Page 705 of 729

Onderhoud
90
7
Reservoir
De brandstofdampen die vrijkomen in de
brandstoftank worden geabsorbeerd en
opgeslagen in een reservoir. Als de
motor draait worden de opgeslagen
brandstofdampen via de magneetklep
dampafvoer naar het inlaatsysteem
gevoerd.
Magneetklep dampafvoer
(PCSV - Purge Control Solenoid valve)
De magneetklep dampafvoer wordt
aangestuurd door de motor-ECU; als de
koelvloeistoftemperatuur laag is bij
stationair draaien, is de PCSV gesloten
en wordt de verdampte brandstof niet
naar de motor toegevoerd. Als de motor
op bedrijfstemperatuur is, wordt tijdens
normaal rijden de verdampte brandstofvia de geopende PCSV naar de motor
gevoerd. 3. Emissieregelsysteem Het emissieregelsysteem is een uiterst
effectief systeem dat de uitstoot van
schadelijke stoffen tot een minimum
beperkt zonder dat dit ten koste gaat van
de prestaties.
Aanpassingen aan de auto
Er mogen geen aanpassingen aan deze
auto worden gedaan. Door
aanpassingen kunnen de prestaties, de
veiligheid of de levensduur van uw auto
beïnvloed worden. Aanpassingen
kunnen zelfs in strijd zijn met
overheidsbepalingen en
milieuvoorschriften.
Daarnaast kunnen schade of problemen
met de prestaties als gevolg vanaanpassingen mogelijk niet onder de
garantie vallen.
Als u niet-toegestane elektronische
apparaten gebruikt, kan de auto zich
abnormaal gedragen, kan schade aan
de bedrading ontstaan, raakt de accumogelijk ontladen of is er kans op
brand. Gebruik voor uw eigen
veiligheid geen niet-toegestane
elektronische apparaten.
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot uitlaatgassen (koolmonoxide)
Koolmonoxide kan samen met andere uitlaatgassen aanwezig zijn. Laat het
uitlaatsysteem van uw auto directcontroleren en indien nodig repareren
indien u in het interieur uitlaatgas ruikt.Rijd niet met de auto als u in het
interieur uitlaatgassen ruikt, maar als
het niet anders kan, rijd dan met alle
ruiten volledig geopend. Laat uw autoonmiddellijk controleren en repareren.
WAARSCHUWING - Uitlaatgas
Uitlaatgassen bevatten onder
andere het reukloze en kleurloze
gas koolmonoxide (CO) dat bijinademing dodelijk kan zijn.
Hoewel het kleurloos en reukloos
is, is het gevaarlijk en kan het bij
inademing dodelijk zijn. Neem de
volgende aanwijzingen in acht ter
voorkoming van
koolmonoxidevergiftiging.
Page 706 of 729

791
Onderhoud
Laat de motor in een afgesloten ruimte(bijvoorbeeld een garage) niet langer
draaien dan nodig is om de auto naar
binnen of naar buiten te rijden.
Stel het ventilatiesysteem zo af dat er verse buitenlucht naar het interieur
gevoerd wordt als de auto in een open
ruimte stilstaat terwijl de motor wat
langer moet blijven draaien.
Blijf nooit met draaiende motor gedurende langere tijd in eenstilstaande auto zitten.
Als de motor afslaat of niet wil aanslaan en er teveel startpogingen
ondernomen worden, kan hetemissieregelsysteem beschadigd
raken.Voorzorgsmaatregelen katalysator
(indien van toepassing)Uw auto is uitgerust met een katalysator
ten behoeve van de emissieregeling.
Daarom moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht wordengenomen:
Gebruik bij een benzinemotor uitsluitend LOODVRIJE BENZINE.
Gebruik de auto niet als de motor duidelijk storingen vertoont, zoals
overslaan of vermogensverlies.
Doe geen dingen die slecht zijn voor de motor. Voorbeelden hiervan zijn: de
auto in de versnelling laten uitrollenterwijl het contact in stand LOCK staat
en een helling af rijden met het contactin stand LOCK.
Laat de motor niet langdurig (5 minuten of langer) met een hoog
stationair toerental draaien.
