Page 65 of 292

63
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
UITSCHAKELEN VAN HET SySTEEM
F Draai de knop van de luchtopbrengst naar links tot alle lampjes
uitgaan.
Alle functies van de airconditioning en het ventilatiesysteem worden
dan uitgeschakeld.
De temperatuur wordt dan niet meer geregeld, maar er blijft een kleine
luchtstroom gehandhaafd.
F
Draai de knop van de luchtopbrengst naar rechts of druk op de
toets
"AUTO" om het systeem weer met de laatst ingestelde
waarden in te schakelen.
Vermijd het te lang rijden met ingeschakelde luchtrecirculatie
of een uitgeschakeld systeem om te voorkomen dat de ruiten
beslaan of de luchtkwaliteit vermindert.
8. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
F Druk op deze toets om de lucht in het interieur te laten
recirculeren. Het lampje van de toets gaat branden.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer van buitenlucht bij stank en
stofoverlast af te sluiten.
F
Druk de toets, zodra de luchtrecirculatie niet meer nodig is, nogmaals
in om de toevoer van buitenlucht te hervatten en het beslaan van de
ruiten te voorkomen. Het lampje van de toets gaat uit.
9. Centrale regeling/gescheiden regeling
F Druk op deze toets om de instellingen van de
passagierszijde af te stemmen op die van de
bestuurderszijde (centrale regeling). Het lampje van de
toets gaat branden.
ONTWASEMING - ONTDOOIING
ACHTERRUIT
AAN
De ontwaseming - verwarming van de achterruit werkt uitsluitend bij
draaiende motor.
F
Druk op deze toets om de achterruit en de buitenspiegels
(afhankelijk van de uitvoering) te ontwasemen. Het controlelampje
van de toets gaat branden.
UIT
De achterruitverwarming wordt automatisch uitgeschakeld om onnodig
stroomverbruik te voorkomen.
F
U kunt de achterruitverwarming ook eerder uitschakelen door
nogmaals op de toets te drukken. Het controlelampje van de toets
gaat uit.
Als de motor wordt afgezet voordat de achterruitverwarming
automatisch wordt uitgeschakeld, wordt de achterruitverwarming
weer ingeschakeld als de motor weer wordt gestart.
F
Schakel, zodra de omstandigheden het toelaten, de
achterruit- en buitenspiegelverwarming uit omdat een
geringer stroomverbruik leidt tot een verlaging van het
brandstofverbruik.De achterruitverwarming kan worden ingeschakeld met
de toets op het bedieningspaneel van de verwarming of
airconditioning.
3/
ERGONOMIE EN COMFORT
Page 66 of 292
64
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
PLAFONNIER
A. Plafonnier
B.
Kaartleeslampjes
PLAFONNIER
In deze stand gaat de interieurverlichting geleidelijk branden:
-
als de auto wordt ontgrendeld,
-
als de sleutel uit het contact wordt verwijderd,
-
als een portier wordt geopend,
-
als op de vergrendelingsknop van de afstandsbediening wordt
gedrukt om de auto te lokaliseren. De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
-
als de auto wordt vergrendeld,
-
als het contact wordt aangezet,
-
30
seconden na het sluiten van het laatste portier.
Permanent uit.
Permanent aan.
Als de interieurverlichting permanent is ingeschakeld, blijft deze
gedurende een bepaalde tijd branden, afhankelijk van de situatie:
-
bij afgezet contact: ongeveer 10
minuten,
-
in de eco-modus: ongeveer 30
seconden,
-
bij draaiende motor: onbeperkt.
KAARTLEESLAMPJES
F Druk bij aangezet contact op de desbetref
fende schakelaar.
Page 67 of 292

65
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
SFEERVERLICHTING
De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze\
zich in een donkere omgeving bevindt.
INSCHAKELEN
Als het buiten donker is, worden de beenruimteverlichting en de
sfeerverlichting van de plafonnier vóór automatisch ingeschakeld z\
odra
de parkeerlichten gaan branden.
UITSCHAKELEN
De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de parkeerlichten worden
uitgeschakeld.
PROGRAMMEREN
Deze functie kan worden in- of uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Deze functie is standaard ingeschakeld.
INSTAPVERLICHTING INTERIEUR
Het instappen in de auto op plaatsen met weinig licht wordt
vergemakkelijkt door het op afstand inschakelen van de
interieurverlichting. Deze gaat branden afhankelijk van de lichtsterkte \
die door de lichtsensor wordt gedetecteerd.
