Page 169 of 254

168IN NOODGEVALLEN
❍waarschuw eventuele omstanders dat de auto wordt
opgekrikt; zorg ervoor dat ze zich niet in de nabijheid
van de auto bevinden en de auto vooral niet aanra-
ken totdat de auto weer geheel op grond staat;
❍plaats de slinger H-fig. 12 en krik de auto omhoog, tot-
dat het wiel enige centimeters los van de grond is. Als
u de slinger van de krik draait, moet u zorgen voor vol-
doende werkruimte, zodat u geen schaafwonden aan
uw hand oploopt door contact met de grond. Ook de
bewegende delen van de krik (schroefdraad en schar-
nieren) kunnen letsel veroorzaken: vermijd contact met
deze onderdelen. Reinig uw handen zorgvuldig als de-
ze met vet in contact zijn geweest;
❍zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken
van het noodreservewiel schoon zijn en geen onzui-
verheden bevatten, omdat hierdoor na verloop van tijd
de wielbouten kunnen loslopen;
❍monteer het noodreservewiel, waarbij de pennen T-fig.
11 over één van de gaten S moeten vallen;
❍draai de 4 wielbouten vast;
❍draai de slinger van de krik zodat de auto zakt en ver-
wijder de krik;
❍draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten kruise-
lings vast, in de volgorde die in fig. 13 is aangegeven.
fig. 13L0E0113m
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 168
Page 170 of 254

IN NOODGEVALLEN169
4
NORMALE WIEL MONTEREN
Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op
en demonteer het reservewiel.
Uitvoeringen met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❍zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken
van het reservewiel schoon zijn en geen onzuiverheden
bevatten, omdat hierdoor na verloop van tijd de wiel-
bouten kunnen loslopen;
❍monteer het normale wiel en steek de vier wielbouten
in de gaten;
❍draai met de bijgeleverde sleutel de vier wielbouten
vast;
❍monteer het wieldeksel, waarbij de inkeping (op het
wieldeksel) moet samenvallen met het ventiel;
❍laat de auto zakken en verwijder de krik;
❍draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten kruise-
lings vast, in de volgorde die eerder is afgebeeld.Uitvoeringen met lichtmetalen velgen
❍plaats het wiel op de naaf en draai met de bijgelever-
de sleutel de bouten vast;
❍laat de auto zakken en verwijder de krik;
❍draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten vast
in de volgorde die is aangegeven in fig. 8;
❍monteer het geklemde wieldeksel en zorg ervoor dat
het referentiegat op het wiel samenvalt met de refe-
rentiepen op het wieldeksel.
WAARSCHUWING Door een verkeerde montage kan het
wieldeksel tijdens het rijden loslaten.
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 169
Page 171 of 254

170IN NOODGEVALLEN
Ter afsluiting
❍plaats het noodreservewiel D-fig. 10 op de daarvoor
bestemde plek in de bagageruimte;
❍druk de half geopende krik stevig in de houder om
rammelen tijdens het rijden te voorkomen;
❍berg het gebruikte gereedschap op in de gereedschap-
houder;
❍plaats de gereedschaphouder op het reservewiel en
draai de blokkeerschroef B-fig. 10 vast;
❍plaats de afdekplaat op de juiste wijze terug in de ba-
gageruimte.
WAARSCHUWING In tubeless banden mogen geen bin-
nenbanden gebruikt worden. Controleer regelmatig de
spanning van de banden en van het noodreservewiel.
WAARSCHUWING Als u het gemonteerde velgtype wilt
vervangen (lichtmetalen in plaats van stalen of omge-
keerd), moeten tevens alle wielbouten worden vervangen
door bouten met een lengte die aangepast is aan het velg-
type. Ook het noodreservewiel is specifiek en dient door
een identiek exemplaar te worden vervangen.
Het is raadzaam de vervangen wielbouten te bewaren voor
als u in de toekomst het originele velgtype weer wilt mon-
teren.LAMP VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❍Controleer voordat u een lamp vervangt of de contac-
ten niet zijn geoxideerd;
❍vervang een defecte lamp door een exemplaar van het-
zelfde type en vermogen;
❍als u een gloeilamp in de koplamp hebt vervangen, con-
troleer dan om veiligheidsredenen altijd of de afstel-
ling nog goed is;
❍als een lamp niet brandt, controleer dan eerst of de ze-
kering niet doorgebrand is, voordat u de lamp ver-
vangt: zie voor de plaats van de zekeringen de para-
graaf “Zekeringen vervangen” in dit hoofdstuk.
Wijzigingen of reparaties aan de elektrische
installatie die niet correct worden uitgevoerd
en waarbij geen rekening wordt gehouden met
de technische specificaties van het systeem, kun-
nen de storingen in de werking en zelfs brand ver-
oorzaken.
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 170
Page 172 of 254

