Page 81 of 345
Opbergen79Draai beide spanhefbomen zover mo‐
gelijk opzij.
Anders kan een veilige werking niet
worden gegarandeerd.
Wielhouders uitklappen
Klap beide wielhouders uit.
Fietsendrager ineenzetten
Til de drager aan de achterzijde ( 1) op
en trek hem naar achteren.
Klap de drager ( 2) omhoog.
Duw de drager omlaag ( 1) en draai de
draaihandgreep ( 2) naar achteren,
zodat deze ingrijpt.
Eerste fiets bevestigen
1. Pedalen in positie draaien (zoals getoond op de illustratie) en de
fiets in de voorste wielhouders
plaatsen.
Erop letten dat de fiets in het mid‐
den van de wielhouders staat.
Page 82 of 345
80Opbergen
2. De korte bevestigingsbeugel aanhet fietsframe bevestigen. De
knop rechtsom vastdraaien.
3. Beide fietswielen met de span‐ banden aan de wielhouders vast‐maken.
4. Controleer of de fiets goed vast staat.Voorzichtig
Zorg dat de ruimte tussen de fiets
en de auto minstens 5 cm is. Maak
zo nodig de stuurstang los en
zwenk deze opzij.
Adapter bevestigen
Bij vervoer van meer dan twee fietsen
dient de adapter te worden bevestigd, voordat de tweede fiets wordt ge‐
plaatst.1. Adapter zoals in illustratie op het draagsysteem achterzijde plaat‐
sen.
Page 83 of 345

Opbergen812. Hendel (1) naar voren draaien en
vasthouden. Vervolgens de adap‐ ter ( 2) aan de achterzijde omlaag
halen.
3. Hendel losmaken en controleren of de adapter goed vastzit.
4. Band aan de adapter onder dehendel voor het terugklappen van
het draagsysteem achterzijde
door halen. Spanband vastzetten.
Meer fietsen bevestigen
Het bevestigen van de resterende
fietsen verloopt op dezelfde manier
als dat van de eerste fiets. Houd ech‐
ter rekening met de volgende aanvul‐
lende stappen:
1. Alvorens de fiets te plaatsen altijd
eventuele de wielhouders voor de volgende fiets uitklappen.
2. Pedalen altijd in de juiste stand draaien alvorens de fiets te plaat‐sen.
3. Fietsen om en om op het draag‐ systeem achterzijde plaatsen.
4. Fietsen uitlijnen ten opzichte van de eerder geplaatste fiets. De
wielnaven van de fietsen mogen
elkaar niet raken.
5. Fietsen plaatsen met bevesti‐ gingsbeugels en spanbanden
zoals beschreven voor de eerste
fiets. Bevestigingsbeugels even‐
wijdig aan elkaar bevestigen.
Lange bevestigingsbeugel ge‐
bruiken om de tweede fiets aan de
houder te bevestigen.
Langere, extra bevestigingsbeu‐
gel gebruiken om de derde fiets
aan de houder te bevestigen.
Korte, extra bevestigingsbeugel
gebruiken om de vierde fiets te
bevestigen. De beugel dient te
worden aangebracht tussen de
frames van de derde en de vierde
fiets.
Page 84 of 345
82Opbergen
6. Maak ook beide fietswielen vande vierde fiets met de spanban‐
den aan de wielhouders vast.
Het wordt geadviseerd een waar‐
schuwingsteken op de achterste fiets aan te brengen om de zichtbaarheid
te verhogen.
Draagsysteem achterzijde naar
achteren klappen
Het draagsysteem achterzijde kan
naar achteren worden geklapt om
toegang te krijgen tot de bagage‐
ruimte.
● Zonder bevestigde adapter:
Voor ontgrendeling de hendel ( 1)
induwen en vasthouden.
De houder ( 2) naar achteren trek‐
ken om het draagsysteem ach‐
terzijde naar om te klappen.
● Met bevestigde adapter:9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het ontgren‐
delen van het draagsysteem ach‐
terzijde, omdat het achteroverkan‐ telt. Kans op letsel.
Frame ( 1) van achterste fiets met
één hand vastpakken en voor ontgrendeling aan de lus ( 2) trek‐
ken.
Achterste fiets met beide handen vastpakken en het draagsysteem
achterzijde naar achteren klap‐
pen.
