Page 281 of 345
Verzorging van de auto279De bandenreparatieset bevindt zichin een ruimte onder de vloerafdek‐
plaat in de bagageruimte of, bij ver‐
sies met draagsysteem achterzijde, in
de lade onder de passagiersstoel 3 66.
De illustraties tonen verschillende
versies.
1. Haal de bandenreparatieset uit het opbergvak.
2. Verwijder de compressor.
3. Verwijder de aansluitkabel en de luchtslang uit de opbergvakken
aan de onderkant van de com‐
pressor.
4. Schroef de compressorluchtslang
op de koppeling van de fles af‐
dichtmiddel.
5. Zet de fles afdichtmiddel in de houder op de compressor.
Plaats de compressor dichtbij de band, zodanig dat de fles afdicht‐
middel rechtop staat.
Page 282 of 345

280Verzorging van de auto
6. Ventieldop van defecte band los‐schroeven.
7. Schroef de vulslang op het ven‐ tiel.
8. De schakelaar van de compres‐ sor moet op J staan.
9. Steek de compressorstekker in de
12V-aansluiting of de aansteke‐
raansluiting.
Om te voorkomen dat de accu
leegraakt, is het raadzaam de mo‐
tor te laten draaien.10. Zet de wipschakelaar van de com‐
pressor op I. De band wordt nu
met afdichtmiddel gevuld.
11. De manometer van de compres‐ sor geeft even max. 6 bar aan
wanneer de fles afdichtmiddel
wordt geleegd (ca. 30 seconden).
Daarna begint de druk te dalen.
12. Al het afdichtmiddel wordt in de band gepompt. Daarna wordt de
band opgepompt.
13. De voorgeschreven bandenspan‐ ning moet binnen tien minuten
worden bereikt. Bandenspanning
3 316 . Schakel de compressor uit
wanneer de juiste bandenspan‐
ning is bereikt.Wordt de voorgeschreven ban‐
denspanning niet binnen tien mi‐
nuten bereikt, verwijder dan de
bandenreparatieset. De auto één
wielomwenteling verplaatsen.
Sluit de bandenreparatieset weer
aan en zet de vulprocedure tien
minuten lang door. Wordt de voor‐
geschreven bandenspanning dan
nog niet bereikt, dan is de band te
ernstig beschadigd. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Laat eventueel de te hoge ban‐
denspanning af via de knop boven op de manometer.
Laat de compressor niet langer
dan tien minuten werken.
Page 283 of 345

Verzorging van de auto28114. Maak de bandenreparatieset los.Borglipje op houder indrukken omfles met afdichtmiddel uit houder
te verwijderen. Bandenvulslang
op de vrije aansluiting van de fles
met afdichtmiddel schroeven.
Hierdoor wordt voorkomen dat er
afdichtmiddel uit de fles stroomt.
Bandenreparatieset in de baga‐
geruimte opbergen.
15. Eventueel vrijgekomen afdicht‐ middel met een doek verwijderen.
16. Het op de fles met afdichtmiddel aanwezige etiket met de maxi‐
maal toelaatbare snelheid in het
gezichtsveld van de bestuurder
aanbrengen.
17. De rit onmiddellijk voortzetten, zo‐
dat het afdichtmiddel zich gelijk‐
matig in de band kan verspreiden. Stop na ca. 10 km (uiterlijk na tienminuten) en controleer de ban‐
denspanning. Hiervoor de lucht‐
slang van de compressor recht‐
streeks op bandventiel en com‐
pressor schroeven.
Bij een bandenspanning hoger
dan 1,3 bar, de bandenspanning
op de voorgeschreven waarde
brengen. Procedure herhalen tot‐ dat de bandenspanning niet meer
afneemt.
Bij een bandenspanning lager
dan 1,3 bar, de auto niet meer ge‐ bruiken. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
18. Bandenreparatieset in de baga‐ geruimte opbergen.
Let op
De rijeigenschappen van de her‐ stelde band zijn veel minder goed,
daarom deze band laten vervangen.
Bij abnormale geluiden of sterke ver‐
hitting van de compressor, deze mi‐
nimaal 30 minuten lang uitschake‐
len.
Het ingebouwde veiligheidsventiel
opent bij een druk van 7 bar.
Let op de houdbaarheidsdatum van
de set. Na deze datum is niet meer
gegarandeerd dat het middel nog
goed afdicht. Op de bewaarinstruc‐
ties op de fles met afdichtmiddel let‐
ten.
Gebruikte fles met afdichtmiddel
vervangen. Afvoeren volgens de
desbetreffende wettelijke voorschrif‐ ten.
De compressor en het afdichtmiddel zijn vanaf ca. –30 °C te gebruiken.
De aanwezige hulpstukken kunnen voor het oppompen van ballen,luchtbedden en opblaasboten e.d.
worden gebruikt. Deze zitten aan de onderkant van de compressor. Om
deze te verwijderen, schroeft u de
compressorluchtslang erop en trekt
u de adapter eruit.
Page 284 of 345

