Page 545 of 729

597
Rijden met uw auto
Uw auto kan zijn uitgerust met het ISG-
systeem dat het brandstofverbruik
vermindert door de motor automatisch uit
te schakelen als de auto stilstaat.
(Bijvoorbeeld: rood verkeerslicht,
stopbord en file). De motor wordt
automatisch gestart zodra aan de
startvoorwaarden wordt voldaan. Het
ISG-systeem staat altijd aan wanneer de
motor draait.
✽✽AANWIJZING
Als de motor automatisch wordt gestart
door het ISG-systeem, gaat een aantal
waarschuwingslampjes (ABS, ESC,
ESC OFF, EPS of parkeerrem) mogelijk
een paar seconden branden. Dit komt
door de lage accuspanning. Het betekent
niet dat er een storing in het systeem
aanwezig is.
Auto stop
Motor uitzetten in Idle Stop-modus
1. Verlaag de snelheid tot een snelheid die lager is dan ongeveer 5 km/h.
2. Schakel stand N (neutraal) in.
3. Haal uw voet van het koppelingspedaal. De motor wordt uitgezet en het groene
controlelampje AUTO STOP ( ) in het
instrumentenpaneel gaat branden.
ISG-SYSTEEM (IDLE STOP & GO) (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM056115L
Page 546 of 729
Rijden met uw auto
98
5
Verder verschijnt de melding "Auto Stop"
(Automatisch stoppen) op het LCD-
display (indien van toepassing).
✽✽
AANWIJZING
Nadat de laatste keer de motor
automatisch uitgezet is, moet de
snelheid van de auto weer minstens 10
km/h bedragen. ✽
✽
AANWIJZING
Als u uw veiligheidsgordel losmaakt of
het bestuurdersportier (of de motorkap)
opent in de Auto Stop-modus, gebeurt
het volgende:
Het ISG-systeem wordt gedeactiveerd (het lampje in de ISG OFF-knop gaat
branden). (Vervolg)(Vervolg)
De melding "Auto Stop deactivated
Start manually" (Auto Stop
gedeactiveerd. Start manueel)
verschijnt op het LCD-display (indien
van toepassing).
ODM056056L/ODM056057L
■Type A
■Type B
ODM056050L/ODM056051L
■Type A
■Type B
ODM046752L
Page 547 of 729

