Page 329 of 376

Controle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries)
elk jaar (bij voorkeur voordat de vorst
invalt). Als de koelvloeistof (anti-
vries) vuil of roestig lijkt, moet het
systeem worden afgetapt, doorge-
spoeld en daarna met nieuwe koel-
vloeistof worden gevuld. Controleer of
de voorzijde van de aircocondensor
vrij is van insectenresten, bladeren,
enz. Spuit de voorzijde van de con-
densor indien nodig voorzichtig verti-
caal vanaf de bovenkant schoon met
een tuinslang.
Controleer de slangen van het expan-
siereservoir op brosheid, scheurtjes,
insnijdingen en vloeistofdichte aan-
sluiting aan reservoir- en radiateur-
zijde. Controleer het hele systeem oplekkage.
Controleer, wanneer de motor op be-
drijfstemperatuur is (en uitstaat), of
de radiatordop luchtdicht afsluit door
een kleine hoeveelheid koelvloeistof
(antivries) via de aftapopening van de
radiator te laten uitstromen. Als de
dop goed afsluit, begint de koelvloei-
stof (antivries) uit het expansiereser-
voir te stromen. VERWIJDER DERADIATORDOP NIET ALS HET
KOELSYSTEEM HEET IS.
Koelsysteem – leegmaken,
spoelen en bijvullen
Reinig het koelsysteem met een be-
trouwbaar reinigingsmiddel als de
koelvloeistof (antivries) vuil is of als
er veel bezinksel aanwezig is. Voer
daarna een grondige spoelbeurt uit
om alle afzettingen en chemicaliën te
verwijderen. Voer afgewerkte koel-
vloeistof (antivries) op de juiste wijzeaf.
Raadpleeg "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
Keuze van koelvloeistof
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen koelvloeistof (antivries).
Zie "Vloeistoffen, Smeermiddelen en
Originele Onderdelen" in "Onder-
houd van uw voertuig" voor meer in-formatie.
LET OP!
Het mengen van koelvloeistof
(antivries) met andere dan de ge-
specificeerde HOAT-koelvloeistof
(antivries) kan beschadiging van
de motor veroorzaken en de be-
scherming tegen roest verminde-
ren. Als u in een noodsituatie een
andere dan de HOAT-
koelvloeistof (antivries) aan het
koelsysteem hebt toegevoegd, is
het verstandig deze zo snel moge-
lijk te vervangen door de gespeci-
ficeerde koelvloeistof (antivries).
Gebruik geen leidingwater of
koelvloeistoffen (antivries) op ba-
sis van alcohol. Gebruik geen
anticorrosie-additieven of andere
producten, omdat deze mogelijk
niet geschikt zijn voor de ge-
bruikte koelvloeistof (antivries)
en de radiator kunnen verstop-pen.
(Vervolgd)
323
Page 330 of 376

LET OP!(Vervolgd)
Deze auto is niet ontworpen voor
het gebruik van motorkoelvloei-
stof (antivries) op basis van pro-
pyleenglycol. Het gebruik van
motorkoelvloeistof (antivries) op
basis van propyleenglycol wordtafgeraden.
Koelvloeistof bijvullen
De motor van uw auto wordt gekoeld
met een verbeterde koelvloeistof (an-
tivries) die grotere onderhouds-
intervallen mogelijk maakt. Deze
koelvloeistof kan maximaal vijf jaar
of 168.000 km gebruikt worden vóór
verversing. Gebruik altijd dezelfde
koelvloeistof (antivries). Daarmee
voorkomt u dat dit verlengde onder-
houdsinterval wordt verkort.
Bij het toevoegen van koelvloeistof
(antivries), moet een mengsel van ge-
demineraliseerd water en PARAFLU
UP* in een mengverhouding van mi-
nimaal 50% worden gebruikt dat vol-
doet aan kwalificatie FIAT 9.55523
antivries/koelvloeistof of een gelijk-
waardig product. Gebruik hogere concentraties (maximaal 70 %) als
temperaturen lager dan -37 °C wor-
den verwacht.
Gebruik uitsluitend zeer zuiver water,
zoals gedistilleerd of gede-ioniseerd
water, voor het verdunnen van de
koelvloeistof (antivries). Water van
lagere kwaliteit kan de corrosiebe-
scherming van het motorkoelsysteem
verminderen.
