"Vehicle Info" (informatie over de
auto) verschijnt in het EVIC en druk
dan op de SELECT toets. Druk op de
toetsen OMHOOG en OMLAAG om
door de onderstaande opties te blade-
ren:
Temperatuur koelvloeistof
Toont de daadwerkelijke temperatuur
van de koelvloeistof.
Oliedruk
Toont de daadwerkelijke druk van deolie.
Bedrijfsuren motor
Geeft het aantal uren weer dat de
motor in bedrijf is geweest. BERICHTEN
Druk kort op de toets OMHOOG of
OMLAAG totdat de melding "Messa-
ges: XX" (Berichten: XX) wordt ge-
markeerd in het EVIC. Als er meer
dan één bericht is, kunt u door op de
toets SELECT te drukken een opge-
slagen waarschuwingsbericht weerge-
ven. Druk op de toets OMHOOG en
OMLAAG als er meer dan één bericht
is om de overige opgeslagen berichtenweer te geven. Als er geen berichten
zijn, gebeurt er niets als u op de toets
SELECT drukt.
UNITS (eenheden)
Druk op de toets OMHOOG of OM-
LAAG totdat de melding "Units"
(maateenheden) in het EVIC ver-
schijnt en druk dan de toets SELEC-
TEREN. De te gebruiken maateenhe-
den voor het EVIC, de kilometerteller
en het navigatiesysteem (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) kun-
nen worden gewijzigd van metrisch
naar US (Amerikaans) en omgekeerd.
Om een selectie te maken bladert u op
of neer totdat de gewenste instelling
gemarkeerd is, vervolgens drukt u
kort op SELECTEREN totdat naast
de instelling een vinkje verschijnt
welke aangeeft dat de instelling gese-
lecteerd is.
WEERGAVE KEYLESS
ENTER-N-GO (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer op de knop ENGINE
START/STOP (Motor Aan/Uit) wordt
gedrukt om de stand van de contact-schakelaar te wijzigen, wordt rechts-
onder in het EVIC, rechts van de ki-
lometerstand, de huidige status van
het contact getoond.
Raadpleeg voor meer informatie:
"Keyless Enter-N-Go" onder "Starten
en rijden".
KOMPAS-/
TEMPERATUURWEERGAVEDe kompasuitlezingen geven aan in
welke richting de auto wijst. Het
EVIC geeft een van de acht mogelijke
kompasstanden en de buitentempera-
tuur weer. OPMERKING:
Bij het starten geeft het systeem de
laatst bekende buitentemperatuur
weer. Het systeem heeft mogelijk
meerdere minuten rijtijd nodig
voordat de werkelijke buitentem-
peratuur weergegeven wordt. De
temperatuur van de motor kan van
invloed zijn op de weergave van de
buitentemperatuur, daarom wordt
de weergegeven temperatuur niet
geüpdate wanneer het voertuig stilstaat.
195
KEYLESS ENTER-N-GO
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)Met deze functie
kan de bestuurder
de contactschake-
laar met een druk
op de knop bedie-
nen, mits de EN-
GINE START/
STOP-knop (motorstart/-stopknop)
is aangebracht en de afstandsbedie-
ning (RKE) zich in het passagiers-
compartiment bevindt.
ENGINE START/STOP-knop
aanbrengen en verwijderen
Knop aanbrengen
1. Neem de sleutelhouder uit de con-
tactschakelaar.
2. Steek de ENGINE START/STOP-
knop in de contactschakelaar met de
letters naar boven en leesbaar.
3. Druk stevig midden op de knop
zodat deze goed op de plaats zit. Knop verwijderen
1. De ENGINE START/STOP-knop
kan uit de contactschakelaar worden
verwijderd voor gebruik van de sleu-
telhouder.
2. Steek het metalen gedeelte van de
noodsleutel onder de verchroomde
ring in de stand 6 uur en wrik de knop
voorzichtig los. OPMERKING:
De ENGINE START/STOP-knop
mag alleen worden verwijderd of
aangebracht wanneer de contact-
schakelaar in de stand LOCK staat
(stand OFF bij Keyless Enter-N-Go).
NORMAAL STARTEN — BENZINEMOTOR
Met de knop ENGINE
START/STOP (Motor Aan/Uit) OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude
of warme motor hoeft u het gaspe-
daal niet in te trappen.
Om de motor te starten, moet de ver-
snellingspook in de stand PARK ofNEUTRAL staan. Houd het rempe-
daal ingetrapt terwijl u één keer op de
ENGINE START/STOP-knop drukt.
Het systeem neemt het dan over en
probeert de auto te starten. Als de
auto niet start, slaat de startmotor
automatisch na 10 seconden af. Als u
de startpogingen wilt onderbreken
voordat de motor aanslaat, drukt u
nogmaals op de knop.
