Page 41 of 211

BELANGRIJK Als de motor
uitgeschakeld is en de contactsleutel in
de stand MAR is gedraaid, kan
langdurig gebruik (bijv. gedurende
langer dan een uur) van accessoires die
veel stroom verbruiken de efficiëntie
van de accu beperken en leiden tot
startproblemen.
6)
INBOUWVOORBEREIDING
VOOR DRAAGBAAR
NAVIGATIESYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Plaats het draagbare navigatiesysteem
in de houder op het dashboard fig. 39.
BELANGRIJK
15) De aansteker wordt zeer heet.
Hanteer hem voorzichtig en sta
het gebruik niet aan kinderen toe
om het risico van brand of
brandwonden te voorkomen.
16) Aan beide zijden van de
zonneklep aan passagierszijde is
een etiket aangebracht dat eraan
herinnert dat de airbag verplicht
uitgeschakeld moet worden als
een kinderzitje tegen de rijrichting
in op de voorstoel wordt
gemonteerd. Houd u altijd aan de
aanwijzingen op de zonneklep
(zie de paragraaf “Airbags” in
hoofdstuk "Veiligheid").
17) Rijd nooit met open
dashboardkastje: het kan de
passagier in geval van een botsing
verwonden.
BELANGRIJK
6) Het stopcontact is geschikt voor
accessoires met een maximum
vermogen van 180 W (maximum
stroomverbruik 15 A).
39AB0A0038
37
Page 42 of 211

DAK MET VAST
GLASPANEEL
(voor bepaalde versies/markten)
Het schuifdak bestaat uit een groot vast
glazen paneel en een handbediend
zonnescherm. Het zonnescherm kan
gebruikt worden in de standen "volledig
gesloten" of "volledig geopend".
Om het zonnescherm te openen, de
handgreep vastpakken, op de sluiting A
fig. 40 drukken en het scherm in de
volledig geopende stand zetten.
Om het scherm te sluiten, de
handgreep vastpakken en het scherm
in de gesloten stand brengen tot de
sluiting A vergrendelt.
ELEKTRISCH
SCHUIFDAK
(voor bepaalde versies/markten)
Het schuifdak bestaat uit een elektrisch
bediend glazen paneel en een
handbediend zonnescherm. Het
zonnescherm kan gebruikt worden in
de standen "volledig gesloten" of
"volledig geopend".
Om het zonnescherm te openen, de
handgreep vastpakken, op de sluiting A
fig. 41 drukken en het scherm in de
volledig geopende stand zetten. Om
het scherm te sluiten, de handgreep
vastpakken en het scherm in de
gesloten stand brengen tot de sluiting A
vergrendelt.WERKING
Het schuifdak kan alleen bediend
worden als de contactsleutel in de
stand MAR staat. De
bedieningselementen A en B fig. 42
bevinden zich bij de plafondverlichting
voor en hiermee kunnen respectievelijk
het sluiten/openen bediend worden.
OPENEN
Houd de knop B fig. 42 ingedrukt: het
schuifdak beweegt naar de
“spoilerstand”. Druk nogmaals langer
op de knop B om het schuifdak volledig
te openen: het zal stoppen in de stand
die bereikt wordt wanneer de knop
wordt losgelaten.
7) 8)
18)
40AB0A003941AB0A0039
42AB0A0037
38
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 43 of 211

SLUITEN
Houd de knop A fig. 42 ingedrukt: het
schuifdak beweegt naar de
“spoilerstand”. Het dak zal stoppen in
de stand die bereikt is wanneer de
knop wordt losgelaten. Druk knop A
nogmaals in en wacht tot het schuifdak
helemaal gesloten is.
KNELBEVEILIGING
Het schuifdak is uitgerust met een
knelbeveiliging die tijdens het sluiten
van het dak een eventueel obstakel kan
herkennen. Wanneer dit gebeurt, stopt
het systeem de beweging van het
dak en keert de beweging onmiddellijk
om.
INITIALISATIEPROCEDURE
Als de accu werd losgekoppeld of als
een zekering is doorgebrand, dan moet
de werking van het schuifdak opnieuw
worden geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
❒houd knop A fig. 42 ingedrukt zodat
het dak in stappen volledig gesloten
wordt
❒wacht, nadat het dak volledig
gesloten is, tot de motor van het
schuifdak gestopt is.NOODBEDIENING
Als het elektrisch systeem voor de
bediening van het schuifdak niet
werken, kan het schuifdak handmatig
bediend worden zoals hieronder is
beschreven:
❒voor handmatige bediening, de
beschermdop A fig. 43 verwijderen
uit de behuizing op de binnenste
hoes achter het zonnescherm
❒neem de inbussleutel uit de
gereedschapshouder in de
bagageruimte
❒steek de bijgeleverde sleutel in de
zitting en draai hem rechtsom om het
schuifdak te openen of linksom om
het dak te sluiten.
BELANGRIJK
7) Open het schuifdak niet als er
sneeuw of ijs op ligt: gevaar van
beschadiging.
8) Open het schuifdak alleen in
"spoilerstand" als er een imperiaal
gemonteerd is.
BELANGRIJK
18) Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt
verlaten om het risico op letsel te
voorkomen als het schuifdak
per ongeluk wordt bediend.
Oneigenlijk gebruik van het
schuifdak kan gevaarlijk zijn.
Controleer voor en tijdens het
bedienen altijd of de passagiers
niet kunnen worden verwond door
het bewegende schuifdak of door
voorwerpen die hierdoor worden
meegesleept of geraakt.
43AB0A0040
39
Page 44 of 211