Het is de taak van de eigenaar van de
auto om de concentratie van de koel-
vloeistof aan te passen aan de buiten-
temperatuur. OPMERKING:
Het mengen van verschillende ty-
pen motorkoelvloeistof (antivries)
verkort de levensduur van de koel-
vloeistof (antivries) en leidt tot
kortere verversingsintervallen. Radiatordop
Draai de vuldop goed vast, zodat
wordt voorkomen dat er koelvloeistof
(antivries) wordt gemorst en u zeker
kunt zijn dat de koelvloeistof (anti-
vries) terugloopt naar de radiator van
het expansiereservoir.Controleer de vuldop en reinig deze
grondig wanneer er afzettingen zijn
op het sluitvlak.
WAARSCHUWING!
De waarschuwing "DO NOT
OPEN HOT" (NIET OPENEN,
HEET) vormt een veiligheidsaan-
duiding. Vul geen koelvloeistof
(antivries) bij als de motor over-
verhit is. Draai nooit de vuldop los
om een oververhitte motor te laten
afkoelen. Door de hitte komt het
koelsysteem onder druk te staan.
Om brandwonden en ander letsel
te vermijden, mag u nooit de vul-
dop verwijderen van een koelcir-
cuit dat heet is of onder drukstaat.
Gebruik geen andere radiatordop
dan degene die voor uw auto is
gespecificeerd. Dit kan leiden tot
persoonlijk letsel of motorschade.
Afvoeren van gebruiktekoelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries)
op basis van ethyleenglycol is een af-
valstof die conform de voorschriften
moet worden afgevoerd. Raadpleeg de
324
Page 331 of 376

gemeentelijke instanties over de juiste
wijze van afvoeren. Om inslikken
door kinderen of dieren te voorko-
men, dient u koelvloeistof (antivries)
met ethyleenglycol nooit in open va-
ten of houders te bewaren. Laat de
vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Schakel onmid-
dellijk medische hulp in als een kind
of huisdier koelvloeistof heeft inge-
slikt. Verwijder gemorste vloeistof on-middellijk. Koelvloeistofpeil
In het expansiereservoir kunt u snel
en duidelijk controleren of er vol-
doende koelvloeistof in het koelsys-
teem aanwezig is. Wanneer de motor
koud is, moet het peil van de motor-
koelvloeistof (antivries) in het expan-
siereservoir tussen het minimum- en
maximumpeil op het reservoir liggen.
Omdat de radiator normaal gespro-
ken volledig gevuld blijft, is het niet
nodig de radiatordop te verwijderen,
tenzij u het koelvloeistofgehalte (anti-
vriesgehalte) wilt controleren of de
motorkoelvloeistof (antivries) wilt
verversen. Maak uw monteur hierop
attent. Zolang de bedrijfstemperatuurvan de motor in orde is, hoeft u het
expansiereservoir slechts eenmaal per
maand te controleren.
Als de koelvloeistof (antivries) moet
worden bijgevuld, doet u dit via de
vulopening van het expansiereservoir.
Vul nooit te veel vloeistof bij.
VoorzorgsmaatregelenOPMERKING:
Wanneer u na enkele kilometers
de auto tot stilstand brengt, ziet u
mogelijk waterdamp opstijgen
vanuit de voorzijde van het motor-
ruimte. Dit is meestal het gevolg
van een hoge luchtvochtigheid, of
van regen of sneeuw die op de ra-
diator is achtergebleven en ver-
dampt wanneer de thermostaat-
klep opengaat, zodat er hete
koelvloeistof (antivries) in de radi-
ator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van de mo-
torruimte blijkt dat de radiator en de
slangen geen defecten vertonen, kunt
u gerust met de auto gaan rijden. De
damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in het
expansiereservoir. Controleer het koelvloeistofgehalte
(antivriesgehalte) in de radiator en
in het expansiereservoir. Als de
koelvloeistof (antivries) moet wor-
den bijgevuld, moet ook de inhoud
van het expansiereservoir worden
beschermd tegen bevriezing.
Als u regelmatig koelvloeistof (an- tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het expansiereservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Controleer of de overloopslangen van de radiator en het expansiere-
servoir niet gedeukt of geblokkeerdzijn.
Houd de voorzijde van de radiator schoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, reinig dan ook de
voorzijde van de condensor.
325
Page 332 of 376

Vervang nooit de thermostaat vooreen zomer- of wintertype. Wanneer
vervanging noodzakelijk is, mag
UITSLUITEND het gespecificeerde
type thermostaat worden inge-
bouwd. Andere modellen kunnen
onvoldoende koelprestaties leveren
en een hoger brandstofverbruik en
hogere emissiewaarden teweeg-
brengen.