Motor uitschakelen met de knop
ENGINE START/STOP (Motoraan/uit)
1. Zet de versnellingspook in de
stand PARK, druk op de ENGINE
START/STOP-knop en laat deze
daarna los.
2. De contactschakelaar keert terug
naar de stand OFF.
3. Als de versnellingspook niet in de
stand PARK staat, moet de knop EN-
GINE START/STOP twee seconden
lang worden ingedrukt en moet de
rijsnelheid meer dan 8 km/u bedra-
gen voordat de motor afslaat. De con-
tactschakelaar blijft in de stand ACC,
totdat de versnellingspook in de stand
PARK staat en de knop twee keer246
wordt ingedrukt naar de stand OFF.
Als de versnellingspook niet in de
stand PARK staat en de knop EN-
GINE START/STOP één keer wordt
ingedrukt, verschijnt op het scherm
van het EVIC (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) het bericht
“Vehicle Not In Park” (Auto niet in
parkeerstand) en blijft de motor
draaien. Verlaat een auto nooit als
deze niet in de stand PARK staat,
omdat de auto dan kan wegrollen. OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar in
de stand ACC of RUN (motor draait
niet) blijft staan en de versnel-
lingspook in de stand PARK staat,
wordt het systeem, nadat het
30 minuten niet actief is geweest,
automatisch uitgeschakeld en
wordt de contactschakelaar in de
stand OFF gezet.
Functies van de Keyless
Enter-N-Go – rempedaal niet
ingedrukt (in de stand PARK ofNEUTRAL)
De werking van de Enter-N-Go-
functie is gelijk aan die van de con-
tactschakelaar. Er zijn vier standen:OFF, ACC, RUN en START. Om de
contactschakelaar in een andere stand
te zetten zonder de auto te starten en
om de accessoires te kunnen gebrui-
ken, volgt u de onderstaande stappen.
Starten met de contactschakelaar
in de stand OFF:
Druk één keer op de ENGINE START/STOP-knop om de con-
tactschakelaar in de stand ACC te
zetten (op het EVIC verschijnt de
melding "IGNITION MODE AC-
CESSORY" (contactschakelaar ac-
cessoires)),
Druk nogmaals op de ENGINE START/STOP-knop om de con-
tactschakelaar in de stand RUN te
zetten (op het EVIC verschijnt de
melding "IGNITION MODE RUN"
(contactschakelaar aan)),
Druk voor de derde keer op de EN- GINE START/STOP-knop om de
contactschakelaar weer in de stand
OFF te zetten (op het EVIC ver-
schijnt de melding "IGNITION
MODE OFF" (contactschakelaaruit)). EXTREEM KOUD WEER
(TEMPERATUUR LAGERDAN
29°C)
Om te zorgen voor betrouwbaar star-
ten bij deze temperaturen wordt het
gebruik van een van buitenaf gevoede
elektrische blokverwarmer (te ver-
krijgen bij uw erkende dealer) aanbe-volen.
ALS DE MOTOR NIET
START
WAARSCHUWING!
Giet nooit brandstof of een andere ontvlambare vloeistof in de lucht-
inlaat van het gasklephuis om de
auto te starten. Hierdoor kunnen
steekvlammen ontstaan die ern-
stig letsel kunnen veroorzaken.
(Vervolgd)
247
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Probeer niet de auto te starten
door middel van aanduwen of sle-
pen. Auto’s met een automatische
versnellingsbak kunnen niet op
die manier worden gestart. Onver-
brande brandstof kan de kataly-
sator binnendringen, na het star-
ten ontbranden en zo de
katalysator en de auto beschadi-
gen. Wanneer de auto een lege
accu heeft, kunt u startkabels ge-
bruiken en starten met een hul-
paccu of de accu van een andere
auto. Deze startmethode kan ge-
vaarlijk zijn bij ondeskundig ge-
bruik. Raadpleeg voor meer infor-
matie "Starten met startkabels"
in "Wat te doen in geval vannood".
'Verzopen' motor starten (met de
ENGINE STAR T/STOP-knop)
Als de motor niet start nadat u de
procedures voor "normaal starten" of
"extreme koude" hebt gevolgd, kan
het zijn dat de motor 'verzopen' is.
Om de overtollige brandstof af te voe-
ren, houdt u het rempedaal ingetrapt, houdt u het gaspedaal helemaal inge-
trapt, en drukt u vervolgens één keer
op de ENGINE START/STOP-knop
en laat deze weer los. De startmotor
wordt automatisch ingeschakeld,
draait gedurende 10 seconden, en
wordt dan uitgeschakeld. Als dit ge-
beurt, laat dan het gas- en rempedaal
los, wacht gedurende 10 tot 15 secon-
den, en herhaal dan de procedure
"Normaal starten".
