Page 297 of 345

Verzorging van de auto295Verwijder achtergebleven vuil van
wisserbladen die strepen op de ruit
veroorzaken, met een zachte doek en
ruitenreiniger. Zorg dat u ook achter‐
gebleven was, insecten en dergelijke
van de ruit verwijdert.
IJs, verontreiniging en continu vegen
op droge ruiten beschadigen of ver‐ nietigen zelfs de wisserbladen.
ZonnedakVoor het reinigen nooit oplos- of
schuurmiddelen, brandstoffen,
agressieve middelen (bijv. lakreini‐
gers, acetonhoudende oplossingen
enz.), zuurhoudende of sterk alka‐
lische middelen dan wel schuurspon‐
zen gebruiken. Geen was of poets‐ middelen op het zonnedak aanbren‐
gen.Panoramadak
Voor het reinigen nooit oplos- of
schuurmiddelen, brandstoffen,
agressieve middelen (bijv. lakreini‐
gers, acetonhoudende oplossingen
enz.), zuurhoudende of sterk alka‐
lische middelen dan wel schuurspon‐
zen gebruiken. Geen was of poets‐ middelen op het panoramadak aan‐brengen.
Velgen en banden Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.
Velgen met een pH-neutrale velgen‐
reiniger reinigen.
Velgen zijn gelakt en kunnen met de‐
zelfde middelen worden behandeld
als de carrosserie.
Lakschade
Geringe lakschade voordat er roest‐
vorming optreedt met een lakstift her‐
stellen. Grotere lakschade of roest‐
vorming door een werkplaats laten
herstellen.Bodemplaat
Sommige delen van de bodemplaat zijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende was‐
laag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten
controleren en zo nodig een nieuwe
waslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze/rubber materialen kun‐
nen de pvc-laag aantasten. Werk‐
zaamheden aan de bodemplaat door
een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de be‐
schermende waslaag laten controle‐
ren.
LPG-systeem9 Gevaar
Vloeibaar gas is zwaarder dan
lucht en kan zich op lage punten
verzamelen.
Wees voorzichtig wanneer u in
een werkkuil aan het chassis
werkt.
Page 298 of 345

296Verzorging van de autoVoor lakwerk en bij gebruik van een
droogcabine bij een temperatuur bo‐
ven 60 °C moet de LPG-tank worden
verwijderd.
Breng geen wijzigingen in het LPG-
systeem aan.
TrekhaakKogelstang niet met een stoom- of
hogedrukreiniger reinigen.
Draagsysteem achterzijde
Reinig minstens eenmaal per jaar het draagsysteem achterzijde met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Wanneer u het draagsysteem achter‐
zijde niet regelmatig gebruikt, moet u
het vooral in de winter af en toe be‐
dienen.
Ventilatieklep
Reinig het afschermsysteem in de
voorbumper om een goede werking
te behouden.Verzorging interieur
Interieur en bekleding
Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met zui‐
ver water en een zachte doek. Ge‐
bruik een reinigingsmiddel voor leder
als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays al‐
leen met een zachte, vochtige doek
reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name op lichtgekleurde bekleding. Reinig ver‐
wijderbare vlekken en verkleuringen
zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten om‐
dat geopende klittenbandsluitin‐
gen schade aan de stoelbekleding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen wor‐
den gereinigd als de carrosserie. Zo
nodig een interieurreiniger gebruiken. Geen andere middelen gebruiken.
Vooral geen oplosmiddelen of brand‐ stof. Niet schoonmaken met hoge‐
drukreinigers.
Page 299 of 345

Service en onderhoud297Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................297
Service-informatie ...................297
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............298
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................298Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Servicedisplay 3 113.
Europese service-intervallen
Aan het voertuig moet om de
30.000 km onderhoud gepleegd wor‐
den, of na 1 jaar, wat het eerst voor‐
komt, tenzij anders vermeld op het
service-display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt wel‐
licht een korter onderhoudsinterval.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Servicedisplay 3 113.
Internationale service-intervallen Aan het voertuig moet om de
15.000 km onderhoud gepleegd wor‐
den, of na 1 jaar, wat het eerst voor‐
komt, tenzij anders vermeld op het
service-display.
De internationale service-intervallen
zijn geldig in de landen die niet tot de
groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden op‐
gesteld.
Servicedisplay 3 113.
Page 300 of 345

