Page 49 of 254

48DASHBOARD EN BEDIENING
STUUR
Het stuurwiel kan zowel axiaal als verticaal worden ver-
steld.
Ga voor het verstellen als volgt te werk: trek de hendel fig.
20 omhoog in stand 1, plaats het stuur in de gewenste
stand en vergrendel de hendel door deze naar voren te
drukken (stand 2).
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL fig. 21
De binnenspiegel is voorzien van een beveiligingsmechanis-
me, waardoor de spiegel bij een krachtig contact met een in-
zittende losschiet. Met het hendeltje A kan de spiegel in twee
standen worden gezet: normale of anti-verblindingsstand.
ELEKTROCHROOM BINNENSPIEGEL
(waar voorzien)
Bepaalde uitvoeringen zijn voorzien van een elektrochroom
spiegel met automatische bescherming tegen verblinding.
Onderaan de spiegel bevindt zich ON/OFF toets voor het in-
/uitschakelen van deze functie. Bij het inschakelen van de
functie gaat een led op de spiegel branden.
Bij het inschakelen wordt de achteruitkijkspiegel altijd
tegen fel inschijnend licht gedimd.
Het stuur mag alleen worden versteld als de
auto stilstaat.
fig. 21L0E0013mfig. 20L0E0012m
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 48
Page 50 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING49
1
BUITENSPIEGELS fig. 22
Ga voor het verstellen als volgt te werk:
❍met schakelaar B kiest u welke spiegel (links of rechts)
u wilt verstellen;
❍met bedieningstoets A kunt u de spiegel in 4 richtin-
gen afstellen.Inklappen fig. 23
Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen) kunnen de bui-
tenspiegels worden ingeklapt door ze van stand 1 (open)
in stand 2 (gesloten) te zetten.
Bij sommige uitvoeringen kunnen de buitenspiegels via
een bedieningsknop elektrisch worden ingeklapt.
fig. 22L0E0014mfig. 23L0E0015m
Tijdens het rijden moeten de spiegels altijd
in stand 1 staan. De spiegel aan bestuur-
derszijde is bol, waardoor de afstandswaar-
neming enigszins wordt beïnvloed.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 49
Page 51 of 254
50DASHBOARD EN BEDIENING
KLIMAATREGELING
UITSTROOMOPENINGEN EN LUCHTROOSTERS fig. 24
1. Vaste luchtroosters voor ontwaseming/ontdooiing van de voorruit – 2. Verstelbare uitstroomopeningen in het mid-
den – 3. Verstelbare uitstroomopeningen aan de zijkanten – 4. Vaste luchtroosters voor ontwasemen of ontdooien zij-
ruiten – 5. Onderste luchtroosters – 6. Verstelbaar luchtrooster onder voor zitplaatsen achter.
L0E0016mfig. 24
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 50
Page 52 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING51
1
KLIMAATREGELING, HANDBEDIEND
L0E0017mfig. 25
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 25
A. Draaiknop voor regeling luchttemperatuur (rood-
warm/blauw-koud)
B. Draaiknop voor in-/uitschakeling klimaatregelaar en
regeling aanjagersnelheid. Als u de draaiknop indrukt
wordt de klimaatregeling ingeschakeld en gaat de led
op de draaiknop branden; hiermee kan het interieur
snel worden afgekoeld. C. Draaiknop voor instelling luchtverdeling
μop het lichaam en de zijruiten
∑op het lichaam, de zijruiten en de beenruimte
∂alleen op de beenruimte
∏op de beenruimte en de voorruit
-alleen op de voorruit.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 51
Page 53 of 254

52DASHBOARD EN BEDIENING
WAARSCHUWING Wij raden u aan de recirculatiefunc-
tie in te schakelen in de file of in tunnels. Hiermee wordt
voorkomen dat vervuilde lucht het interieur bereikt. Het
is niet raadzaam dit systeem langdurig te laten werken,
omdat anders, vooral als u met meerdere personen in de
auto zit, de kans aanzienlijk toeneemt dat de ruiten be-
slaan.
D. Drukknop voor in-/ uitschakelen luchtrecirculatie
(led brandt bij inschakeling).
E Drukknop voor in-/ uitschakelen aircocompressor (led
brandt bij inschakeling).
F Drukknop voor in-/uitschakelen achterruitverwar-
ming.
Bij inschakeling gaat een led op de drukknop branden.
Om de accu niet te overbelasten wordt deze functie
na ong. 20 minuten uitgeschakeld.SNELLE ONTDOOIING/ ONTWASEMING
VOORRUIT EN ZIJRUITEN VOOR (MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
❍draai de draaiknop A in het rode gebied;
❍draai de draaiknop C naar
Ú;
❍draai de draaiknop D naar -;
❍draai de draaiknop B naar 4 -(max. aanjagersnel-
heid).
WAARSCHUWING de klimaatregelaar is bijzonder nut-
tig voor het snel ontwasemen/ontdooien want deze ont-
vochtigt de lucht. Regel de knoppen zoals voorafgaand be-
schreven en schakel de klimaatregelaar in door draaiknop
B in te drukken; de led op de draaiknop gaat branden.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
In de winter moet de airconditioning minstens een keer
per maand gedurende circa 10 minuten in werking gesteld
worden. Laat voor het zomerseizoen de werking van de
airconditioning door het Lancia Servicenetwerk controle-
ren.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 52
Page 54 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING53
1
AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING MET GESCHEIDEN REGELING
(waar voorzien)
L0E0018mfig. 26
De auto kan uitgerust zijn met een klimaatregeling met
gescheiden regeling die de temperatuur en de luchtver-
deling in het interieur in twee zones regelt: bestuurders-
en passagierszijde.Het systeem omvat de functie AQS (Air Quality System)
waarbij de recirculatie automatisch wordt ingeschakeld
als de luchtkwaliteitsensor de aanwezigheid van vervuil-
de lucht signaleert, bijvoorbeeld tijdens het rijden in de
stad, in een file en in tunnels.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 53
Page 55 of 254