'Verzopen' motor starten (met
houder met ingebouwde sleutel)
Als de motor niet start nadat u de
procedures voor "Normaal starten" of
"Extreme koude" hebt gevolgd, kan
het zijn dat de motor 'verzopen' is.
Om de overtollige brandstof af te voe-
ren, houdt u het gaspedaal helemaal
ingedrukt op de vloer. Daarna draait
u de contactschakelaar in de stand
"START" en laat u deze los zodra de
startmotor aanslaat. De startmotor
slaat automatisch binnen 10 seconden
af. Als dit gebeurt, laat dan het gaspe-
daal los, draai de contactschakelaar
in de vergrendelstand (LOCK), wacht
10 tot 15 seconden en herhaal dan de
procedure "Normaal starten".
LET OP!
Om schade aan de startmotor te
voorkomen, wacht u 10 tot 15 se-
conden voordat u het nogmaals pro-beert.
NA HET STARTEN
Het stationaire toerental wordt auto-
matisch geregeld en loopt terug naar-
mate de motor warmer wordt.
NORMAAL STARTEN — DIESELMOTOR
1. Draai de contactschakelaar in de
stand ON.
2. Kijk naar het controlelampje
"Wachten met starten" in de instru-
mentengroep. Raadpleeg voor meer
informatie “Instrumentgroep” onder
“De functies op uw dashboard”. Dit
zal twee tot tien seconden branden,
afhankelijk van de motortempera-
tuur. Wanneer het controlelampje
"Wachten met starten" uitgaat, is de
motor gereed om te worden gestart.
3. DRUK NIET op het gaspedaal.
Draai de contactschakelaar in de
stand "START" en laat los zodra de
motor aanslaat.
248
Instellingen, persoonlijke . . . . 197 Instructieboekje
(bedrijfshandboek) . . . . . . . . . . 7
Instrumentenpaneel . . . . . 176,178
Instrumentenpaneel en
bedieningen . . . . . . . . . . . . . 175
Instrumentenpaneel reinigen . . 331
Instrumentenpaneeldeksel . . . 330
Interieur, verzorging en
onderhoud . . . . . . . . . . . . . . 330
Interieurverlichting . . . . . 129,130
Kaart-/leeslampjes . . . . . . . . . 148
Kalibreren, kompas . . . . . 186,196
Keuze van de koelvloeistof
(antivries) . . . . . . . . . . . 323,342
Keyless Enter-N-Go . . 24,195,246
Kilometerteller . . . . . . . . . . . 178
Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . 60
Kinderen beveiligen . . . . 57,60,61
Kinderstoeltje . . . . . . . . . . . . . 66Kinderzitje, gordelverankering
. . 62
Kleerhaakje . . . . . . . . . . . . . . 160
Klimaatregeling, airco . . . . . . 226Knipperlichten
Richtingaanwijzers
. . 70,178,338
Waarschuwingsknipperlich-
ten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295 Knipperlichten, richtingaan-
wijzers . . . . . 70,132,178,338,339
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . 322
Belangrijke punten . . . . . . . 325
Controle . . . . . . . . . . . . . . 325Inhoud
koelvloeistofreservoir . . . . . 341
Keuze van de koelvloeistof
(antivries) . . . . . . . 323,341,342
Koelvloeistof bijvullen
(antivries) . . . . . . . . . . . . . 324
Koelvloeistofpeil . . . . . 323,325
Oude koelvloeistof
verwijderen . . . . . . . . . . . . 324
Radiatordop . . . . . . . . . . . . 324
Vloeistof laten aflopen en
nieuw bijvullen . . . . . . . . . 323
Vuldop expansievat . . . . . . . 324
Koelvloeistof (antivries)
toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . 324Koelvloeistofdop
(Radiatorvuldop) . . . . . . . . . . 324Kofferruimte
Bagagedrager . . . . . . . . . . . 165
Kompas . . . . . . . . . . 184,186,195
Kompas kalibreren . . . . . 186,196
Kompas, afwijkingen . . . . 185,196
Kompasafwijkingen . . . . . 185,196 Koolstofmonoxide,
waarschuwing . . . . . . . . . . . . . 68
Koplampen . . . . . . . . . . . . . . 130
Passeersignaal . . . . . . . . . . 133
Reiniging . . . . . . . . . . . . . . 331
Sproeiers . . . . . . . . . . . 131,137
Uitschakelvertraging . . . . . . 131
Verstelling . . . . . . . . . . . . . 134
Waarschuwingssignaal
ingeschakelde lichten . . . . . 132
Krik, gebruik . . . . . . . . . . . . 296