Page 85 of 345
Opbergen83Ter verbetering van de zichtbaarheid
worden de achterlichten van de auto geactiveerd, wanneer het draagsys‐
teem achterzijde naar achteren ge‐
klapt is.9 Waarschuwing
Bij het naar voren klappen van het
draagsysteem achterzijde eropletten dat het systeem goed ver‐
grendelt.
Fietsen verwijderen
Maak de spanbandhouders van beide fietsbanden los.
Knop linksom draaien en de bevesti‐
gingsbeugels verwijderen.
Adapter losmaken
Adapter losmaken alvorens de laatste
fiets van het draagsysteem achter‐
zijde te halen.
1. Wielhouders inklappen.2. Druksluiting spanband losmaken.
3. Hendel ( 1) naar voren draaien en
vasthouden.
4. Adapter ( 2) aan de achterzijde op‐
tillen en verwijderen.
Fietsendrager uiteennemen
Bevestigingsbeugels plaatsen zoals
in de illustratie.
Hendel ( 1) naar voren draaien om de
houder ( 2) te ontgrendelen en op te
tillen.
Page 86 of 345
84Opbergen
Houder naar achteren klappen en
vervolgens tot aan de aanslag naar
voren duwen ( 1).
Houder aan de achterzijde omlaag
duwen ( 2).
Wielhouders inklappen
Beide wielhouders inklappen.Spanbanden op de juiste manier op‐
bergen.
Draagsysteem achterzijde
ontgrendelen
Beide spanhefbomen zover mogelijk
naar binnen draaien.
Achterlichten inklappen
Draai beide achterlichten naar bin‐
nen.
Kentekenplaathouder inklappen
Til de kentekenplaathouder op en
klap deze naar voren toe.
Inschuiven draagsysteem achterzijdeVoorzichtig
Let erop dat alle inklapbare onder‐ delen, bijv. de wielhouders en be‐
vestigingsbeugels, goed wegge‐
borgen zijn. Anders raakt het
draagsysteem achterzijde moge‐
lijk beschadigd bij een poging tot
uitschuiven.
Page 87 of 345
Opbergen85
Ontgrendelingshendel omhoogdu‐
wen en vasthouden. Til het systeem
iets op en druk het op de bumper tot‐
dat het vastklikt.
De ontgrendelingshendel moet naar
zijn beginstand terugkeren.
9 Waarschuwing
De hulp van een werkplaats inroe‐
pen, als het systeem niet goed kan
worden uitgeschoven.
Bagageruimte
De rugleuning van de achterbank be‐ staat uit twee delen. U kunt beide de‐
len neerklappen.
Verlenging bagageruimte,
3-deurs en 5-deurs hatchback,
4-deurs notchback
● Alleen 3-deurs en 5-deurs hatch‐
back: verwijder zo nodig de ba‐
gageruimte-afdekking.
● Duw de hoofdsteunen omlaag door de pal in te drukken en in‐
gedrukt te houden 3 39.
● Klap de achterste armsteun om‐ hoog.
● Leid de gordels door de zijsteu‐nen en bescherm ze tegen be‐
schadiging. Trek bij inklappen
van de rugleuningen de veilig‐
heidsgordels mee.
● Trek aan één kant of beide kan‐ ten aan de ontgrendelingshendel
en klap de rugleuningen neer op
de zitting.
Page 88 of 345

86Opbergen
● De veiligheidsgordel uit de rug‐leuninggeleider nemen en achterde houder plaatsen zoals afge‐
beeld in de illustratie.
U klapt de rugleuningen weer om‐
hoog door deze zover rechtop te zet‐ ten dat ze hoorbaar vastklikken.
De veiligheidsgordels van de buiten‐
ste zitplaatsen moeten in de bijbeho‐
rende geleiders zitten.De rugleuningen zijn goed vergren‐
deld wanneer de rode merktekens
aan beide zijden dichtbij de ontgren‐
delingshendel niet meer zichtbaar
zijn.
9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
nalaten hiervan kan lichamelijk let‐
sel of schade aan de bagage of deauto tot gevolg hebben bij krachtigremmen of een botsing.
Bij te snel opklappen van de rugleu‐
ning kan de veiligheidsgordel van de
middelste zitplaats geblokkeerd zijn.
Ontgrendel het oprolmechanisme
door de veiligheidsgordel in te steken of door deze ongeveer 20 mm naar
buiten te trekken en vervolgens los te laten.
Verlenging bagageruimte, Sports
tourer
Achterste rugleuningen neerklappen ● Verwijder zo nodig de bagage‐ ruimte-afdekking.