PORTIEREN
19)
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Portieren ontgrendelen
van buitenaf
druk op de knop
van de
afstandsbediening of draai de metalen
baard (van de sleutel) naar stand 1
fig. 44 in het slot van het
bestuurdersportier.
Als de sleutel wordt gedraaid, worden
de portieren en de achterklep
tegelijkertijd ontgrendeld.Portieren vergrendelen
van buitenaf
Druk bij gesloten portieren op de knop
van de afstandsbediening of draai de
metalen baard (in de sleutel) naar
stand 2 fig. 44 in het slot van
het bestuurdersportier.
BELANGRIJK De centrale
portiervergrendeling wordt niet
ingeschakeld als een van de portieren
niet goed gesloten is of als er een
storing in het systeem is. Na 10/11 snel
achtereenvolgende pogingen wordt
het systeem ongeveer 30 seconden
uitgeschakeld.
De portieren ver-/
ontgrendelen van
binnenuit
Om van binnenuit te ontgrendelen
(portiersloten en achterklep) aan hendel
A trekken fig. 45.Om van binnenuit te vergrendelen
(portiersloten en achterklep) hendel
A naar het portierpaneel duwen.
Met het bedienen van de handgreep
van bestuurders- of passagiersportier
worden zowel de portieren als de
achterklep vergrendeld.
De juiste stand van de hendel bij
vergrendelde portieren is aangegeven
met een rood symbool B fig. 46 dat
zichtbaar is op de handgrepen.
44AB0A0041
45AB0A0042
46AB0A0043
40
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 45 of 211

BELANGRIJK
19) Controleer, voordat er een
portier geopend wordt, of dit op
een veilige manier kan gebeuren.
Open de portieren uitsluitend
bij stilstaande auto.
ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
IN HET KORT
Deze werkt met de contactsleutel in
de stand MAR en gedurende
ongeveer drie minuten nadat de
contactsleutel naar de stand STOP is
gedraaid of verwijderd is tenzij een
van de portieren geopend is.
20)
De bedieningsknoppen voor de
elektrische ruitbediening bevinden zich
achter de versnellingspook fig. 47 en
bedienen:
A Openen/sluiten linkerruit.
B Openen/sluiten rechterruit.
21)
Als de knop enkele seconden ingedrukt
wordt gehouden, gaat de ruit
automatisch open of dicht (alleen met
de contactsleutel in de stand MAR).
Wat de ruit aan de passagierszijde
betreft, geldt dit overigens alleen voor
het automatisch openen van ruit.
BELANGRIJK
20) Oneigenlijk gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en
tijdens het bedienen altijd of de
passagiers niet kunnen worden
verwond door de bewegende
ruiten of door voorwerpen die
door de ruit worden meegesleept
of geraakt.
21) Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt
verlaten om te voorkomen dat
onbedoelde bediening van de
ruiten gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
47AB0A0225
41
Page 46 of 211

