Page 25 of 211
VERWARMING EN VENTILATIE.
BEDIENINGSELEMENTEN
24AB0A0222
21
Page 26 of 211

ADraaiknop voor luchttemperatuur
(rood = warm, blauw = koud)
BDraaiknop voor ventilatorsnelheid
OpmerkingDraai de knop naar 0 om
de luchtstroom uit de roosters te
onderbreken.
CLuchtrecirculatieknop:(interne
luchtrecirculatie) of
(luchttoevoer van buitenaf)
BELANGRIJK Geadviseerd wordt de
interne luchtrecirculatie in te schakelen
in de file of in tunnels, om te voorkomen
dat vervuilde lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie echter niet
langdurig, vooral als er meerdere
passagiers aan boord zijn, om beslagen
ruiten te voorkomen.
DDraaiknop luchtverdeling
naar het lichaam en de zijruiten
naar het lichaam, de zijruiten en de
voeten
alleen naar de voeten
naar de voeten en de voorruit
alleen naar de voorruit.
EKnop voor in-/uitschakeling
achterruitverwarming. De led op de
knop gaat branden om aan te geven
dat de functie is ingeschakeld. Om de
accu efficiënt te houden, is de functie
tijdgeregeld en wordt na ongeveer
20 minuten automatisch
uitgeschakeld.
Snel ontwasemen/
ontdooien van de
voorruit
Ga als volgt te werk:
❒draai knop A naar het rode gebied;
❒draai de knop C naar
;
❒draai knop D naar
❒draai knop B naar 4(maximum
ventilatorsnelheid).
22
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 27 of 211
HANDBEDIENDE KLIMAATREGELING
(voor bepaalde versies/markten).
BEDIENINGSELEMENTEN
25AB0A0223
23
Page 28 of 211

ADraaiknop voor luchttemperatuur
(rood = warm, blauw = koud) fig. 25
BDraaiknop voor ventilatorsnelheid en
inschakeling/uitschakeling
airconditioning fig. 25. Druk op de
knop om de airconditioning in te
schakelen: de led op de knop gaat
branden. Dit zorgt voor een snelle
koeling van het interieur.
OpmerkingDraai de knop naar 0 om
de luchtstroom uit de roosters te
onderbreken.
CSchuifje luchtrecirculatie fig. 25
interne luchtrecirculatie
luchttoevoer van buitenaf
BELANGRIJK Geadviseerd wordt de
interne luchtrecirculatie in te schakelen
in de file of in tunnels, om te voorkomen
dat vervuilde lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie echter niet
langdurig, vooral als er meerdere
passagiers aan boord zijn, om beslagen
ruiten te voorkomen.
DDraaiknop luchtverdeling fig. 25
naar het lichaam en de zijruiten
naar het lichaam, de zijruiten en de
voeten
alleen naar de voeten
naar de voeten en de voorruit
alleen naar de voorruit
E
Knop voor in-/uitschakeling
achterruitverwarming fig. 25.
De led op de knop gaat branden om
aan te geven dat de functie is
ingeschakeld.
Om de accu efficiënt te houden, wordt
de functie na ongeveer 20 minuten
automatisch uitgeschakeld.
Snel ontwasemen/
ontdooien van de
voorruit en de voorste
zijruiten (MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
❒draai knop A naar het rode gebied;
❒draai de knop C naar
;
❒draai knop D naar
❒draai knop B naar 4(maximum
ventilatorsnelheid).
BELANGRIJK De airconditioning is zeer
nuttig om het ontwasemen te
versnellen, aangezien de lucht wordt
ontvochtigd. Zet de knoppen dus zoals
hierboven is beschreven en druk op
knop B om de klimaatregeling in te
schakelen: de led op de knop gaat
branden.ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning
minstens eens per maand ongeveer
10 minuten in. Laat vóór het begin van
het zomerseizoen het systeem
controleren door het Abarth
Servicenetwerk.
24
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 29 of 211
AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING
(voor bepaalde versies/markten).
BEDIENINGSELEMENTEN
26AB0A0224
25
Page 30 of 211

