Page 233 of 850

4–56
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Pagina
(Oranje) * KEY waarschuwingsindicatie 7-41
(Rood) * KEY waarschuwingslampje *1 Defect
7-41 ,
Behalve defect
7-50
(Oranje) * i-stop waarschuwingslampje *1 7-41
(Oranje) * i-ELOOP waarschuwingsindicatie 7-41
(Oranje) * Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje *1 7-41
(Oranje) * Adaptieve LED koplampen (ALH) waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje *1 7-41
* Dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatie 7-41
(Oranje) * Waarschuwingsindicatie van Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem 7-41
(Oranje) * Waarschuwingslampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) *1 4-146
(Oranje) * Waarschuwingsindicatie van rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) 7-41
(Oranje) * Waarschuwingsindicatie vermoeidheid bestuurder (DAA) 7-41
* LED koplampwaarschuwingslampje 7-41
* Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje van Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS) *1 7-50
Page 234 of 850
4–57
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Pagina
Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 7-50
* 120 km/h waarschuwingslampje *1 7-50
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Voorzitting) 7-50
(Rood) * Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Achterzitting) 7-50
* Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje voor laag
sproeiervloeistofniveau 7-50
* Open-portier waarschuwingsindicatie 7-50
* Open-kofferdeksel waarschuwingsindicatie 7-50
* Open-achterklep waarschuwingsindicatie 7-50
* Open-portier waarschuwingslampje 7-50
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Page 235 of 850

4–58
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Indicatie/Indicatielampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Indicatie Pagina
(Groen) * Veiligheidsgordelindicatielampje (Achterzitting) 2-25
* Indicatielampje van de deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag *1 2-55
Beveiligingssysteemindicatielampje *1 3-58
(Wit/Groen) KEY indicatie/indicatielampje 4-6
* Rijsnelheidsalarmindicatie 4-48
Moersleutelindicatie/indicatielampje *1 4-62
* Voorgloei-indicatielampje *1 4-62
* Dieseldeeltjes ¿ lterindicatie/indicatielampje *1 4-253
(Blauw) * Indicatielampje voor lage motorkoelvloeistoftemperatuur 4-62
Schakelstandindicatie 4-70
Verlichting-aan indicatie/indicatielampje 4-81
Grootlichtindicatielampje
Koplampen
grootlicht-dimlicht
4-85 ,
Koplamplichtsignaal
4-85
Richtingaanwijzers/Waarschuwingsknipperlichten indicatielampjes
Richtingaanwijzers
en signalen voor
rijbaanverandering
4-91 ,
Waarschuwingsknipperlichten
4-99
Page 236 of 850
4–59
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatie Pagina
* Indicatielampje voor mistvoorlicht 4-88
* Indicatielampje voor mistachterlicht 4-89
Indicatie/indicatielampje elektrische handrem *1*2 7-41
* Rempedaalbediening vereist indicatielampje 4-102
TCS/DSC indicatielampje *1
(Knippert)
Anti-wielspin
regeling
(TCS)
4-111 ,
Dynamische
stabiliteitsregeling
(DSC)
4-112
(Gaat branden)
7-41
DSC OFF indicatielampje *1 4-112
Keuzemodusindicatie 4-124
(Groen) * Koplampregelsysteem (HBC) indicatielampje 4-135
(Groen) * Adaptieve LED koplampen (ALH) indicatielampje 4-139
* Dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje *1 Defect
7-41 ,
Behalve defect
4-155
(Wit) * Hoofdindicatie van Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem 4-180
(Groen) * Instelindicatie van Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem 4-180
Page 237 of 850
4–60
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatie Pagina
* Indicatielampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
OFF *1 Defect
7-41 ,
Behalve defect
4-146
(Wit/Groen) * Indicatie van rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) 4-194
(Rood) * Indicatielampje van stadsverkeer-remassistent (SCBS) Geavanceerde
stadsverkeer-
remassistent
(Advanced
SCBS)
4-214 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Vooruit]
(SCBS F)
4-219
* Indicatie van Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-
remassistent (SBS/SCBS) Geavanceerde
stadsverkeer-
remassistent
(Advanced
SCBS)
4-214 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Vooruit]
(SCBS F)
4-219 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Achteruit]
(SCBS R)
4-226 ,
Smart Brake
Support
remhulpsysteem
(SBS)
4-230
Page 238 of 850

