9
RCZ_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2015
Brandstoftank leeg (diesel) 144
Niveaus controleren
145-147
-
olie
-
remvloeistof
-
stuurbekrachtigingsvloeistof
-
koelvloeistof
-
ruitensproeier-/koplampsproeiervloeistof
-
brandstofadditief (diesel met roetfilter)
Lampen vervangen
169-176
-
voor
-
achter
Reinigen en onderhouden
188-189
-
interieur
-
exterieur Motorkapontgrendeling
141
Onder de motorkap (benzine)
142
Onder de motorkap (diesel)
143Eco-mode
164
Accu
165-168
Zekeringen motorruimte
177-178, 181-183
Controle van onderdelen
148-149
-
accu
-
lucht- en interieurfilter
-
oliefilter
-
roetfilter (diesel)
-
versnellingsbak
-
remblokken/-schijven
TECHNISCHE GEGEVENS - ONDERHOUD
Benzinemotoren 192
Gewichten auto's met benzinemotor 193-194
Dieselmotor
195
Gewichten auto's met dieselmotor
196
Afmetingen
197-198
Identificatie
199
OVERZICHT
74
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Hoe lang de verlichting van de bagageruimte blijft branden, hangt
af van de situatie:
-
bij afgezet contact: ongeveer 10
minuten,
-
in de eco-mode: ongeveer 30
seconden,
-
bij draaiende motor: onbeperkt.
OPBERGBAK
Hierin vindt u verschillende ruimtes waarin o.a. een lampenset,
een EHBO-tas, een noodreparatieset voor een lekke band, een
gevarendriehoek en een afneembare trekhaakkogel kunnen worden
opgeborgen.
VERLICHTING BAGAGERUIMTE
Uw auto is voorzien van twee lichtpunten in de bagageruimte; één i\
n de
rechter zijbekleding van de bagageruimte en één in het midden onde\
r
de hoedenplank.
Deze gaan automatisch branden zodra de bagageruimte wordt geopend
en doven zodra deze wordt gesloten.
De verlichting kan niet handmatig worden uitgeschakeld.
Een tweede gevarendriehoek kan worden opgeborgen in de
bekleding van het kofferdeksel.
Toegang tot de opbergbak:
F
til de vloerplaat op met behulp van de riem,
F
zet deze in een verticale positie voorbij de aanslagen aan de
zijkanten van de bagageruimte.
11 6
RCZ_nl_Chap06_conduite_ed01-2015
CONTACTSLOT
Stand Contact
In deze stand werkt de elektrische uitrusting van de auto en kan externe\
apparatuur worden opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde minimale grenswaarde heeft
bereikt, schakelt het systeem over op de eco-mode: de elektrische voedin\
g
wordt automatisch uitgeschakeld zodat de accu voldoende opgeladen blijft\
.Onder winterse omstandigheden blijft het verklikkerlampje langer
branden. Als de motor warm is, gaat het verklikkerlampje niet
branden.
STARTEN - AFZETTEN VAN DE MOTOR
Het contactslot heeft 3 standen:
- stand 1
(Stop): sleutel in het contactslot steken en uit het
contactslot verwijderen, stuurslot vergrendeld,
-
stand 2
(Contact): stuurslot ontgrendeld, aanzetten van het
contact, voorgloeien dieselmotor, draaien van de motor,
-
stand 3
(Starten).
STARTEN VAN DE MOTOR
Handrem aangetrokken, versnellingsbak in de neutraalstand of
selectiehendel in de stand N of P:
F
trap het koppelingspedaal volledig in (handgeschakelde
versnellingsbak),
of
F
trap het rempedaal volledig in (automatische transmissie),
F
steek de sleutel in het contactslot; het systeem herkent de code,
F
ontgrendel het stuurslot door tegelijkertijd aan het stuurwiel en aan
de contactsleutel te draaien.
F
Auto's met een benzinemotor:
activeer de startmotor door de sleutel
in de stand 3
te houden tot de motor is aangeslagen. Geef hierbij
geen gas. Laat de sleutel los zodra de motor draait.
F
Auto's met een dieselmotor: draai de sleutel in de stand 2
(aanzetten van het contact) om de motor te laten voorgloeien.
