te keren naar het auto-adaptieve stand kunt u het
programma Sport of Sneeuw op elk
gewenst moment uitschakelen door
opnieuw op de desbetreffende toets te
drukken.
Rijden
Page 116 of 521

DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
De automatische transmissie kan
beschadigd raken:
-
a
ls u gelijktijdig het gas- en het
rempedaal intrapt,
-
a
ls u, wanneer de accu geen stroom
levert, de selectiehendel geforceerd
in de stand P of een andere stand zet.
Als u langere tijd stilstaat met draaiende
motor (files...), kunt u, om brandstof te
besparen, de selectiehendel in de stand
N
zetten en de handrem aantrekken.
Als de selectiehendel niet in de
stand P staat, verschijnt bij het
openen van het bestuurdersportier
of na ongeveer 45
seconden een
waarschuwingsmelding op het display.
F
Z
et de selectiehendel in de
stand
P; de melding verdwijnt.
Rijd stapvoets wanneer u op een
ondergelopen weg rijdt of een beek
doorkruist.
Storing
Handmatig schakelen
Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het display, duidt dit
op een storing in de transmissie.
In dit geval werkt de transmissie met een
noodprogramma en blijft de 3e versnelling
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok
voelen bij het selecteren van R vanuit de stand
P , of R vanuit de stand N . Dit beschadigt de
transmissie niet.
Rijd niet harder dan 100
km/h (afhankelijk van
de geldende snelheidslimiet).
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
F
S
electeer de stand M om sequentieel
te
schakelen tussen de vier versnellingen.
F
D
uw de selectiehendel naar het symbool +
om één versnelling op te schakelen.
F
T
rek de selectiehendel naar het symbool
-
om één versnelling terug te schakelen.
Het schakelen naar een andere versnelling
kan alleen als de snelheid van de auto en
het toerental van de motor dit toestaan,
anders wordt er tijdelijk overgegaan op de
automatische bediening.
Dit symbool verschijnt als een versnelling
niet goed is ingeschakeld (de selectiehendel
bevindt zich tussen twee standen in).
D en verschijnen achtereenvolgens
de ingeschakelde versnellingen.
Parkeren van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u de selectiehendel in de
stand P of N bewegen om de neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de handrem aan om de auto stil te
zetten.
Onjuiste waarde bij handmatige
bediening
Als het motortoerental te laag of te hoog is,
knippert de geselecteerde versnelling enkele
seconden en vervolgens wordt de werkelijk
ingeschakelde versnelling weergegeven.
Er kan elk moment van de stand D (rijden in de
automatische stand) naar de stand M (rijden in
de handbediende stand) worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de
transmissie automatisch de stand M1 .
De programma's Sport en Sneeuw kunnen
niet worden ingeschakeld in de handbediende
stand.
Page 117 of 521

11 5
DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Bij de automatische transmissie met zes
versnellingen kunt u kiezen uit automatisch
schakelen en handmatig schakelen.
De transmissie heeft dus twee
gebruiksmogelijkheden:
-
a
utomatisch schakelen: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd door de
transmissie,
-
h
andmatig schakelen: deze stand maakt
het zelf schakelen met de selectiehendel
mogelijk.
Automatische transmissie (EAT6)
P. Parkeerstand.
- S tilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken handrem.
-
S
tarten van de motor.
R.
Achteruitversnelling.
-
A
chteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.
N.
N
eutraalstand.
-
S
tilzetten van de auto, met aangetrokken
handrem.
-
S
tarten van de motor.
D.
A
utomatische werking.
M + / - .
Z
elf schakelen tussen de zes
versnellingen.
F
B
eweeg de selectiehendel kort naar
achteren om één versnelling op te
schakelen.
of
F
B
eweeg de selectiehendel kort naar voren
om één versnelling terug te schakelen. Wanneer u met de selectiehendel een stand
inschakelt, verschijnt het desbetreffende
pictogram op het instrumentenpaneel.
P.
P
arking (parkeerstand)
R.
R
everse (achteruitversnelling)
N.
N
eutral (neutraalstand)
D.
D
rive (automatisch schakelen)
1
2 3 4 5 6.
In
geschakelde versnelling bij
handmatig schakelen
-.
O
ngeldige waarde bij handmatig schakelen
Standen van de
selectiehendelWeergave op het
instrumentenpaneel
Intrappen van het rempedaal
F Als dit pictogram op het
instrumentenpaneel verschijnt,
trap dan het rempedaal in (bijv.:
starten van de motor).
Rijden
Page 118 of 521

DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Wegrijden
F Trek de handrem aan.
F S electeer de stand P of N .
F
S
tart de motor.
Als niet aan deze voor waarden wordt voldaan,
klinkt een geluidssignaal in combinatie met een
waarschuwingsmelding.
F
T
rap bij draaiende motor het rempedaal in.
F
Z
et de handrem vrij.
F
S
electeer de stand R , D of M.
F
L
aat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.
Als tijdens het rijden per ongeluk de
stand N wordt geselecteerd, laat het
motortoerental dan zakken tot stationair
toerental, zet de selectiehendel in de
stand D en trap het gaspedaal weer in.
Laat bij temperaturen onder -23°C
de motor gedurende vier minuten
stationair draaien. Dit is belangrijk voor
de goede werking en de levensduur
van de motor en transmissie. Als de motor stationair draait, het
rempedaal is losgelaten en de stand R
,
D of M is geselecteerd, zet de auto zich
zelfs al in beweging als het gaspedaal
niet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen
kinderen alleen in de auto achter.
Trek de handrem aan en
selecteer de stand P indien er
onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor.
Page 119 of 521

11 7
DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
F Selecteer de stand D om automatisch
te laten schakelen tussen de zes
versnellingen.
De transmissie werkt dan in de auto-adaptieve
stand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen.
De transmissie kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de rijstijl,
het profiel van de weg en de belading van de
auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de
stand van de selectiehendel te wijzigen,
moet het gaspedaal volledig worden
ingetrapt (kickdown). De transmissie
schakelt automatisch terug of handhaaft de
ingeschakelde versnelling totdat de motor het
maximumtoerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de transmissie
automatisch terug om sterker op de motor af te
remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
transmissie niet naar een hogere versnelling
als u het gaspedaal plotseling loslaat.
Automatisch
schakelprogramma
Zet de selectiehendel nooit in de stand
N als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de stand
P of R als de auto niet volledig stilstaat.
Achteruitversnelling
Als bij aangezet contact de achteruitversnelling
R wordt ingeschakeld, wordt automatisch de
parkeerhulp achter geactiveerd.
Zie voor meer informatie de rubriek
"Parkeerhulp achter".
Kruipfunctie (rijden zonder gas
te geven)
Dankzij deze functionaliteit kan soepeler
worden gereden met lage snelheid
(parkeermanoeuvres, file rijden enz.).
Als de motor stationair draait, de handrem is
vrijgezet en de stand D , M of R is geselecteerd,
komt de auto in beweging zodra u het
rempedaal loslaat (zonder dat u gas hoeft te
g eve n).
Uit veiligheidsoverwegingen wordt deze
functie alleen geactiveerd als u tijdens het
inschakelen van een versnelling vooruit of van
de achteruitversnelling het rempedaal ingetrapt
houdt.
De functie wordt gedeactiveerd als het
bestuurdersportier wordt geopend.
Als u het portier sluit en vervolgens op het
rem- of gaspedaal trapt, wordt de functie weer
geactiveerd.
Rijden
Page 120 of 521

DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Als u langere tijd stilstaat met
draaiende motor (files...), kunt
u, om brandstof te besparen, de
selectiehendel in de stand N zetten en
de handrem aantrekken.
Als de selectiehendel niet in de
stand P staat, verschijnt bij het
openen van het bestuurdersportier
of na ongeveer 45
seconden een
waarschuwingsmelding op het display.
F
Z
et de selectiehendel in de stand
P ; de melding verdwijnt.
Rijd stapvoets wanneer u op een
ondergelopen weg rijdt of een beek
doorkruist. De automatische transmissie kan
beschadigd raken:
-
a
ls u gelijktijdig het gas- en het
rempedaal intrapt,
-
a
ls u, wanneer de accu geen
stroom levert, de selectiehendel
geforceerd in de stand P of een
andere stand zet.
F
S
electeer de stand M om sequentieel
te
schakelen tussen de zes versnellingen.
F
B
eweeg de selectiehendel naar het
symbool + om één versnelling op te
schakelen.
F
B
eweeg de selectiehendel naar het
symbool - om één versnelling terug te
schakelen.
Het schakelen naar een andere versnelling
kan alleen als de snelheid van de auto en
het toerental van de motor dit toestaan,
anders wordt er tijdelijk overgegaan op de
automatische bediening.
Handmatig schakelen
D en verschijnen achtereenvolgens
de ingeschakelde versnellingen.
Als het motortoerental te laag of te hoog is,
knippert de geselecteerde versnelling enkele
seconden en vervolgens wordt de werkelijk
ingeschakelde versnelling weergegeven.
Er kan elk moment van de stand D (rijden in de
automatische stand) naar de stand M (rijden in
de handbediende stand) worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt,
wordt automatisch de eerste versnelling
ingeschakeld.
Onjuiste waarde bij handmatige
bediening
Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld
(de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in).
Parkeren van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u de
selectiehendel in de stand P of N bewegen om
de neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de handrem aan om de
auto stil te zetten. Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat branden in
Storing
combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het display, duidt dit
op een storing in de transmissie.
In dit geval werkt de transmissie met een
noodprogramma en blijft de 3e versnelling
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok
voelen bij het selecteren van R vanuit de stand
P
, of R vanuit de stand N . Dit beschadigt de
transmissie niet.
Rijd niet harder dan 100
km/h (afhankelijk van
de geldende snelheidslimiet).
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.