282Verzorging van de autoWiel verwisselen
Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset 3 278.
De onderstaande voorbereidingen
treffen en de instructies opvolgen:
● Auto op een vlakke, stevige en slipvrije ondergrond parkeren.
Voorwielen in de rechtuitstand
draaien.
● Handrem aantrekken, eerste ver‐
snelling, achteruitversnelling of
P inschakelen.
● Reservewiel verwijderen 3 285.
● Nooit meerdere wielen tegelijker‐
tijd vervangen.
● Gebruik de krik alleen om een wiel te wisselen in geval van ban‐
denpech en niet voor de jaarlijkse montage van winter- of zomer‐
banden.
● De krik is onderhoudsvrij.
● Bij een zachte ondergrond moet u een stevige plank (max. 1 cm
dik) onder de krik leggen.● Haal vóór het opkrikken van de auto altijd eventuele zware ob‐
jecten eruit.
● In de op te krikken auto mogen zich geen personen of dieren be‐vinden.
● Nooit onder een opgekrikte auto kruipen.
● Opgekrikte auto niet starten.
● Maak de wielmoeren en de schroefdraad schoon alvorens
het wiel te monteren.9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Wielmoerdoppen met een schroe‐
vendraaier loswippen en verwij‐
deren. Wieldop verwijderen.
Boordgereedschap 3 269.
Lichtmetalen velgen: Wielmoer‐
doppen met een schroeven‐
draaier loswippen en verwijderen. Ter bescherming een zachte doek
tussen de schroevendraaier en de lichtmetalen velg aanbrengen.
Lichtmetalen velgen met midden‐
wielboutdop: Maak de middendop los door de trekker in de uitsparing
van het merkembleem te plaatsen en te trekken, boordgereedschap
3 269.
2. Afhankelijk van de versie boord‐ gereedschap zijn er twee uitvoe‐
ringen voor de krik en de wielsleu‐
tel 3 269.
Variant 1a met stijve wielsleutel:
Page 285 of 345
Verzorging van de auto283
Plaats de wielsleutel stevig op de
wielmoer en draai elke moer een
halve slag los.
Varianten 1b, 2 en 3 met
uitklapbare wielsleutel:
Klap de wielsleutel uit, zet deze
stevig op de wielmoer en draai
elke moer een halve slag los.
De wielen kunnen met wielborg‐
moeren beschermd zijn. Zet voor
het losdraaien van deze speci‐
fieke moeren eerst de adapter op
de moerkop voordat u de wiel‐ sleutel erop zet. De adapter ligt in
het handschoenenkastje.
3. Zorg ervoor dat de krik op de juiste
manier onder het dichtstbijzijnde
kriksteunpunt staat.
Sommige versies zijn uitgevoerd
met dorpelplaten met afgedekte
krikpunten: trek eerst de afdek‐
king van het betreffende krikpunt
eruit.
4. 3-deurs/5-deurs hatchback en
4-deurs notchback,
krikvarianten 1a, 1b en 3, 3 269:
Page 286 of 345
284Verzorging van de auto
Zet de krik op de vereiste hoogte.
Plaats deze zodanig onder het
krikpunt dat deze niet kan los‐
schieten.
Bevestig de krikhendel en draai,
bij een juist uitgelijnde krik, aan de
hendel totdat het wiel vrij van de grond is.
Sports tourer, krikvariant 2 3 269:
Zet de krik op de vereiste hoogte.
Plaats deze zodanig onder het
krikpunt dat deze niet kan los‐
schieten.
Bevestig de wielsleutel en draai
met de krik recht onder het krik‐
steunpunt aan de wielsleutel tot‐
dat het wiel van de grond komt.
5. Draai de wielmoeren los.
6. Wiel verwisselen. Reservewiel 3 285.
7. Draai de wielmoeren erop.
8. Laat de auto zakken en verwijder de krik.
9. Wielsleutel aanbrengen, let er hierbij op dat deze stevig vastzit
en de wielmoeren kruislings aan‐ halen. Het aanhaalmoment be‐
draagt 140 Nm.
Page 287 of 345

