Page 17 of 376

Driepuntsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
VEILIGHEIDSGORDELS OPPASSAGIERSZITPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . 40
AUTOMATISCH BLOKKEREND OPROLMECHANISME (ALR) . . . . . . . . . . . . . . 41
SPANKRACHTBEGRENZER . . . . . . . . . . . . . . 41
GORDELSPANNERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
EXTRA ACTIEVE HOOFDSTEUNEN (AHR) . . . 42
ACTIEF MOTORKAPSYSTEEM . . . . . . . . . . . . 44
GEAVANCEERD AUTOGORDELWAARSCHUWINGSSYSTEEM
(BeltAlert®) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Veiligheidsgordels en zwangerschap . . . . . . . . 47
EXTRA VEILIGHEIDSSYSTEEM (SRS) - AIRBAGS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
ONDERDELEN VAN HET AIRBAGSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
KENMERKEN GEAVANCEERDE FRONTAIRBAGS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
SENSOREN EN REGELKNOPPEN VOOR OPBLAZEN AIRBAGS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
GEBEURTENISRECORDER (EDR) . . . . . . . . . . 56
AUTOGORDELS VOOR KINDEREN . . . . . . . . . 57
AANBEVELINGEN BIJ INRIJDEN VAN DE MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Aanvullende vereisten voor een dieselmotor (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . 67
11
Page 18 of 376
VEILIGHEIDSTIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Passagiers vervoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Uitlaatgas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Aanbevolen veiligheidscontroles binnen inde auto . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Veiligheidscontroles buiten de auto . . . . . . . . . 70
12
Page 19 of 376

UW SLEUTELS
Uw auto is uitgerust met een startcon-
tact zonder sleutel. Dit systeem be-
staat uit een sleutelhouder met af-
standsbediening (Remote Keyless
Entry, RKE) en een draadloze con-
tactschakelaar (Wireless Ignition
Node, WIN) met geïntegreerde con-
tactschakelaar. U kunt de sleutelhou-
der in de contactschakelaar steken
met eender welke kant naar boven.
Keyless Enter-N-Go-functie
Deze auto is mogelijk uitgerust met de
Keyless Enter-N-Go-functie. Zie
"Startprocedure" in "Starten en rij-
den" voor meer informatie.
WIRELESS IGNITION
NODE (WIN) (draadlozecontactschakelaar)
De draadloze contactschakelaar
(WIN) werkt op dezelfde manier als
een contactschakelaar. Er zijn vier be-
dieningsstanden, waaronder drie
klikstanden en een stand met veerbe-
lasting. De klikstanden zijn OFF, ACC
en ON/RUN. De stand START is een
veerbelaste contactstand. Bij het los-laten uit de startstand keert de scha-
kelaar automatisch terug in de standON/RUN. OPMERKING:
Als uw auto is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go, wordt op het
elektronisch voertuiginformatie-
centrum (EVIC) de stand van de
contactschakelaar (OFF/ACC/
RUN) getoond. Raadpleeg "Elek-
tronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC) (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)" in "Func-
ties van het instrumentenpaneel"
voor meer informatie.
Sleutelhouder
Met de sleutelhouder wordt de con-
tactschakelaar bediend. Steek het
vierkante uiteinde van de sleutelhou-
der in de contactschakelaar op het
instrumentenpaneel en draai de sleu-
telhouder naar de gewenste stand.
Deze bevat ook een afstandsbediening
en een noodsleutel die achter in de
sleutelhouder wordt opgeborgen.
Met de noodsleutel is de auto ook toe-
gankelijk als de accu leeg is of de
afstandsbediening (RKE) niet werkt.
Bovendien kunt u met de noodsleutel
het onderste handschoenenkastje af-
sluiten. U kunt de noodsleutel bij u
houden als iemand anders de auto
voor u parkeert.
Om de noodsleutel te verwijderen
schuift u de mechanische vergrende-
ling boven op de sleutelhouder opzij
met uw duim en haalt u de sleutel er
vervolgens met uw andere hand uit.
1 — OFF
2 — ACCESSORY (ACCESSOIRE-
STAND)
3 — ON/RUN
4 — START
13
Page 20 of 376

