Page 105 of 211

❒waarschuwingslampjeknippert en
er klinkt een intermitterend
geluidssignaal gedurende de
volgende 96 seconden.GORDELSPANNERS
De auto is uitgerust met
gordelspanners voor de
veiligheidsgordels die bij een heftige
frontale botsing de gordels enigszins
aantrekken. Op die manier worden de
inzittenden veel beter op hun plaats
gehouden en wordt de voorwaartse
beweging ingeperkt.
De oprolautomaat blokkeert als de
gordelspanner in werking is geweest.
De auto is ook uitgerust met een
tweede gordelspanner (gemonteerd bij
de dorpellijst). Wanneer die wordt
ingeschakeld, wordt de metalen kabel
verkort.
Tijdens de werking van de
gordelspanner kan er een wat rook
ontsnappen. Deze rook is niet
schadelijk en duidt niet op brandgevaar.
BELANGRIJK Voor een maximale
bescherming door de gordelspanners
moet de veiligheidsgordel zo worden
omgelegd dat hij goed op borst en
bekken aansluit.De gordelspanner behoeft geen
onderhoud of smering: elke verandering
van de oorspronkelijke conditie zal de
werking ervan benadelen. Als de
gordelspanner door extreme natuurlijke
gebeurtenissen (bijv. overstromingen,
vloedgolven enz.) met water en modder
in contact is geweest, dan moet hij
worden vervangen.
67)
15)
KRACHTBEGRENZERS
Voor een nog betere bescherming van
de inzittenden bij een ongeval, zijn
de oprolautomaten van de
veiligheidsgordels van de voorstoelen
voorzien van een krachtbegrenzer
die bij een frontale aanrijding de
piekbelasting op de borst en schouders
beperkt.
101
Page 106 of 211

ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN
VOOR HET GEBRUIK VAN
DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder moet zich aan alle
plaatselijke wettelijke voorschriften met
betrekking tot de verplichting en de
manier waarop de gordel wordt
gebruikt houden en moet ook de
inzittenden deze voorschriften doen
naleven. Leg de veiligheidsgordel altijd
om alvorens weg te rijden.
68) 69) 70)
Ook zwangere vrouwen moeten de
veiligheidsgordel omleggen: voor
zwangere vrouwen en het ongeboren
kind wordt het risico op verwondingen
bij een ongeval fors ingeperkt als de
gordel wordt gedragen.Natuurlijk moeten zwangere vrouwen
wel het onderste deel van de gordel
lager omleggen, zodat de gordel over
het bekken en onder de buik komt
(zie fig. 76). De beste manier om het
ongeboren kind te beschermen is om
de moeder te beschermen. Wanneer de
veiligheidsgordel goed is omgelegd, is
het meer waarschijnlijk dat het
ongeboren kind niet gewond raakt bij
een botsing. Voor zwangere vrouwen,
zoals voor iedereen, is de sleutel voor
het doelmatig werken van de
veiligheidsgordels dat ze goed
omgelegd worden.Zorg dat de gordelband nooit gedraaid
is. Het bovenste gordelgedeelte moet
over de schouder en schuin over de
borst liggen. Het onderste
gordelgedeelte moet over het bekken
fig. 77 en dus niet over de buik van
de inzittende liggen. Steek nooit
voorwerpen (wasknijpers, klemmen
enz.) tussen de gordel en het lichaam
van de inzittende.
BELANGRIJK Elke gordel kan slechts
een enkele persoon beschermen.
Vervoer nooit kinderen op de schoot
van inzittenden met één
veiligheidsgordel voor beiden fig. 78.
Steek geen enkel voorwerp tussen de
gordel en het lichaam van een
inzittende.
76AB0A0060
77AB0A0061
102
VEILIGHEID
Page 107 of 211

