Page 17 of 211
DEKSEL VAN DE
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
Ga te werk zoals aangegeven in fig. 9
om het deksel van de
afstandsbediening te vervangen.
BELANGRIJK
1) Druk knop B fig. 7 alleen in
wanneer de sleutel ver genoeg
van het lichaam (vooral de ogen)
en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld
kleding) is verwijderd. Laat de
sleutel niet onbeheerd achter, om
te voorkomen dat mensen, met
name kinderen, per ongeluk op de
knop drukken.
BELANGRIJK
1) Gebruikte batterijen kunnen
schadelijk zijn voor het milieu als
ze niet op de juiste wijze als afval
verwerkt worden. Ze moeten
overeenkomstig de wet in speciale
bakken gedeponeerd worden. Ze
kunnen ook ingeleverd worden
bij het Abarth Servicenetwerk dat
voor hun verwerking zal zorgen.
8AB0A0007
9AB0A0008
13
Page 18 of 211

CONTACTSLOT
De sleutel kan naar 3 standen worden
gedraaid fig. 10:
❒STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden en stuur
geblokkeerd. Sommige elektrische
apparaten (bijv. radio, centrale
portiervergrendeling, alarm enz.)
kunnen blijven werken;
❒MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
2) 3) 4) 5)
STUURSLOT
Inschakeling
Wanneer de sleutel op STOP staat, de
sleutel verwijderen en het stuurwiel
verdraaien tot het vergrendelt.
Uitschakeling
Draai het stuur enigszins terwijl de
contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid.
BELANGRIJK
2) Als er geknoeid is aan het
contactslot (bijv. een poging tot
diefstal), dan moet dit
gecontroleerd worden bij het
Abarth Servicenetwerk voordat er
verder gereden wordt.3) Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt
verlaten, om te voorkomen dat
iemand per ongeluk de
bedieningselementen gebruikt.
Vergeet niet de handrem aan
te trekken. Als het voertuig
hellingopwaarts geparkeerd
wordt, schakel dan de eerste
versnelling in, als het voertuig
hellingafwaarts staat, schakel dan
de achteruitversnelling in. Laat
nooit kinderen zonder toezicht in
het voertuig achter.
4) Verwijder de sleutel nooit terwijl
het voertuig rijdt. Het stuurwiel
zal automatisch vergrendeld
worden zodra eraan gedraaid
wordt. Dit geldt ook voor auto's
die gesleept worden.
5) Demontage-/
montagewerkzaamheden,
waarvoor wijzigingen in de
stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bv. bij montage van
een diefstalbeveiliging) zijn ten
strengste verboden. Zulke
werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor de auto niet
meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
10AB0A0009
14
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 19 of 211

STOELEN
VOORSTOELEN
Verstellen in
lengterichting
Trek hendel A fig. 11 omhoog en schuif
de stoel naar voren of naar achteren:
in de rijstand moeten de armen op
de rand van het stuurwiel rusten.
6) 7)
Afstelling in de hoogte
(voor bepaalde versies/markten)
Verplaats hendel C fig. 12 naar boven
of naar beneden tot de gewenste
hoogte is bereikt.Afstelling rugleuning
Draai aan knop B fig. 13 tot de
gewenste stand is bereikt.Opklappen van de
rugleuning
Om de rugleuning neer te klappen,
hendel D fig. 14 gebruiken (beweging 1)
en de rugleuning naar voren klappen
tot hij vergrendeld wordt (beweging 2).
Laat hendel D los en schuif de stoel,
door op de rugleuning te duwen, naar
voren (beweging 3).
Bestuurderszijde en
passagierszijde, met
standgeheugen
Om te stoel weer in zijn aanvankelijke
stand te zetten, als volgt te werk gaan:
❒schuif de stoel naar achteren door
tegen de rugleuning te duwen, tot
de stoel wordt vergrendeld
(beweging 4);
❒gebruik hendel D fig. 14 (beweging
5);
11AB0A0010
12AB0A0012
13AB0A0011
14AB0A0013
15
Page 20 of 211

❒til de rugleuning op (beweging 6) tot
u de vergrendeling hoort klikken.
BELANGRIJK Het gebruik van hendel D
fig. 14 voordat de stoel in zijn
aanvankelijke stand vergrendeld wordt
zal ertoe leiden dat de aanvankelijke
stand verloren gaat. In dat geval moet
de stand van de stoel hersteld worden
met behulp van hendel A voor de
afstelling in de lengte fig. 11.
Passagierszijde zonder
standgeheugen
Om te stoel weer in zijn aanvankelijke
stand te zetten, als volgt te werk gaan:
❒schuif de stoel naar achteren door
tegen de rugleuning te duwen, tot
de gewenste stand bereikt is
(beweging 4);
❒gebruik hendel D fig. 14 (beweging
5);
❒til de rugleuning op (beweging 6) tot
u de vergrendeling hoort klikken.
6)
Om de veiligheid van de inzittende te
garanderen werd gekozen voor een
vergrendelingsmethode.Bij aanwezigheid van een obstakel (bijv.
een tas) waardoor de stoel niet in zijn
aanvankelijke stand teruggezet kan
worden, treedt het
vergrendelingsmechanisme weer in
werking door alleen de rugleuning terug
te zetten om te garanderen dat de
stoel correct vergrendeld is op
zijn geleiders.
ACHTERBANK
Rugleuning
ontgrendelen
Voor versies met ondeelbare
achterbank: trek de hendels A en B fig.
15 omhoog en leg de rugleuning op
het zitkussen.
Voor versies met deelbare achterbank:
trek hendel A of B omhoog fig. 15
om respectievelijk het linker of rechter
deel van de rugleuning te ontgrendelen
en leg de rugleuning op het zitkussen.
SPORT VOORSTOELEN
Verstellen in
lengterichting
Trek hendel A fig. 16 omhoog en schuif
de stoel naar voren of naar achteren:
in de rijstand moeten de armen op
de rand van het stuurwiel rusten.
6) 7)
15AB0A0014
16AB0A0015
16
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 21 of 211