Voer zelf geen aanpassingen of wijzigingen uit aan de motor of het
emissieregelsysteem. We adviseren uhet systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Voorkom rijden met een extreem laag brandstofniveau. Het leegrijden van de
tank kan leiden tot overslaan van de
motor en overbelasting van de
katalysator.
WAARSCHUWING - Brand
Een heet uitlaatsysteem kan brandbare materialen in brand
doen vliegen.
Vermijd contact tussen de auto en brandbare materialen zoals
gras, planten, papier, bladeren,
enz. door niet in de nabijheid
daarvan te parkeren of te rijden,of de motor stationair te latendraaien.
Het uitlaatsysteem en de katalysator zijn zeer heetwanneer de motor draait en direct
nadat de motor is uitgezet. Blijf
op veilige afstand van het
uitlaatsysteem en de katalysator,
anders kunt u brandwondenoplopen.
Verwijder het hitteschild van het
uitlaatsysteem niet, maak de
onderkant van de auto niet dicht
en breng geen coating aan om
corrosie tegen te gaan. Onderbepaalde omstandigheden kan er
brandgevaar ontstaan.
Page 707 of 729

Onderhoud
92
7
Wanneer bovenstaande
voorzorgsmaatregelen niet in acht
worden genomen, kan schade aan dekatalysator en aan uw auto ontstaan.
Bovendien kan hierdoor de garantie
vervallen.Roetfilter (DPF)
(indien van toepassing)
Het roetfiltersysteem (DPF) verwijdert roet uit de uitlaatgassen.
In tegenstelling tot een verwisselbaar
luchtfilter verbrandt (oxideert) het
roetfiltersysteem het verzamelde roet
automatisch tijdens het rijden, afhankelijk
van de rijomstandigheden. Met andere
woorden, het verzamelde roet wordt door
het motormanagementsysteem en de
hoge uitlaatgastemperatuur bij normaleen hogere snelheden automatisch
verwijderd Als de auto echter gedurende langere tijd
herhaaldelijk korte afstanden of met lage
snelheid rijdt, is het mogelijk dat het roet
niet automatisch verwijderd wordt, omdat
de temperatuur van de uitlaatgassen te
laag is. In dat geval bevindt de
hoeveelheid roet zich buiten de
detectiegrens, zal er geen roetoxidatie
worden uitgevoerd en gaat het
motorcontrolelampje ( ) knipperen. Het motorcontrolelampje stopt met
knipperen als de rijsnelheid hoger wordt
dan 60 km/h of als het motortoerentaltussen de 1.500 en 2.500 omw/min ligt,
rijdend in de 2e versnelling of in een
hogere versnelling gedurende ongeveer25 min.
Als het motorcontrolelampje continu
knippert of de waarschuwingsmelding
"Check exhaust system" (controleer
uitlaatsysteem) in bovenstaande
gevallen wordt weergegeven, adviserenwij u het roetfiltersysteem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer. Als er gedurende langere tijd met
de auto wordt gereden terwijl het
motorcontrolelampje knippert, kan erschade ontstaan aan hetroetfiltersysteem en kan het
brandstofverbruik toenemen.
Page 708 of 729
793
Onderhoud
Lean NOx Trap (indien van toepassing)
Het Lean NOx Trap-systeem (LNT)
verwijdert stikstofoxide uit de
uitlaatgassen. Afhankelijk van de
brandstofkwaliteit kunnen de
uitlaatgassen gaan stinken en kunnen de
prestaties op het gebied van NOx-
reductie afnemen. Gebruik daarom de
aanbevolen diesel voor dieselauto's.
OPMERKING - Dieselbrandstof (indien
voorzien van een roetfilter(DPF))
Het is raadzaam om alleen
dieselbrandstof te gebruiken die
geschikt is voor voertuigen met eenroetfilter als uw auto voorzien isvan een roetfiltersysteem. Als u dieselbrandstof gebruikt met een
hoog zwavelgehalte (hoger dan 50ppm) of met andere dan devoorgeschreven additieven, kan er schade ontstaan aan het
roetfiltersysteem en kan er witterook uit de uitlaat komen.