ONDERHOUD VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
Volg voor het juiste onderhoud van de
veiligheidsgordels de volgende
aanwijzingen op:
❒zorg er altijd voor dat de gordel goed
uitgetrokken en niet gedraaid is;
controleer ook of de oprolautomaat
niet haperend werkt;
❒vervang de gordels na een ongeval,
ook al lijken ze niet beschadigd.
Vervang de gordels ook steeds als de
gordelspanners werden geactiveerd.
❒gebruik water en milde zeep om de
gordels met de hand te wassen.
Spoel de gordels en laat ze in de
schaduw drogen. Gebruik nooit
agressieve, blekende of kleurende
middelen of andere producten die het
weefsel van de gordel kunnen
aantasten;❒zorg dat er geen vocht in de
oprolautomaat komt: de goede
werking ervan is alleen gegarandeerd
als ze droog blijven;
❒vervang de gordels als ze sporen van
slijtage of beschadiging vertonen.BELANGRIJK
67) De gordelspanner kan slechts
één maal gebruikt worden. Neem
contact op met het Abarth
Servicenetwerk om hem te laten
vervangen nadat hij in werking
is getreden.
68) Voor maximale bescherming
moet de rugleuning rechtop gezet
worden, moet men goed tegen
de rugleuning aanzitten en moet
de gordel goed aansluiten op
de borst en het bekken. Draag
altijd veiligheidsgordels, zowel
voor- als achterin! Rijden zonder
veiligheidsgordels doet bij een
ongeval het risico op ernstige
verwondingen toenemen en kan
zelfs de dood tot gevolg hebben.69) Het demonteren of aanpassen
van onderdelen van de
veiligheidsgordel of
gordelspanner is ten strengste
verboden. Werkzaamheden aan
deze onderdelen moeten worden
uitgevoerd door gekwalificeerd en
erkend personeel. Neem altijd
contact met het Abarth
Servicenetwerk.
70) Nadat een gordel aan een zware
belasting is blootgesteld
(bijvoorbeeld bij een ongeval),
moet de gordel compleet met de
verankeringen,
bevestigingsbouten en de
gordelspanner worden vervangen.
Ook als er geen zichtbare schade
is, kan de gordel toch verzwakt
zijn.
78AB0A0062
103
Page 108 of 211

BELANGRIJK
15) Werkzaamheden die leiden tot
stoten, trillingen of plaatselijke
verhitting in de zone rondom de
gordelspanners (meer dan 100°C
gedurende ten hoogste 6 uur)
kunnen de gordelspanners
beschadigen of in werking doen
treden. Neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk voor
eventuele werkzaamheden aan
deze componenten.
KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
Om een optimale bescherming bij een
ongeval te kunnen garanderen, moeten
alle inzittenden zitten en gebruik maken
van goedgekeurde
beveiligingssystemen, ook
pasgeborenen en kinderen!
Dit is een wettelijke verplichting in alle
EU-landen, conform de Europese
richtlijn 2003/20/EC.
Vergeleken met een volwassene, is het
hoofd van kleine kinderen in verhouding
tot de rest van het lichaam groter en
zwaarder, maar de spieren en de
botstructuur van kinderen zijn nog niet
volledig ontwikkeld. Daarom zijn
correcte veiligheidssystemen, naast
veiligheidsgordels voor volwassenen,
noodzakelijk om het gevaar van letsel in
geval van een aanrijding, remmen of
plotselinge manoeuvre, zo veel mogelijk
te beperken.
Kinderen moeten veilig en comfortabel
op hun zitplaats blijven. Afhankelijk
van de eigenschappen van de
gebruikte kinderzitjes, wordt
geadviseerd om kinderzitjes zo lang
mogelijk tegen de rijrichting in te
monteren (tot het kind minstens 3–4
jaar oud is), omdat die stand bij een
ongeval de meeste bescherming biedt.
71) 72) 73)
16)
Om het meest geschikte kinderzitje te
kiezen, moet rekening worden
gehouden met het gewicht van het
kind; er zijn verschillende types
kinderzitjes en geadviseerd wordt altijd
het type te kiezen dat het meest
geschikt is voor het kind.
Kinderen langer dan 1,50 m worden
voor wat betreft beveiligingssystemen
gelijkgesteld met volwassenen en
moeten de standaard veiligheidsgordels
dragen.
In Europa vallen de eigenschappen van
kinderzitjes onder de norm ECE-R44,
die ze in vijf gewichtsgroepen indeelt:
Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22-36 kg
104
VEILIGHEID
Page 109 of 211

