Page 169 of 232

INLEIDING
Deze handleiding bevat aanwijzingen
voor inspectie en onderhoud die strikt
moeten worden gevolgd om letsel van
uzelf en anderen of schade aan uw
voertuig te voorkomen.
We raden u ten zeerste aan om bij
twijfel over een te volgen procedure het
werk te laten uitvoeren door een
betrouwbare, gekwalificeerde garage,
bijvoorkeur het Abarth Servicenetwerk.
Uw voertuig is het beste gediend met
door de fabriek opgeleide
FCA-monteurs en originele
FCA-onderdelen. Alleen deskundige
ondersteuning en specifiek voor uw
voertuig gemaakte originele onderdelen
staan garant voor adequaat, volledig en
toereikend onderhoud, zodat u zich
onnodige problemen bespaart. Een
ondeskundige uitvoering van
werkzaamheden kan leiden tot schade
aan uw voertuig, ongevallen en letsel.
Neem voor gedegen advies en
hoogwaardige service contact op met
een dealer van het Abarth
Servicenetwerk.
De eigenaar dient de documentatie te
bewaren waarmee kan worden
aangetoond dat het onderhoud correct
en volgens de voorschriften is
uitgevoerd.Aanspraak op de garantie is niet
mogelijk als het defect te wijten is aan
gebrekkig onderhoud en niet aan
materiaal- of fabricagefouten.
Aanspraken op de garantie worden niet
gehonoreerd als het defect te wijten is
aan gebrekkig onderhoud en niet aan
materiaal- of fabricagefouten.
Geprogrammeerd onderhoud
OPMERKING Blijf na de
voorgeschreven periode het
beschreven onderhoud uitvoeren
volgens de aanbevolen intervallen.
Emissieregel- en gerelateerde
systemen
Het ontstekingssysteem en het
brandstofsysteem zijn uiterst belangrijk
voor het emissieregelsysteem en voor
een efficiënte werking van de motor.
Probeer er dus zelf niets aan te
veranderen.
Alle inspecties en aanpassingen
moeten door een dealer van het Abarth
Servicenetwerk worden uitgevoerd.
VOORZORGSMAAT
REGELEN BIJ
ONDERHOUD DOOR
EIGENAAR
187) 188) 189)
38)
Routine-onderhoud
We bevelen u ten zeerste aan deze
controles dagelijks of in elk geval
wekelijks uit te voeren:
Motorolieniveau
Niveau motorkoelvloeistof
Peil rem- en koppelingvloeistof
Niveau ruitensproeiervloeistof
Accu-onderhoud
Bandenspanning
Bij verkeerd of onvolledig onderhoud
kunnen problemen ontstaan. De
aanwijzingen in dit hoofdstuk hebben
alleen betrekking op eenvoudig uit te
voeren controles en onderhoud.
Zoals is uitgelegd in de paragraaf
“Inleiding”, zijn er diverse procedures
die alleen met speciaal gereedschap
kunnen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde onderhoudsmonteur.
Verkeerd doe-het-zelf onderhoud
tijdens de garantieperiode kan gevolgen
hebben voor de garantie. Zie voor
nadere bijzonderheden de aparte
garantieverklaring die met het voertuig
wordt meegeleverd. Laat bij twijfel over
167
Page 170 of 232

een service- of onderhoudsprocedure
de werkzaamheden uitvoeren door het
Abarth Servicenetwerk.
De verwijdering van afgewerkte olie en
afvalvloeistoffen is onderworpen aan
strenge wettelijke milieuvoorschriften.
Zorg daarom voor een correcte
verwijdering van uw afval, met
inachtneming van het milieu.
We bevelen u aan het verversen van
oliën en vloeistoffen voor uw voertuig te
laten uitvoeren door het Abarth
Servicenetwerk.
PERIODIEKE
CONTROLES
Elke1.000 kmof vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;
remvloeistofpeil;
ruitensproeiervloeistofpeil;
conditie en spanning banden;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking van ruitensproeier/
wissersysteem en positie/slijtage van
ruitenwisserbladen van voorruit.
Elke 3.000 kmcontroleren en
eventueel bijvullen: motoroliepeil.
GEBRUIK VAN HET
VOERTUIG ONDER
ZWARE
OMSTANDIGHEDEN
Als het voertuig onder een van de
volgende omstandigheden wordt
gebruikt:
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen
onder het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij
lage snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;
de volgende controles dienen vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven in
het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen/slangen /bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
168
ONDERHOUD EN ZORG
Page 171 of 232