54DASHBOARD EN BEDIENING
GEBRUIK VAN DE KLIMAATREGELING
Het systeem kan op verschillende manieren worden in-
geschakeld, maar wij raden u aan te beginnen met het
instellen van de gewenste temperaturen op het display
en vervolgens de knop AUTO in te drukken.
Omdat het systeem het klimaat in twee zones in het inte-
rieur regelt, kunnen de bestuurder en de passagier voor
verschillende temperatuurwaarden selecteren. Het maxi-
maal toegestane verschil is 7 °C.
De aircocompressor werkt alleen met draaiende motor
en bij een buitentemperatuur van minstens 4°C.
Automatische werking van de klimaatregeling
(AUTO functie) A-fig. 26
Druk op de knop AUTO; het systeem regelt automatisch:
❍de hoeveelheid in de interieur ingevoerde buitenlucht;
❍de verdeling van de in het interieur ingevoerde bui-
tenlucht;
en alle voorgaande handmatige instellingen worden op-
geheven.
Tijdens de automatische werking van de klimaatregeling
verschijnt op het display het bericht FULL AUTO.
Tijdens de automatische werking kan de ingestelde tem-
peratuur steeds worden gewijzigd en kunnen de volgen-
de instellingen handmatig worden verricht:
❍regeling van de aanjagersnelheid;
❍luchtverdeling;
❍in-/uitschakeling luchtrecirculatie en AQS-functie;
❍inschakeling aircocompressor.Instelling luchtverdeling B-fig. 26
Als u op een van de knoppen
/ / ˙drukt, kunt u
handmatig in het interieur een van de 7 instellingen voor
de luchtverdeling kiezen:
Lucht uit de luchtroosters voor ontdooiing/ont-
waseming van de voorruit en de zijruiten voor.
Lucht uit de luchtroosters in de beenruimte voor
en achter. Met deze luchtverdeling kan in een zo
kort mogelijke tijd de lucht in het interieur wor-
den verwarmd.
˙Lucht uit de uitstroomopeningen voor/achter, in
het midden en aan de zijkant van het dashboard,
luchtrooster onder en de luchtroosters voor ont-
waseming/- ontdooiing van de voorruit en zij-
ruiten voor.
Bij lage buitentemperaturen raden wij u aan
om de recirculatiefunctie niet te gebruiken,
omdat hierdoor de ruiten sneller kunnen be-
slaan.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 54
Page 56 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING55
1
Lucht uit de luchtroosters in de beenruimte voor en
achter en de luchtroosters voor ontwaseming/- ont-
dooiing van de voorruit en zijruiten voor. Deze lucht-
verdeling zorgt voor een goede verwarming van het in-
terieur en voorkomt het eventuele beslaan van de rui-
ten.
˙
Lucht uit de luchtroosters in de beenruimten voor en
achter (warmere lucht) en de uitstroomopeningen in
het midden en aan de zijkant van het dashboard (koe-
lere lucht).
˙Lucht uit de uitstroomopeningen in het midden en aan
de zijkant van het dashboard, luchtrooster onder en
luchtroosters voor ontwaseming/- ontdooiing van de
voorruit en zijruiten voor. Deze luchtverdeling zorgt
voor een goede ventilatie van het interieur en voorkomt
het eventuele beslaan van de ruiten.
WAARSCHUWING Voor de werking van de klimaatrege-
laar moet minstens één van de knoppen
/ / ˙zijn in-
gedrukt. Het systeem staat de uitschakeling van alle druk-
knoppen niet toe
/ / ˙.
WAARSCHUWING Druk op de knop OFF om de kli-
maatregelaar opnieuw in te schakelen: de werking van
de luchtverdeling die voor de uitschakeling werkzaam was
wordt hersteld.
Voor het hervatten van de automatische werking van de
luchtverdeling na een handmatige instelling, moet de knop
AUTO worden ingedrukt.Regeling aanjagersnelheid fig. 26
Met de knoppen C
pkunt u de aanjagersnelheid verho-
gen/verlagen.
De 12 aanjagersnelheden worden weergegeven door ver-
lichte staafjes op het display:
❍maximum aanjagersnelheid = alle staafjes verlicht
❍minimum aanjagersnelheid = één staafje verlicht.
De aanjager kan worden uitgeschakeld (geen enkel staaf-
je verlicht), maar alleen als u de aircocompressor hebt uit-
geschakeld met de knop
❄.
Voor het hervatten van de automatische werking van de
aanjager na een handmatige instelling, moet de knop AU-
TO worden ingedrukt.
Gelijkstellen ingestelde temperaturen
(MONO functie) fig. 26
Als u de knop D (MONO) indrukt, wordt de temperatuur
aan bestuurderszijde en aan passagierszijde voorin auto-
matisch gelijkgesteld.
Draai respectievelijk aan de draaiknop AUTO of MONO
om de temperatuur aan beide zijdes in gelijke mate te ver-
hogen/verlagen.
Druk nogmaals op de knop MONO om de functie uit te
schakelen.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 55