Op basis van de ingestelde
temperatuur regelt het systeem:fig. 26
automatisch:
❒de temperatuur van de luchttoevoer
in het interieur;
❒de ventilatorsnelheid (traploze
regeling van de luchtstroom);
❒de verdeling van de lucht in het
interieur;
❒inschakeling/uitschakeling van de
compressor (voor koelen/
ontvochtigen van de lucht);
❒interne luchtrecirculatie aan/uit.
Alle bovengenoemde functies kunnen
handmatig gewijzigd worden door
het selecteren van de gewenste
functie(s).
De handmatige instelling van een
functie is niet van invloed op de
automatische regeling van de andere
functies, zelfs niet als de led op de
AUTO-knop uit is.AUTO-knop (functie
automatische
klimaatregeling aan)
Wanneer de AUTO-knop wordt
ingedrukt en de gewenste temperatuur
is ingesteld, past het systeem
luchttemperatuur, hoeveelheid en
verdeling in het interieur aan en regelt
de werking van de compressor.
Knop
(compressor
klimaatregeling aan/uit)
Druk op de knop wanneer de led
brandt om de compressor en de led uit
te schakelen.
Wanneer de compressor is
uitgeschakeld:
❒schakelt het systeem de
luchtrecirculatie uit om te voorkomen
dat de ruiten beslaan;
❒is het niet mogelijk om lucht naar het
interieur te voeren met een lagere
temperatuur dan de
buitentemperatuur (de temperatuur
aangegeven op het display gaat
knipperen als het systeem niet de
gewenste comfortsituatie kan
garanderen);❒kan de ventilatorsnelheid handmatig
gereset worden (bij ingeschakelde
compressor kan de ventilatie niet
onder een streepje op het display
zakken).
OFF-knop
(klimaatregeling uit)
Als de OFF-knop wordt ingedrukt,
wordt de klimaatregeling uitgeschakeld.
Bij uitgeschakelde klimaatregeling:
❒alle leds zijn uit;
❒het display van de ingestelde
temperatuur is uit;
❒de luchtrecirculatie is uit;
❒de compressor is uitgeschakeld;
❒de ventilator is uitgeschakeld.
In deze toestand kan de
luchtrecirculatie aan- of uitgeschakeld
worden zonder de klimaatregeling in
te schakelen.
Knop
(interne
luchtrecirculatie aan/
uit)
Geadviseerd wordt de interne
luchtrecirculatie in te schakelen in de file
of in tunnels, om te voorkomen dat er
vervuilde lucht in het interieur komt.
Led op knop AAN = recirculatie AAN.
26
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 31 of 211

Led op knop UIT = recirculatie UIT.
Bij lage temperaturen of als de
compressor uit is, wordt de recirculatie
uitgezet om beslagen ruiten te
voorkomen.
BELANGRIJK Het wordt afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen bij
lage buitentemperaturen, aangezien de
ruiten sneller kunnen beslaan.
Knoppen
(temperatuurinstelling)
Wanneer de knop
wordt ingedrukt,
wordt de in het interieur gewenste
temperatuur verhoogd tot HI waarde is
bereikt (maximale verwarming).
Wanneer de knop
wordt ingedrukt,
wordt de in het interieur gewenste
temperatuur verlaagd tot LO waarde is
bereikt (maximale koeling).
BELANGRIJK Als de motorkoelvloeistof
niet voldoende warm is, schakelt het
systeem niet onmiddellijk de
maximumsnelheid van de ventilator in,
zodat de toevoer van te koude lucht
in het interieur wordt beperkt.Knoppen
(instelling
ventilatorsnelheid)
Wanneer de knoppen
ofworden
ingedrukt, wordt de ventilatorsnelheid,
aangegeven met het aan- of uitgaan
van de streepjes op het display,
verhoogd of verlaagd.
De ventilator kan alleen uitgeschakeld
worden als de compressor is
uitgeschakeld (knop
).
Druk op de AUTO-knop om de
automatische werking van de
ventilatorsnelheid te herstellen.
Knoppen
(selectie
handmatige
luchtverdeling)
Door op de knoppen te drukken, kan
een van de vijf
luchtstroomverdelingspatronen
gekozen worden:
luchtstroom naar de luchtroosters
van de voorruit en de voorste
zijruiten om deze te ontwasemen of
te ontdooien.
luchtstroom naar de luchtroosters
in het midden en aan de zijkant van
het dashboard om de borst en
het gelaat tijdens het warme
seizoen te verkoelen.
luchtstroom naar de luchtroosters
in de beenruimten voorin. Wegens
de natuurlijke neiging van warmte
om op te stijgen, warmt dit type
verdeling het interieur zo snel
mogelijk op, waardoor onmiddellijk
een behaaglijk gevoel wordt
verkregen.
+verdeling tussen luchtroosters
beenruimten (warmste lucht)
en roosters op dashboard
(koelste lucht).
+verdeling tussen luchtroosters
beenruimten en luchtroosters
voorruit/voorste zijruiten. Dit
type verdeling biedt een
doeltreffende verwarming van
het interieur en voorkomt
dat de ruiten beslaan.
De ingestelde luchtverdeling wordt
aangegeven door het aangaan van de
leds op de betreffende knoppen.
Druk op de AUTO-knop om de
automatische regeling van de
luchtverdeling te herstellen.
27
Page 32 of 211