OPMERKING:
U kunt de dubbelzijdige noodsleu-
tel in de slotcilinder steken met
eender welke kant naar boven.
De sleutelhouder uit het contact verwijderen
Zet de hendel in PARK. Draai de sleu-
tel in de stand OFF en verwijder de
sleutelhouder. OPMERKING:
De elektrische raambediening
blijft ook 10 minuten lang werken
nadat de contactschakelaar is uit-
geschakeld, afhankelijk van de in-
stelling voor vertraagd uitschake-
len van de accessoires. Door het
openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld.
WAARSCHUWING!
Kinderen nooit alleen in het voer-tuig laten. Kinderen zonder toe-
zicht achterlaten in een auto is om
verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden kunnen ern-
stige of dodelijke verwondingen
oplopen. Laat de sleutel niet in het
contactslot achter. Een kind zou
de elektrische raambediening of
andere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kun-
nen brengen.
Laat nooit kinderen of dieren ach-
ter in een in de zon geparkeerde en
afgesloten auto. De hitte in het
interieur kan ernstige gezond-
heidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.LET OP!
Een niet-vergrendelde auto is een
prima uitnodiging voor dieven. Ver-
wijder altijd de sleutelhouder uit het
contactslot en vergrendel alle portie-
ren als u de auto onbeheerd achter-laat. Waarschuwingssysteemcontactsleutel
Als u het bestuurdersportier opent
terwijl de sleutelhouder zich in het
contact bevindt en de contactschake-
laar in de stand OFF of ACC staat,
klinkt er een geluidssignaal om u er-
aan te herinneren de sleutel te verwij-
deren. OPMERKING:
Het waarschuwingssysteem voor
de contactsleutel werkt alleen
wanneer de sleutelhouder in de
stand OFF of ACC staat.
Als uw auto is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go, klinkt er een geluidssig-
naal wanneer u het bestuurderspor-
tier opent terwijl de contactschake-
laar in de stand ACC of ON/RUN
(motor uitgeschakeld) staat. Raad-
pleeg "Startprocedures" in "Starten
en rijden" voor meer informatie.
STUURSLOT (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Uw auto is mogelijk uitgerust met een
passief elektronisch stuurslot. Dit slot
Verwijderen van de noodsleutel
14
Page 21 of 376

zorgt ervoor dat de auto zonder con-
tactsleutel niet kan worden bestuurd.
Het stuurslot heeft zes posities (een
per 60 graden). Als het stuurwiel naar
een van deze posities wordt bewogen
terwijl de sleutel zich in de off-stand
bevindt, wordt het stuurwiel vergren-deld.
Handmatig het stuurwiel vergrendelen
Draai het stuurwiel een halve slag bij
draaiende motor. Zet de motor af en
verwijder de contactsleutel. Draai het
stuur een beetje in een willekeurige
richting tot het vergrendelt.
Het stuurslot ontgrendelen
Draai de contactsleutel en start de
motor. OPMERKING:
Als u het stuur naar rechts hebt
gedraaid om het slot te vergrende-
len, moet u het stuur iets naar
rechts draaien om het te ontgren-
delen. Als u het stuur naar links
hebt gedraaid om het slot te ver-
grendelen, moet u het stuur iets
naar links draaien om het te ont-grendelen.SENTRYSLEUTEL®
Het startblokkeersysteem met Sentry
Key® voorkomt ongeoorloofd ge-
bruik van de auto door derden door de
motor te blokkeren. U hoeft het sys-
teem niet te activeren of in te schake-
len. Dit systeem werkt automatisch,
ongeacht of de auto is vergrendeld.
Het systeem maakt gebruik van een
sleutelhouder met een afstandsbedie-
ning (RKE), een Keyless Ignition
Node (KIN) en een RF-ontvanger om
ongeoorloofd gebruik van uw auto te
voorkomen. De auto kan daardoor al-
leen bediend en gestart worden met
sleutelhouders die specifiek voor de
betreffende auto werden geprogram-
meerd.
Nadat het contactslot in de stand ON/
RUN is gedraaid, brandt de controle-
lamp van het alarmsysteem gedu-
rende drie seconden voor een
gloeilampcontrole. Als het lampje
blijft branden, treedt er een storing in
de elektronica op. Als na de controle
van het gloeilampje het indicatie-
lampje blijft knipperen, geeft dat aan
dat iemand een valse sleutelhouder
heeft gebruikt om de motor te starten.Elk van deze twee condities schakelt
de motor na twee seconden uit.
Als het indicatielampje van het
alarmsysteem gaat branden tijdens
normaal gebruik van de auto (nadat
deze langer dan tien seconden heeft
gereden), duidt dat op een storing in
de elektronica. Laat in dat geval het
voertuig zo snel mogelijk repareren
door een erkende dealer.
LET OP!
Het Sentry Key® immobilisatiesys-
teem is niet compatibel met som-
mige op afstand bediende startsyste-
men die later zijn aangebracht.
Dergelijke systemen kunnen start-
problemen veroorzaken en de start-
blokkering van de auto tenietdoen.
Alle sleutelhouders die bij uw nieuwe
auto zijn meegeleverd zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van
uw auto.
RESERVESLEUTELSOPMERKING:
De auto kan alleen bediend en ge-
start worden met sleutelhouders
die specifiek voor de betreffende 15
Page 22 of 376