BAGAGERUIMTE
22) 23)
DE ACHTERKLEP
OPENEN MET DE
AFSTANDSBEDIENING
Druk op toets
op de sleutel met de
afstandsbediening.
De richtingaanwijzers knipperen twee
keer wanneer de achterklep geopend
is.
Het openen van de achterklep wordt
vergemakkelijkt door de gasveren aan
de zijkant.
Bij sommige versies gaat de verlichting
in de bagageruimte branden als de
achterklep geopend wordt: de
verlichting gaat automatisch uit als de
achterklep gesloten wordt.
De verlichting blijft ongeveer 15 minuten
branden nadat de sleutel op STOP is
gedraaid: als er gedurende die tijd een
portier of de achterklep geopend wordt,
wordt de verlichting weer voor 15
minuten ingeschakeld.
9)
24)
ELEKTRISCHE HENDEL
(SOFT TOUCH)
De achterklep (indien niet vergrendeld)
kan van buitenaf geopend worden
met behulp van de elektrische
openingshendel B fig. 48 die zich onder
de grote handgreep bevindt.
Als de portieren ontgrendeld zijn kan de
achterklep op elk moment worden
geopend.
Om de achterklep met deze handgreep
te kunnen openen, moet een van de
voorportieren geopend worden of
moeten de portieren ontgrendeld zijn
met de afstandsbediening of met de
mechanische sleutel.
Als het symbool
op het display
gaat branden, betekent dit dat de
achterklep niet goed gesloten is.SLUITEN
Om te sluiten de achterklep laten
zakken en in de buurt van het slot
omlaag duwen tot u een klik hoort.
Aan de binnenkant van de achterklep
vergemakkelijkt een band B fig. 49
het gemakkelijker de achterklep vast te
houden en te sluiten.
ACHTERKLEP OPENEN IN
EEN NOODGEVAL
Ga als volgt te werk om de achterklep
vanuit het interieur te openen (wanneer
de accu leeg is of in geval van storing
in het elektrische vergrendelsysteem)
(zie “Bagageruimte vergroten” in dit
hoofdstuk):
❒verwijder de achterste hoofdsteunen
❒klap de rugleuning omlaag
48AB0A0045
49AB0A0046
42
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 47 of 211

❒om de achterklep mechanisch te
ontgrendelen, vanuit de binnenkant
van de bagageruimte, hendel A
gebruiken fig. 50.
BAGAGERUIMTE
VERGROTEN
Met een deelbare achterbank kan de
bagageruimte gedeeltelijk fig. 51 of
volledig fig. 52 worden vergroot.HOEDENPLANK
VERWIJDEREN
De hoedenplank kan worden verwijderd
door hem los te maken van de twee
pennen aan de zijkant.
GEDEELTELIJKE
VERGROTING (50/50)
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de hoofdsteunen van de
achterbank (waar aanwezig) met
de rugleuning losgemaakt en naar
voren geklapt of met de achterklep
geopend.
❒controleer of de veiligheidsgordel
volledig uitgetrokken en niet gedraaid
is❒bedien hendel A of B fig. 53 om
respectievelijk het linker of rechter
gedeelte van de achterbank los
te maken en leg dit op de zitting.
BELANGRIJK Om de rugleuning terug
te plaatsen wordt aanbevolen vanaf
de buitenzijde via de portieren van de
auto te werk te gaan.
VOLLEDIGE VERGROTING
Door het volledig naar voren klappen
van de achterbank verkrijgt u de
maximale laadruimte.
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de achterste hoofdsteunen
(waar aanwezig)
❒controleer of de veiligheidsgordels
goed uitgetrokken en niet gedraaid
zijn
50AB0A0047
51AB0A0049
52AB0A0050
53AB0A0048
43
Page 48 of 211

❒bedien de hendels A en B fig. 53 om
de rugleuningen los te maken en leg
ze op de zitting.
BELANGRIJK Om de rugleuning terug
te plaatsen wordt aanbevolen vanaf
de buitenzijde via de portieren van de
auto te werk te gaan.
DE ACHTERBANK WEER
OP ZIJN PLAATS ZETTEN
Til de rugleuningen op en druk de ze
naar achteren zodat beide
vergrendelingen hoorbaar vastklikken.
Zet de gespen van de
veiligheidsgordels naar boven en zorg
dat de zitting in de stand voor normaal
gebruik.
BELANGRIJK Wanneer de rugleuning in
de normale stand wordt teruggezet,
moet gecontroleerd worden of hij goed
is vastgezet en hoorbaar vastklikt.
Zorg dat de rugleuning aan beide zijden
goed is vergrendeld om te voorkomen
dat deze bij bruusk remmen naar voren
kan klappen en zo de passagiers kan
verwonden.
BELANGRIJK
22) Overschrijd nooit de maximaal
toegestane belading van de
bagageruimte (zie hoofdstuk
"Technische gegevens"). Zorg er
tevens voor dat voorwerpen die in
de bagageruimte zijn geplaatst,
goed vastgezet zijn om te
voorkomen dat deze na plotseling
remmen naar voren komen,
waardoor passagiers gewond
zouden kunnen raken.
23) Als in een gebied wordt gereden
waar weinig tankstations
aanwezig zijn en men benzine in
een tankje wil meenemen, moet
dit overeenkomstig de geldende
voorschriften en in een
goedgekeurd tankje gebeuren dat
op passende wijze is vastgezet.
Bedenk echter wel dat op deze
manier het risico op brand bij een
ongeval toeneemt.
24) Rijd niet met geopende
achterklep: uitlaatgas kan in het
interieur binnendringen.
BELANGRIJK
9) Let op bij het openen van de
achterklep als er een imperiaal
gemonteerd is.
44
WEGWIJS IN UW AUTO