Page 129 of 195
127
STADSLICHT VOOR
Ga als volgt te werk om een lamp
van het stadslicht te vervangen:
Koplampen met enkel glas
– draai de lamphouder A-fig. 127
linksom en verwijder hem;
– verwijder de lamp uit de houder;
– monteer de nieuwe lamp en plaats
de lamphouder terug in het huis.Poli-elliptische koplampen
– verwijder het deksel B-fig. 123
door het linksom te draaien;
– verwijder de lamphouder
A-fig. 128;
– verwijder de lamp uit de houder;
– monteer de nieuwe lamp en de
lamphouder in het huis en sluit het
deksel door het rechtsom te
draaien.MISTLAMPEN VOOR
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de mistlampen
voor te vervangen.
RICHTINGAANWIJZERS
De richtingaanwijzers zijn van het
type led en zijn in de buitenspiegels
fig. 129 opgenomen.
Neem in geval van een storing
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
fig. 129
F0X0110m
fig. 127
F0X0108m
fig. 128
F0X0109m
Page 130 of 195

128
VERSTRALERS
(Adventure versie)
Ga als volgt te werk om een lamp
van de verstralers te vervangen:
– zet de wielen naar binnen
gestuurd om meer werkruimte te
hebben;
– verwijder het deksel A-fig. 131
van de wielkuip door de 4
schroeven die met de pijlen zijn
aangegeven los te draaien;
– draai het deksel B-fig. 132
linksom;
– maak de stekker los, haak de
veerbevestiging C-fig. 133 los en
verwijder de lamp;
– monteer de nieuwe lamp, haak de
veerbevestiging vast, sluit de
fig. 131
F0X0111m
fig. 132
F0X0112m
fig. 133
F0X0113m
fig. 134
F0X0114m
stekker opnieuw aan en sluit het
deksel door het rechtsom te
draaien;
– monteer het deksel op de
wielkuip.
BELANGRIJK Neem contact op met
het Fiat Servicenetwerk voor
controle en eventuele afstelling van
de koplampen.ACHTERLICHTUNITS
Vervang de lamp:
– verwijder vanuit de laadbak de
doppen A-fig.134 om toegang te
hebben tot de schroeven
waarmee de lichtunits zijn
bevestigd;
– draai de schroeven A-fig. 135 los
en trek de hele lichtunit naar
buiten;
Page 131 of 195
129
fig. 135
F0X0115m
fig. 136
F0X0116m
fig. 137
F0X0117m
– koppel de stekker los en draai de
schroeven A-fig. 136 los om
toegang te krijgen tot de te
vervangen lampen;
– duw voorzichtig op de lampen en
draai ze linksom om ze te
verwijderen;
De typen lampen fig. 136 zijn:
B - 12V-P21/5W voor de remlichten
C - 12V-P21W voor het
achteruitrijlicht
D - 12V-P21W voor de
richtingaanwijzers
E - 12V-P21/5W voor het stadslicht
en de mistachterlichten.DERDE REMLICHT
Het derde remlicht is van het type
led.
Neem in geval van een storing
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.KENTEKENVERLICHTING
fig. 137
Vervang de lamp:
1) draai beide bevestigingsschroeven
A los en verwijder het lampenglas.
2) verwijder de lamphouder door
hem ietwat te verdraaien en
vervang drukbevestigde lamp B.
Page 132 of 195
130
EEN LAMP VAN DE
INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN
PLAFONDVERLICHTING
VOOR
Met kantelend lampenglas
Vervang de lamp:
– verwijder de hele unit door hem
op de pijl aangegeven punten
fig. 138 los te trekken m.b.v. een
schroevendraaier;
– open het metalen kapje
A-fig. 139 in de richting van de pijl;
– verwijder de buislamp B uit de
zijdelingse veercontacten en
vervang hem;– sluit het metalen kapje en klem de
hele unit vast.