REMMEN
Om altijd optimale remprestaties te
waarborgen, moeten alle onderdelen
van het remsysteem regelmatig wor-
den gecontroleerd. Raadpleeg "On-
derhoudsschema" voor de juiste on-derhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met ‘slippend rempedaal’ is
gevaarlijk en kan ongevallen veroor-
zaken. Rijden met de voet op het
rempedaal veroorzaakt abnormaal
hoge remtemperaturen, verhoogt de
slijtage van de remblokken en kan
leiden tot het uitvallen van het rem-
systeem. Dan heeft u in noodgeval-
len niet het volledige remvermogen
tot uw beschikking.
Hoofdremcilinder – Controle vanremvloeistofpeil
Het vloeistofpeil in de hoofdremcilin-
der moet regelmatig worden gecon-
troleerd bij werkzaamheden aan de
motor, of direct zodra het waarschu-
wingslampje voor het remsysteem
aangeeft dat er sprake is van een sto-ring.
Maak de bovenzijde van de hoofd-
remcilinder schoon voordat u de re-
servoirdop van de hoofdremcilinder
verwijdert. Vul vloeistof bij tot het peil
tot aan het "FULL"-merkteken aan
de zijkant van het reservoir staat. Overvullen van remvloeistof moet
worden voorkomen, omdat de vloei-
stof dan naar het remsysteem kanweglekken.
Vul voldoende remvloeistof bij tot het
peil correct is volgens de beschrijving
op het remvloeistofreservoir. Het is bij
schijfremmen een normaal verschijn-
sel dat het vloeistofpeil daalt naar-
mate de remblokken verder slijten.
Een laag vloeistofpeil kan echter ook
worden veroorzaakt door lekkage.
Controle is in elk geval noodzakelijk.
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen remvloeistof. Zie "Vloei-
stoffen, Smeermiddelen en Originele
Onderdelen" in "Onderhoud van uw
voertuig" voor meer informatie.
326
Page 333 of 376

WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend door de fabri-kant aanbevolen remvloeistof. Zie
"Vloeistoffen, Smeermiddelen en
Originele Onderdelen" in "Onder-
houd van uw voertuig" voor meer
informatie. Gebruik van de ver-
keerde remvloeistof kan ernstige
schade veroorzaken aan uw rem-
systeem en/of de werking ervan
nadelig beïnvloeden. Het juiste
type remvloeistof is ook aangege-
ven op het reservoir van de origi-
nele hoofdremcilinder die in de
fabriek geïnstalleerd is.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen door
materiaal of vocht van buitenaf,
dient u alleen nieuwe remvloeistof
te gebruiken, of remvloeistof uit
een hermetisch afgesloten vat.
Houd de dop op het reservoir van
de hoofdremcilinder altijd ver-
grendeld. Remvloeistof in een
open vat neemt vocht op uit de
lucht, waardoor de remvloeistof
een lager kookpunt krijgt. De
remvloeistof kan hierdoor gaan
koken tijdens hard of lang rem-
men, waardoor de remmen niet
meer werken. Dit kan leiden tot
een ongeval.
Het bijvullen van het vloeistofre-
servoir met te veel remolie kan
leiden tot het morsen van vloeistof
op hete motoronderdelen, waar-
door de remolie vlam kan vatten.
Remvloeistof kan ook schade toe-
brengen aan gelakte oppervlak-
ken en vinyl. Let daarom op dat er
geen remvloeistof op deze opper-
vlakken terecht komt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Zorg dat er geen vloeistof op basis
van aardolie in de remvloeistof te-
rechtkomt. De afdichtingen van
het remsysteem kunnen hierdoor
worden aangetast, waardoor de
remmen hun werking gedeeltelijk
of geheel kunnen verliezen. Dit
kan leiden tot een ongeval.
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK
De automatische versnellingsbak en
de differentieeleenheid bevinden zich
in een enkele behuizing.
Keuze van smeermiddel
Het is belangrijk het juiste smeermid-
del voor de versnellingsbak te kiezen,
om een optimale werking van de
transmissie te garanderen. Gebruik
alleen de door de fabrikant aanbevo-
len transmissievloeistof. Zie "Vloei-
stoffen, Smeermiddelen en Originele
Onderdelen" in "Onderhoud van uw
voertuig" voor meer informatie. Het is
belangrijk dat de transmissievloeistof
het vereiste peil heeft en dat u de
aanbevolen vloeistof gebruikt. Er mo-
gen geen chemicaliën door de versnel- 327
Page 334 of 376

lingsbak worden gespoeld; uitsluitend
het goedgekeurde smeermiddel mag
worden gebruikt.LET OP!