Krik, locatie . . . . . . . . . . . . . 296
Lampje Check Engine
(storingslampje) . . . . . . . . . . 180
Lampjes . . . . . . . . . . . . . . 70,129 ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Accubesparing . . . . . . . . . . 132
Achtermistlicht . . . . . . . . . . 184
Airbag . . . . . . 52,53,56,69,181
Alarm . . . . . . . . . . . . . . . . 182Alarmsysteem
(diefstalbeveiliging) . . . . . . 182
Automatische koplampen . . 131
Bandenspanningscontrole . . 179
Buitenverlichting . . . . . . . . . 70
Derde remlicht . . . . . . . . . . 340Diefstalalarm
(beveiliging) . . . . . . . . . . . 182
361
Dimschakelaar, koplamp . . . 130
Elektronisch
Stabiliteitsprogramma
(ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . 266
Gevaarknipperlichten . . . . . 295
Grootlicht/dimmer . . . . . . . 133
Indicatielampje grootlicht . . 178
Instapverlichting . . . . . . . . . 18
Interieur . . . . . . . . . . . 129,130
Kaartleeslampjes . . . . . . . . 148
Knipperlichten . . . . . . . . . . 133
Koplampschakelaar . . . . . . 130
Koplampverstelling . . . . . . . 134
Licentie . . . . . . . . . . . . . . . 340
Mistlampen . . . . . . 132,178,339
Onderhoud . . . . . . . . . 337,338
Parkeerlichten . . . . . . . 130,338
Reserve . . . . . . . . . . . . . . . 339
Richtingaanwijzer . . 70,338,339
Service Engine Soon
(storingslampje) . . . . . . . . . 180
SmartBeams . . . . . . . . . . . 133Storingslampje
(motorcontrole) . . . . . . . . . 180
Tractiecontrole . . . . . . . . . . 266
Vervangen . . . . . . . . . . 337,338
Waarschuwing (Beschrijving
instrumentenpaneel) . . . . . . 178Waarschuwing aan
koplampen . . . . . . . . . . . . 132
Waarschuwing
brandstofniveau . . . . . . . . . 190
Waarschuwing lichten aan . . 132
Waarschuwing
rembekrachtiging . . . . . . . . 266
Waarschuwing remmen . . . . 182
Waarschuwing
veiligheidsgordel . . . . . . . . 183
Wachten om te starten . . . . 191
Zijknipperlichten . . . . . . . . 338
Lampjes vervangen . . . . . . . . 338
Lampjes, vervanging . . . . . 70,337
Lane Change Assist . . . . . . . . 133
LATCH-systeem (Onderste
bevestigingspunten en -banden
voor kinderzitjes) . . . . . . . . . . . 62
Lekke band vervangen . . . . . . 296
Lekken, vloeistof . . . . . . . . . . . 70
Levensduur van de banden . . . 271
Luchtfilter, motor
(luchtreinigingsfilter motor) . . 317
Make-upspiegeltjes . . . . . . . . . 82
Maximaal voertuiggewicht . . . 283
Maximale asbelasting . . . . . . . 284Meters Brandstof . . . . . . . . . . . . . 181 Snelheidsmeter . . . . . . . . . . 181
Temperatuur koelvloeistof . . 183
Toerenteller . . . . . . . . . . . . 178
Methanol . . . . . . . . . . . . . . . 280
Methanolbrandstof . . . . . . . . . 280
Mini-Trip Computer . . . . 184,194
Mistlamp bedienen . . . . . . . . . 339
Mistlampen . . . . . . . 132,178,339
Mobiele telefoon . . . . . . . . 88,226
Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314 Aanbevelingen voor
inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Brandstofvereisten . . . . . . . 341
Chassisnummer . . . . . . . . . 313
Interval olieverversing . . . . . 316
Keuze van de
motorolie . . . . . . . . . . 316,341
Koeling . . . . . . . . . . . . . . . 322
Koelvloeistof (antivries) . . . 342
Luchtfilter . . . . . . . . . . . . . 317
Motorruimte . . . . . . . . . . . 313
Olie . . . . . . . . . . . 316,341,342
Olie afvoeren . . . . . . . . . . . 317
Oliefilter afvoeren . . . . . . . . 317
Oliepeil controleren . . . . . . 316
Olievuldop . . . . . . . . . . . . . 314
Oververhitting . . . . . . . . . . 295
Starten . . . . . . . . . . . . . . . 245
Synthetische olie . . . . . . . . 316
362
Opmerking
Fiat Group Automobiles S.p.A. - Parts & Services - Technical Services - Service EngineeringLargo Senatore G. Agnelli, 3 - 10040 Volvera - Torino (Italia)
Print n. 603.81.976 - 09/2011 - Edition 1