Page 97 of 234

VEILIGHEI
D
95
Airbags
4
Zij-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering)
beschermen de bestuurder en
voorpassagier bij een ernstige
zijdelingse aanrijding, om de kans op
borstletsel te verkleinen.
De zij-airbags zijn aan de zijde van de
portieren in de rugleuningen van de
voorstoelen aangebracht. De window-airbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór of achter in
de auto en de ruiten.
Registratiezones voor een aanrijding
A.
Impactzone vóór
B.
Impactzone opzij
Bij een lichte zijdelingse
aanrijding of bij over de kop
slaan, kan het zijn dat de airbag
niet wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding wordt de airbag niet
geactiveerd.
Storing
Window-airbags
De window-airbags (volgens
uitvoering) beschermen de bestuurder
en passagiers (uitgezonderd de
middelste zitplaatsen van zitrij
2 en 3) bij een ernstige zijdelingse
aanrijding, om de kans op hoofdletsel
te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en het bovenste gedeelte van
het interieur.
Activering
De zij-airbags worden aan de
desbetreffende zijde opgeblazen bij
een ernstige zijdelingse aanrijding
binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij ( B
), loodrecht op
de lengteas van de auto en vanaf de
buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto, die zich op een horizontale
ondergrond moet bevinden.
De zij-airbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en het
desbetreffende portierpaneel.
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zij-airbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van)
de impactzone opzij ( B
), loodrecht op
de lengterichting van de auto, op een
horizontaal vlak en vanaf de buitenzijde
richting de binnenzijde van de auto.
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
gaat branden in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding op het display,
raadpleeg dan het PEUGEOT
netwerk om het systeem te laten
controleren. De kans bestaat dat de
airbags bij een ernstige aanrijding niet
worden geactiveerd.
Page 98 of 234

96
Airbags
Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde
kan worden uitgeschakeld:
-
Zet het contact af
, steek de sleutel
in de schakelaar voor uitschakelen
van de airbag aan passagierszijde,
- draai deze in de stand "OFF"
,
- verwijder de sleutel zonder de
stand van de sleutel te veranderen.
Airbags vóór
Deze zijn voor de bestuurder in
het midden van het stuurwiel en
voor de passagier in het dashboard
aangebracht.
Storing airbag vóór
Inschakelen
In de stand "OFF"
werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventuele
aanrijding niet.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd,
zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schakelen
en zo de veiligheid van uw passagier
te garanderen. Schakel voor de veiligheid van uw
kind de airbag aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de voorstoel
plaatst. Anders kan een kind bij het
afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken.
Het verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
brandt zolang de airbag is
uitgeschakeld.
Als de twee verklikkerlampjes
airbag permanent branden, plaats
dan geen kinderzitje met de rug
in de rijrichting. Raadpleeg het
PEUGEOT netwerk .
Activering
Ze worden tegelijkertijd geactiveerd,
behalve als de airbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld, bij
een ernstige frontale aanrijding binnen
de impactzone A
, in de lengterichting
van de auto en vanaf de voorzijde
richting de achterzijde van de auto, die
zich op een horizontale ondergrond
moet bevinden.
De airbag vóór wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en het
dashboard om te voorkomen dat de
inzittende naar voren wordt geworpen.
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding op het display, laat
het systeem dan controleren
door het PEUGEOT netwerk .
Page 99 of 234

VEILIGHEID
97
Kinderen aan boord
4
KINDEREN AAN BOORD
ALGEMENE INFORMATIE MET
BETREKKING TOT KINDERZITJES
"Met de rug in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter
tot 2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de passagiersstoel
vóór wordt geplaatst, moet de airbag
aan passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Anders kan het kind bij het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter
vanaf 2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel vóór wordt geplaatst,
mag de airbag aan passagierszijde niet
worden uitgeschakeld.
KINDERZITJE VÓÓR
De regels voor het vervoeren van
kinderen zijn per land verschillend.
Raadpleeg hiervoor de wetgeving in
uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw
land goedgekeurde kinderzitjes.
De aanwezigheid van ISOFIX-
bevestigingen, achterzitplaatsen en
een (uitschakelbare) passagiersairbag
is afhankelijk van de uitvoering.
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde zijn gelijk voor het hele
PEUGEOT-gamma.
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed
aan veiligheidsvoorzieningen voor uw
kinderen, is hun veiligheid natuurlijk
ook afhankelijk van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- kinderen jonger dan 12 jaar
of kleiner dan 1,50 meter
dienen in goedgekeurde,
aan het lichaamsgewicht
aangepaste kinderzitjes op met
veiligheidsgordels of ISOFIX-
bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het
vervoeren van een kind is volgens
de statistieken een plaats op de
achterbank van uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in de
rijrichting worden vervoerd,
- een kind mag nooit op de schoot
van een passagier worden
vervoerd.
Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags". Als de airbag aan passagierszijde
niet kan worden uitgeschakeld,
is het absoluut verboden een
kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de zitplaatsen voor te bevestigen.
Page 100 of 234
98
Kinderen aan boord
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Deze zitplaatsen zijn uitgerust met
ISOFIX-bevestigingen.
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst
tussen de rug en de zitting van de stoel
.
De ISOFIX-kinderzitjes
beschikken
over 2 sloten die eenvoudig aan deze
ringen kunnen worden verankerd.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor
een betrouwbare, degelijke en snelle
montage van het kinderzitje in uw auto.
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de voorschriften op de
sticker die zich aan beide zijden van
de zonneklep aan passagierszijde
bevindt:
Schakel voor de veiligheid van uw
kind de airbag aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de voorstoel
plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Page 101 of 234