Wanneer u een andere versnellings-
bakvloeistof gebruikt dan aanbevo-
len door de fabrikant, kan daardoor
de schakelwerking van de versnel-
lingsbak achteruitgaan en/of grijpt
de koppelomvormer schokkend aan.
Als u een transmissievloeistof ge-
bruikt die niet wordt aanbevolen
door de fabrikant, zullen de vloeistof
en het filter vaker moeten worden
vervangen. Zie "Vloeistoffen,
Smeermiddelen en Originele Onder-
delen" in "Onderhoud van uw voer-
tuig" voor meer informatie.
Speciale additieven
Automatische transmissievloeistof
(ATF) is een hoogwaardig product
waarvan de prestaties door additieven
nadelig kunnen worden beïnvloed.
Daarom raden we u aan geen additie-
ven aan de transmissievloeistof toe te
voegen. De enige uitzondering op deze
regel vormt het toevoegen van speci-
ale kleurstof om lekkage op te sporen. Gebruik ook geen vloeibare afdicht-
middelen omdat die juist schade aan
afdichtingen kunnen toebrengen.
LET OP!
Spoel uw versnellingsbak niet met
chemicaliën, omdat die de versnel-
lingsbak kunnen beschadigen. Der-
gelijke schade wordt niet gedekt
door de beperkte garantie van een
nieuw voertuig.
Vloeistofpeil controleren
De automatische transmissie met zes
versnellingen is een afgesloten ver-
snellingsbak zonder peilstok.
Het vloeistofpeil hoeft niet regelmatig
te worden gecontroleerd. Als u echter
merkt dat er sprake is van vloeistof-
lekkage of een defect in de versnel-
lingsbak, neemt u onmiddellijk con-
tact op met een erkende dealer om het
vloeistofpeil te laten controleren.
Wanneer u rijdt met een te laag vloei-
stofpeil, kan de levensduur van de
versnellingsbak sterk afnemen. Uw
dealer kan het vloeistofpeil controle-
ren met een speciale peilstok. Vraag uw dealer bij iedere onder-
houdsbeurt ook het peil van de trans-
missievloeistof te controleren.
Vloeistof verversen en filter vervangen
Raadpleeg "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
Wanneer de versnellingsbak uit el-
kaar wordt genomen, moet de vloei-
stof en de filter worden vervangen.
VERZORGING VAN DE
AUTO EN BESCHERMING
TEGEN ROEST
Carrosserie en lak beschermen
tegen roest
De aandacht die aan de carrosserie
moet worden besteed is sterk afhan-
kelijk van de weersinvloeden en het
gebruik van de auto. Strooizout in de
winter en chemische producten die in
andere seizoenen op bomen en in weg-
bermen gespoten worden, hebben een
sterk corrosieve invloed op de carros-
serie. Buiten parkeren en blootstelling
aan schadelijke stoffen in de atmo-
sfeer en op de wegen, extreem warm
of koud weer en andere uitersten kun-
nen de lak, de sierlijsten en de be-
328
Page 335 of 376

schermende laag aan de onderzijde
van de auto beschadigen.
De onderstaande onderhoudsadvie-
zen helpen om de carrosserie van uw
auto gedurende lange tijd in optimale
conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat door blootstelling
van het metaal aan weersinvloeden,
doordat de lak en beschermende coa-
tings op uw auto werden beschadigd
of loslieten.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
strooizout, vuil en achterblijvenvan vocht
steenslag
insecten, teer en boomvocht
zilte lucht in kuststreken
zure regen en industriële vervuiling
Wassen
Was uw auto regelmatig. Was de auto steeds in de schaduw en ge-
bruik een mild reinigingsmiddel
dat geschikt is voor auto's. Spoel de
auto zorgvuldig af met schoon wa-
ter. Gebruik een hoogwaardige was om
olieaanslag en vlekken te verwijde-
ren en uw lakwerk te beschermen.
Zorg dat u geen krassen maakt op
de lak.
Gebruik geen bijtende producten en polijstmiddelen die de glans of
de dikte van het lakwerk kunnenaantasten.
LET OP!