In bepaalde gevallen is veel kracht nodig bij het draaien aan het
stuurwiel (bijvoorbeeld als de wielen niet rechtuit staan).
Hang geen zware voorwerpen aan de sleutel: dit kan namelijk
storingen aan het contactslot veroorzaken. Bij het afzetten van de motor is de rembekrachtiging niet meer
actief. W
acht tot dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel dooft
en activeer vervolgens de startmotor door de sleutel in de
stand 3
te houden tot de motor is aangeslagen. Geef hierbij
geen gas. Laat de sleutel los zodra de motor draait.
11 7
RCZ_nl_Chap06_conduite_ed01-2015
Laat de motor bij gematigde temperaturen niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg zonder de motor veel
toeren te laten draaien.Zet de voorwielen in de rechtuitstand alvorens de motor af te
zetten. Dit vergemakkelijkt het ontgrendelen van het stuurslot.
Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Praktische
informatie", paragraaf "Eco-mode". Als u de auto verlaat, neem dan de sleutel mee en vergrendel de
auto.
Als de motor niet direct start, zet dan het contact af. Wacht even
alvorens opnieuw te starten. Als de motor ook na een aantal
pogingen niet aanslaat, probeer dan niet langer de motor te
starten: de startmotor en de motor zouden beschadigd kunnen
raken. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Zet nooit het contact af voordat de auto volledig tot stilstand
is gekomen. Als de motor wordt afgezet, worden ook de
rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging uitgeschakeld: u zou
dan de controle over de auto kunnen verliezen.
Laat de motor nooit draaien in een onvoldoende geventileerde,
afgesloten ruimte: verbrandingsmotoren stoten gevaarlijke
gassen, zoals koolmonoxide, uit. Kans op vergiftiging met
dodelijke afloop!
Laat onder extreem koude omstandigheden (temperaturen lager
dan -23°C) de motor gedurende 4
minuten stationair draaien
alvorens weg te rijden. Deze handelswijze komt de goede werking
en de duurzaamheid van de mechanische onderdelen van de
auto, motor en versnellingsbak ten goede.
AFZETTEN V AN DE MOTOR
F Breng de auto tot stilstand.
F
Draai, terwijl de motor stationair draait, de sleutel in de stand 1
.
F
V
erwijder de sleutel uit het contactslot.
F
Draai om het stuurslot te vergrendelen aan het stuurwiel tot het
blokkeert.
F
Controleer
of de handrem correct is aangetrokken, met name als de
auto op een helling staat.
Eco-mode
Na het afzetten van de motor (stand 1-Stop) kunt u nog gedurende
maximaal dertig minuten gebruikmaken van een aantal functies, zoals
het audio- en telematicasysteem, de ruitenwissers, het dimlicht en de
plafonniers.
6/
RIjDEN
167
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
DE (+) KLEM LOSKOPPELEN
F Trek de hendel D zo ver mogelijk omhoog om de accupoolklem E te
ontgrendelen.
WEER AANSLUITEN VAN DE (+) KLEM
F Plaats de geopende accupoolklem E op de pluspool (+) van de
accu.
F
Druk verticaal op de accupoolklem om deze goed tegen de accu
aan te drukken.
F
Zet de accupoolklem vast door de hendel D
omlaag te bewegen.
Forceer de hendel niet door erop te duwen, aangezien de
accupoolklem niet kan worden vergrendeld als deze niet correct is
geplaatst; herhaal de procedure.
LADEN MET BEHULP VAN EEN ACCULADER
Als de accu van uw auto ontladen is of als u verwacht de auto voor
langere tijd niet te zullen gebruiken, kunt u de accu laden met een
acculader.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
voor informatie over de acculaders die voor de accu van uw auto
geschikt zijn.
Alvorens de accu los te koppelen
F Zorg ervoor dat de accu bereikbaar is.
F
Klap de beweegbare achterspoiler in.
F
Controleer of alle portieren en het kof
ferdeksel gesloten, maar niet
vergrendeld zijn.
F
Controleer of het contact meer dan 4
minuten geleden is afgezet.
Als de auto langer dan een maand niet wordt gebruikt, koppel dan
de accu los.
Laat, om te voorkomen dat de accu ontladen raakt, de verlichting
niet herhaaldelijk branden terwijl het contact is afgezet (zie de
paragraaf "Eco-mode").