auto werden geprogrammeerd.
Nadat een sleutelhouder voor een
auto is geprogrammeerd, kan deze
niet opnieuw voor een willekeu-
rige andere auto worden gepro-grammeerd.LET OP!
Verwijder altijd de sleutels uit het
voertuig en vergrendel alle portieren
als u de auto onbeheerd achterlaat.
Ten tijde van de aankoop ontvangt de
oorspronkelijke eigenaar een per-
soonlijk identificatienummer (pin-
code) van vier cijfers. Bewaar de pin-
code op een veilige plaats. Dit
nummer is vereist voor vervanging
van de sleutelhouders door een er-
kende dealer. Duplicaten van sleutel-
houders kunnen worden geleverd
door een erkende dealer. OPMERKING:
Als u werkzaamheden laat uitvoe-
ren aan het startblokkeersysteem
met Sentry-sleutel, moeten alle
contactsleutels van de auto aan de
erkende dealer worden overhan-digd. NIEUWE SLEUTELHOUDERS
LATEN PROGRAMMEREN
Sleutelhouders of RKE-
afstandsbedieningen kunnen worden
geprogrammeerd door een erkende
dealer.
Algemene informatie
De Sentry Key® werkt op een draag-
golffrequentie van 433,92 MHz. Het
startblokkeersysteem met Sentry
Key® wordt gebruikt in de volgende
Europese landen die Richtlijn 1999/
5/EG hanteren: België, Denemarken,
Duitsland, Finland, Frankrijk, Grie-
kenland, GrootBrittannië, Honga-
rije, Ierland, Italië, Joegoslavië,
Luxemburg, Nederland, Noorwegen,
Oostenrijk, Polen, Portugal, Roeme-
nië, Rusland, Slovenië, Spanje, Tsje-
chië, Zweden en Zwitserland.
De apparatuur moet voldoen aan de
volgende voorwaarden:
De apparatuur mag geen hinder-
lijke storingen veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen storingen kunnen verwer- ken, ook storingen die een foutieve
werking kunnen veroorzaken.
ALARMSYSTEEM (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Het alarmsysteem bewaakt zowel de
portieren, achterklep/elektrisch be-
diende achterklep, motorkap en elek-
trisch bediende schuifdeuren van de
auto tegen toegang door onbevoegden
als de contactschakelaar tegen onbe-
voegd gebruik. Als het alarmsysteem
is ingeschakeld, kunnen de schake-
laars van de portiersloten, elektrisch
bediende schuifdeuren en elektrisch
bediende achterklep niet worden ge-
activeerd. Het alarmsysteem geeft zo-
wel visuele als akoestische waarschu-
wingen. Als het alarm afgaat en er
geen actie wordt ondernomen om het
alarm te uit te schakelen, schakelt het
alarmsysteem (VSA) de claxon na
29 seconden uit. Na nog eens 31 se-
conden worden ook alle visuele signa-
len uitgeschakeld, waarna het alarm-
systeem zichzelf weer activeert. De
motor start alleen met behulp van een
geldige sleutel.
16
Page 23 of 376