Page 709 of 729

Specificaties & Consumenteninformatie
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Wattage gloeilampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
Banden en wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-4
Belastingsindex en snelheidsindex banden . . . . . . 8-5
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht . . . . . . . . . . . 8-6
Inhoud bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-6
Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden . . . . 8-7
Voertuig-identificatienummer (VIN) . . . . . . . . . . 8-10
Voertuigcertificatielabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Bandenspanningslabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-11
Motornummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-11
Koudemiddelsticker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-12
Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-12
8
Page 710 of 729
Specificaties & Consumenteninformatie
2
8
AFMETINGEN * 1
: met roof rackOnderwerp mm (in.)
Totale lengte 4.690 (184,64)
Totale breedte 1.880 (74,01)
Totale hoogte 1.675 (65,94) / 1.685 (66,33) * 1
Spoorbreedte vóór 235/65 R17 1.633 (64,29)
235/60 R18 1.628 (64,09)
235/55 R19 1.628 (64,09)
Spoorbreedte achter 235/65 R17 1.644 (67,72)
235/60 R18 1.639 (64,52)
235/55 R19 1.639 (64,52)
Wielbasis 2.700 (106,29)
MOTOR
Onderwerp
Benzine
Theta ll 2,4 Benzine
Lambda II 3,3Diesel R2,0Diesel R2,2
Cilinderinhoud cc (cu. in)
2.359
(143,95) 3.342
(203,94)1.995
(121,74)2.199
(134,19)
Boring x slag mm (in.)
88x97
(3,46X3,81) 92x83,8
(3,62X3,29)84x90
(3,30X3,54)85,4x96
(3,34X3,77)
Ontstekingsvolgorde
1-3-4-2 1-2-3-4-5-61-3-4-21-3-4-2
Aantal cilinders
4, In lijn V - type4, In lijn4, In lijn
Page 711 of 729
83
Specificaties & Consumenteninformatie
WATTAGE GLOEILAMPEN
* : Indien van toepassingGloeilamp
Wattage Type lamp
Voor Koplampen (Dimlicht)
Halogeen 55 H7L
HID* 35 D3S
Koplampen (Grootlicht) 55 H7L
Richtingaanwijzers vóór 21 PY21W
Parkeerlichten LED LED
Mistlampen vóór * 35 H8L
Richtingaanwijzers opzij (Buitenspiegel) LED LED
Bochtverlichting * 35 H8L
Dagrijverlichting (DRL)* LED LED
Achter Mistachterlicht*
21 P21W
Rem-/achterlichten (Buitenkant) 21 of 5, LED * P21 of 5W, LED
Achterlicht (Binnenkant) 8 W8W
Rem-/achterlichten (Binnenkant) LED LED
Richtingaanwijzers achter 21 P21W
Achteruitrijlicht 16 W16W
Derde remlicht LED LED
Kentekenplaatverlichting 5 W5W
Interieur Kaartleeslampjes
10 FESTOON
Interieurverlichting 8 FESTOON
Lampjes make-upspiegel 5 FESTOON
Lamp dashboardkastje 5 FESTOON
Instapverlichting 5 FESTOON
Bagageruimteverlichting 5 FESTOON
Page 712 of 729
Specificaties & Consumenteninformatie
4
8
BANDEN EN WIELEN
Onderwerp Bandenmaat Velgmaat Bandenspanning bar (psi, kPa)
Aanhaalmoment
wielmoeren
kgm (lb.ft, Nm)
Normale belasting
()
Maximum belasting ()
Voor Achter Voor Achter
Standaardband 235/65R17 7,0J×17
2,3
(33, 230) 2,3
(33, 230) 2,3
(33, 230) 2,3
(33, 230) 9~11
(65~79, 88~107)
235/60R18 7,5J×18
235/55R19 7,5J×19
Compact reservewiel
(indien van toepassing)T165/90R17 4,0T×17 4,2
(60, 420) 4,2
(60, 420) 4,2
(60, 420) 4,2
(60, 420)
OPMERKING
Zorg er bij het vervangen van de banden voor dat ze dezelfde maat hebben als de originele banden.
Wanneer banden van een ander formaat worden gebruikt, werken de bijbehorende onderdelen mogelijk niet goed meer.