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
203
RCZ_nl_Chap10b_RT6-2-8_ed01-2015
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend in
uw auto functioneert.
PEUGEOT CONNECT Nav
01 Basisfunctie - Bedieningspaneel
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-mode is geactiveerd schakelt
het systeem zichzelf na het afzetten van de motor
automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen
raakt.
INHOUD
02
Bedienin
g op stuurwiel
03
Werking
04
Navigatie
05
Verkeersinformatie
06
Telefoneren
07
Radio
08
Multimediaspelers
09
Audio-instellingen
10
Configuratie
11
Menustructuur
display 204
206
207
209
222
225
235
240
246
247
248
GPS-navigatie
Multimedia-autoradio
Bluetooth
®-telefoon
Veelgestelde vragen blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
252
257
RCZ_nl_Chap10b_RT6-2-8_ed01-2015
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORD OPLOSSING
Na het afzetten van
de motor wordt het
systeem na enkele
minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft het systeem nog werken zolang de
laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het uitschakelen is normaal: de eco-mode wordt automatisch geactiveerd
om te voorkomen dat de accu van de auto zo ver ontladen raakt dat de
motor niet meer kan worden gestart (zie de rubriek "Eco-mode"). Start de motor om de accu op te laden.
Het afspelen van de
muziek op mijn USB-
stick begint pas na lang
wachten (ongeveer 2
tot
3
minuten). Door bepaalde bestanden die standaard op een USB-stick kunnen staan
kan het erg lang duren tot de muziek op de USB-stick wordt afgespeeld
(tot 10
keer de fabrieksopgave). Wis de bestanden die standaard op de USB-stick
staan en beperk het aantal submappen in de
mappenstructuur van de USB-stick.
Als ik met mijn iPhone
verbinding maak met de
telefoonfunctie en ik hem
gelijktijdig op de USB-
poort aansluit, kan ik de
muziekbestanden niet
afspelen. Als de iPhone automatisch verbinding maakt met de telefoonfunctie,
forceert deze de streamingfunctie. De streamingfunctie krijgt voorrang
boven de USB-functie die daardoor niet gebruikt kan worden. Bij
apparatuur van Apple
® wordt in dat geval een gedeelte van de track niet
afgespeeld. Koppel de USB-aansluiting los en sluit deze weer
aan (de USB-functie krijgt dan voorrang boven de
streamingfunctie).
06
270
RCZ_nl_Chap10c_RD45_ed01_2015
PEUGEOT CONNECT BLUETOOTH
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem
van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.Druk op de toets MENU.
Er wordt een venster weergegeven met de melding dat het
systeem bezig is met zoeken. Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon
en zorg ervoor dat deze "waarneembaar is voor
iedereen" (configuratie van de telefoon).
Kies in het menu:
-
Bluetooth-telefoon
- Audio
-
Bluetooth configuratie
-
Zoeken via Bluetooth De beschikbare functies zijn afhankelijk van het netwerk, de simkaart en\
de
compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur
.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem contact op met
uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies.
Bluetooth-telefoonDisplay C
Met het menu TELEFOON krijgt u onder andere toegang tot de
volgende functies: Adresboek*, Logboek gesprekken, Beheer van
de koppelingen. De eerste vier herkende telefoons worden in dit venster
weergegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbord
weergegeven: voer een code van
minimaal 4
cijfers in.
Bevestig met OK.
Op het scherm verschijnt de melding dat de koppeling is geslaagd. Selecteer in de lijst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één \
telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoon wordt
een bericht weergegeven. Voer, om de koppeling
te accepteren, in de telefoon dezelfde code in en
bevestig vervolgens met OK.
De toegestane automatische verbinding wordt geactiveerd nadat
de telefoon is geconfigureerd.
Het adresboek en het logboek gesprekken zijn na de
synchronisatie beschikbaar.
(Afhankelijk van model en uitvoering)
* Als uw telefoon volledig compatibel is.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt u het,
een onbeperkt aantal keren, nogmaals proberen.
Raadpleeg de site www.peugeot.nl voor meer informatie
(compatibiliteit, extra informatie, ...).
Koppelen van een telefoon / Eerste verbinding