SYSTEEM ACTIVEREN
Volg deze stappen voor het inschake-
len van het alarmsysteem:
1. Verwijder de sleutel uit het con-
tactslot (raadpleeg "Startprocedures"
in "Starten en rijden" voor meer in-formatie).
Controleer bij voertuigen die zijn
uitgerust met Keyless Enter-N-Go,
dat het contactslot in de stand "OFF"staat.
Controleer bij voertuigen die niet
zijn uitgerust met Keyless Enter-N-
Go, dat het contactslot in de stand
"OFF" staat en dat de sleutel is ver-
wijderd uit het contactslot.
2. Sluit het voertuig af op een van de
volgende manieren:
Druk op de vergrendeltoets LOCK
van de portiervergrendeling aan de
binnenzijde terwijl de bestuurders-
en/of passagiersdeur open staat.
Druk op de vergrendeltoets LOCK
van de Passive Entry-handgreep aan
de buitenzijde, terwijl een sleutelhou-
der zich ook aan buitenzijde bevindt(raadpleeg "Keyless Enter-N-Go" in
"Uw auto" voor meer informatie).
Druk op de afstandsbediening
(RKE) de vergrendeltoets LOCK in.
3. Sluit eventueel openstaande por-
tieren.
HET SYSTEEM DEACTIVEREN
Het voertuigbeveiligingsalarm kan op
de volgende manieren worden uitge-schakeld:
Druk op de afstandsbediening
(RKE) de vergrendeltoets UN-
LOCK in.
Pak de Passive Entry Unlock- deurgreep vast (voor bepaalde
uitvoeringen/markten), raadpleeg
"Keyless Enter-N-Go" in "Wat u
moet weten voordat u de auto start"
voor meer informatie.
Draai de contactsleutel uit de stand OFF.
Als uw auto is uitgerust metKeyless Enter-N-Go, drukt u op
de toets Start/stop van de
Keyless Enter-N-Go (hiertoe dient minimaal één geldige sleu-
telhouder aanwezig te zijn in hetvoertuig).
Als uw auto niet is uitgerust met Keyless Enter-N-Go, steekt u een
geldige sleutel in de contactscha-
kelaar en draait u de sleutel in de
stand ON.
OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet wor- den in- of uitgeschakeld via de
slotcilinder van het bestuur-
dersportier of de kofferdeksel-
toets op de afstandsbediening.
Het beveiligingsalarmsysteem blijft in de waakfunctie als de
elektrisch bediende achterklep
wordt geopend. Als u op de kof-
ferdekseltoets drukt, wordt het
alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto bin-
nendringt via de achterklep en
een portier opent, gaat het alarmaf.
Als het alarmsysteem is geacti- veerd, kunt u de portieren niet
17
Page 24 of 376

ontgrendelen met de schake-
laars voor de portiervergrende-ling.
Het beveiligingsalarmsysteem is ont-
worpen om uw auto te beveiligen,
maar u kunt ook omstandigheden
veroorzaken die onbedoeld zorgen
voor vals alarm. Als een van de eerder
beschreven procedures voor het acti-
veren van de waakfunctie is uitge-
voerd, zal het alarmsysteem worden
ingeschakeld, ongeacht of u zich in de
auto bevindt. Als u in de auto blijft en
een portier opent, gaat het alarm af.
Als deze situatie zich voordoet, scha-
kelt u het alarmsysteem uit.
Als het beveiligingsalarmsysteem in
de waakfunctie staat en de accu wordt
losgekoppeld, blijft het beveiligings-
alarm in de waakfunctie wanneer de
accu weer wordt aangesloten; de bui-
tenlampen knipperen, de claxon geeft
een geluidsignaal. Als deze situatie
zich voordoet, schakelt u het alarm-
systeem uit. INSTAPVERLICHTING
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
De interieurverlichting gaat aan wan-
neer u de afstandsbediening gebruikt
voor het ontgrendelen of openen van
de portieren of de achterklep.
Deze functie schakelt ook de nade-
ringsverlichting in de buitenspiegels
in (voor bepaalde uitvoeringen/
markten). Raadpleeg "Spiegels" in
"De functies van uw auto begrijpen"
voor meer informatie.
De verlichting gaat na 30 seconden
langzaam uit of dooft onmiddellijk
zodra het contact van de stand OFF in
de stand ON/RUN wordt gezet. OPMERKING:
De interieurverlichting vooraan
in de dakconsole en de deurver-
lichting gaan niet aan als de
dimmerknop in de stand Dome
ON (interieurverlichting aan)
staat (hoogste stand).
De instapverlichting werkt niet als de dimmerknop in de stand "Dome defeat" (interieurver-
lichting uitschakelen) staat (de
laagste stand).
AFSTANDSBEDIENING
(RKE) (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Met dit systeem kunt u de portieren en
achterklep vergrendelen en ontgren-
delen, beide zijramen vóór openen, de
als optie verkrijgbare elektrische ach-
terklep evenals de linker en rechter
elektrische schuifdeuren openen op
een afstand van maximaal circa
11 meter met behulp van de afstands-
bediening (RKE-zender). De af-
standsbediening hoeft niet naar het
voertuig te wijzen om het systeem te
activeren. OPMERKING:
Wanneer u de afstandsbediening
met ingebouwde sleutel in het con-
tactslot steekt, worden de toetsen
op deze afstandsbediening uitge-
schakeld. De toetsen op de andere
afstandsbedieningen blijven ech-
ter ingeschakeld. Bij rijsnelheden
van 8 km/u en hoger worden alle
18