VEILIGHEID
99
Kinderen aan boord
4
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN EN GOEDGEKEURDE ISOFIX KINDERZITJES
Deze kinderzitjes kunnen ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in
dat geval verplicht het zitje te bevestigen met de driepunts veiligheidsgordels.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
KIDDY ISOFIX RÖMER Duo Plus ISOFIX
Groep 0+: pasgeboren tot 13 kg Groep 1: van 9 tot 18kg Groep 1: van 9 tot 18 kg
Plaatsing met de rug in de rijrichting. Plaatsing met het gezicht in de rijrichting.
Plaatsing uitsluitend met het gezicht in de rijrichting.
Het frame van het kinderzitje dient
stevig tegen de rugleuning van de
voorstoel te worden geplaatst. De voorstoel moet in de lengterichting
in de middelste stand worden gezet. Bevestiging met het bovenste deel van
de gordel.
Het frame van het kinderzitje heeft drie
standen: zit-, rust- en ligstand.
Stel de rugleuning van de stoel zo
in dat de voeten van het kind de
rugleuning niet raken.
Het KIDDY ISOFIX kinderzitje mag uitsluitend op zitrij 2 worden geplaatst.
Page 102 of 234
100
Kinderen aan boord
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van
Peugeot die met een driepunts veiligheidsgordel
kunnen worden vastgemaakt:
BEVESTIGING KINDERZITJES
MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Het overzicht op de volgende bladzijde
geeft de mogelijkheden weer met
betrekking tot het bevestigen, met
een veiligheidsgordel, van een
universeel gehomologeerd kinderzitje,
gerangschikt naar het gewicht van het
kind en de plaats in de auto.
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting
geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L2
"KIDDY Life"
Bij het vervoeren van jonge kinderen
(van 9 tot 18 kg) is het gebruik van de
gordelbeschermer verplicht.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L3
"RECARO Start".
L4
"KLIPPAN
Optima"
Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg):
gebruik alleen de
zitverhoging.
Page 103 of 234

VEILIGHEI
D
101
Kinderen aan boord
4
a
: Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiegen en speciaal voor de auto bedoelde kinderbedjes kunnen niet op de
passagiersplaats voor worden bevestigd.
b
: raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
U
: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel
met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
L-
: alleen de vermelde kinderzitjes kunnen op de desbetreffende plaats worden bevestigd (volgens land van bestemming).
X
: zitplaats niet geschikt voor de bevestiging van een kinderzitje voor de desbetreffende gewichtsgroep.
Plaats
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Minder dan 13 kg
(Groep 0 ( a
) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar
Van 9 tot 18 kg
(Groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Van 15 tot 25 kg
(Groep 2)
Van 3 tot ongeveer 6 jaar
Van 22 tot 36 kg
(Groep 3)
Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Passagiersstoel
vóór ( b
)
U
U
U
U
Buitenste stoelen
zitrij 2
U
U
U
U
Middelste stoel,
zitrij 2
U
U
U
U
Buitenste stoelen
zitrij 2 op zitrij 3
L1
L2
L2, L3, L4
L2, L3, L4
Middelste stoel
zitrij 2 op zitrij 3
U
U
U
U
Bank met 3 zitplaatsen
op zitrij 3
L1
L2
L2, L3, L4
L2, L3, L4
X
L2
L2, L3, L4
L2, L3, L4
Page 104 of 234

102
Kinderen aan boord
ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van een
kinderzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar in geval van een botsing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs
bij korte ritten, worden vastgemaakt
waarbij de speling
ten opzichte van
het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt
.
Plaats zonneschermen om uw
jonge kinderen tegen de zon te
beschermen.
SPIEGEL
NAAR ACHTERPASSAGIERS
Deze spiegel biedt de bestuurder of
de voorpassagier de mogelijkheid om
de zitplaatsen achterin in de gaten te
houden.
De spiegel die versteld en in de
hemelbekleding ingeklapt kan worden,
biedt een goed zicht op de ruimte
achterin.
Zorg er voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje “met het gezicht in de rijrichting”
voor dat de rugleuning van het zitje tegen de
rugleuning van de stoel van de auto aandrukt
en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig op om
te voorkomen dat de hoofdsteun door de
auto vliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar
mogen niet met het gezicht in de
rijrichting op de passagiersstoel voor
worden vervoerd, behalve als de
achterzitplaatsen al bezet zijn door
andere kinderen of als de achterbank
niet bruikbaar, neergeklapt of niet
aanwezig is.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de voorstoel wordt
geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht
achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een
auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de zon
staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van
de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te
voorkomen dat de portieren per
ongeluk worden geopend.
Zorg er voor dat de achterzijruiten
niet verder dan voor 1/3 deel worden
geopend.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de
schouder van het kind liggen zonder
de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over
de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een
stoelverhoger met rugleuning
te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.