Gebruik nooit schurende of sterke
reinigingsmiddelen zoals staalwol of
schuurpoeder, deze veroorzaken
krassen op het metaal en de lak.
Speciale verzorging
Spuit de onderzijde van de auto regelmatig schoon (minstens één
keer per maand) wanneer u op be-
pekelde of stoffige wegen rijdt.
Het is belangrijk dat de wateraf- voeropeningen onder in de portie-
ren en in de dorpellijsten vrij zijn en
open worden gehouden.
Als u steenslag of krassen in de lak ontdekt, werk dergelijke plekjes
dan meteen bij. Voor de kosten van dergelijke reparaties is de eigenaar
van de auto verantwoordelijk.
Wanneer de auto door bijvoorbeeld een ongeval schade heeft opgelopen
aan de lak en de beschermende coa-
ting, moet u deze zo spoedig moge-
lijk laten repareren. Voor de kosten
van dergelijke reparaties is de eige-
naar van de auto verantwoordelijk.
Wanneer u speciale ladingen met chemicaliën, kunstmest, zout, enz.,
vervoert, let dan goed op of alles
goed is verpakt en afgesloten.
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, adviseren wij om bij uw dealer
spatlappen te laten monteren.
Gebruik Touch Up Paint of een ge- lijkwaardig product om krassen zo
snel mogelijk bij te werken. Uw er-
kende dealer heeft de lakstift die
past bij uw lakkleur.
Verzorging van velgen enwieldoppen
Alle velgen en wieldoppen moeten re-
gelmatig worden gereinigd met een
milde zeep en water om corrosie tegen
329
Page 336 of 376

te gaan. Dit geldt vooral wanneer een
coating van aluminium of chroom isaangebracht.LET OP!
Gebruik geen schuurblokjes, staal-
wol, een harde borstel of metaal-
poets. Gebruik geen ovenreiniger.
Deze producten kunnen de be-
schermlaag van de velgen beschadi-
gen. Maak geen gebruik van auto-
matische wasinstallaties waarin
bijtende reinigingsproducten of
harde borstels worden gebruikt.
Deze beschadigen de beschermende
coating van de velgen. Gebruik uit-
sluitend goedgekeurde velgenreini-
gers of gelijkwaardige producten.
Reinigingsprocedure voor
vlekwerende stof (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Vlekwerende stoelen kunnen op de
volgende wijze worden gereinigd:
Verwijder de vlek zo goed mogelijk door te deppen met een schone,
droge doek.
Dep de vlek vervolgens met een schone, vochtige doek. Voor hardnekkige vlekken brengt u
een milde zeepoplossing aan op een
schone, vochtige doek en verwijdert
u de vlek. Verwijder zeepresten met
een andere vochtige doek.
Verwijder vetvlekken met een reini- gingsmiddel van hoge kwaliteit en
een schone, vochtige doek. Verwij-
der zeepresten met een andere
vochtige doek.
Gebruik geen bijtende oplosmidde- len of enige andere vorm van be-
scherming op vlekwerende produc-ten.
Verzorging van het interieur
Oppervlakken van het instrumentenpaneel
De dashboardbekleding heeft een spe-
ciale antireflectielaag, zodat er geen
hinderlijke weerspiegelingen in de
voorruit ontstaan. Gebruik geen be-
schermproducten of andere middelen
die een hinderlijke weerspiegeling
veroorzaken. Gebruik zeepsop en
warm water om de antireflectielaag teherstellen. Reiniging van ledereninterieurbekleding
De kwaliteit van lederen bekleding
blijft het best behouden door te reini-
gen met een zachte doek die iets voch-
tig is. Stofdeeltjes of vuil kunnen een
schurend effect hebben en de lederen
bekleding beschadigen; verwijder
daarom direct met een vochtige doek.
Voorkom dat lederen bekleding wordt
doordrenkt met welke vloeistof dan
ook. Reinig uw lederen bekleding
nooit met polish, olie, reinigingsvloei-
stoffen, oplosmiddelen, afwasmidde-
len of schoonmaakmiddelen op am-
moniakbasis. Het gebruik van
speciale onderhoudsmiddelen voor le-
der is niet vereist om de originele kwa-
liteit te behouden.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmid-
delen om te reinigen. Dergelijke stof-
fen zijn vaak gemakkelijk ontvlam-
baar en kunnen bij gebruik in
afgesloten ruimten ademhalingspro-
blemen veroorzaken.
330