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en
eventueel op spanning brengen. Vervaldatum en
toestand lading snelle bandenreparatiekit
controleren (indien aanwezig)
●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
lampjes instrumentenpaneel, enz.) controleren.
●●●●●●●●●●
De vloeistofpeilen controleren en eventueel
bijvullen (1)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
Gebruik de diagnosestekker om de werking van
het motormanagementsysteem en de emissie te
controleren; en voor bepaalde versies/markten,
de verslechtering van de motorolie
●●●●●●●●●●
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
169
Page 172 of 232
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde
van carrosserie, bodemplaatbescherming,
slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem), rubber elementen (hoezen,
slangen, bussen enz.) en zichtbare
bevestigingsmiddelen
●●●●●
Visueel de conditie van de stuurelementen
inspecteren en de werking ervan controleren●●●●●
Speling wiellagers en verbindingen voor en
achter controleren●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van
ruitenwissers controleren●●●●●
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem
controleren en zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Vergrendelmechanismen en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren en
mechanismen smeren
●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig
afstellen●●●●●●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van
schijfremmen voor/achter visueel controleren en
de integriteit van de remblokslijtagesensoren
controleren
●●●●●●●●●●
170
ONDERHOUD EN ZORG
Page 173 of 232

km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Inspecteer visueel de conditie van het systeem
voor regeling van de brandstofverdamping●●●
Controleer visueel de conditie en spanning van
de extra aandrijfriem(en)●
Conditie getande distributieriem visueel
controleren●
Olie versnellingsbak verversen●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen●●●●●●●●●●
Bougies vervangen (2)●●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(3)
Getande distributieriem vervangen(3)
Luchtfilterelement vervangen (4)
●●●
(2) Voor 1.4 Turbo MultiAir versies zijn de volgende zaken van vitaal belang om een correcte werking te verzekeren en om ernstige schade aan
de motor te voorkomen: gebruik uitsluitend bougies die speciaal gecertificeerd zijn voor deze motoren; alle bougies moeten van hetzelfde
type en merk zijn (zie de paragraaf “Motor” in het hoofdstuk “Technische gegevens”); houdt u zich strikt aan de vervangingsintervallen van de
bougies die vermeld zijn in het Geprogrammeerde Onderhoudsschema. Het wordt aanbevolen voor het vervangen van de bougies contact
op te nemen met het Abarth Servicenetwerk.
(3) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstand van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand moet de
riem om de 6 jaar vervangen worden. In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstandigheden (koude klimaten,
gebruik in de stad, periodes van langdurig stationair lopen) wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Ongeacht de
kilometerstand, moet de riem om de 4 jaar vervangen worden.
(4) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15,000 km vervangen worden.
171
Page 174 of 232
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Remvloeistof verversen(5)
Cabineluchtfilter vervangen (4) (o) (●)
●●●●●
(5) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
(4) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15,000 km vervangen worden.
(o) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
172
ONDERHOUD EN ZORG
Page 175 of 232

BELANGRIJK
187)Voer geen onderhoudswerk uit als het
u ontbreekt aan de daarvoor benodigde
kennis, ervaring, gereedschappen en
apparatuur. Laat het onderhoud uitvoeren
door een gekwalificeerde monteur.
Onderhoud aan een voertuig is gevaarlijk
als het verkeerd wordt uitgevoerd. U kunt
ernstig letsel oplopen bij de uitvoering van
sommige procedures.
188)Als u onder de motorkap wilt werken
terwijl de motor draait, zorg er dan voor dat
u, voor zover van toepassing, alle sieraden
(met name ringen, armbanden, horloge en
halsketting) hebt afgedaan, en geen
stropdas, sjaal of andere losse
kledingstukken draagt, dit met het oog op
bewegende onderdelen, zoals de
koelventilator, die onverwacht kan
aanslaan. Die kunnen namelijk verstrikt
raken in bewegende onderdelen, waardoor
u letsel kunt oplopen.
189)Zet het contact uit en vergewis u
ervan dat de ventilator niet draait voordat u
in de buurt ervan aan de slag gaat. Het is
gevaarlijk om in de buurt van de
koelventilator te werken als de ventilator
draait. De ventilator kan nog onbepaalde
tijd blijven draaien nadat de motor is
uitgezet, als de motorruimte nog heet is.
Als u in aanraking komt met de ventilator,
kunt u letsel oplopen.
BELANGRIJK
38)Laat geen voorwerpen achter in de
motorruimte. Zorg ervoor, nadat u klaar
bent met het inspectie- en onderhoudswerk
in de motorruimte, dat er geen voorwerpen
zoals gereedschappen of lappen
achterblijven in de motorruimte. Die zouden
motorschade of brand en daarmee
ongevallen kunnen veroorzaken.
173
Page 176 of 232
MOTORRUIMTE
NIVEAUS CONTROLEREN
190) 191)
39)
1. Koplamp- en ruitensproeiervloeistof 2. Motoroliepeilstok 3. Motoroliedop 4. Motorkoelvloeistof 5. Rem-/
koppelingvloeistof 6. Accu
14807030300-472-472AB
174
ONDERHOUD EN ZORG