298Service en onderhoudRegistraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐ streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de uit‐
voerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het Service- en ga‐
rantieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van ser‐
vice essentieel is bij aanspraken op
garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.
Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
Het service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de motorolie moet worden ververst.
Servicedisplay 3 113.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoenaan de aanbevolen specificaties.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van de kwaliteit en de viscositeit. Bij
de keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste kwaliteit motor‐ olie, en biedt optimale bescherming
voor benzine- en dieselmotoren. In‐ dien deze niet voorhanden i,s moet
motorolie van een andere gerenom‐
meerde kwaliteit worden gebruikt.
Aanbevelingen voor benzinemotoren
zijn ook geldig voor motoren met de
brandstoffen Compressed Natural
Gas (CNG), Liquified Petroleum Gas
(LPG) en Ethanol (E85).
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 302.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐
den gemengd zolang ze voldoen aan
de vereiste motoroliecriteria kwaliteit
en viscositeit.
Het gebruik van motorolie met alleen
de kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen A5/ B5 is verboden, omdat deze onder
bepaalde omstandigheden langdu‐
rige motorschade kan veroorzaken.
Kies de juiste motorolie op basis van zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 302.
Page 301 of 345

Service en onderhoud299Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeitswaarden
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt aangeduid door
twee cijfers, bijv. SAE 5W-30. Het
eerste cijfer, gevolgd door een W,
duidt de lage temperatuurviscositeit aan en het tweede cijfer de hoge tem‐ peratuurviscositeit.
Selecteer de betreffende viscositeits‐
index afhankelijk van de minimumom‐ gevingstemperatuur 3 302.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Gebruik uitsluitend Long Life koel‐
vloeistof/antivries (LLC) op basis van
organisch zuur, die voor de auto is
goedgekeurd. De hulp van een werk‐ plaats inroepen.Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiewering en vorstbescherming tot
een temperatuur van ongeveer
-28 °C. In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de af
fabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ongeveer -37 °C.
Deze concentratie dient het gehele
jaar in stand te worden gehouden. Ex‐ tra koelvloeistofadditieven die be‐
doeld zijn om extra corrosiebesten‐
digheid te bieden of om kleine lekken
te dichten kunnen functiestoringen
veroorzaken. Aansprakelijkheid voor
eventuele gevolgen van het gebruik
van extra koelvloeistofadditieven
wordt niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.
Page 302 of 345

300Technische gegevensTechnische
gegevensVoertuigidentificatie ...................300
Voertuigidentificatienummer ....300
Typeplaatje .............................. 300
Motor-ID .................................. 301
Autogegevens ............................ 302
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................302
Motorgegevens ........................305
Prestaties ................................ 308
Voertuiggewicht .......................311
Afmetingen auto ......................314
Inhouden ................................. 315
Bandenspanningswaarden ......316Voertuigidentificatie
Voertuigidentificatienum‐mer
Het voertuigidentificatienummer kan
op het typeplaatje staan en is boven‐ dien in de bodemplaat onder de vloer‐ bedekking, onder een afdekking ge‐
slagen.
Het voertuigidentificatienummer kan
op het instrumentenpaneel zijn ge‐
perst, zichtbaar door de voorruit, of in
de motorruimte op het rechter carros‐
seriepaneel.
Typeplaatje
Het typeplaatje is aangebracht in de
linker of rechter portieropening.
Page 303 of 345

Technische gegevens301Gegevens op het typeplaatje:1:fabrikant2:typegoedkeuringsnummer3:voertuigidentificatienummer4:toegelaten totaal voertuiggewicht
in kg5:toegelaten totaal treingewicht
in kg6:maximale toegelaten belading
van de vooras in kg7:maximale toegelaten belading
van de achteras in kg8:gegevens die specifiek zijn voor
de auto of voor het land waarin de
auto wordt gebruikt
De som van de voor- en achterasbe‐ lasting mag niet groter zijn dan het
maximale totaalgewicht van de auto.
Indien bijv. de vooras maximaal wordt
belast, mag de achteras slechts met
een gewicht worden belast dat gelijk
is aan het maximaal toelaatbare to‐
taalgewicht verminderd met de voor‐
asbelasting.
Deze technische gegevens zijn sa‐ mengesteld volgens EU-normen. Wij‐ zigingen voorbehouden. Specifica‐
ties in de voertuigdocumenten preva‐
leren altijd boven die in deze handlei‐
ding.
Motor-ID De tabellen met technische gegevens
bevatten de code van de motor-ID.
Motorgegevens 3 305.
Voor het bepalen van de betreffende
motor kunt u de EEG-conformiteits‐
verklaring die bij uw auto is geleverd, of andere landelijke registratiedocu‐
menten raadplegen.
Page 304 of 345
302Technische gegevensAutogegevensAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Europees serviceschema Vereiste motoroliekwaliteitAlle Europese landen met Europees onderhoudsinterval 3 297MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)Dieselmotorendexos 1––dexos 2✔✔
Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u één keer tussen elke olieverversing max. 1 liter motorolie van de
kwaliteit ACEA C3 gebruiken.
Motorolieviscositeitswaarden
Alle Europese landen met Europees onderhoudsinterval 3 297OmgevingstemperatuurBenzine- en dieselmotorentot -25 °CSAE 5W-30 of SAE 5W-40onder -25 °CSAE 0W-30 of SAE 0W-40