Instrumenten en bedieningsorganen63Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................63
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................69
Informatiedisplays ........................82
Boordinformatie ........................... 88
Tripcomputer ................................ 89Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
U kunt het Infotainmentsysteem en
een gekoppelde mobiele telefoon be‐
dienen met de knoppen op het stuur‐ wiel.
Nadere informatie vindt u in de
infotainment-handleiding.
Verzorging van de auto145Zekeringenkast
instrumentenpaneel
De zekeringhouder bevindt zich ach‐
ter een kap onder op het instrumen‐
tenbord, aan bestuurderszijde.
Nr.StroomkringF12Dimlicht rechtsF13Koplampverstelling, dimlicht
linksF31Relais in zekeringenkast, relais
carrosserieregelmoduleF32InstapverlichtingF36Diagnosestekker, klimaatrege‐
ling, InfotainmentsysteemF37Instrumentenbord, remsysteemF38Centrale vergrendelingF43Wis-/wasinstallatie voorF47Elektrische ruitbedieningF48Elektrische ruitbedieningF49Buitenspiegels, Infotainment‐
systeem, parkeerhulpF51Infotainmentsysteem, remsys‐
teem, koppelingF53InstrumentenpaneelF94Stekkerdoos bagageruimteF95Aansteker, 12 V-aansluitingF96Aansteker, 12 V-aansluiting