Met spotlicht
Vervang de lampen:
– verwijder de hele unit door hem
op de pijl aangegeven punten
fig. 140 los te trekken m.b.v. een
schroevendraaier;
– verwijder het lampenglas
A-fig. 141 door de borgingen B in
te drukken;
– verwijder de buislamp D uit de
zijdelingse veercontacten C en
vervang hem;– om het leeslampje E te vervangen,
draai de stekker linksom en
vervang de drukbevestigde lamp;
– monteer het lampenglas en klem
de hele unit vast.
fig. 138
F0X0118m
fig. 139
F0X0119m
fig. 141
F0X0121m
fig. 140
F0X0120m
Page 133 of 195

131
fig. 143
F0X0123m
fig. 142
F0X0122m
fig. 144
F0X0124m
fig. 145
F0X0125m
DASHBOARDKASTVERLICHTING
fig. 144 (voor bepaalde
versies/markten)
Vervang de buislamp:
– verwijder het lampenglas A door
het ietwat in te drukken en naar
beneden te trekken;
– verwijder de buislamp B uit de
zijdelingse veercontacten;
– maak het lampenglas A vast door
het naar boven te drukken.
ZEKERINGEN
VERVANGEN
Het elektrische systeem wordt
beveiligd door zekeringen: bij een
storing of bij oneigenlijk gebruik van
het systeem brandt de zekering door.
Als een elektrisch onderdeel niet
werkt, moet gecontroleerd worden
of de zekering niet is doorgebrand:
de geleidende band A-fig. 145 mag
niet onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de
zekering worden vervangen door
een nieuw exemplaar met dezelfde
stroomsterkte (zelfde kleur).
B intacte zekering.
C zekering met doorgebrande
geleidende band. PLAFONDVERLICHTING
ACHTER
(voor bepaalde versies/markten)
Vervang de buislamp:
– verwijder de hele unit door hem
op de pijl aangegeven punten
fig. 142 los te trekken;
– open de reflector A-fig. 143 en
vervang de buislamp B uit de
zijdelingse veercontacten.
Page 134 of 195
132
Als een hoofdzekering
(MEGA-FUSE,
MIDIFUSE) doorbrandt, neem
dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
WAARSCHUWING
Alvorens een zekering
te vervangen, moet
men controleren of de
contactsleutel uit het slot is
genomen en of alle
stroomverbruikers uit staan
en/of zijn uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
Als een
hoofdzekering voor
veiligheidsinrichtingen
(airbagsysteem, remsysteem),
motorsystemen (motorsysteem,
transmissiesysteem) of
stuurinrichting doorbrandt,
neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
WAARSCHUWING
Voor een overzicht van de
zekeringen wordt verwezen naar de
zekeringentabel in de volgende
pagina’s.
Vervang een
doorgebrande zekering
nooit door een metalen
draad of ander materiaal.
Als de zekering opnieuw
doorbrandt, neem
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
WAARSCHUWING
Vervang een zekering
nooit door een
exemplaar met een hogere
stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR.
WAARSCHUWING
Page 135 of 195
133
Om de zekeringenkast te openen
fig. 143, draai de schroeven
A-fig. 144 los en verwijder het
deksel B.
Op de achterkant van het deksel zijn
de identificatienummers van de
voornaamste elektrische onderdelen
die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
fig. 143
F0X0126m
fig. 144
F0X0127m
ZEKERINGEN IN DE ZEKERINGENKAST fig. 143
Deze zekeringenkast bevindt zich onder het instrumentenpaneel, links van het
stuurwiel.
Page 136 of 195
134
ZEKERINGENKAST IN
MOTORRUIMTE fig. 145
Verwijder het deksel om de
zekeringenkast te openen.
fig. 145
F0X0128m
Als de motorruimte
moet worden
schoongespoten,
voorkom dan dat de waterstraal
rechtstreeks op de
zekeringenkast in de
motorruimte wordt gericht.