4–61
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatie Pagina
* Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/
SCBS) OFF indicatielampje *1 Geavanceerde
stadsverkeer-
remassistent
(Advanced
SCBS)
4-215 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Vooruit]
(SCBS F)
4-220 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Achteruit]
(SCBS R)
4-226 ,
Smart Brake
Support
remhulpsysteem
(SBS)
4-230
(Wit) * Indicatie vermoeidheid bestuurder (DAA) 4-170
(Groen) * i-ELOOP Indicatielampje 4-116
(Wit) * Hoofdindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-244
(Groen) * Instelindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-244
(Wit) * Hoofdindicatie van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-206
(Groen) * Instelindicatie van instelfunctie van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-206
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
*2 Wanneer de elektrische handrem wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden.
Page 239 of 850

4–62
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Voorgloei-indicatielampje
(SKYACTIV-D 2.2)
Dit indicatielampje kan gaan branden
wanneer het contact op ON gezet wordt.
Het lampje gaat uit wanneer de
gloeibougies warm zijn. Als u nadat de
gloeibougies zijn opgewarmd het contact
gedurende langere tijd in de stand ON
laat staan zonder dat de motor draait,
worden de gloeibougies mogelijk opnieuw
opgewarmd en gaat het voorgloei-
indicatielampje branden.
Moersleutelindicatielampje
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat het moersleutelindicatielampje
branden en vervolgens na enkele seconden
uit.
Wanneer het lampje brandt
Het moersleutelindicatielampje
gaat branden wanneer het tijd is
voor een vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt. Controleer de gegevens
en voer het onderhoud uit.
Zie Onderhoudsmonitor op pagina 6-17 .
Wanneer het lampje knippert
(SKYACTIV-D 2.2)
De opvanginrichting voor bezinksel
scheidt water van de brandstof.
Indien er zich water in dit ¿ lter heeft
verzameld, gaat het waarschuwingslampje
knipperen. Als dit gebeurt, dient u
zo spoedig mogelijk een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur te raadplegen.
Indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.
Als het indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Page 240 of 850

4–63
Tijdens het rijden
Bediening van de handgeschakelde versnellingsbak
Schakelpatroon van
de handgeschakelde
versnellingsbak
Neutraalstand
Het schakelpatroon van de versnellingsbak
is conventioneel, zoals h aangegeven.
Druk het koppelingspedaal tijdens het
overschakelen volledig in; laat het
vervolgens langzaam opkomen.
Uw auto is uitgerust met een inrichting
welke voorkomt dat per ongeluk naar R
(achteruit) overgeschakeld wordt. Duw de
versnellingshendel omlaag en schakel over
naar R.
WAARSCHUWING
Op gladde wegen of bij hoge snelheden
niet plotseling afremmen op de motor:
Het terugschakelen tijdens het rijden
op natte of met sneeuw of ijs overdekte
wegen, of tijdens het rijden met hoge
snelheden veroorzaakt plotseling
afremmen op de motor, hetgeen
gevaarlijk is. Door de plotselinge
verandering in de draaisnelheid van
de banden kunnen de banden gaan
slippen. Dit kan er toe leiden dat u de
macht over het stuur verliest en een
ongeluk veroorzaakt.
Zet de keuzehendel altijd in de stand 1
of R en trek de handrem aan alvorens
de auto onbeheerd achter te laten:
De auto zou anders plotseling in
beweging kunnen komen en een
ongeluk veroorzaken.