Page 105 of 254

104DASHBOARD EN BEDIENING
ESP 2-SYSTEEM (ELECTRONIC
STABILITY PROGRAM)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wie-
len hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers
blijft.
De werking van het ESP 2 is uitermate nuttig als de grip
op het wegdek wisselt.
Naast het ESP 2-, ASR- (controleert de trekkracht en
grijpt in op remmen en motor) en HILL HOLDER-sys-
teem (voor het wegrijden op een helling zonder de hand-
rem te gebruiken) beschikt de auto ook over MSR (rege-
ling van motorremwerking), HBA (automatische verho-
ging van de remdruk bij een noodstop), ABS (voorkomt
dat de wielen blokkeren, waardoor de beschikbare grip
optimaal wordt benut) en DST (stuurcorrecties via stuur-
bekrachtiging).ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Als het systeem in werking treedt, gaat het lampje áop
het instrumentenpaneel knipperen, om de bestuurder er
op te wijzen dat de auto de stabiliteit en de grip dreigt te
verliezen.
Inschakeling van het systeem
Het ESP 2-systeem wordt automatisch ingeschakeld als
de motor wordt gestart en kan niet worden uitgeschakeld.
Storingsmeldingen
Bij een storing in het ESP wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld en gaat het lampje áop het instrumen-
tenpaneel continu branden, verschijnt er een bericht op
het instelbare multifunctionele display en gaat de led op
de knop ASR OFF branden (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”). Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot
het Lancia Servicenetwerk.
De prestaties van het ESP 2-systeem mogen
de bestuurder er niet toe verleiden onnodige
en onverantwoorde risico’s te nemen. Het rij-
gedrag dient altijd aangepast te worden aan de con-
ditie van het wegdek, het zicht en het verkeer. De
verantwoordelijkheid voor de verkeersveiligheid ligt
altijd en overal bij de bestuurder van de auto.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 104
Page 106 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING105
1
Storingsmeldingen
Bij een eventuele storing gaat het lampje
áop het ins-
trumentenpaneel branden en verschijnt er een bericht op
het instelbare multifunctionele display (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”).
WAARSCHUWING Het Hill Holder-systeem is geen hand-
rem; verlaat dus nooit de auto zonder de handrem aan te
trekken, de motor uit te zetten en de eerste versnelling in
te schakelen.
Als eventueel met het noodreservewiel wordt
gereden, dan blijft het ESP ingeschakeld. Blijf
er echter rekening mee houden dat het
noodreservewiel kleiner is dan de normale band en
dat daarom de grip lager is dan bij de andere ban-
den van de auto.
Voor de juiste werking van het ESP 2- en ASR-sys-
teem is het noodzakelijk dat de banden van alle wie-
len van hetzelfde merk en type zijn. De banden moe-
ten in perfecte conditie zijn en de voorgeschreven af-
metingen hebben.
HILL HOLDER-SYSTEEM
Dit in het ESP geïntegreerde systeem helpt bij het weg-
rijden op een helling. Het systeem schakelt automatisch
in als:
❍op een stijgende helling: de auto stilstaat op een hel-
ling van meer dan 5% met draaiende motor, ingetrapt
rem- en koppelingspedaal en versnellingsbak in vrij of
als een andere versnelling dan de achteruit is inge-
schakeld;
❍op een dalende helling: de auto stilstaat op een weg met
een helling van meer dan 5%, motor ingeschakeld,
koppelingspedaal en rempedaal ingedrukt en achter-
uit ingeschakeld;
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleenheid van het ESP
2 ervoor dat de wielen geremd blijven, totdat het nood-
zakelijke motorkoppel is bereikt om weg te rijden (of maxi-
maal 2 seconden), zodat u meer tijd heeft om uw rechter
voet van het rempedaal naar het gaspedaal te verplaatsen.
Als u na 2 seconden niet bent weggereden, schakelt het
systeem automatisch uit en wordt de remdruk geleidelijk
verlaagd. Tijdens deze fase kunt u een typisch geluid ho-
ren. Dit geluid betekent dat de auto ieder moment in be-
weging kan komen.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 105
Page 107 of 254

106DASHBOARD EN BEDIENING
ASR-SYSTEEM (Antislip Regulation)
Het ASR-systeem is geïntegreerd in het ESP-systeem. Het
ASR-systeem controleert de trekkracht van de auto en
grijpt automatisch in als een of beide aangedreven wie-
len dreigen door te slippen. Het ASR-systeem is vooral
nuttig onder de volgende omstandigheden:
❍doorslippen van het binnenste wiel in bochten, door
verandering van de wielbelasting of door te felle ac-
celeratie;
❍te hoog vermogen naar de wielen, ook in samenhang
met de condities van het wegdek;
❍acceleratie op gladde wegen en bij sneeuw en ijzel;
❍verlies van grip op natte weggedeelten (aquaplaning).MSR-systeem (regeling van motorremwerking)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ASR, verhoogt bij
bruusk terugschakelen het motorkoppel, zodat overma-
tige vertraging van de aangedreven wielen wordt voor-
komen. Dit heeft vooral voordelen op een wegdek met wei-
nig grip, waarop de stabiliteit van de auto snel verloren
kan gaan.
