Page 321 of 850

4–14 4
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Wanneer het systeem in werking is
Als het contact op ON wordt gezet en
het LDWS OFF indicatielampje in de
instrumentengroep uit gaat, gaat het
systeem over op standby.
Als het contact op ON wordt gezet en
het LDWS OFF indicatielampje in de
instrumentengroep gaat branden, op de
LDWS OFF schakelaar drukken zodat het
het systeem overgaat op standby.
Rijd met het systeem op standby naar het
midden van de rijstrook. Het systeem zal
beginnen te functioneren wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden is voldaan.
De auto rijdt in het midden van de
rijstrook met de witte of gele strepen
aan de linker of rechter zijde of aan
weerszijden.
De rijsnelheid is ongeveer 65 km/h of
hoger.
De auto rijdt op een rechte weg of op
een weg met À auwe bochten.
Het LDWS systeem werkt niet in de
volgende gevallen:
Het systeem kan de witte of gele strepen
niet bespeuren.
De rijsnelheid is minder dan ongeveer
60 km/h.
De auto maakt een scherpe bocht.
De auto maakt een bocht met een niet
aangepaste snelheid.
OPMERKING
Het LDWS functioneert niet totdat
het systeem een witte of gele streep
aan de linker- of rechterzijde heeft
bespeurd.
Wanneer het systeem een witte
of gele streep enkel aan één zijde
bespeurt, activeert het systeem enkel
de waarschuwing wanneer de auto
afwijkt aan de zijde waar de witte of
gele streep bespeurd wordt.
De afstand- en
waarschuwingsgevoeligheid die
door het systeem wordt gebruikt
om de mogelijkheid van een
rijstrookafwijking te bepalen kan
gewijzigd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .
Page 322 of 850

4–14 5
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Rijstrookweergave (voertuigen met
multi-informatiedisplay)
De rijstrookstrepen (standby) worden
aangegeven in de multi-informatiedisplay
wanneer de LDWS overgaat op standby.
Wanneer het LDWS witte (gele) strepen
aan zowel de linker als de rechterzijde
bespeurt en operationeel wordt, worden de
rijstrookstrepen (standby) aangegeven in
de multi-informatiedisplay.
Automatische uitschakeling
In de volgende gevallen wordt het LDWS
automatisch uitgeschakeld en gaat
het LDWS OFF indicatielampje in de
instrumentengroep branden.
De temperatuur binnen in de camera is
hoog of laag.
De voorruit rondom de camera is
beslagen.
De voorruit rondom de camera wordt
door een obstakel geblokkeerd,
waardoor het uitzicht naar voren
belemmerd wordt.
Rijstrookweergave (voertuigen met
multi-informatiedisplay)
De rijstrookstrepen (standby) worden
aangegeven in de multi-informatiedisplay
wanneer de LDWS automatisch
geannuleerd wordt.
Waarschuwing voor automatische
uitschakeling
Wanneer de volgende handelingen
worden uitgevoerd, bepaalt het LDWS
dat de bestuurder de bedoeling heeft van
rijstrook te wisselen en wordt de LDWS
waarschuwing automatisch uitgeschakeld.
Het LDWS wordt nadat de bestuurder de
handeling heeft uitgevoerd automatisch
ingeschakeld.
Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.
Het rempedaal wordt abrupt ingetrapt.
Het gaspedaal wordt abrupt ingetrapt.
De richtingaanwijzerhendel
wordt bediend (nadat de
richtingaanwijzerhendel is teruggezet, is
het mogelijk dat het LDWS gedurende
ongeveer 3 seconden niet werkt, de tijd
die nodig is om de rijstrookcorrectie uit
te voeren).
OPMERKING
Nadat met de richtingaanwijzerhendel
in werking ongeveer 60 seconden zijn
verstreken, zal de LDWS waarschuwing
in werking treden als de auto dicht bij
een witte of gele streep komt.
Page 323 of 850

4–14 6
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Uitschakelen van het systeem
Druk op de LDWS OFF schakelaar om
het LDWS systeem uit te schakelen. Het
LDWS OFF indicatielampje gaat branden.
Rijstrookweergave (voertuigen met
multi-informatiedisplay)
De rijstrookstrepen worden niet langer
aangegeven in de multi-informatiedisplay
wanneer de LDWS geannuleerd wordt.
OPMERKING
Wanneer het contact op OFF wordt
gezet, wordt de LDWS geactiveerd
wanneer het contact de volgende keer op
ON wordt gezet.
Rijstrookafwijkingwaarschuwing
Als het systeem bepaalt dat de
mogelijkheid van een rijstrookafwijking
bestaat. wordt de LDWS
waarschuwingszoemer geactiveerd en
gaat het LDWS waarschuwingslampje
knipperen. Bedien het stuurwiel op
geschikte wijze en stuur de auto naar het
midden van de rijstrook.
Bij voertuigen uitgerust met de multi-
informatiedisplay en de Active Driving
Display verandert de kleur van de
rijstrookstreep in de richting waarin het
systeem bepaalt dat de auto van zijn
rijstrook gaat afwijken van wit naar oranje
en gaat de rijstrookstreep knipperen.
Indicatie op display
Multi-informatiedisplay
Active Driving Display
Page 324 of 850