599
Rijden met uw auto
Auto start
Motor starten vanuit Idle Stop-modus
Trap het koppelingspedaal in wanneerde selectiehendel in de stand N
(neutraal) staat.
Er verschijnt een melding "Press brake pedal for Auto Start" (Druk rempedaal
in voor Auto Start) op het LCD-display
(indien van toepassing).
De motor wordt gestart en het groene controlelampje AUTO STOP ( ) in
het instrumentenpaneel gaat uit.
De motor zal ook in de volgende
gevallen automatisch starten, zonderdat de bestuurder actie onderneemt:
- De aanjagersnelheid van het handbediende verwarmings- en
ventilatiesysteem staat in een hogere
stand dan 3 wanneer de
airconditioning is ingeschakeld.
- De aanjagersnelheid van het automatische verwarmings- en
ventilatiesysteem staat in een hogerestand dan stand 6 terwijl de
airconditioning is ingeschakeld.
- Als een bepaalde tijd is verstreken sinds het verwarmings- en
ventilatiesysteem is ingeschakeld.
- Wanneer de ontwaseming is ingeschakeld.
- Het vacuüm in de rembekrachtiger is laag.
- Als de laadtoestand van de accu laag is.
- De rijsnelheid wordt hoger dan 5 km/h. Het groene controlelampje AUTO STOP
( ) in het instrumentenpaneel knippert
gedurende 5 seconden en er verschijnt
een melding "Auto Start" (Automatisch
Starten) in het LCD-display (indien vantoepassing).
ODM056054L/ODM056055L
■
Type A
■Type B
ODM056085L/ODM056086L
■Type A
■Type B
Page 548 of 729
Rijden met uw auto
100
5
Voorwaarden voor de werking van het ISG-systeem
Het ISG-systeem werkt wanneer aan
de volgende voorwaarden wordtvoldaan:
- De bestuurder heeft de
veiligheidsgordel vastgemaakt.
- Het bestuurdersportier en de motorkap zijn gesloten.
- Het vacuüm in de rembekrachtiger is in orde.
- De accu is voldoende opgeladen.
- De buitentemperatuur ligt tussen -2°C en 35°C.
- De koelvloeistoftemperatuur is niet te laag.
✽✽ AANWIJZING
Als aan de voorwaarden voor werking van het ISG-systeem niet is voldaan,
wordt het ISG-systeem uitgeschakeld.
Het lampje in de ISG OFF-knop gaat
branden en er wordt een melding
"Auto Stop conditions not met"
(Voorwaarden Auto Stop niet vervuld)
weergegeven op het LCD-display
(indien van toepassing).
Als het lampje blijft branden of de aanwijzing onafgebroken wordt
weergegeven, moeten de voorwaarden
voor de werking worden
gecontroleerd.
ODM046752L
ODM056048L/ODM056049L
■Type A
■Type B
Page 549 of 729
5101
Rijden met uw auto
ISG-systeem deactiveren
Druk op de ISG OFF-knop als u hetISG-systeem wilt deactiveren. Het lampje in de ISG OFF-knop gaat
branden en er wordt een melding "Auto
Stop OFF" weergegeven op het LCD-
display (indien van toepassing). Als u opnieuw op de ISG OFF-knop
drukt, wordt het systeem geactiveerden gaat het lampje in de ISG OFF-knop uit. Storing ISG-systeem
Het systeem werkt mogelijk niet
wanneer:
Er een fout optreedt in de ISG- gerelateerde sensoren of het systeem.
ODM046752L
ODM056087L/ODM056088L
■ Type A
■Type B
ODM056115L
ODM046752L
Page 550 of 729

Rijden met uw auto
102
5
Het volgende gebeurt:
Het gele controlelampje AUTO STOP
( ) in het instrumentenpaneel zal
eerst 5 seconden knipperen en daarna
blijven branden.
Het lampje in de ISG OFF-knop gaat branden.✽✽ AANWIJZING
Als het lampje in de ISG OFF-knop niet uitgaat wanneer u opnieuw op de
ISG OFF-knop drukt of als het ISG-
systeem continu niet goed blijft
werken, raden we u aan om zo snel
mogelijk contact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer.
Wanneer het lampje in de ISG OFF- knop brandt, gaat het mogelijk uit
nadat u maximaal twee uur hebt
gereden met een snelheid van
ongeveer 80 km/h en de aanjagerknop
in een lagere stand dan stand 2 hebt
ingesteld. Als het lampje in de ISG
OFF-knop ondanks deze procedure
blijft branden, raden we u aan zo snel
mogelijk contact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer.WAARSCHUWING
Als de motor zich in de Idle Stop-
modus bevindt, kan hij weer
worden gestart zonder
tussenkomst van de bestuurder.
Schakel de motor uit door hetcontact in de stand LOCK/OFF te
zetten of de contactsleutel te
verwijderen alvorens de auto teverlaten of een handeling uit te
voeren in de motorruimte.
Page 551 of 729