Verzorging van de auto28510. Wieldop voor het aanbrengen zoverdraaien dat de ventielopeningover het bandventiel valt.
Wielmoerdoppen aanbrengen.
Installeer de middendop op de
lichtmetalen velgen.
11. Breng bij versies met dorpelplaten
de krikpuntafdekking aan.
12. Berg het vervangen wiel 3 285,
het autogereedschap 3 269 en de
adapter voor het vergrendelen
van de wielmoeren 3 64 op.
13. Bandenspanning en het aanhaal‐ koppel van de wielmoeren van het
gemonteerde wiel zo spoedig mo‐
gelijk controleren.
Defecte band zo spoedig mogelijk la‐
ten vervangen of repareren.Hefpunt voor hefbrug
De positie van de achterste arm van
het hefplatform centraal onder de uit‐ sparing van de dorpel.
Positie van de voorste arm van de
hefbrug tegen de onderzijde van de
auto.
Reservewiel
Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset.
Bij het aanbrengen van een reserve‐
wiel met een andere maat dan de an‐
dere wielen kan het wiel worden be‐
schouwd als een tijdelijk reservewiel
en gelden de betreffende maximum‐
snelheden, zelfs als dit niet door een
label wordt aangegeven. Raadpleeg
een werkplaats voor informatie over
de geldende maximumsnelheid.
Het reservewiel heeft altijd een stalen
velg.Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
Page 288 of 345

286Verzorging van de autorijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Het reservewiel ligt in de bagage‐
ruimte onder de vloerafdekplaat.
Deze is vastgezet met een vleugel‐
moer.
Verwijderen: 1. Open de vloerafdekplaat.
2. Alleen 3-deurs hatchback: verwij‐ der de opbergruimte achter door
op beide knoppen te drukken.
Klap de afdekking neer en trek de opbergruimte omhoog eruit.
3. Het reservewiel zit vast met een vleugelmoer. Neem het reserve‐
wiel eruit door de moer los te
draaien en de kegel te verwijde‐
ren (alleen 3-deurs hatchback).
Onder het reservewiel bevindt
zich de kist met boordgereed‐
schap.
4. Als er na het verwisselen van een
wiel geen wiel in de reservewiel‐
bak wordt gelegd, zet dan de ge‐
reedschapskist vast door de vleu‐ gelmoer rechtsom te draaien en
de vloerafdekplaat te sluiten.
Beschadigd volwaardig
reservewiel opbergen in de
bagageruimte, 3-deurs en
5-deurs hatchback
De reservewielbak is niet gemaakt
voor bandenmaten die afwijken van
die van het reservewiel. Een bescha‐
digd volwaardig wiel moet in de ba‐
gageruimte worden opgeborgen en
met een riem worden geborgd.
Boordgereedschap 3 269. Zet het
wiel als volgt vast:
1. Plaats het wiel met de buitenzijde
omhoog dicht aan één zijde van
de bagageruimte.