In-/uitschakeling van het ASR-systeem fig. 67
Het ASR-systeem schakelt automatisch in als de motor
wordt gestart.
Tijdens het rijden kan het systeem worden uitgeschakeld
en vervolgens weer ingeschakeld door de knop ASR OFF
in te drukken.
fig. 67L0E0056m
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 106
Page 108 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING107
1
Als het systeem wordt ingeschakeld, verschijnt er een be-
richt op het instelbare multifunctionele display.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje op
de knop ASR OFF branden en verschijnt er een bericht op
het instelbare multifunctionele display. Als het ASR-sys-
teem tijdens het rijden wordt uitgeschakeld, schakelt het
automatisch weer in als de auto opnieuw wordt gestart.
Als u met sneeuwkettingen rijdt, dan kan het nuttig zijn
om het ASR-systeem uit te schakelen: onder deze om-
standigheden levert het doorslaan van de aangedreven wie-
len bij het wegrijden juist meer trekkracht op.
TTC-systeem
(Zelfblokkerend elektronisch differentieel)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ASR, zorgt er bij het
nemen van een bocht voor dat het buitenste wiel meer
kracht toebedeeld krijgt dan het binnenste wiel dat wordt
afgeremd.
Op die manier wordt de werking van een zelfblokkeren-
de differentieel gesimuleerd, wat voor een sportieve rijstijl
en een betere wegligging in bochten zorgt.ABS
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt
dat tijdens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht
de conditie van het wegdek en de pedaaldruk, en verhin-
dert daarmee het doorslippen van een of meerdere wielen.
Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
De installatie wordt gecompleteerd met het EBD-systeem
(Electronic Braking Force Distribution) waarmee de rem-
kracht tussen de voor- en de achterwielen verdeeld wordt.
WAARSCHUWING Voor een maximale werking van het
remsysteem is een inrijperiode van circa 500 km nodig:
tijdens deze periode moet bruusk, herhaaldelijk of lang-
durig remmen worden voorkomen.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 107
Page 109 of 254

108DASHBOARD EN BEDIENING
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Als het ABS in werking treedt, merkt de bestuurder dit
aan een trilling in het rempedaal, die gepaard gaat met
enig geluid: dit geeft aan dat het nodig is de snelheid aan
te passen aan het type weg waarop wordt gereden.STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel en verschijnt er een bericht op het in-
stelbare multifunctionele display. In dat geval blijft het
remsysteem normaal werken, maar zonder de mogelijk-
heden van het ABS. Rijd voorzichtig naar de dichtstbij-
zijnde werkplaats van het Lancia Servicenetwerk om het
systeem te laten controleren.
Storing in EBD
Bij een storing branden de waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en verschijnt er een bericht op het in-
stelbare multifunctionele display. In dit geval kunnen bij
krachtig remmen de achterwielen vroegtijdig blokkeren
waardoor de auto kan slippen. Rijd zeer voorzichtig naar
de dichtstbijzijnde werkplaats van het Lancia Service-
netwerk om het systeem te laten controleren.
Als het ABS in werking treedt, merkt u dat
aan een trilling in het rempedaal. Verlaag de
remdruk niet maar houd het rempedaal juist
goed ingetrapt; op deze manier hebt u de kortste
remweg in relatie tot de conditie van het wegdek.
Als het ABS in werking treedt, dan is de grip
van de banden op het wegdek beperkt: u dient
uw snelheid te verlagen en aan te passen aan
de beschikbare grip.
Het ABS maakt zoveel mogelijk gebruik van
de beschikbare grip maar kan deze niet ver-
hogen. Daarom moet op gladde weggedeelten
altijd voorzichtig worden gereden en mogen er geen
onnodige risico’s worden genomen.
Als alleen het waarschuwingslampje xop het
instrumentenpaneel gaat branden en op het in-
stelbare multifunctionele display verschijnt ook
een bericht, stop dan onmiddellijk en wendt u tot de
dichtstbijzijnde werkplaats van het Lancia Service-
netwerk. Als er vloeistof lekt uit het hydraulische sys-
teem, wordt de werking van zowel het conventionele
remsysteem als het ABS in gevaar gebracht.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 108
Page 110 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING109
1
EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis)
kan een doorlopende diagnose worden uitgevoerd op die
componenten op de auto die van invloed zijn op de emis-
sie. Bovendien meldt het systeem, door het branden van
het lampje
Uop het instrumentenpaneel en het verschij-
nen van een bericht op het instelbare multifunctionele dis-
play dat de betreffende componenten defect zijn (zie
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Het doel is:
❍de werking van het systeem controleren;
❍signaleren wanneer door een storing de emissies boven
de wettelijk vastgestelde drempelwaarde uitkomen;
❍de noodzaak van het vervangen van componenten met
een slechte conditie aangeven.
Het systeem beschikt verder nog over een diagnosestek-
ker die het mogelijk maakt, na het aansluiten van speciale
apparatuur, de door de regeleenheid opgeslagen storings-
codes en de specifieke parameters voor de diagnose en wer-
king van de motor te lezen.
