Page 177 of 292
175
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Uitvoering met symmetrisch dubbel uitlaatsierstuk
Deze twee lampen kunnen worden vervangen door de lichtunit A
gedeeltelijk uit de achterbumper te verwijderen:
F
draai met een schroevendraaier de 3
bevestigingsbouten B aan de
onderzijde van de auto los,
Let op: raak als u een lamp meteen na het afzetten van het
contact vervangt de uitlaatpijp niet aan, om brandwonden te
voorkomen.
F
laat voorzichtig het voorste gedeelte van de lichtunit zakken om de
lamphouders C
te kunnen bereiken,
F
draai de desbetref
fende lamphouder een kwart omwenteling en trek
hem in de richting van de voorzijde van de auto,
F
draai de lamp een kwart omwenteling en vervang de lamp.
V
oer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 178 of 292
176
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Lamp van de parkeerlichten en de richtingaanwijzers
vervangen
Raadpleeg voor het vervangen van dit type lamp met LED's het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Richt bij het verwijderen van hardnekkig vuil met een
hogedrukspuit niet direct op de koplampen, de verlichting en
omringende delen, anders kunnen de lak en de afdichting
beschadigd raken.
Lamp van de kentekenplaatverlichting vervangen (W5W)
F Steek het uiteinde van de autosleutel in het gat in het transparante
kapje.
F
Duw deze naar buiten om het kapje los te maken.
F
V
erwijder het transparante kapje.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Lamp van het derde remlicht vervangen (LED's)
Raadpleeg voor het vervangen van dit type lamp met LED's het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Wassen met een hogedrukspuit
Page 179 of 292

177
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
ZEKERINGEN VERVANGEN
TOEGANG T OT HET GEREEDSCHAP
De tang voor het verwijderen van zekeringen is zich aan de binnenzijde
van het deksel van de zekeringkast dashboard bevestigd:
F
draai de schroef een kwart omwenteling naar links,
F
trek het deksel rechts boven los,
F
maak het deksel helemaal los en draai het om,
F
haal de houder met de tang uit de binnenzijde van het deksel.
VERVANGEN VAN EEN ZEKERING
Voordat u een zekering vervangt, dient u:
F
de oorzaak van de storing op te sporen en te (laten) verhelpen,
F
alle stroomverbruikers uit te schakelen,
F
de auto stil te zetten en het contact af te zetten,
F
de defecte zekering op te sporen met behulp van de op de
volgende pagina's vermelde tabellen en overzichten.
Bij het vervangen van een zekering moet u:
-
de speciale tang gebruiken om de zekering uit de zekeringkast te
verwijderen en de staat van de draad controleren,
-
een defecte zekering altijd vervangen door een zekering met dezelfde
stroomsterkte (dezelfde kleur); het gebruik van een zekering met een
andere stroomsterkte kan tot storingen (of zelfs brand) leiden.
Goed Defect
Tang
Wanneer de storing kort na het vervangen van de zekering weer
optreedt, moet u de elektrische uitrusting laten controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 180 of 292
178
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Montage van elektrische accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is
reeds rekening gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats voordat u andere elektrische voorzieningen of
accessoires in de auto monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit
storingen veroorzaakt door het monteren van extra accessoires
die niet door PEUGEOT aanbevolen en geleverd worden, en niet
volgens de voorschriften van zijn gemonteerd. Dit geldt met name
als het gezamenlijke stroomverbruik van de extra accessoires
meer dan 10 milliampère bedraagt.
Page 181 of 292

179
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
ZEKERINGEN DASHBOARD
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard
(linkerzijde) en bevat twee houders.
Toegang tot de zekeringen
F Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
F2 30
A
Massa vergrendeling en supervergrendeling
F35 AElektronische eenheid airbags, actieve
motorkap en pyrotechnische gordelspanners.
F410 ASchakelaar koppelingspedaal,
elektrochromatische binnenspiegel,
automatische transmissie, eenheid
veiligheidsschakeling.
F5 30
AEentraps elektrische ruitbediening,
voeding inklapbare buitenspiegels.
F7 5
APlafonniers voor en achter,
kaartleeslampjes, verlichting zonneklep,
verlichting dashboardkastje.
F8 20
AAutoradio, autoradio/telefoon,
multifunctioneel display, detectie te lage
bandenspanning, klokje.
F9 30
A12V-aansluiting.
F10 15
AStuurkolomschakelaars.
F 11 15
AContactslot met circuit lage stroomsterkte.
F12 15
AInstrumentenpaneel, airconditioning,
geheugeneenheid bestuurdersstoel,
regen-/lichtsensor, airbags.
Houder 1
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 182 of 292
180
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekering AmpèreFuncties
F13 5
AServicecentrale motor, actieve motorkap.
F14 15
A
Multifunctioneel display, pictogrammendisplay
veiligheidsgordels en airbag voorpassagier,
display instrumentenpaneel, versterker,
handsfree set, elektronische eenheid
parkeerhulp, USB Box.
F1530 AVergrendeling en supervergrendeling.
F17 40
AAchterruit- en buitenspiegelverwarming.
Zekering Ampère Functies
G36 30
AHifi-versterker.
G37 30
AGeheugeneenheid passagiersstoel vóór.
G38 30
AGeheugeneenheid bestuurdersstoel.
G39 5
AGeheugeneenheid verlichting.
G40 30
AStoelverwarming bestuurder en
voorpassagier.
Houder 2
Page 183 of 292

181
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
ZEKERINGEN MOTORRUIMTE
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap, naast de accu (links).\
Toegang tot de zekeringen
F Maak het deksel los.
F
V
ervang de zekering (zie de desbetreffende paragraaf).
F
Sluit na het vervangen van de zekering zorgvuldig het deksel voor
een goede afdichting van de zekeringkast.
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
F2 15
AClaxon.
F3 10
ARuitensproeiers voor.
F4 20
AVerlichting overdag.
F5 15
ALuchthoeveelheidsmeter,
koelvloeistofpomp, oliepomp, thermostaat,
voorverwarming blow-by (benzine),
bypass- en EGR-kleppen (diesel),
voorverwarming brandstof (diesel).
F6 10
ASensor verdraaiing stuurwiel, elektronische
eenheid ABS/ESC, sensor ESC.
F7 10
AElektronische eenheid stuurbekrachtiging,
automatische transmissie,
rempedaalschakelaar met twee functies.
F8 25
ABediening startmotor.
F9 10
ADiagnoseaansluiting, bochtverlichting,
pomp roetfilter (diesel).
F 11 40
AAanjager airconditioning.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 184 of 292
182
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekering AmpèreFuncties
F12 40 ALage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F15 10
AGrootlicht rechts.
F16 10
AGrootlicht links.
F17 15
ADimlicht links.
F18 15
ADimlicht rechts.