Page 137 of 185

Verzorging van de auto135
Accu vervangenLet op
Elke afwijking van de in deze para‐ graaf gegeven instructies kan leiden tot een tijdelijke uitschakeling van
het stop-startsysteem.
Vervang bij auto's met een Stop/
Start-systeem de accu altijd door de juiste accu. Wij raden u aan de accu
door een werkplaats te laten vervan‐
gen.
Stop/Start-systeem 3 107.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kunt u de accu beschadigen.
Starthulp gebruiken 3 158.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen:
■ Geen vonken of open vlammen en niet roken.
■ Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
■ Houd de accu buiten het bereik van
kinderen.
■ De accu bevat zwavelzuur dat aan‐
leiding kan geven tot blindheid of
ernstige brandwonden.
■ Zie de Gebruikershandleiding voor
meer informatie.
■ Explosief gas kan in de buurt van de accu aanwezig zijn.
Wisserblad vervangen
Til de ruitenwisserarm op tot hij om‐
hoog blijft staan, druk op de knop om
het wisserblad los te maken en ver‐
wijder het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐
arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig naar omlaag.
Page 138 of 185
136Verzorging van de auto
Ruitenwisserblad op achterdeur
Wisserarm optillen, borgclip blijven
indrukken en wisserblad losmaken.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐
arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Ruitenwisserblad op achterklep
Wisserarm optillen, borgclips indruk‐
ken en wisserblad losmaken.
Maak het ruitenwisserblad vast aan de ruitenwisserarm en druk het in tothet vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Gloeilamp vervangen
Contact uitschakelen en desbetref‐
fende schakelaar uitschakelen of por‐
tieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken! Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.
Lampcontrole Schakel het contact na het vervangen
van een lamp in en bedien en contro‐ leer de lichten.
Page 139 of 185

Verzorging van de auto137Halogeenkoplampen
Koplampen hebben gescheiden sys‐
temen voor dimlicht/zijmarkerings‐
lichten 1 (buitenste gloeilamp), groot‐
licht/dagrijlicht 2 (binnenste gloei‐
lamp).
Trek de koplampafdekkingen los om
bij de gloeilampen te komen.
Dimlicht 1. Koplampafdekking verwijderen.
2. Stekker van gloeilamp loskoppe‐ len.
3. Klik de draadklem los en haal de gloeilamp uit de reflector.
4. Nieuwe gloeilamp zodanig in re‐flector aanbrengen dat het cen‐
treerlipje van de gloeilamp op één
lijn ligt met de uitsparing van de
reflector.
5. Stekker op gloeilamp aanbren‐ gen.
6. Klik de draadklem vast.
7. Koplampafdekking aanbrengen.
Grootlicht 1. Koplampafdekking verwijderen.
2. Stekker van gloeilamp loskoppe‐ len.
3. Klik de draadklem los en haal de gloeilamp uit de reflector.
4. Nieuwe gloeilamp zodanig in re‐flector aanbrengen dat de gloei‐
lamp op één lijn ligt met de uitspa‐
ring van de reflector.
5. Klik de draadklem vast en sluit de
stekker op de gloeilamp aan.
6. Koplampafdekking aanbrengen.
Page 140 of 185
138Verzorging van de auto
Zijmarkeringslichten1. Koplampafdekking verwijderen. Trek de lamphouder linksom
draaiend uit de reflector.
2. Gloeilamp uit lamphouder nemen,
nieuwe gloeilamp plaatsen.
3. Lamphouder in reflector aanbren‐
gen.
4. Rechtsom vastdraaien.
5. Koplampafdekking aanbrengen.
Dagrijlicht 1. Koplampafdekking verwijderen.
2. Trek de lamphouder linksom draaiend uit de reflector.
3. Gloeilamp uit lamphouder nemen,
nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Lamphouder in reflector aanbren‐
gen.
5. Rechtsom vastdraaien.
6. Koplampafdekking aanbrengen.
Richtingaanwijzer vooraan 1. Koplampafdekking verwijderen.2. Trek de lamphouder linksom draaiend uit de reflector.
3. Gloeilamp iets in houder duwen, linksom draaien, verwijderen en
nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Lamphouder in reflector aanbren‐
gen.
5. Rechtsom vastdraaien.
6. Koplampafdekking aanbrengen.
Page 141 of 185
Verzorging van de auto139Achterlichten
1. Draai de drie borgschroeven los.
2. Demonteer de lichtbehuizing van de auto.
3. Ontkoppel de stekker van de lamphouder.
4. De vier borgschroeven met een schroevendraaier losdraaien.
Draai de lamphouder voor het
achteruitrijlicht linksom eruit en
vervang de gloeilamp.
5. Demonteer de lamphouder en de afdichting van de lichtbehuizing.
6. Gloeilamp iets in lamphouder du‐ wen, linksom draaien, verwijderen
en nieuwe gloeilamp plaatsen.Remlicht ( 1)
Richtingaanwijzer ( 2)
Achterlicht ( 3)
Achterlicht/mistlamp ( 4)
7. Breng de afdichting goed op de lamphouder aan. Breng de lamp‐
houder goed in de lichtbehuizing
aan. De vier borgschroeven met
een schroevendraaier vast‐
draaien.
8. Breng de lamphouder voor het achteruitrijlicht aan en draai dezerechtsom vast.
9. Sluit de stekker aan.
Page 142 of 185
140Verzorging van de auto
10.Steek de lichtbehuizing goed in de
carrosserie. Draai de drie borg‐
schroeven vast.
11. Schakel de ontsteking in en kijk of
alle lampen werken.
Zijrichtingaanwijzers
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Derde remlicht Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.Kentekenverlichting
Achterklep
1. Steek de schroevendraaier zoals aangegeven door de pijlen erin,
druk deze opzij en maak het lamp‐
huis los.
2. Draai de lamphouder linksom uit het lamphuis. Trek de gloeilamp
eruit.
3. Vervang de gloeilamp.
4. Lamphouder in lamphuis plaatsen
en rechtsom draaien.
5. Breng het lamphuis aan en laat het goed vastklikken.
Page 143 of 185
Verzorging van de auto141
Achterdeuren
1. Steek de schroevendraaier zoalsaangegeven door de pijlen erin,
druk deze naar links en maak het
lamphuis los.
2. Gloeilamp voorzichtig in de rich‐ ting van de veerklem drukken en
verwijderen.
3. Vervang de gloeilamp.
4. Breng het lamphuis aan en laat het goed vastklikken.
Binnenverlichting
Voorste en achterste interieurverlichting
1. Lens verwijderen met een platte schroevendraaier.
2. Open de afdekking achter.
3. Lamp vervangen.
4. Sluit de afdekking achter.
5. Lampglas weer aanbrengen.
Interieurverlichting voorin, leeslampjes
1. Lens verwijderen met een platte schroevendraaier.
2. Open de afdekking achter.
3. Lampen vervangen.
4. Sluit de afdekking achter.
5. Lampglas weer aanbrengen.
Page 144 of 185

142Verzorging van de auto
Demonteerbare
interieurverlichting achter
1. Druk op de knop bovenaan het lamphuis compleet om het los te
maken.
2. Wrik het lamphuis bij de aange‐ geven punten los.
3. Vervang de gloeilamp en laat deze goed vastklikken.
4. Lamphuis terugplaatsen.
Instrumentenverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de ver‐ vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
■ rechts in de motorruimte, naast de accu
■ achter een kap onder op het instru‐
mentenbord, aan bestuurderszijde
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.
Zekering pas vervangen wanneer de oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.