Deze controle kan ook worden uitgevoerd door de ver-
keerspolitie.
WAARSCHUWING Na het verhelpen van de storing moet
het Lancia Servicenetwerk zorgen voor een complete con-
trole van het systeem, tests uitvoeren op een testbank en,
zo nodig, een proefrit maken die eventueel een langere af-
stand kan omvatten.
Als u de contactsleutel in stand MAR draait
en het lampje
Ugaat niet branden of het
gaat branden of knipperen tijdens het rijden (en er
verschijnt ook een bericht op het instelbare multi-
functionele display), wendt u dan zo snel mogelijk
tot het Lancia Servicenetwerk. De werking van het
lampje
Ukan met speciale apparatuur door de
politie gecontroleerd worden. Houdt u aan de wet-
geving van het land waarin u rijdt.
ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
“DUALDRIVE”
De auto is uitgerust met de elektrische stuurbekrachtiging
“Dualdrive”. De elektrische stuurbekrachtiging werkt al-
leen als de contactsleutel in stand MAR staat en de mo-
tor draait. Met het systeem kan de bestuurder de hulp-
kracht voor het verdraaien van het stuur aanpassen aan
de rijomstandigheden.
WAARSCHUWING Als de contactsleutel snel wordt ge-
draaid, kan de volledige werking van de stuurbekrachti-
ging na 1-2 seconden worden bereikt.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 109
Page 111 of 254

110DASHBOARD EN BEDIENING
INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
FUNCTIE CITY fig. 68
Druk voor het in-/uitschakelen van de functie op de
knop A.
Als deze functie wordt ingeschakeld, gaat het CITY-lamp-
je op het instrumentenpaneel branden.
Met ingeschakelde CITY-functie draait het stuur heel licht,
waardoor makkelijker kan worden geparkeerd: deze in-
stelling van de stuurbekrachtiging is dus zeer geschikt voor
het rijden in de stad.
STORINGSMELDINGEN
Eventuele storingen in het systeem worden aangegeven
door het branden van het lampje gen het verschijnen van
een bericht op het instelbaar multifunctioneel display. Bij
een storing in het systeem blijft de auto mechanisch be-
stuurbaar.
WAARSCHUWING Onder bepaalde omstandigheden kan
het waarschuwingslampje gop het instrumentenpaneel
branden door oorzaken die niet afhangen van de elektri-
sche stuurbekrachtiging.
Stop in dat geval onmiddellijk de auto (indien in bewe-
ging) en schakel de motor ca. 20 seconden uit alvorens op-
nieuw te starten. Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk
als het waarschuwingslampje gblijft branden en het be-
richt op het instelbaar multifunctioneel display niet ver-
dwijnt.
fig. 68L0E0057m
Het is streng verboden om de-/montage-
werkzaamheden uit te voeren, waarvoor wij-
zigingen in de stuurinrichting of de stuur-
kolom vereist zijn (bijv. bij montage van een dief-
stalbeveiliging). Hierdoor kunnen de prestaties van
het systeem, de garantie en de veiligheid in gevaar
worden gebracht en voldoet de auto niet meer aan
de typegoedkeuring.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 110
Page 112 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING111
1
WAARSCHUWING De benodigde stuurkracht kan toe-
nemen bij langdurige parkeermanoeuvres; dit is een nor-
maal verschijnsel om oververhitting van de motor voor de
stuurbekrachtiging te voorkomen. In deze situatie zijn er
geen reparaties vereist. Als u de auto een volgende keer
weer gebruikt, zal de stuurbekrachtiging weer normaal
werken.TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System) (waar voorzien)
De auto kan zijn uitgerust met een bandenspanningscon-
trolesysteem TPMS (Tyre Pressure Monitoring System).
Dit systeem bestaat uit een sensor die met een radiofre-
quentie werkt en zich de velg in de band van elk wiel be-
vindt; deze sensor stuurt informatie over de spanning van
iedere band naar de regeleenheid.
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
VAN HET TPMS
Storingen worden niet opgeslagen en worden ook niet
weergegeven voor het starten en na het aanslaan van de
motor. Als de storingen blijven bestaan, stuurt de rege-
leenheid de betreffende meldingen pas naar het instru-
mentenpaneel als de auto een korte tijd rijdt.
Zet altijd de motor uit en verwijder de con-
tactsleutel uit het contactslot, waardoor het
stuurwiel wordt vergrendeld, voordat er on-
derhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd, voor-
al als de auto met de wielen los van de grond staat.
Als dit niet mogelijk is (als de sleutel in stand MAR
moet staan of de motor moet draaien), moet de
hoofdzekering van de elektrische stuurbekrachti-
ging worden verwijderd.
Het TPMS is niet in staat om te waarschu-
wen voor een plotselinge vermindering van de
bandenspanning (bijvoorbeeld bij een klap-
band). Zet in dat geval de auto stil door voorzich-
tig te remmen en maak daarbij geen plotselinge
stuurbewegingen.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 111