Afstelling rugleuning
Draai aan knop B fig. 16 tot de
gewenste stand is bereikt.
Opklappen van de rugleuning
Om de rugleuning neer te klappen,
hendel C fig. 17 (op de rugleuning) naar
boven trekken; vervolgens loslaten en,
terwijl tegen de rugleuning geduwd
wordt, de stoel naar voren schuiven.
BELANGRIJK
6) De verstelling mag alleen bij
stilstaande auto gebeuren.
7) Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed
geblokkeerd is door hem naar
voren en naar achteren te
schuiven. Als de stoel niet
geblokkeerd is, kan hij plotseling
verschuiven met mogelijk verlies
van controle over de auto tot
gevolg.
HOOFDSTEUNEN
ACHTER
(voor bepaalde versies/markten)
Om de hoofdsteunen achter te
verwijderen, tegelijk op de knoppen B
en C fig. 18 op beide kanten van de
steunen drukken en ze naar boven
trekken. Om de achterste hoofdsteunen
te verwijderen moet de achterklep zijn
geopend of de rugleuning zijn
vrijgemaakt en naar voren zijn geklapt.
Om de hoofdsteun in de juiste stand
te zetten, naar boven trekken tot hij
vastklikt.
17AB0A0016
18AB0A0017
17
Page 22 of 211

Om de hoofdsteun omlaag te brengen,
op knop B fig. 18 drukken. De
bijzondere vormgeving van de
hoofdsteun verhindert opzettelijk dat de
passagier op de achterbank op de
juiste wijze tegen de rugleuning steunt,
zo wordt hij/zij gedwongen de
hoofdsteun in de juiste stand te zetten.
BELANGRIJK Zet, als de achterste
zitplaatsen worden gebruikt, de
hoofdsteunen altijd in de "volledig
uitgetrokken" stand.STUURWIEL
Het stuurwiel kan verticaal worden
versteld.
Om het stuurwiel te verstellen de
hendel fig. 19 omlaag zetten naar stand
2. Stel het stuurwiel af in de meest
geschikte stand en vergrendel het door
hendel A in stand 1 te zetten.
8) 9)
BELANGRIJK
8) Instellingen mogen uitsluitend
gemaakt worden als het voertuig
stilstaat en de motor is
uitgeschakeld.
9) Demontage-/
montagewerkzaamheden,
waarvoor wijzigingen in de
stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bijv. installatie van
een diefstalbeveiliging) zijn ten
strengste verboden. Zulke
werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor de auto niet
meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
19AB0A0018
18
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 23 of 211

ACHTERUITKI-
BINNENSPIEGEL
Deze spiegel is voorzien van een
beveiligingsmechanisme dat ervoor
zorgt dat de spiegel losschiet bij een
heftige botsing met de passagier. Met
hendeltje A fig. 20 kan de spiegel in
twee standen gezet worden: normaal of
anti-verblindingsstand.
ELEKTRONISCH
DIMBARE
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
(voor bepaalde versies/markten)
Sommige versies zijn voorzien van een
elektrochromatische spiegel met
automatische anti-verblindingsfunctie.Op het onderste deel van de spiegel zit
een AAN/UIT knop om de elektronische
dimfunctie in/uit te schakelen.
Wanneer de functie actief is, brandt er
een led op de spiegel. Bij inschakeling
van de achteruit, wordt de spiegel
automatisch ingesteld op de dagstand.
ZIJSPIEGELS
Met elektrische
verstelling
Ga als volgt te werk:
❒selecteer de spiegel met
keuzeschakelaar B fig. 21;
❒gebruik de joystick A fig. 21 om de
spiegel in de vier richtingen te
verstellen.SPIEGELS INKLAPPEN
Indien nodig (bijvoorbeeld bij nauwe
doorgangen) kunnen de buitenspiegels
ingeklapt worden door ze van stand
1 (open) in stand 2 (gesloten) fig. 22 te
zetten.
10) 11)
BELANGRIJK
10) Tijdens het rijden moeten de
spiegels altijd in stand 1 staan.
11) Omdat de buitenspiegels bol zijn,
kan de waarneming van de
afstand iets beïnvloed worden.
20AB0A0019
21AB0A0020
22AB0A0021
19
JKSPIEGELS
Page 24 of 211
KLIMAATCOMFORT
LUCHTROOSTERS
1. Luchtroosters voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit 2. Verstelbare en richtbare luchtroosters in het midden 3. Verstelbare en
richtbare luchtroosters aan de zijkant 4. Vaste luchtroosters voor zijruiten 5. Luchtroosters onder
23AB0A0022
20
WEGWIJS IN UW AUTO