INSCHAKELEN
F Druk op het geopende hangslot van de afstandsbediening.
De dorpelverlichting voor , de beenruimteverlichting en de plafonniers
gaan branden en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.
UITSCHAKELEN
De instapverlichting interieur gaat na een bepaalde tijd automatisch uit\
of gaat uit als een van de portieren wordt geopend of als het contact
wordt aangezet.
3/
ERGONOMIE EN COMFORT
Page 68 of 292
66
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
INSTAPVERLICHTING BUITENZIjDE
De instapverlichting wordt afhankelijk van de door de lichtsensor
gesignaleerde hoeveelheid licht geactiveerd om op donkere plaatsen
het lokaliseren van de auto en het instappen te vergemakkelijken.
INSCHAKELEN
F Druk op het geopende hangslot van de afstandsbediening.
Het dimlicht en parkeerlicht gaan branden en uw auto wordt
gelijktijdig ontgrendeld.
De duur van het branden van de instapverlichting is gekoppeld en
gelijk aan die van de automatische follow me home verlichting.
UITSCHAKELEN
De instapverlichting buitenzijde gaat na een bepaalde tijd automatisch
uit of gaat uit na het afzetten van het contact of het vergrendelen van \
de auto.
Page 69 of 292
67
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
INDELING INTERIEUR
1. Zonneklep
(zie de volgende bladzijde voor meer
informatie)
2.
Centraal opbergvak
3.
Opbergvakje
4.
V
erlicht en gekoeld dashboardkastje
(zie de volgende bladzijde voor meer
informatie)
5.
Portiervakken
6.
V
erlichte asbak
(zie de volgende bladzijde voor meer
informatie)
7.
Opbergvak met antislipmat
8.
12V
-aansluiting
(zie de volgende bladzijde voor meer
informatie)
9.
Bekerhouder
10.
V
erstelbare armsteun vóór
(zie de volgende bladzijde voor meer
informatie)
11
.
Open opbergvak
3/
ERGONOMIE EN COMFORT
Page 70 of 292
68
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
ZONNEKLEP
De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzij worden geklapt en is
voorzien van een make-upspiegel met verlichting.
F
Open als het contact aan is het afdekkapje. De verlichting van de
make-upspiegel gaat automatisch branden.
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid voor het opbergen van
pasjes.
VERLICHT EN GEKOELD DASHBOARDKASTJE
Het dashboardkastje bevat speciale ruimtes voor het opbergen van een
fles mineraalwater, de boorddocumentatie van de auto...
In het deksel zijn speciale ruimtes gecreëerd voor een pen, een bril,\
kleingeld, kaarten, een blikje...
F
T
rek de handgreep omhoog om het dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt in werking zodra het
deksel wordt geopend.
Het dashboardkastje bevat een afsluitbare luchttoevoer
, via welke het
dashboardkastje wordt voorzien van dezelfde gekoelde lucht als het
interieur.
Page 71 of 292
69
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
12V-AANSLUITING
F Verwijder het afdekkapje en sluit een geschikte adapter aan als u een 12V-accessoire wilt aansluiten (max. 120 W).
ASBAK MET VERLICHTING
F Trek de lade open voor toegang tot de asbak.
F
Open de asbak en druk op de borglip om de asbak uit te nemen en
deze te legen.
Het aansluiten van elektrische apparatuur die niet door PEUGEOT
is goedgekeurd, zoals een lader met USB-aansluitingen, kan
leiden tot storingen in de werking van de elektrische componenten
van de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of storingen in de
weergave van de displays.
3/
ERGONOMIE EN COMFORT
Page 72 of 292
70
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
ARMSTEUN VóóR
Voor het comfort en als opbergmogelijkheid voor de bestuurder en
voorpassagier.
Het deksel van de armsteun is in hoogte en lengterichting verstelbaar.
F
T
il het deksel op tot de gewenste stand (laag, tussenstand of hoog).
F
T
rek de armsteun in de hoogste stand iets verder omhoog en
beweeg hem vervolgens naar de laagste stand.
Verstelling in lengterichting
F Schuif de armsteun zo ver mogelijk naar voren of naar achteren, tot
de aanslag.
Opbergvak
F Trek de handgreep omhoog.
F
T
rek het deksel helemaal open.
Hoogteverstelling