Knop(snel
ontwasemen/ontdooien
voorruit)
Wanneer knop
wordt ingedrukt,
schakelt de klimaatregeling alle voor het
snel ontwasemen/ontdooien vereiste
functies in:
❒compressor aan (als de
weersomstandigheden geschikt zijn);
❒luchtrecirculatie uit;
❒maximum instelling luchttemperatuur
(HI);
❒ventilatorsnelheid op basis van de
koelvloeistoftemperatuur;
❒luchtstroom gericht op de voorruit en
de voorste zijruiten;
❒inschakeling achterruitverwarming.
BELANGRIJK De functie blijft
gedurende ongeveer 3 minuten actief
nadat de koelmiddeltemperatuur de
50°C heeft overschreden.
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning
minstens eens per maand ongeveer
10 minuten in.
Laat vóór het begin van het
zomerseizoen het systeem controleren
door het Abarth Servicenetwerk.
2)
VERWARMDE
ACHTERRUIT/
ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN
Druk op knop
om in te schakelen:
wanneer deze functie ingeschakeld
wordt, gaat de led op de knop
branden.
Dit is een tijdgeregelde functie die na 20
minuten automatisch uitgeschakeld
wordt. Druk opnieuw op de knop
om de functie eerder uit te
schakelen.
BELANGRIJK Plak geen stickers op de
elektrische weerstandsdraden aan de
binnenzijde van de achterruit, om
beschadiging te voorkomen.
BELANGRIJK
2) Het systeem gebruikt het
koelmiddel R134a dat het milieu
niet verontreinigt als het per
ongeluk weglekt. Gebruik nooit
het koelmiddel R12, aangezien dit
niet compatibel is met de
systeemcomponenten.
BUITENVERLICHTING
IN HET KORT
Met de linkerhendel worden de
meeste soorten buitenverlichting
bediend. De buitenverlichting kan
alleen worden ingeschakeld met de
contactsleutel in de stand MAR.
Het instrumentenpaneel en de
bedieningselementen op het
dashboard en de tunnelconsole gaan
tegelijk branden met de
buitenverlichting.
DAGRIJLICHTEN (DRL)
"Daytime Running Lights"
(voor bepaalde versies/markten)
Met de contactsleutel op MAR en
draaischakelaar A fig. 27 op
gedraaid, gaat de dagverlichting
automatisch aan. De andere lichten en
de binnenverlichting blijven uit.
Het automatisch inschakelen van de
dagverlichting kan via het Setup-menu
in-/uitgeschakeld worden (zie de
paragraaf "Menuopties" in dit
hoofdstuk).
Als de dagrijlichten zijn uitgeschakeld,
gaat er bij de draaischakelaar in stand
Ogeen enkel licht branden.
28
WEGWIJS IN UW AUTO