45
RCZ_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden gesloten, bijvoorbeeld nadat
de accu losgekoppeld is geweest, moet de ruitbediening worden
gereset:
F
trek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt met bewegen,
F
laat de schakelaar los en trek hem opnieuw omhoog totdat de ruit
volledig is gesloten,
F
houd de schakelaar na het sluiten nog ongeveer 1
seconde vast,
F
druk op de schakelaar om de ruit automatisch te openen,
F
druk als de ruit volledig is geopend nogmaals op de schakelaar en
houd deze nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging tegen beknellen
uitgeschakeld. Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor een korte periode,
altijd de sleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit iets tussen de ruit en de
sponning bekneld raakt, moet de ruit weer worden geopend. Druk
daarvoor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan passagierszijde bedient, moet
deze ervan verzekerd zijn dat niemand het correcte sluiten van de
ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de passagiers op de
juiste manier gebruik maken van de elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
2/
TOEGANG TOT DE AUTO
153
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
F Activeer de compressor door de schakelaar B in de stand "I" te
zetten, tot de bandenspanning 2,0 bar bedraagt.
Het afdichtmiddel wordt onder druk in de band gespoten; neem
gedurende deze handeling de slang niet los van de aansluiting
(kans op spatten). F
V erwijder de set en draai de dop van de witte slang vast.
Zorg ervoor dat restanten van de vloeistof niet op of in de auto
terecht kunnen komen. Houd de set binnen handbereik.
F
Maak direct een rit van ongeveer vijf kilometer met matige snelheid
(tussen 20
en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten.
F
Zet de auto stil en controleer de reparatie en de bandenspanning
met de set.
Schakel de compressor niet in voordat de witte slang is
aangesloten op het ventiel van de band: het afdichtmiddel wordt
anders buiten de band gespoten.
Controlesysteem bandenspanning
Als uw auto is uitgerust met een controlesysteem voor
de bandenspanning, zal het verklikkerlampje voor te lage
bandenspanning na het repareren van een wiel blijven branden
tot u het systeem laat resetten door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als na vijf tot zeven minuten de gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren met de bandenreparatieset;
neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te helpen.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
168
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Laden
F Koppel de pluspool (+) los.
F
V
olg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
F
Sluit de rode kabel van de lader aan op de pluspool (+) van de accu
en vervolgens de zwarte kabel op de minpool (-) van de accu.
F
Als de accu is opgeladen, maak dan de kabels van de lader in
omgekeerde volgorde los.
Om explosie of brand te voorkomen moet de accu in een
geventileerde ruimte en uit de buurt van open vuur of vonken
worden opgeladen.
Laad geen bevroren accu op; om explosie te voorkomen moet
deze eerst ontdooid zijn.
Als de accu bevroren is geweest, laat deze dan voor het opladen
door het PEUGEOT
-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats controleren op beschadigingen van de inwendige
delen en op scheuren in de behuizing (kans op lekkage van giftig
en corrosief zuur).
RESETTEN NA HET WEER AANSLUITEN
Zet, nadat de accu weer is aangesloten, het contact aan en wacht
minimaal één minuut alvorens de motor te starten: de elektronische\
systemen van de auto worden in die tijd gereset.
U moet zelf de volgende systemen en gegevens resetten (raadpleeg
hiervoor de desbetreffende rubrieken):
-
de sleutel met afstandsbediening,
-
de elektrische ruitbediening en en het automatisch op een kier
zetten van de portierruiten,
-
de datum en de tijd,
-
de instellingen van de autoradio of van het ingebouwde
navigatiesysteem.
Controleer of er na het aanzetten van het contact geen foutmeldingen
worden weergegeven of waarschuwingslampjes blijven branden.
Mochten er zich na deze handelingen kleine storingen blijven voordoen,
raadpleeg dan het PEUGEOT
-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
01
205
RCZ_nl_Chap10b_RT6-2-8_ed01-2015
Lang indrukken: resetten
van het systeem.
Toegang tot het menu
" Telefoon
" en weergave
van de laatste gesprekken of
inkomend gesprek accepteren.
BASISFUNCTIES
Kort indrukken: selecteren van een opgeslagen
radiozender.
Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de
huidige radiozender. Toegang tot het Menu " MUSIC " en weergave van de tracks
of de afspeellijsten van de CD/MP3/Apple
®-apparatuur.
Lang indrukken: weergave van het paneel met audio-
regelknoppen voor de geluidsbron " MEDIA " (CD/USB/
iPod/Streaming/AU
x
).
Toegang tot het menu " RADIO " en
weergave van de zenderlijst.
Lang indrukken: weergave van het
paneel met audio-regelknoppen voor de
geluidsbron tuner.
282
RCZ_nl_Chap11_Index-alpha_ed01-2015
Schakelaars stoelverwarming............ 52
Selectiehendel automatische transmissie
.................................... 122
Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak
............................. 121
Serienummer auto
...........................199
Set voor tijdelijke bandenreparatie
.....150
Sfeerverlichting
.................................. 65
Sjorogen
............................................ 73
Slepen van een auto........................ 184
Sleutel met afstandsbediening
........37, 38, 40, 118
Sneeuwkettingen
............................. 162
Snelheidsbegrenzer......................... 129
Snelheidsregelaar............................ 132
Snelmenu's
...................................... 208
Spaarfase
........................................ 164
Spraaksynthese
............................... 220
Starten
............................................. 166
Starten van de auto
..................116, 122
Starten van de motor
........................11 6
Stickers
............................................ 188
Stickerset
......................................... 188
Stilzetten van de auto
............... 1
16, 122
Stoelen achter
................................... 58
Stoelen verstellen
........................50, 51
Stoelverwarming
................................ 52
Streaming audio Bluetooth
......244, 272
Stuurslot
........................................... 11 8
Stuurwiel (verstellen)
.........................54
Supervergrendeling
...........................38
Synchroniseren afstandsbediening
...39
Synchroniseren van de
afstandsbediening
...........................39S/
Parkeerhulp achter ..........................135
Parkeerhulp vóór ............................. 136
Parkeerlichten....... 75, 78, 170-172, 175
Peugeot Connect Assistance ........... 202
Peugeot Connect Nav+
............. 34, 203
Peugeot Connect Plug............... 71, 267
Peugeot Connect SOS
....................202
Peugeot Connect Sound
...30, 259, 273
Plafonnier
.......................................... 64
Portieren
............................................ 46P/
Portieren sluiten........................... 38, 46
Radio ...............................235, 236, 263
Regelmatige controles
.............148, 149
Regelmatig onderhoud
......................10
Regeneratie roetfilter
.......................148
Reinigen (adviezen)......................... 188
Rembekrachtigingsysteem
................89
Remblokken..................................... 149
Remlichten............................... 172, 175
Remmen
.......................................... 149
Remschijven
.................................... 149
Reservewiel ............................. 127, 160
Reservoir koplampsproeiers
............147
Reservoir ruitensproeiers
................147
Resetten van de ruitbediening
...........44
Richtingaanwijzers..... 87, 170, 172, 175
Rijadviezen
....................................... 11
5
Rijstrookcontrolesystemen
................90
Risicozones (update)
.......................214
Roetfilter
.................................. 147, 148
Ruitbediening..................................... 44
Ruitensproeiers vóór
.........................84
Ruitenwisserbladen vervangen
....86, 163
Ruitenwissers
.............................. 83, 85
Ruitenwisserschakelaar............... 83, 85R/Opschakelindicator .......................... 126
Overzicht gewichten ................192, 195
Overzicht motoren
...................192, 195
Overzicht zekeringen
.......................177O/
INDEx