IN NOODGEVALLEN171
4
Halogeenlampen bevatten gas onder druk. Bij
breuk kunnen er glassplinters wegschieten.
WAARSCHUWING Aan de binnenzijde kan de koplamp
een beetje beslagen zijn: dit duidt niet op een defect, maar
is een natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt wordt door
een lage temperatuur en de luchtvochtigheidsgraad, en
verdwijnt snel als de koplampen worden ingeschakeld. De
aanwezigheid van druppels aan de binnenzijde van de
koplamp duidt daarentegen op het binnendringen van wa-
ter: wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
Halogeenlampen mag u uitsluitend aanraken
op het metalen gedeelte. Als u de bol met uw
vingers aanraakt, zal de lichtopbrengst van
de lamp teruglopen en kan ook de levensduur be-
perkt worden. Als u de bol per ongeluk toch hebt
aangeraakt, moet u de bol schoonwrijven met een
doekje met alcohol en daarna laten drogen.
Wij raden u aan defecte gloeilampen, indien
mogelijk, door het Lancia Servicenetwerk te
laten vervangen. De juiste werking en afstel-
ling van de buitenverlichting zijn van essentieel be-
lang voor de rijveiligheid en bovendien wettelijk ver-
plicht.
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 171
Page 173 of 254
172IN NOODGEVALLEN
fig. 14L0E0084m
TYPEN GLOEILAMPEN fig. 14
Op de auto zijn verschillende typen gloeilampen gemon-
teerd:
A. Glasfittinglampen: deze zijn voorzien van een klem-
fitting.
Verwijder de lamp door de lamp uit de houder te trek-
ken.
B. Lampen met bajonetfitting: iets indrukken en linksom
draaien om de lamp uit de lamphouder te verwijderen.
C. Buislampen: verwijder de lamp door hem uit de veer-
contacten los te maken.
D. Halogeenlampen: verwijder de lamp door de borgveer
los te haken uit de zitting.
E. Halogeenlampen: verwijder de lamp door de borgveer
los te haken uit de zitting.
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 172
Page 174 of 254
IN NOODGEVALLEN173
4
LED
LED
D1S(*) / H7
H1(*) / H7
PY 24W
LED
WY5W
LED
LED
W5W
H11
W16W
W16W
5L/5K
12V 5W
12V 5W
W5W–
–
D
D
B
–
A
–
–
C
E
B
B
–
C
C
A–
–
55W
55W
24W
–
5W
–
–
5W
55W
16W
16W
–
5W
5W
5W
(*) Xenon gasontladingslamp
Lamp Type Vermogen Zie fig.
Buitenverlichting voor/dagverlichting
Buitenverlichting achter
Dimlicht
Grootlicht
Richtingaanwijzer voor
Richtingaanwijzer achter
Richtingaanwijzer op voorspatbord
Remlicht
Derde remlicht
Kentekenverlichting
Mistlampen
Mistachterlicht
Achteruitrijlicht
Plafondverlichting voor (witte LEDS)
Plafondverlichting achter
Verlichting bagageruimte/
dashboardkastje
Dorpelverlichting
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 173
Page 175 of 254
174IN NOODGEVALLEN
LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
KOPLAMPUNITS fig. 15
In de koplampunits zijn de gloeilampen voor de buiten-
verlichting, het dimlicht, het grootlicht en de richting-
aanwijzer opgenomen. De lampen zijn op de volgende wij-
ze in de lichtunit geplaatst:
A. Grootlicht;
B. Dimlicht;
C. Richtingaanwijzers.DIMLICHTEN
Met gloeilampen
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder het beschermdeksel B-fig. 15;
❍haak de borgveer A-fig. 16 los;
❍maak de stekker B los;
❍trek de lamp C uit de houder en vervang hem;
❍monteer de nieuwe lamp; hierbij moet de nok van het
metalen deel vallen in de uitsparing in de reflector; sluit
vervolgens de stekker B weer aan en haak de borgveer
vast A;
❍monteer beschermdeksel B-fig. 15 op de juiste wijze.
fig. 15L0E0154mfig. 16L0E0155m
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 174
Page 176 of 254
IN NOODGEVALLEN175
4
Met gasontladingslampen (Xenon)
(waar voorzien)
GROOTLICHT
Met gloeilampen
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder het beschermdeksel A-fig. 15;
❍haak de borgveer A-fig. 17 los;
❍maak de stekker B los;
❍trek de lamp C uit de houder en vervang hem;
❍monteer de nieuwe lamp; hierbij moet de nok van het
metalen deel vallen in de uitsparing in de reflector; sluit
vervolgens de stekker B weer aan en haak de borgveer
vast A;
❍monteer beschermdeksel A-fig. 15 op de juiste wijze.
fig. 17L0E0156m
Door de hoge voedingsspanning mogen de-
fecte gasontladingslampen (Xenon) uitslui-
tend vervangen worden door gespecialiseerd
personeel: levensgevaar! Wendt u tot het Lancia Ser-
vicenetwerk.
Met gasontladingslampen (Xenon)
(waar voorzien)
Door de hoge voedingsspanning mogen de-
fecte gasontladingslampen (Xenon) uitslui-
tend vervangen worden door gespecialiseerd
personeel: levensgevaar! Wendt u tot het Lancia Ser-
vicenetwerk.
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 175