5103
Rijden met uw auto
Werking Actief ECO-systeem
Het Active ECO-systeem helpt het
brandstofverbruik te verlagen door de
werking van de motor en de transmissie
te regelen. Het brandstofverbruik is
afhankelijk van de rijgewoonten van de
bestuurder en de toestand van de weg. Wanneer de toets Active ECO wordt
ingedrukt, gaat het controlelampje
ECO (groen) branden om aan te geven
dat het Active ECO-systeem in werking
is.
Het Active ECO-systeem blijft ingeschakeld tot nogmaals op de toets
Active ECO wordt gedrukt. Als het
Active ECO-systeem is ingeschakeld,
zal het systeem niet worden
uitgeschakeld, zelfs niet als de motor
opnieuw wordt gestart.
Druk nogmaals op de toets Active
ECO om het systeem uit te schakelen.
Wanneer het Active ECO-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de normale
modus weer ingeschakeld.
Wanneer het Active ECO-systeem
wordt ingeschakeld:
Het motorgeluid kan sterker worden.
Kan de auto even iets inhouden.
Kan de werking van de airconditioning worden beïnvloed. Begrenzing werking actief ECO- systeem: Indien onderstaande situaties zich
voordoen terwijl het actieve ECO-
systeem in werking is, wordt de werking
van het systeem begrensd, ook al wijzigthet controlelampje ECO niet.
Wanneer de koelvloeistoftemperatuur
laag is:
Het systeem wordt begrensd totdat de
motor weer naar behoren presteert.
Bij het oprijden van een helling: Het systeem wordt begrensd voor
meer vermogen bij het oprijden van de
helling, doordat het motorkoppel
beperkt is.
In de sportstand: Het systeem wordt begrensd
overeenkomstig de ingeschakelde
versnelling.
Wanneer het gaspedaal gedurende een paar seconden diep wordt
ingetrapt: het systeem wordt begrensd
omdat het vaststelt dat de bestuurder
de snelheid wil verhogen.(Benzinemotor)
ACTIEF ECO-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM052050
Page 552 of 729

Rijden met uw auto
104
5
Het brandstofverbruik van uw auto is
voornamelijk afhankelijk van uw rijstijl, de
plaatsen waar u rijdt en de
omstandigheden waaronder u rijdt.
Al deze factoren zijn van invloed op het totale aantal kilometers dat u op een liter
brandstof kunt afleggen. Door de
onderstaande suggesties op te volgen,
verbruikt uw auto zo min mogelijk
brandstof en bespaart u geld op zowel de
brandstof als op reparaties enonderhoud:
Rijd zo vloeiend mogelijk. Verhoog uw
snelheid geleidelijk. Rijd niet volgas
weg bij een verkeerslicht en houd uw
snelheid zo constant mogelijk. Sprint
niet van verkeerslicht naar
verkeerslicht. Pas uw snelheid zoveel
mogelijk aan aan de snelheid van de
overige verkeersdeelnemers zodat u
niet onnodig moet vertragen of
versnellen. Vermijd indien mogelijk
verkeersopstoppingen. Bewaar altijd
voldoende afstand tot uw voorligger,
zodat u onnodig remmen kunt
voorkomen. Dat beperkt tevens deslijtage aan het remsysteem. Rijd niet harder dan nodig is. Hoe
harder u rijdt, hoe meer brandstof uw
auto verbruikt. Rijden met een
constante, niet al te hoge snelheid,
vooral op de snelweg, is een van de
meest effectieve manieren om
brandstof te besparen.
Regel de snelheid niet met het rempedaal of het koppelingspedaal.
Dat verhoogt het brandstofverbruik en
kan tevens de slijtage aan deze
componenten bespoedigen. Verder
kan, als u uw voet tijdens het rijden op
het rempedaal laat rusten, het
remsysteem oververhit raken,
waardoor de remwerking in negatieve
zin beïnvloed kan worden, hetgeen
ernstige consequenties kan hebben.
Zorg goed voor uw banden. Houd de bandenspanning op de geadviseerde
waarde. Een onjuiste bandenspanning,te hoog of te laag, leidt tot onnodige
bandenslijtage. Controleer de
bandenspanning minimaal een keerper maand. Zorg ervoor dat de wielen goed
uitgelijnd zijn. Een onjuiste uitlijning
van de wielen kan het gevolg zijn van
het rijden tegen stoepranden of van
het met een te hoge snelheid rijden
over een weg met kuilen en hobbels.
Een onjuiste uitlijning zorgt voor eensnellere bandenslijtage en kan naast
een hoger brandstofverbruik ook nog
andere problemen veroorzaken.
Houd uw auto in een goede conditie. Dat is essentieel voor een zo laag
mogelijk brandstofverbruik en zo laag
mogelijke onderhoudskosten.
Bij ongunstige gebruiksomstandig-
heden dient er vaker onderhoud te
worden uitgevoerd.
BRANDSTOFBESPARING