Alle beveiligingssystemen moeten
voorzien zijn van de
typegoedkeuringsgegevens en het
keurmerk op een label dat stevig
bevestigd moet zijn op het kinderzitje
en dat absoluut niet verwijderd mag
worden.
In het Abarth Lineaccessori-assortiment
zijn kinderzitjes voor elke
gewichtsgroep opgenomen. Het
gebruik van deze kinderzitjes is sterk
aanbevolen, want ze zijn speciaal
ontworpen voor Abarth voertuigen.
BELANGRIJK
71) ERNSTIG GEVAAR. Plaats NOOIT
een tegen de rijrichting in
gemonteerd kinderzitje op de
passagiersstoel van auto's met
een actieve passagiersairbag. Bij
een ongeval, hoe klein ook, kan de
airbag ernstig letsel en zelfs de
dood van het kind tot gevolg
hebben. Het wordt geadviseerd
kinderen altijd in kinderzitjes
op de achterbank te vervoeren, bij
een ongeval biedt de achterbank
de meeste bescherming.72) Op de zonneklep is een etiket
met symbolen aangebracht om
eraan te herinneren dat de airbag
verplicht uit geschakeld moet
worden als een tegen de
rijrichting in gemonteerd
kinderzitje op de voorstoel wordt
gemonteerd. Neem altijd de
aanwijzingen op de zonneklep aan
passagierszijde in acht (zie de
paragraaf “Frontairbags”).
73) Op de zonneklep is een etiket
met symbolen aangebracht om
eraan te herinneren dat de airbag
verplicht uit geschakeld moet
worden als een tegen de
rijrichting in gemonteerd
kinderzitje op de voorstoel wordt
gemonteerd. Neem altijd de
aanwijzingen op de zonneklep aan
passagierszijde in acht (zie de
paragraaf “Frontairbags”).
BELANGRIJK
16) Kinderen mogen zo nodig alleen
op de passagiersstoel worden
vervoerd als de frontairbag aan
passagierszijde uitgeschakeld kan
worden. In dit geval moet
gecontroleerd worden of de
airbag werkelijk uitgeschakeld is
door te bekijken of het lampje
op het instrumentenpaneel brandt
(zie “Frontairbag passagierszijde”
in de paragraaf “Frontairbags”).
Bovendien moet de
passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om
te voorkomen dat het kinderzitje
eventueel in aanraking komt met
het dashboard.
105
Page 110 of 211

"UNIVERSEEL"
KINDERZITJE
MONTEREN (met de
veiligheidsgordels)
GROEP 0 en 0+
75)
Baby's tot 13 kg moeten in kinderzitjes
worden vervoerd die achterstevoren
zijn geplaatst, zoals afgebeeld in fig. 79,
waarbij het achterhoofd wordt
gesteund en bij plotseling remmen de
nek niet wordt belast.
Het kinderzitje wordt op zijn plaats
gehouden door de veiligheidsgordels
van de auto, zoals getoond in fig. 79 en
moet het kind beschermen met de
eigen gordels.GROEP 1
74) 75)
Kinderen met een gewicht van 9 tot 18
kg mogen in een in de rijrichting
gemonteerd kinderzitje vervoerd
worden fig. 80.GROEP 2
75)
Kinderen met een gewicht tussen 15 en
25 kg mogen rechtstreeks de
veiligheidsgordels van de auto
gebruiken fig. 81.
Het kinderzitje is in dit geval nodig om
het kind correct ten opzichte van de
gordels te plaatsen, zodat het
diagonale gordelgedeelte schuin over
de borst en nooit langs de nek ligt; het
onderste gordelgedeelte moet over
het bekken en niet over de buik liggen.
79AB0A0063
80AB0A0064
81AB0A0065
106
VEILIGHEID
Page 111 of 211
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de
veiligheidsgordels net zoals
volwassenen dragen.
BELANGRIJK
74) Er zijn kinderzitjes met Isofix
bevestigingen beschikbaar,
waarmee ze veilig met de stoel
verankerd kunnen worden zonder
de veiligheidsgordels van de auto
te gebruiken. Zie de paragraaf
"Montage van een Isofix
kinderzitje" voor montage-
instructies.
75) De afbeelding dient slechts ter
illustratie van de montage.
Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen,
die bijgesloten moeten zijn.
107
GROEP 3
75)
Voor kinderen met een gewicht tussen
22 en 36 kg bestaan er geschikte
beveiligingssystemen om de
veiligheidsgordel correct te kunnen
omleggen.
In de fig. 82 afbeelding is de juiste
plaatsing van het kinderzitje op
de achterstoel weergegeven.
82AB0A0066
Page 112 of 211
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN
UNIVERSELE KINDERZITJES
In overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/3/EG is de geschiktheid van elke passagiersstoel voor de montage van
universele kinderzitjes in de volgende tabel weergegeven:
Groep Gewichtsgroep Passagiersstoel voorAchterstoelen (zijkant en
midden)
Groep 0, 0+ tot 13 kgUU
Groep 1 9–18 kgUU
Groep 2 15–25 kgUU
Groep 3 22–36 kgUU
U= geschikt voor "Universele" kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven "Groepen".
108
VEILIGHEID