Page 681 of 850

6–54
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Koplampen (Met halogeen koplampen)
Dimlichtgloeilampen
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Als u de rechter gloeilamp gaat
vernieuwen, de motor starten, het
stuurwiel volledig naar links draaien
en de motor stopzetten. Als u de
linker gloeilamp gaat vernieuwen, het
stuurwiel naar rechts draaien.
3. Trek aan het midden van elk van
de plastic klemmen en verwijder de
klemmen.
Verwijderen
Monteren
4. Draai de schroef linksom en verwijder
deze en trek vervolgens de stofkap
gedeeltelijk van zijn plaats.
5. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
6. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
re À ector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Page 682 of 850
6–55
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Grootlichtgloeilampen/Dagverlichting
(Met dagverlichting)
(Linkerzijde)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
3. Verwijder de klem.
4. Verplaats het lucht ¿ lterdeksel en maak
een ruimte die voldoende groot is om in
te werken.
5. Draai de kap linksom en verwijder
deze.
6. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
(Rechterzijde)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
Page 683 of 850
6–56
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
3. Maak de klem los.
Klem
4. Verwijder het
ruitensproeiervloeistofreservoir van de
voorruit en de bouten.
Reservoir van
voorruitensproeiervloeistofBout
Geleider
5. Verwijder de geleider.
Geleider
6. Draai de kap linksom en verwijder
deze.
7. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
8. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Page 684 of 850
6–57
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Grootlichtgloeilampen (Zonder
dagverlichting)
(Linkerzijde)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
3. Verwijder de klem.
4. Verplaats het lucht ¿ lterdeksel en maak
een ruimte die voldoende groot is om in
te werken.
5. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
6. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
re À ector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
(Rechterzijde)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
Page 685 of 850
6–58
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
3. Maak de klem los.
Klem
4. Verwijder het
ruitensproeiervloeistofreservoir van de
voorruit en de bouten.
Reservoir van
voorruitensproeiervloeistofBout
Geleider
5. Verwijder de geleider.
Geleider
6. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
7. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
re À ector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
8. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Page 686 of 850

6–59
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
Dagverlichting/Positielampen (Met LED
koplampen), Signatuurverlichting *
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een of ¿ ciële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
Voorste richtingaanwijzerlampen,
Positielampen (Met halogeen
koplampen)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Als u de rechter gloeilamp gaat
vernieuwen, de motor starten, het
stuurwiel volledig naar links draaien
en de motor stopzetten. Als u de
linker gloeilamp gaat vernieuwen, het
stuurwiel naar rechts draaien.
3. Trek aan het midden van elk van
de plastic klemmen en verwijder de
klemmen.
Verwijderen
Monteren
4. Draai de schroef linksom en verwijder
deze en trek vervolgens de stofkap
gedeeltelijk van zijn plaats.
5. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
Page 687 of 850

6–60
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
6. Maak de gloeilamp los uit de houder.
Voorste richtingaanwijzerlampen
Positielampen (Met halogeen
koplampen)
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Mistlampen voor * (Met LED
koplampen)
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een of ¿ ciële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
Mistlampen voor (Met halogeen
koplampen)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Als u de rechter gloeilamp gaat
vernieuwen, de motor starten, het
stuurwiel volledig naar links draaien
en de motor stopzetten. Als u de
linker gloeilamp gaat vernieuwen, het
stuurwiel naar rechts draaien.
3. Trek aan het midden van elk van
de plastic klemmen en verwijder de
klemmen.
Verwijderen
Monteren
4. Draai de schroef linksom en verwijder
deze en trek vervolgens de stofkap
gedeeltelijk van zijn plaats.
Page 688 of 850

6–61
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
5. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
6. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
re À ector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Remlichten/Achterlichten, Middelste
remlicht, Zijrichtingaanwijzerlampen,
Remlichten (Met LED koplampen),
Achterlichten (Met LED koplampen)
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een of ¿ ciële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
Achterste richtingaanwijzerlampen
S e d a n
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en dat de
richtingaanwijzerschakelaar uit is.
2. Til de kofferdekselmat op.
3. (Linkerzijde)
Trek aan het midden van elk van
de plastic klemmen en verwijder de
klemmen en het zakje.
(Rechterzijde)
Verwijder het zakje.
(Linkerzijde)
Verwijderen
Monteren